Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roosendaal

Verordening regelende de heffing en invordeing van marktgelden 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoosendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening regelende de heffing en invordeing van marktgelden 2012
CiteertitelMarktgeldverordening 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie
Externe bijlageexb-2016-7162

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de verordening regelende de heffing en invordering van marktgelden 2011 vastgesteld op 15 december 2010

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201224-12-2012nieuwe regeling

21-12-2011

Gemeenteblad 2011/91, Roosendaalse Bode 28 december 2011

591716

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening regelende de heffing en invordeing van marktgelden 2012

De raad van de Gemeente Roosendaal;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2011;

 

gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

besluit

 

vast te stellen de Verordening regelende de heffing en invordering van marktgelden 2012

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college van burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel, bestaande uit één of meerdere op grond van artikel 3 van de Marktverordening te bepalen eenheden;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • f.

    seizoensplaats: de standplaats waarop tijdens een gedeelte van het jaar seizoensgebonden producten worden verkocht;

  • g.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats.

Artikel 2. Aard van rechten/belastbaar feit

Onder de naam van “marktgeld” wordt een recht geheven voor:

  • a.

    het innemen van een standplaats op de markt;

  • b.

    het gebruik maken van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten ten behoeve van reclame- en promotieactiviteiten.

Artikel 3. Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het recht wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4. Belastingplicht

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven van degene die van een standplaats als bedoeld in artikel 2, eerste lid, gebruik maakt.

  • 2.

    Het reclame-/promotiegeld wordt geheven van de vergunninghouder van een vaste standplaats.

Artikel 5. Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld voor een vaste standplaats wordt per kwartaal in rekening gebracht en wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    Het marktgeld voor een dagplaats, een seizoensplaats en een standwerkerplaats wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 6. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 is het marktgeld verschuldigd en moet worden betaald:

    • a.

      binnen 14 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet;

    • b.

      ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5, tweede lid:

      • i.

        mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

      • ii.

        schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 7. Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8. Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van marktgeld wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 9. Nadere regels door het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.        

Artikel 10. Overgangsrecht

De ‘Verordening regelende de heffing en invordering van marktgelden 2011’, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Marktgeldverordening 2012’.

Aldus vastgesteld door de raad van de Gemeente Roosendaal in zijn openbare vergadering van 21 december 2011,

De griffier,                               De voorzitter,