2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen: vermeerderd met : van de bouwkosten die € 10.000,00 overstijgen | € 150,00 2% |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen: vermeerderd met: van de bouwkosten die € 25.000,00 overstijgen; | € 500 1,95% |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 50.000 tot 100.000 bedragen: vermeerderd met: van de bouwkosten die € 50.000,00 overstijgen; | € 987,50 1,90% |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen: | € 1.937,50 |
| vermeerderd met: | 1,85% |
| van de bouwkosten die € 100.000,00 overstijgen; | |
2.3.1.1.5 | indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen: | € 3.787,50 |
| vermeerderd met: | 1,80% |
| van de bouwkosten die € 200.000,00 overstijgen; | |
2.3.1.1.6 | indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen: | € 9.187,50 |
| vermeerderd met: | 1,60 % |
| van de bouwkosten die € 500.000,00 overstijgen; | |
2.3.1.1.7 | indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen: | € 17.187,50 |
| vermeerderd met: | 1,50% |
| van de bouwkosten die € 1.000.000,00 overstijgen; | |
2.3.1.1.8 | indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: | € 32.187,50 |
| vermeerderd met: | 1,50% |
| van de bouwkosten die € 2.000.000,00 overstijgen; | |
2.3.1.1.9 | indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: | € 77.187,50 |
| vermeerderd met: | 1,40% |
| van de bouwkosten, met een maximum van € 150.000,00 | |
2.3.1.1.10 | De bouw voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning ven een civieltechnische werk, zoals een brug, tunnel, viaduct, sluis en dergelijke gebaseerd op 0,25% van de bouwkosten | 0,25% |
2.3.1.1.11 | Een aanvraag tot het verkrijgen van bouwvergunning, die op enig moment vanwege het niet compleet zijn van de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, buiten behandeling wordt gesteld. | € 135,30 |
2.3.1.1.12 | Het tarief bedraagt van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo | € 58,50 |
| | |
| Beoordeling bodemrapport | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.1.3.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 85,00 |
2.3.1.3.2 | voor de beoordeling van een archeologische bodemrapport, wordt het berekende bedrag verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als in voorgaande zin wordt bedoeld, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
| Verplicht advies agrarische commissie | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief verhoogd, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld, met de kosten welke verbonden zijn aan de adviesaanvraag | |
| | |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.5 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | 130% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges | |
| | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten VV | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 238,00 |
2.3.2.2. | Indien voor de aanvraag een goede ruimtelijke onderbouwing/toelichting dient te worden vervaardigd wordt het onder 2.3.2.1. verschuldigde bedrag verhoogd met de kosten van de externe adviezen, zoals deze voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvragen zijn medegedeeld en blijken uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als dag van in behandeling nemen van de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van deze kosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht. | |
| | |
| Beoordeling bodemrapport voor een aanlegvergunning | |
2.3.2.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1. bedraagt het tarief, indien krachtens een wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag om bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.2.3.1. | Voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 85,00 |
2.3.2.3.2. | Voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport wordt het berekende bedrag verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als in voorgaande zin wordt bedoeld, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 316,80 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 316,80 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) wordt het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken: | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € 316,80 |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) wordt het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.3.6. | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) wordt het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) wordt het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.3.8. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) wordt het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.3.9 | Indien de aanvraag betrekking heeft op- een omgevingsvergunning waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 3.6 lid 1 sub c (wijzigingsbevoegdheid) van de Wet Ruimtelijke ordening, wordt het verschuldigde legesbedrag verhoogd met | € 926,00 |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 316,80 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 316,80 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) wordt het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken | |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 316,80 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) wordt het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) wordt het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) wordt het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) wordt het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
2.3.4.9 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 3.6, lid 1 sub c (wijzigingsbevoegdheid) van de Wet Ruimtelijke ordening, worden de leges vermeld in Titel 2 verhoogd met | € 926,00 |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief van het in behandeling nemen: | |
2.3.5.1. | Met een vloeroppervlakte minder dan 100 m2 voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting | € 517,50 |
2.3.5.2. | Met een vloeroppervlakte van 100 tot 200 m2 voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting | € 699,00 |
2.3.5.3. | Met een vloeropppervlakte van 200 tot 300 m2 voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting | € 783,00 |
2.3.5.4. | Met een vloeroppervlakte van 300 tot 400 m2 voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting | € 867,00 |
2.3.5.5. | Met een vloeroppervlakte van 400 tot 500 m2 voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting | € 951,00 |
2.3.5.6 | Met een vloeroppervlakte van 500 tot 1000 m2 voor zowel een nieuwe als een bestaande inrichting | € 1.287,00 |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
2.3.7.1. | | |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening of artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.7.1.1 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een reguliere sloopvergunning zoals omschreven in het Vergunningen- en handhavingsbeleidsplan. (Onder deze categorie worden mede verstaan het sloopafval dat asbest bevatten en waarvoor de sloopwerkzaamheden geen sloopveiligheidsplan nodig is.) | € 226,60 |
2.3.7.1.2 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een uitgebreide sloopvergunning zoals omschreven in het Vergunningen- en handhavingsplan, indien de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarde gesteld onder 2.3.7.1.1. | € 674,50 |
| | |
2.3.7.1.a | Sloopactiviteiten bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
| | |
2.3.7.1.a | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een uitgebreide sloopvergunning zoals omschreven in het Vergunningen- en handhavingsplan. | € 674,50 |
| | |
| Beoordeling bodemrapport | |
2.3.7.1.b | Onderdeel 2.3.1.3.2 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdelen 2.3.7.1. en 2.3.7.1.a.bedoelde aanvraag, tenzij de onderdelen 2.3.1.3.2 of 2.3.2.2 zelf toepassing vinden. | |
| | |
2.3.7.1.c | Asbesthoudende materialen | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1 en 2.3.7.1.a bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is als bedoeld in het Vergunningen-en handhavingsbeleidsplan. | € 153,75 |
| | |
| Aanleggen of veranderen weg | |
2.3.8 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 143,40 |
| | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel..2.12 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 143,40 |
| | |
2.3.10 | Kappen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 3 van de Bomenverordening Gemeente Zundert een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 40,00 |
| | |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | € 42,00 |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | € 42,00 |
2.3.11.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € 42,00 |
| | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.12.3 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.121. en 2.3.12.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld | |
2.3.13.1 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.13 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |