Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Bijzondere Bijstand Breda 2011 |
Citeertitel | Beleidsregels Bijzondere Bijstand Breda 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | sociale zaken |
Deze regeling vervangt de Beleidsregels Bijzondere Bijstand Breda 2011.
Wet werk en bijstand, art. 35 en 36
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-02-2013 | 14-02-2013 | Intrekking | 05-02-2013 Bredase Bode, 13-02-2013 | 40556 | |
01-01-2011 | 14-02-2013 | Nieuwe regeling | 16-11-2010 Het Stadsblad Breda, 24-11-2010 | 36904 |
Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Breda,
gelet op de Wet werk en bijstand, overwegende dat in het kader van artikel 35 van deze wet het wenselijk is de beleidsregels met betrekking tot bijzondere bijstand in een afzonderlijke richtlijn bijeen te brengen en gelet op de zorg van het college van burgemeester en wethouders voor een doeltreffende voorlichting aangaande de verlening van bijstand,
Beleidsregels Bijzondere Bijstand Breda 2011
De begripsbepalingen van de Wet werk en bijstand (WWB) en Wet investeren in Jongeren (WIJ) zijn onverkort op deze beleidsregels van toepassing.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
de bijzondere bijstand (artikel 35 van de WWB): bijstand die bestemd is voor de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende kosten, die niet kunnen worden voldaan uit het inkomen tot 110% van de toepasselijke bijstandsnorm of inkomensvoorziening en/of uit het aanwezige vermogen en/of uit de langdurigheidstoeslag;
Artikel 2 Bijstand om niet of geldlening
Aan de belanghebbende die eigenaar is van een door hemzelf of zijn gezin bewoonde woning met bijbehorend erf verleent het college, rekening houdend met artikel 50 van de WWB, de bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening, als de bijzondere bijstand over de periode van één jaar naar verwachting meer bedraagt dan het netto minimumloon over één maand, als bedoeld in artikel 37 van de WWB en artikel 9 van de WIJ.
Een aanvraag voor bijzondere bijstand wordt slechts in behandeling genomen als de gevraagde gegevens compleet zijn en/of de gevraagde bewijsstukken zijn overgelegd. Het (na een geboden hersteltermijn) niet (tijdig) aanleveren van de gevraagde gegevens en/of bewijsstukken leidt tot buiten behandelingstelling van de aanvraag.
De noodzakelijke kosten van het bestaan van de zelfstandig wonende alleenstaande jongere van 18 tot 21 jaar, zoals bedoeld in het eerste lid, worden gesteld op de basisnorm van de WIJ. De bijzondere bijstand wordt vastgesteld op het verschil tussen het hier van toepassing zijnde bedrag en de inkomensvoorziening WIJ.
De noodzakelijke kosten van het bestaan van de jongere zelfstandig wonende alleenstaande ouder van 18 tot 21 jaar, zoals bedoeld in het eerste lid, worden gelijk gesteld aan die van de alleenstaande ouder van 21 jaar en ouder. De bijzondere bijstand wordt vastgesteld op het verschil tussen de hier van toepassing zijnde bedragen en de inkomensvoorziening WIJ.
Artikel 6 Toeslag voormalige alleenstaande ouder
Een toeslag wordt (ambtshalve) verleend, als het laatste in de gezinsbijstand begrepen kind niet meer ten laste van de alleenstaande ouder komt, waardoor op deze ouder het normbedrag voor een alleenstaande van toepassing. Voorwaarde is dat dit kind tot het huishouden van de alleenstaande blijft behoren. De toeslag wordt vastgesteld op het verschil tussen het bijstandsbedrag dat in vergelijkbare omstandigheden voor een echtpaar zou gelden en de gezamenlijke inkomens van de alleenstaande en dat kind.
Woonkostentoeslag voor een huurwoning of gehuurde woonwagen:
Indien belanghebbende een woning bewoont, waarvan de hoogte van de woonkosten gelet op artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag geen belemmering vormt voor toekenning van de huurtoeslag, maar hij door omstandigheden buiten zijn schuld nog geen aanspraak kan maken op deze toeslag, wordt een woonkostentoeslag verstrekt tot de datum waarop de betrokkene wel in aanmerking komt voor huurtoeslag.
