Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels verhaal Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2009 |
Citeertitel | Beleidsregels verhaal WWB en WIJ 2009 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | sociale zaken |
Deze regeling is op 1 januari 2015 vervallen door de inwerkingtreding van de Participatiewet.
Deze regeling vervangt de Beleidsregels Verhaal van 16 december 2003.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2009 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 29-09-2009 Het Stadsblad Breda, 30-09-2009 | 35137 |
Tot 1 januari 2009 waren op grond van artikel 13 Invoeringswet Wet werk en bijstand (IWWB) de bepalingen over verhaal van bijstand van de Algemene bijstandswet (Abw) nog van toepassing (artikelen 92 tot en met 105 van de Abw). Dit was bedoeld als tijdelijke maatregel in afwachting van de inwerkingtreding van het nieuwe kinderalimentatiestelsel. Dit nieuwe kinderalimentatiestelsel is er uiteindelijk niet gekomen. De bepalingen over verhaal van bijstand zijn daarom in de WWB opgenomen. Dit is gebeurd per 1 januari 2009 doordat de Invoeringswet WWB op die datum is ingetrokken. De wetgever heeft het overzichtelijker gemaakt door de verhaalsbepalingen op te nemen in een nieuwe paragraaf 6.5 in de WWB.
Het verhalen van kosten van bijstand is sinds de invoering van de WWB een bevoegdheid van het college. Het verhalen van bijstand blijft ook na opname van de bepalingen in de WWB een bevoegdheid van het college. Van deze bevoegdheid maakt het college van Breda gebruik.
In de Wet Investeren in Jongeren (WIJ), die in werking treedt per 1 oktober 2009, is bepaald dat op verhaal van de kosten van de inkomensvoorziening op grond van deze wet, de hierboven genoemde paragraaf 6.5 van de WWB van toepassing is. Met andere woorden, de artikelen in de WWB zijn overeenkomstig van toepassing in de WIJ (artikel 57 WIJ).
In de WWB is verhaal van bijstand opgenomen in de artikelen 61 en 62a tot en met 62i WWB en in de WIJ in artikel 57. De wet geeft de uiterste grens aan. Het college kan binnen die grens zelf bepalen wanneer wordt verhaald.
Genoemde artikelen in de WWB en WIJ vormen de grondslag van het verhaalsbeleid. Daar waar het gemeentelijke beleid afwijkt of op punten afwijkt van deze artikelen in de WWB is opgenomen in deze beleidsregels.
Ook hier geldt dat de gemeente bekendheid geeft aan het beleid op het gebied van verhaal van bijstand of de inkomensvoorziening door het vaststellen en kenbaar maken van beleidsregels.
Burgers en intermediairs, zoals belangenorganisaties van mensen met een laag inkomen, kunnen via de gemeentelijke communicatiekanalen kennis nemen van het beleid. Zo geeft de gemeente voorlichting en is transparant naar de burger toe. Hierdoor weten burgers welke rechten en plichten zij hebben.
In afwijking van artikel 62 en 62a tot en met 62i WWB en artikel 57 WIJ kan het college, op verzoek van degene op wie verhaald wordt, besluiten gedeeltelijk af te zien van verhaal van kosten van bijstand of inkomensvoorziening voor zover het betreft verschuldigde verhaalsbedragen die op het moment van het besluit opeisbaar zijn, indien:
Het besluit tot het gedeeltelijk afzien van verhaal treedt niet in werking voordat een schuldregeling tussen het college en/of schuldeisers en de belanghebbende als bedoeld in artikel 3 onder b tot stand is gekomen.
Toelichting op de artikelen die toelichting behoeven
Volgens de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ) is het verhalen van bijstand of inkomensvoorziening een algehele bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Dit houdt in dat het wettelijk kader op zichzelf geen sluitende basis vormt voor de gemeentelijke verhaalspraktijk.
Met onderhavige Beleidsregels Verhaal is een basis gecreëerd om het bestaande verhaalsbeleid uit te voeren. Burgemeester en wethouders maken gebruik van de hierboven bedoelde bevoegdheid in de gevallen en op grond van de bepalingen in deze beleidsregels.
Hieronder volgt een toelichting op de artikelen die nog toelichting behoeven en niet al aan de orde zijn gesteld onder de toelichting over de beleidsregels terugvordering. In de beleidsregels verhaal wordt een zelfde systematiek gehanteerd.
Op grond van een eerdere circulaire (Uitvoeringsaspecten van de nieuwe verhaalswetgeving, SZW 30 september 1992) kan een “kruimelbedrag” worden gehanteerd. Dit kruimelbedrag is in Breda gesteld op € 50,- per maand.
In de individuele situatie kunnen er dringenderedenen zijn op grond waarvan van verhaal kan worden afgezien. Bijvoorbeeld bij geweld in het gezin, verblijf in een blijf-van-mijn-lijf-huis, bij een levensbedreigende situatie.
Artikel 6. Verhalen van een rechterlijke uitspraak
Indien een rechterlijke uitspraak tot levensonderhoud niet wordt nagekomen, dan gaat de gemeente altijd verhalen. Ook als het verhaal betreft dat lager is dan € 50,- per maand. De gemeente houdt de onderhoudsplichtige aan de rechterlijke uitspraak. Dit is anders als het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) deze taak kan overnemen. Vanaf 1 augustus 2009 kan het LBIO de inning van de partner alimentatie verzorgen.Het LBIO kan verzoeken om de partneralimentatie te innen in behandeling nemen indien deze zijn geschreven en ontvangen bij het LBIO na 31 juli 2009.
Het college ziet af van verhaal in rechte als het totaal te verhalen bedrag lager is dan € 500,-; er geen achterstand in betaling is en de lopende verhaalsbijdrage is beëindigd.
Artikel 8. Onderzoek naar draagkracht
Er wordt onderzoek verricht naar de verhaalsbijdrage. Als de omstandigheden van de belanghebbende zodanig zijn gewijzigd dat hij/zij meer kan bijdragen, dan wordt de betalingsverplichting opnieuw vastgesteld. Om praktische redenen wordt de betalingsverplichting niet gewijzigd vastgesteld als de draagkracht minimaal is gewijzigd. In dit artikel is hiervoor een richtbedrag opgenomen.
De beleidsregels verhaal treden per 1 oktober 2009 in werking. De vorige beleidsregels waren gericht op de WWB. Deze beleidsregels betreffen ook de WIJ. In de WIJ is overgangsrecht van 12 maanden geregeld voor burgers tot 27 jaar die op 30 september 2009 onder de WWB vallen. Voor deze burgers blijft de WWB tot 1 juli 2010 gelden. Aangezien de nieuwe beleidsregels geen ongunstige effecten kennen, is gemeentelijk overgangsrecht niet aan de orde.