Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Gelderland

Nadere regels Wegenverordening Gelderland 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Gelderland
Officiële naam regelingNadere regels Wegenverordening Gelderland 2010
CiteertitelNadere regels Wegenverordening Gelderland 2010
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpwegen, verkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wegenverordening Gelderland 2010, artikelen 2.2, derde lid en 3.1, derde lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-07-201109-01-2013Nieuwe regeling

17-05-2011

Provinciaal Blad nr. 2011/95

zaaknummer 2010-009208

Tekst van de regeling

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gelet op de artikelen 2.2, derde lid en 3.1, derde lid van de Wegenverordening Gelderland 2010;

BESLUITEN

Vast te stellen de Nadere regels Wegenverordening Gelderland 2010

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 

 
Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    bebouwde kom: de bebouwde kom zoals bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;

  • b.

    blikvanger: een mast met hieraan bevestigd het logo van de benzinemaatschappij, al dan niet gecombineerd met een bord voor de prijzen van de verschillende brandstoffen;

  • c.

    erftoegangsweg: een weg die een verblijfsfunctie heeft, gericht is op het toegankelijk maken van erven en waarop uitwisseling zowel op wegvakken als op kruispunten plaatsvindt;

  • d.

    evenement: elke toegankelijke activiteit of verrichting van vermaak, waaronder wedstrijden zonder voertuigen, die zich geheel of gedeeltelijk op of nabij de provinciale weg afspeelt, met uitzondering van markten zoals bedoeld in artikel 160 van de Gemeentewet, betogingen of samenkomsten en vergaderingen zoals bedoeld in de Wet openbare manifestaties en wedstrijden met voertuigen, zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

  • e.

    gebiedsontsluitingsweg: een weg die de verbindingsschakel vormt tussen stroom- en erftoegangswegen, met een stroomfunctie op de wegvakken en uitwisselling van verkeer op kruispunten en die kleine kernen, woonwijken, bedrijventerreinen en dergelijke bereikbaar maakt;

  • f.

    obstakelvrije zone: obstakelvrije zone zoals bedoeld in het Handboek wegafzettingen - werk in uitvoering - van het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte (CROW), publicatie 96a en 96b van juli 2005, of nadien vastgestelde versies daarvan;

  • g.

    stroomweg: een weg voor het zo veilig en betrouwbaar mogelijk afwikkelen van grote hoeveelheden doorgaand verkeer met hoge gemiddelde snelheden over langere afstanden;

  • h.

    tankstation: motorbrandstofverkooppunt;

  • i.

    uitweg: een permanente verbinding tussen percelen en de openbare provinciale weg, die een ontsluitingsmogelijkheid biedt voor één of meerdere aanliggende percelen naar een provinciale weg;

  • j.

    voertuig: een voertuig zoals bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, alsmede een voertuig zoals bedoeld in artikel 1 van de Regeling Voertuigen;

  • k.

    voorwerpen en stoffen: voorwerpen en stoffen die niet tot de weg of daartoe normaliter te rekenen voorzieningen behoren, welke niet functioneel zijn voor de weg of het gebruik ervan;

  • l.

    wedstrijd: activiteit die zich geheel of gedeeltelijk op of nabij de weg afspeelt, met prestatievergelijkingen tussen deelnemers zonder voertuigen als hoofddoel waarbij een prijs, beloning of aandenken in het vooruitzicht wordt gesteld, met uitzondering van een wedstrijd met voertuigen zoals bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994;

  • m.

    wedstrijd met voertuigen: wedstrijd zoals bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet 1994 en welke plaats vindt in meerdere gemeenten;

  • n.

    Wegenverordening: de Wegenverordening Gelderland 2010.

Hoofdstuk 2 Verandering en werkzaamheden aan wegen

Afdeling 2.1 Uitwegen
Artikel 2.1.1 Toetsingscriteria
  • 1 Een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverordening wordt uitsluitend verleend:

    • a.

      voor ontsluiting van percelen op de weg van de laagste orde en

    • b.

      indien voor een perceel nog geen andere uitweg is gerealiseerd. 

