Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Montferland

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMontferland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken
CiteertitelInspraakverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpgeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149 en 150

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-07-2008art. 2, lid 3, g

03-07-2008

Montferland Journaal, 22-07-2008

geen
11-10-200623-07-2008art. 2, lid 3, g

21-09-2006

Montferland Journaal, 3-10-2006

geen
26-04-200611-10-2006Nieuwe regeling

06-04-2006

Montferland Journaal, 18-04-2006

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken

De raad van de gemeente Montferland;

gelezen het voorstel van het college van 17 januari 2006; gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken(Inspraakverordening).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

  • a.

    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;

  • b.

    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;

  • c.

    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.

Artikel 2 Onderwerp van inspraak

  • 1.

    Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.

  • 2.

    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.

  • 3.

    Geen inspraak wordt verleend:

    • a.

      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

    • b.

      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;

    • c.

      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;

    • d.

      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

    • e.

      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;

    • f.

      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving;

    • g.

      bij structuurvisies, bestemmingsplanprocedures, projectbesluiten en beheersverordeningen als bedoeld in respectievelijk artikel 2.1 Wro, 3.1 Wro, 3.10 Wro en 3.38 Wro, tenzij het college van burgemeester en wethouders daartoe anders besluit.

Artikel 3 Inspraakgerechtigden

Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.

Artikel 4 Inspraakprocedure

  • 1

    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

  • 2

    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.

Artikel 5 Eindverslag

  • 1.

    Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.

  • 2.

    Het eindverslag bevat in elk geval:

    • a.

      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;

    • b.

      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;

    • c.

      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.

  • 3.

    Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.

  • 4.

    De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.

Artikel 6 Intrekking oude verordening

Ingetrokken wordt:

a.

De Inspraakverordening Didam 1994, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Didam op 14 december 1994;

b.

De Inspraakverordening, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Bergh op 26 januari 1995.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt de achtste dag na de dag van bekendmaking in werking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening.

‘s-Heerenberg, 6 april 2006

De raad van de gemeente Montferland,

de wnd. griffier,

E.H.A. Peters.

De voorzitter,

C.C. Leppink-Schuitema.