Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Parkeerbelastingen 2012 |
Citeertitel | Verordening Parkeerbelastingen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De Verordening parkeerbelastingen 2011, vastgesteld bij raadsbesluit op 9 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. Besluit Uitgifte Parkeervergunningen 2012
2. Besluit Betaald Parkeren 2012
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 06-12-2012 | Nieuwe regeling | 15-11-2011 stadsberichten | 3936266 |
Verordening parkeerbelastingen 2012
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze Verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen voor de tijd die daarvoor nodig is, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: diegene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Stb. 1935, 554) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken tijdens het parkeren in het register was ingeschreven;
Onder de naam parkeerplaatsgeld worden geheven de rechten als bedoeld in artikel 228 van de Gemeentewet, voor parkeerplaatsgebruik, waaronder moet worden verstaan het afzetten van een parkeerapparatuurplaats of een belanghebbendenplaats dan wel het houden van een voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, op een parkeerapparatuurplaats of een belanghebbendenplaats.
1e als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie tijdens het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;
2e als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a., wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b., als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat tijdens het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Het parkeerplaatsgeld, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt geheven van de natuurlijke of rechtspersoon, die de parkeerapparatuurplaats of belanghebbendenplaats afzet of laat afzetten dan wel het betreffende voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, op een parkeerapparatuurplaats of op een belanghebbendenplaats houdt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze Verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld
Artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling
1. De belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a., voor het parkeren op parkeer-apparatuurplaatsen wordt geheven door voldoening op aangifte en moet worden betaald bij aanvang van het parkeren.
In afwijking van het hierboven bepaalde moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen één maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het inloggen op het centrale register via een telefoon.
Artikel 7 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
Burgemeester en wethouders maken in alle gevallen bij openbaar te maken besluit de aanwijzing bekend van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, mag worden geparkeerd.
Houders van een gehandicaptenparkeerkaart zijn vrijgesteld van betaling van de parkeerbelasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a. De gehandicaptenparkeerkaart wordt tevens aangemerkt als vergunning, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b.
De kosten van de naheffingsaanslag voor de belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedragen
€ 54-, zegge: vierenvijftig euro.
Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Nadere regels door burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven voor de heffing en invordering van parkeerbelastingen.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 november 2011
PUBLICATIEDATUM: 23 november 2011
Bijlage 1: Tarieven- en kostentabel
Bijlage 2: Kostenonderbouwing naheffingsaanslag 2012
Bijlage 3: Overzichtskaart vergunninggebieden
Behorende bij en deel uitmakende van de Verordening Parkeerbelastingen 2012.
Artikel 2 De Tariefzones en betaald-parkeergebieden
Het gebied dat wordt omringd door de volgende wegen, weggedeelten, pleinen of
Hooglandseweg-Zuid, Beek, Heiligenbergerbeek, Stadsring (met uitzondering van het weggedeelte tussen Hendrik van Viandenstraat en Flierbeek), Arnhemseweg (tot Prinses Julianaplein), Prinses Julianaplein, Prinses Julianaplein tussen Lange Beekstraat en Aldegondestraat, Leusderweg (tot aan de Ponlijn), Ponlijn, Kersenbaan, Stationsstraat, Barchman Wuytierslaan (tussen Koningin Wilhelminalaan en Heinsiuslaan), spoorlijn Amersfoort-Zwolle tot aan Hooglandseweg-Zuid.
Het gebied dat wordt begrensd door de gemeentegrens en de begrenzing van de tariefzone A.
Het gebied, dat samenvalt met tariefzone A en B voor zover op plaatsen zoals bedoeld in artikel 3, lid 3 en artikel 3, lid 4.2 van deze tarieventabel.
B.De in dit artikel onder A, lid 1 genoemde weggedeelten, wegen en pleinen vallen in het geheel binnen het zonegebied, met uitzondering van de onderstreepte wegen of weggedeelten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven.