  • 2 Onverminderd het eerste lid, wordt een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverordening slechts verleend indien de verkeersveiligheid en een vlotte doorstroming van het verkeer zijn verzekerd, waarbij in ieder geval rekening wordt gehouden met:

    • a.

      de zichtafstand,

    • b.

      de afstand tot kruisingen, splitsingen, bochten en verkeersregelinstallaties,

    • c.

      de aanwezigheid van verdrijvingsvakken, voorsorteervakken en opstelstroken en

    • d.

      de aanwezigheid van fysieke belemmeringen. 

  • 3 Een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverordening wordt niet verleend voor een gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom.

Afdeling 2.2 Kabels en leidingen
Artikel 2.2.1 Toetsingscriteria
  • 1 Een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel b, van de Wegenverordening wordt uitsluitend verleend: 

    • a.

      voor het leggen, verleggen en in stand houden van kabels en leidingen met een openbare functie of 

    • b.

      voor het onderhouden, repareren en verwijderen van kabels en leidingen. 

  • 2 Een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel b, van de Wegenverordening wordt niet verleend: 

    • a.

      voor kabels en leidingen onder gesloten verhardingen in de lengterichting van hoofdrijbanen of 

    • b.

      voor het leggen van onderhoudsgevoelige kabels en leidingen onder fietspaden. 

  • 3 Gedeputeerde Staten kunnen van het eerste en het tweede lid afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang dat de Wegenverordening en deze regeling beogen te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 2.2.2 Aanvraag

Een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel b, van de Wegenverordening wordt gedaan door middel van een daartoe door Gedeputeerde Staten vast te stellen aanvraagformulier.

Hoofdstuk 3 Gebruik van de weg

Afdeling 3.1 Evenementen en wedstrijden
 
Paragraaf 3.1.1 Evenementen waaronder wedstrijden zonder voertuigen
Artikel 3.1.1.1 Toetsingscriteria
  • 1 Een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverordening voor een evenement wordt uitsluitend verleend als de belangen van verkeersveiligheid, doorstroming, bereikbaarheid en acceptabele reistijden zich daartegen niet verzetten. 

  • 2 Voor evenementen binnen de bebouwde kom wordt een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverordening uitsluitend verleend, indien: 

    • a.

      de betreffende provinciale weg een erftoegangsweg is of 

    • b.

      de betreffende provinciale weg een gebiedsontsluitingsweg is, die wat betreft weginrichting en weggebruik het karakter van een erftoegangsweg heeft. 

  • 3 Een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverordening wordt niet verleend voor evenementen, indien: 

    • a.

      op de dag van het evenement aan het betreffende gedeelte van de provinciale weg dat voor het evenement nodig is wegwerkzaamheden plaatsvinden, tenzij het evenement en de werkzaamheden verenigbaar zijn en 

    • b.

      in redelijkheid verwacht kan worden dat hierdoor onherstelbare of onevenredige schade zal ontstaan aan de weg.

Artikel 3.1.1.2 Aanvraag
  • 1 Een aanvraag voor een vergunning voor het gebruik van de weg ten behoeve van een evenement wordt ten minste acht weken voor het plaatsvinden van het evenement ingediend. 

  • 2 Een aanvraag voor een vergunning voor het gebruik van de weg voor een evenement wordt gedaan door middel van een daartoe door Gedeputeerde Staten vast te stellen aanvraagformulier.

Paragraaf 3.1.2 Wedstrijden met voertuigen
Artikel 3.1.2.1 Toetsingscriteria

Een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wegenverordening wordt niet verleend voor wedstrijden met motorvoertuigen waarbij uitsluitend of hoofdzakelijk sprake is van snelheidsprestatie of -vergelijking.