Woonkostentoeslag voor woonkosten boven de maximale huurprijs, waarvoor men nog in aanmerking komt voor huurtoeslag zoals omschreven in artikel 13 van de Wet op de Huurtoeslag:
Indien belanghebbende een woning in huur of eigendom bewoont, waarvan de hoogte van de woonkosten op grond van artikel 13 van de Wet op de huurtoeslag een belemmering vormt voor toekenning van huurtoeslag verstrekt de gemeente Breda voor de woonkosten tot én boven de maximale huurprijs een toeslag, voor zover het bedrag van de toeslag maatschappelijk aanvaardbaar is.
De woonkostentoeslag wordt verstrekt tot de datum waarop de betrokkene wel in aanmerking komt voor huurtoeslag en, als huurtoeslag niet aan de orde is, voor een periode van maximaal één jaar. Deze periode kan worden verlengd indien –en voor zover- bijzondere individuele omstandigheden daartoe noodzaken.
Hoofdstuk III Individuele verstrekkingen
Geen draagkracht hebben belanghebbenden die een netto maandinkomen (exclusief vakantiegeld) hebben tot 110% van de voor hen geldende bijstandsnorm (exclusief vakantiegeld) of inkomensvoorziening (exclusief vakantiegeld) en die geen vermogen hebben boven de voor hen in artikel 34, derde lid, van de WWB genoemde vermogensgrens.
Artikel 11 Zelfstandig functioneren ouderen en mensen met een beperking
Voor bijzondere bijstandsverlening komen slechts de volgende kosten in aanmerking, als zij noodzakelijk zijn om het zelfstandig functioneren van ouderen en mensen met een beperking te bevorderen en aansluiten op artikel 9, tweede lid:
Artikel 12 Kosten van bijzondere sociale en financiële omstandigheden
Artikel 13 Duurzame gebruiksgoederen
Voor verstrekking van bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen komen mogelijk de goederen in aanmerking die zijn opgenomen in de Financiële Richtlijnen van Sociale Zaken. Indien het kosten betreft die niet in de Financiële Richtlijnen zijn genoemd, kan op grond van bijzondere individuele omstandigheden bijzondere bijstand worden verleend.
Indien de belanghebbende niet zelf in de kosten kan voorzien door geen beroep te kunnen doen op zijn eigen netwerk, de sociale omgeving en voorliggende voorzieningen en een geldlening van de Kredietbank Breda niet mogelijk is, wordt bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening verstrekt, tenzij deze beleidsregels anders bepalen.
Hoofdstuk IV Bredase minimaregelingen
Artikel 14 Regeling duurzame gebruiksgoederen 65+
In afwijking van het bepaalde in artikel 13 wordt bijzondere bijstand in de jaarlijkse kosten van aanschaf, vervanging of reparatie van huishoudelijke apparaten en woninginrichting om niet verstrekt aan de oudere alleenstaande van 65 jaar of ouder of de gehuwden waarvan een van de echtgenoten 65 jaar of ouder is, die op een peildatum tenminste 3 aaneengesloten jaren zijn aangewezen op een netto maandinkomen tot 110% van de geldende bijstandsnorm.
Personen behorend tot de doelgroep van de regeling duurzame gebruiksgoederen die beschikken over een meer dan bescheiden vermogen, gebonden in de eigen woning, kunnen toch in aanmerking komen voor een in dit artikel bedoelde bijdrage, als de totale bijstandsverlening op jaarbasis, te rekenen vanaf de ingangsdatum van de bijstandsverlening, naar verwachting niet meer zal bedragen dan het netto minimumloon over één maand, als bedoeld in artikel 37 van de WWB. Als de hiervoor bedoelde grens wordt overschreden door verstrekking van de in dit artikel bedoelde bijdrage, zal voor de volledig verstrekte bijzondere bijstand een krediethypotheek gevestigd moeten worden.
Artikel 15 Collectieve ziektekostenverzekering
Belanghebbenden met een netto maandinkomen tot 110% van de geldende bijstandsnorm of inkomensvoorziening kunnen deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering van CZ zorgverzekeringen, het Gemeentepakket extra. Voor de premie van het aanvullende gedeelte van de verzekering wordt gedeeltelijk bijzondere bijstand verstrekt.
Als ten gevolge van beëindiging van de bijstandsuitkering of verkrijging van een inkomen hoger dan 110% van de geldende bijstandsnorm of inkomensvoorziening niet langer aan de voorwaarden tot verkrijging van een BredaPas wordt voldaan, blijft het recht op verstrekking van een BredaPas bestaan tot het einde van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin voor het laatst wel aan deze voorwaarden werd voldaan.
Hoofdstuk V Schuldhulpverlening
Periodieke bijstand voor rente en aflossing van een saneringskrediet, verstrekt door de Kredietbank Breda, wordt op indicatie van de Kredietbank Breda verleend als de weigering van die bijstand een directe bedreiging voor de bestaansvoorziening van de belanghebbende oplevert. Hiervan is in ieder geval sprake bij dreigende uithuiszetting of afsluiting van energie. Deze bijstand wordt uitsluitend verleend, als het krediet is gericht op sanering van de gehele schuldsituatie. Deze bijstand wordt slechts eenmalig verleend.
Artikel 19 Bijstand voor schulden
In zeer dringende omstandigheden kan, bij gebrek aan een voorliggende voorziening, bijzondere bijstand worden verleend voor schulden, die zijn ontstaan door een verminderd besteedbaar inkomen tengevolge van een wettelijke sanctie- of invorderingsmaatregel. Deze bijstand wordt als geldlening verleend.
Bijstand in de kosten van een schuld, die is veroorzaakt doordat men in de periode waarin de schuld is ontstaan niet beschikte over voldoende bestaansmiddelen, wordt, tot het bedrag waarop recht op bijstand zou hebben bestaan in de periode waarin men onvoldoende bestaansmiddelen had, om niet verleend. Deze bijstand wordt enkel verleend als en voorzover de noodzaak van de kosten nog is vast te stellen. Bijstand in de meerkosten wordt verstrekt in de vorm van een geldlening.
De bevoegdheid tot (periodieke) aanpassing van de in deze beleidsregels bedoelde bedragen berust bij de directeur van de directie Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Aldus vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en Wethouders van Breda, gehouden op 16 november 2010; met aanvulling door de Gemeenteraad op 20 december 2010.
Bijlage Financiële Richtlijnen 2011
Bijlage Financiële Richtlijnen 2011 De bevoegdheid tot (periodieke) aanpassing van de in deze beleidsregels genoemde bedragen berust bij de directeur van de directie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In ieder geval worden de bedragen jaarlijks in november voor het komende jaar aangepast.
De bedragen die zijn gebaseerd op de Nibud Prijzengids worden per september van ieder jaar aangepast. De Nibud Prijzengids verschijnt jaarlijks in augustus en heeft een gelding van één jaar.
Artikel 10 (Para)medische kosten
Artikel 12 Kosten van bijzondere sociale en financiële omstandigheden
Artikel 13 Duurzame gebruiksgoederen Maximale bedragen voor een complete woninginrichting tot 70% van Nibud
Bovenstaande bedragen zijn maximale bedragen voor het inrichten van een complete woning. In dit bedrag is niet alleen inventaris (meubels voor alle kamers, keukeninventaris, huishoudelijke apparatuur) opgenomen, maar ook de stoffering van de woning (verf, vloerbedekking, behang). De bedragen gelden tot en met augustus 2011. Per september 2010 geldt de nieuwe Prijzengids 2010-2011.
Individuele bedragen woninginrichting
Als een belanghebbende nog wel (een deel van de) inventaris heeft, dan wordt beoordeeld welke noodzaak er is om bijstand te verlenen in de benodigde inventaris. Voor de kosten worden de vergoedingen zoals genoemd in de Prijzengids van Nibud gebruikt. Hierbij wordt rekening gehouden met het aantal personen in het huishouden.
De volgende richtprijzen voor huishoudelijke apparaten worden gehanteerd. Genoemde prijzen zijn maximale vergoedingen (tot 70% Nibud). Afwijken van deze prijzen is mogelijk indien dit in het individuele geval noodzakelijk is.
* bedragen zijn niet meer opgenomen in de Prijzengids 2010-2011. Daarom worden de bedragen van 2007-2008 gehanteerd.
Artikel 14 Regeling duurzame gebruiksgoederen
Zolang aan de voorwaarden van het gestelde in het eerste lid wordt voldaan komt een belanghebbende ouder dan 65 jaar in aanmerking voor een (jaarlijkse) bijdrage van e250,-.
Artikel 16 Langdurigheidstoeslag
In 2011 gelden de volgende bedragen:
Artikel 19 Bijstand voor schulden
Bij aanvang van budgetbeheer door de Kredietbank Breda wordt, in zeer uitzonderlijke gevallen, tot een bedrag van maximaal € 500,- eenmalig bijstand verleend voor de noodzakelijke reserve ten behoeve van het voorkomen van een schuld en stagnatie in budgetbeheer.