Overheidsorganisatie | Gemeente Montferland |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken |
Citeertitel | Inspraakverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | geen |
Geen
Gemeentewet, art. 149 en 150
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-07-2008 | art. 2, lid 3, g | 03-07-2008 Montferland Journaal, 22-07-2008 | geen | ||
11-10-2006 | 23-07-2008 | art. 2, lid 3, g | 21-09-2006 Montferland Journaal, 3-10-2006 | geen | |
26-04-2006 | 11-10-2006 | Nieuwe regeling | 06-04-2006 Montferland Journaal, 18-04-2006 | geen |
1. De raad van de gemeente Montferland;
gelezen het voorstel van het college van 17 januari 2006; gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de:
Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken(Inspraakverordening).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;
inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;
beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.
Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.
Geen inspraak wordt verleend:
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;
indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving;
bij bestemmingsplanprocedures en vrijstellingsprocedures ex artikel 19, lid 1 WRO, tenzij het college van burgemeester en wethouders daartoe anders besluit.
Artikel 3 Inspraakgerechtigden
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
Artikel 4 Inspraakprocedure
Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.
Artikel 5 Eindverslag
Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.
Het eindverslag bevat in elk geval:
een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.
Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.
De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.
Artikel 6 Intrekking oude verordening
Ingetrokken wordt:
a. | De Inspraakverordening Didam 1994, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Didam op 14 december 1994; |
b. | De Inspraakverordening, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Bergh op 26 januari 1995. |
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt de achtste dag na de dag van bekendmaking in werking.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening.
‘s-Heerenberg, 6 april 2006
De raad van de gemeente Montferland,
De wnd. griffier, E.H.A. Peters.
De voorzitter, C.C. Leppink-Schuitema.