Artikel 3.1.2.2

Met betrekking tot het verlenen van een vergunning voor wedstrijden met voertuigen is het bepaalde in artikel 3.1.1.1 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3.1.2.3 Aanvraag
  • 1 Een aanvraag voor een vergunning voor het gebruik van de weg voor een wedstrijd met voertuigen wordt ten minste acht weken voor de aanvang van de wedstrijd ingediend. 

  • 2 Een aanvraag voor een vergunning voor het gebruik van de weg voor een wedstrijd met voertuigen wordt gedaan door middel van een daartoe door Gedeputeerde Staten vast te stellen aanvraagformulier.

Afdeling 3.2 Handelsreclame
Artikel 3.2.1 Toetsingscriteria
  • 1 Een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wegenverordening wordt uitsluitend verleend voor een blikvanger bij een tankstation dat direct gelegen en ontsloten is aan de provinciale weg mits deze: 

    • a.

      in de onmiddellijke nabijheid van het tankstation is geplaatst, 

    • b.

      niet is geplaatst tussen hoofdrijbaan en fietspad, tenzij het fietspad achterlangs het tankstation ligt, 

    • b.

      alleen betrekking heeft op de te leveren brandstoffen, 

    • c.

      niet hoger is dan 7,50 meter en niet breder dan 2,40 meter, 

    • d.

      geen misleidende of verblindende verlichting heeft en 

    • e.

      niet waarneembaar is op een afstand van 200 meter voor het beslispunt. 

  • 2 Gedeputeerde Staten kunnen van het eerste lid afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang dat de Wegenverordening en deze regeling beogen te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Afdeling 3.3 Voorwerpen en stoffen
Artikel 3.3.1 Algemeen
  • 1 Een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel c of d, van de Wegenverordening wordt niet verleend voor het plaatsen van voorwerpen en stoffen:

    • a.

      in de obstakelvrije zone,

    • b.

      indien op het daarvoor benodigde deel van de weg reeds werkzaamheden door of namens de provincie plaatsvinden of voorzien zijn,

    • c.

      indien in redelijkheid verwacht kan worden dat hierdoor onherstelbare of onevenredige schade zal ontstaan aan de weg of

    • d.

      indien door het aanwezig zijn daarvan onvoldoende uitzicht ontstaat.

Artikel 3.3.2 Standplaatsen
  • 1 Een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel d, van de Wegenverordening, voor het innemen van een standplaats wordt uitsluitend verleend: 

    • a.

      voor een standplaats op een parkeer- of carpoolplaats, 

    • b.

      voor de verkoop van uitsluitend snacks, fruit, consumptie-ijs, frisdranken en bloemen van 1 april tot 1 oktober, 

    • c.

      voor maximaal drie jaar, 

    • d.

      indien er niet reeds een standplaats is ingenomen op de betreffende parkeer- of carpoolplaats en 

    • e.

      indien er voldoende ruimte overblijft voor het verblijven op de parkeer- of carpoolplaats en de activiteiten waarvoor deze plaats bedoeld is. 

  • 2 Gedeputeerde Staten kunnen van het eerste lid afwijken, voorzover toepassing gelet op het belang dat de Wegenverordening en deze regeling beogen te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 3.3.3 Spandoeken
  • 1 Een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel d, van de Wegenverordening voor het plaatsen van spandoeken voor verkeersfunctionele doeleinden kan uitsluitend worden verleend voor spandoeken in de berm binnen of buiten de bebouwde kom. 

  • 2 Een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel d, van de Wegenverordening voor het plaatsen van spandoeken voor niet-verkeersfunctionele doeleinden kan uitsluitend worden verleend voor spandoeken in de berm binnen de bebouwde kom, die geen handelsreclame bevatten. 

  • 3 Een vergunning als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel d, van de Wegenverordening voor spandoeken boven de provinciale weg, kan uitsluitend worden verleend voor spandoeken in het kader van een evenement of wedstrijd met een minimale doorrijhoogte van 4,6 meter.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen 

 
Artikel 4.1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

Artikel 4.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels Wegenverordening Gelderland 2010.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Gelderland