Organisatie | Leidschendam-Voorburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit vergunningsvrije en meldingsplichtige voorwerpen op de openbare plaats of een gedeelte daarvan en daaraan verbonden nadere regels |
Citeertitel | Besluit vergunningsvrije en meldingdsplichtige voorwerpen op de openbare plaatsof een gedeelte daarvan en daaraan verbonden nadere regels |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Openbare orde |
Geen
Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg, artikel 2:10 D
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-03-2013 | nieuwe regeling | 01-11-2011 Leidschendammer / Voorburgse Courant 28-03-2013 | 633199 |
Burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg,
dat het op grond van artikel 2:10 A, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg (Apv) verboden is zonder voorafgaande vergunning van het college een openbare plaats of een gedeelte daarvan anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan;
dat het college op grond van artikel 2:10 D eerste lid categorieën van voorwerpen kan aanwijzen waarvoor het verbod in het eerste lid van 2:10 A niet geldt;
dat het wenselijk is van deze bevoegdheid gebruik te maken om de administratieve lasten voor burgers en bedrijven te verlagen;
dat het college op grond van artikel 2:10 D tweede lidnadere regels voor de aangewezen categorieën kan vaststellen ter bescherming van belangen als bedoeld in artikel 2:10 A;
dat het wenselijk is van deze bevoegdheid gebruik te maken om de openbare orde en veiligheid verder te waarborgen;
dat het college op grond van artikel 2:10 D derde lid categorieën van voorwerpen kan aanwijzen waarvoor een meldingsplicht geldt;
dat het wenselijk is van deze bevoegdheid gebruik te maken in het kader van openbare orde
en veiligheid en ten behoeve van het opleggen van precariobelasting voor het gebruik maken van openbare grond;
gelet op artikel 2:10 D, eerste, tweede en derde lid van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg;
1. aan te wijzen de volgende categorieën van voorwerpen waarvoor geen vergunning nodig is en de categorieën waarvoor een melding nodig is om een openbare plaats of een gedeelte daarvan anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan;
2. vast te stellen de volgende nadere regels voor de aangewezen categorieën van voorwerpen:
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
bouwobject: (verplaatsbaar) materiaal en/of materieel ten dienste van bouw-, sloop- en onderhoudswerkzaamheden of van de daartoe betrokken personen, zoals bouwborden, steigers, zeecontainers, schaftketen, verhuisliften, pompinstallaties, omrasteringen, mobiele hijskranen, afval- of puincontainers, eco- en/of chemische toiletten;
Voorwerpen mogen niet worden geplaatst of geplaatst worden gehouden, indien deze een belemmering vormen voor aan, onder, op of boven de openbare plaats of gedeelte daarvan te verrichten (onderhoud)werkzaamheden, evenementen, markten, kermissen, andere festiviteiten en/of gebeurtenissen van algemeen belang;
Door of namens het bestuursorgaan gegeven aanwijzingen in het kader van het algemene belang, de openbare orde of veiligheid dienen strikt te worden opgevolgd. Deze aanwijzingen kunnen onder ander betrekking hebben op het geheel of gedeeltelijk verplaatsen dan wel verwijderen van de geplaatste objecten zonder dat de initiatiefnemer aanspraak kan maken op schadevergoeding;
Artikel 5 Bijzondere regels voor het plaatsen van zonneschermen
Het is toegestaan zonneschermen te plaatsen indien wordt voldaan aan de algemene regels van artikel 4 en aan de volgende bijzondere regels:
Artikel 6 Bijzondere regels voor het plaatsen voorwerpen of stoffen ivm laden en lossen
Het is toegestaan voorwerpen of stoffen in verband met laden en lossen te plaatsen indien wordt voldaan aan de algemene regels van artikel 4 en aan de volgende bijzondere regel: Degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten, zorgt ervoor dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de openbare plaats of gedeelte daarvan verwijderd zijn en de de openbare plaats of gedeelte daarvan gereinigd is.
Artikel 7 Bijzondere regels voor het plaatsen van uitstallingen
Het is toegestaan uitstallingen te plaatsen indien wordt voldaan aan de algemene regels van artikel 4 en aan de volgende bijzondere regels:
Artikel 8 Bijzondere regels voor het plaatsen van een bouwplaatsinrichting of bouwobjecten
Het is toegestaan bouwplaatsinrichting of bouwobjecten te plaatsen indien wordt voldaan aan de algemene regels van artikel 4 en aan de volgende bijzondere regels:
de afstand van de voorwerpen tot de gevel van een gebouw, opgeslagen goederen of een bossage dient te zijn:
a) minimaal 15,00 meter indien het een houten of plastic container of bouwkeet betreft;
b) minimaal 15,00 meter indien de inhoud (brand)gevaarlijke stoffen bevat;
c) minimaal 7,50 meter indien het een stalen, doch open container of bouwkeet betreft;
d) minimaal 5,00 meter indien het een gesloten container of bouwkeet betreft;
Artikel 9 Bijzondere regels voor het plaatsen van herdenkingstekens
Het is toegestaan herdenkingstekens te plaatsen indien wordt voldaan aan de algemene regels van artikel 4 en aan de volgende bijzondere regels: