Organisatie | Edam-Volendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De artikelen 2 en 3 treden met terugwerkende kracht in werking op 01-01-2009.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-05-2014 | 22-12-2017 | art. 8 | 24-04-2014 | 26-2014, nr. 12 | |
22-11-2011 | 11-03-2010 | 02-05-2014 | Nieuwe regeling | 27-01-2011 Stadskrant 14 november 2011 | 4-2011, nr. 8 |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
zittingstermijn: de termijn, gerelateerd aan de verkiezingen van de gemeenteraad, op grond waarvan de wethouder of het raadslid de werkzaamheden, voortvloeiende uit het ambt gaat verrichten en welke voor de toepassing van deze verordening is gesteld op maximaal 4 jaar, c.q. 48 maanden. Indien direct aansluitend aan een zittingstermijn de ambtsdrager in kwestie opnieuw belanghebbende wordt in de zin van deze verordening treedt voor de toepassing van deze verordening een nieuwe termijn in werking;
Hoofdstuk 2 Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks-relaties voor gemeenteklasse 4 (24.001 – 40.000 inwoners) vastgestelde maximum.
Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het maximumbedrag voor gemeenteklasse 4 (24.001 – 40.000 inwoners), vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en, indien mogelijk, een kostenspecificatie. De kosten komen, en dan met toepassing van het bepaalde in de leden 3 tot en met 5 van dit artikel, voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
De bijdrage, als bedoeld onder lid 4 van dit artikel, bedraagt per fractielid € 567,23, inclusief btw, met een maximum van € 2.268,90, inclusief btw, per fractie over een periode van een kalenderjaar, met dien verstande, dat een niet of niet geheel verbruikt budget in een periode kan worden overgeheveld naar een volgende periode, indien daarvoor een redelijke grond bestaat. Het overhevelen van een niet of niet geheel verbruikt budget is in ieder geval alleen mogelijk tot het einde van een raadsperiode. Een alsdan nog resterend budget vervalt ten gunste van de algemene middelen.
Artikel 8 Computer en internetverbinding
Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanlegkosten voor de internetverbinding ten behoeve van de uitoefening van het raadslidmaatschap. Daarnaast vergoedt het college het raadslid de helft van de abonnementskosten voor de internetverbinding als hiervoor bedoeld, tot een maximum van € 14,50 netto per maand.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschikt-heid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 14 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
De artikelen 2 tot en met 4, 8, 9 tot en met 12 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.
De artikelen 1 tot en met 7, 8, 1e, 2e en 7e lid en 11 tot en met 13 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevole artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.
Hoofdstuk 3 Voorzieningen voor wethouders
De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan het maximumbedrag voor de gemeenteklasse > 18.000 inwoners, vermeld in artikel 25 van het Rechts-positiebesluit wethouders.
Artikel 16 Zakelijke reiskosten
Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
Artikel 18 Cursus, congres, seminar of symposium
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 19 Computer en internetverbinding
Aan de wethouder wordt, indien deze van de mogelijkheid als bedoeld onder 1 geen gebruik wenst te maken, op diens aanvraag een tegemoetkoming verleend van netto € 1.089,- voor de aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software ten behoeve van de uitoefening van het wethouderschap gedurende de duur van de zittingstermijn.
Voor de toepassing van een mogelijke restwaarde wordt voor wat betreft de mogelijkheden, genoemd onder 1 en 3 van dit artikel, uitgegaan van een afschrijvingsperiode van 3 jaar. Na afloop van deze periode wordt de restwaarde van de configuratie voor de toepassing van deze verordening op nihil gesteld.
Indien de wethouder afziet van de mogelijkheden, als bedoeld in het gestelde onder 1 of 3, kan deze op een daartoe strekkende aanvraag voor de duur van de zittingstermijn in aanmerking komen voor een financiële bijdrage voor het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. Deze bijdrage bedraagt dan netto € 22,89 per maand en wordt via de salarisadministratie van de gemeente uitbetaald.
Op aanvraag vergoedt het college de wethouder de aanlegkosten voor de internetverbinding voor de computerapparatuur, als bedoeld in de leden 1, 3 en 5. Daarnaast vergoedt het college de wethouder op aanvraag de helft van de abonnementskosten voor de internetverbinding, als hiervoor bedoeld, tot een maximum van € 14,50 netto per maand.
De wethouder, en daarnaast ook de burgemeester, kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder of de burgemeester wordt –voor zover van toepassing- de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
Artikel 23 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
a.reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;
b.verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Hoofdstuk 4 Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 24 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies, bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 3 (20.001 – 50.000 inwoners) vastgestelde maximum.
Artikel 25 Reis- en verblijfkosten
Aan het lid van een commissie, dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft:
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten;
b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte nood zakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;
Hoofdstuk 5 De procedure van declaratie
Artikel 26 De betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
Artikel 27 Declaratie van vooruit betaalde kosten
Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 5, artikel 6, artikel 7, 4e lid, artikel 8, 3e , 4e en 7e lid, artikel 16, artikel 17, artikel 18, artikel 19, 3e, 5e en 7e lid, artikel 23 en artikel 25 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld.
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden ingediend:
- indien het een wethouder betreft bij de gemeentesecretaris, en
- indien het een raadslid betreft bij de griffier, of een door de griffier aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Artikel 28 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 1e lid, artikel 8, 1e lid, artikel 18, 1e en 2e lid en artikel 19, 1e lid, kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente, nadat de kosten vooraf door de daarvoor gemandateerde functionaris voor akkoord zijn verklaard.
Hoofdstuk 6 Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 30 Intrekking oude regeling
De verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 wordt per 11 maart 2010 ingetrokken, onder gelijktijdige vaststelling van deze verordening.