Als gebieden voor het parkeren voor vergunninghouders bedoeld in artikel 2, eerste lid onderdeel b van de Verordening worden aangewezen:
1 het gebied omringd door de Eem, Beek, Heiligenbergerbeek, Stadsring, Stadsring tussen Flierbeek en Hendrik van Viandenstraat, Arnhemseweg, Prinses Julianaplein met uitzondering van het wegvak tussen Lange Beekstraat en Aldegondestraat, Lange Beekstraat 12 t/m 66 (even), Korte Beekstraat, gebouwencomplex de Soeverein, Leusderweg (tot aan Ponlijn), Ponlijn, Stationsstraat, Stationsplein, Barchman Wuytierslaan (tussen Koningin Wilhelminalaan en Heinsiuslaan), spoorlijn Amersfoort-Zwolle tot aan de Eem, als vergunninggebied A1;
1 het gebied omringd door Berkenweg, Stationsplein, Barchman Wuytierslaan tussen Koningin Wilhelminalaan en Heinsiuslaan, Barchman Wuytierslaan tussen Heinsiuslaan en A. Kuyperlaan, A. Kuyperlaan, Prins Frederiklaan, Utrechtseweg tussen Prins Frederiklaan en het parkeerterrein op de kruising Utrechtseweg-Appelweg, het parkeerterrein op de kruising Utrechtseweg-Appelweg, Appelweg t/m huisnummer 14, Westerstraat, Leusderweg, Ponlijn, Utrechtseweg tussen Ponlijn en Berkenweg, als vergunninggebied B1;
2 het gebied omringd door de Stadsring, H. van Viandenstraat, Bisschopsweg tussen de Hendrik van Viandenstraat en Arnhemseweg (daarbij inbegrepen Zandgat), Weistraat, Veldstraat, Arnhemseweg tussen Veldstraat en Prinses Julianaplein, Prinses Julianaplein (oostkant tussen Aldegondestraat en Lange Beekstraat), Lange Beekstraat 12 t/m 66 (even), Korte Beekstraat, gebouwencomplex de Soeverein, Arnhemseweg (tussen Julianaplein en Stadsring. En verder Kroontjesmolen, Burgerbuurt en het parkeerterrein met ingang aan de Rubensstraat (tegenover Bisschopsweg 144) als vergunninggebied B2;
3 het gebied omringd door de Stadsring (parallelweg tussen Hendrik v. Viandenstraat en Heiligenbergerbeek), Heiligenbergerbeek, Zwaanstraat, parallelweg van de Heiligenbergerweg tussen de Zwaanstraat en de Pauwstraat, de wegas van de Heiligenbergerweg tussen de Pauwstraat en de Bisschopsweg, Bisschopsweg tussen Heiligenbergerweg en H. van Viandenstraat, en H. van Viandenstraat, als vergunninggebied B3;
6 het gebied omringd door de spoorlijn Amersfoort – Zwolle vanaf het Piet Mondriaanplein tot de rivier de Eem, rivier de Eem tot Brabantsestraat, Brabantsestraat, Nieuwe Poort met inbegrip van Amsterdamseweg tot huisnummer 16, Drentsestraat, Puntenburgerlaan, Noorderwierweg tot Gerrit van Stellingwerfstraat, Noorderwierweg vanaf Gerrit van Stellingwerfstraat tot Matthias Withoosstraat, Matthias Withoosstraat, Soesterweg vanaf huisnummers 76 (even) en 143 (oneven) tot Piet Mondriaanlaan, Piet Mondriaanlaan en Piet Mondriaanplein, als vergunning-gebied B7.
alle wegen binnen de gemeentegrenzen van de Gemeente Amersfoort.
1 binnen de onder lid 1 en 2 genoemde gebieden, wegen en terreinen worden de door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit aangewezen betaald-parkeerplaatsen met apparatuur geschikt voor een maximale parkeerduur van meer dan één uur eveneens als parkeerplaatsen voor vergunninghouders aangewezen;
Artikel 4 Tarieven van de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a., van de Verordening.
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a. van de Verordening bedraagt:
in zone bij parkeerapparatuur bedrag per uur
A maximaal 1 uur € 2,40 per uur
B maximaal 1 uur € 1,80 per uur
Artikel 5 Tarieven van de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b., van de Verordening
Artikel 6 Tarief voor parkeerplaatsgeld als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de Verordening.
In afwijking van het vorige lid bedraagt het parkeerplaatsgeld voor een 3-dagenontheffing voor een aanhanger, als bedoeld in artikel 7 zevende lid van de Parkeerverordening 2012, € 7,25 per ontheffing, waarbij geldt dat de eerste twee ontheffingen gratis worden verstrekt als op belanghebbendenplaatsen wordt geparkeerd.
Artikel 7 Berekening tarieven bij wijzigingen gedurende het jaar.
Als de belastingplicht voor de vergunningen als bedoeld in artikel 5, onder 1.1, 1.2 en 1.3, van deze tarieventabel wordt beëindigd in de loop van het jaar, wordt op schriftelijk verzoek ontheffing verleend over het volle aantal maanden dat na beëindiging van de belastingplicht nog overblijft.
2.KOSTENONDERBOUWING NAHEFFINGSAANSLAG 2012
Berekening kostprijs Naheffingsaanslag Parkeerbelasting
De indexering van de kosten van ParkeerService en van de Parkeerpolitie is gebaseerd op de prijsindexcijfers voor overheidsconsumptie in de maanden januari t/m mei van 2011 en 2012, zoals bekend bij het CBS Het aantal verwachte naheffingsaanslagen is een schatting gebaseerd op de aantallen die tot en met juni 2011 zijn uitgeschreven.
Kaart gebiedsindeling vergunninggebieden 2012, behorende bij Verordening Parkeerbelastingen 2012.