Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Doesburg;
- b.
eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere
incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de
reguliere activiteiten van de aanvrager en waarvoor het college
slechts voor een van tevoren bepaalde tijd subsidie wil
verstrekken;
- c.
raad: raad van de gemeente Doesburg;
- d.
jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een
bepaald aantal boekjaren aan een instelling voor een periode van
maximaal vier jaar wordt verstrekt.
- e.
Awb: Algemene wet bestuursrecht
- f.
APV: Algemene Plaatselijke Verordening
Artikel 2. Reikwijdte verordening
- 1.
De Raad stelt vast dat voor de volgende beleidsterreinen
subsidie kan worden verstrekt:
- a.
- b.
openbare orde en veiligheid;
- c.
verkeer, vervoer en waterstaat;
- d.
- e.
- f.
- g.
sociale voorzieningen en maatschappelijke
dienstverlening;
- h.
volksgezondheid en milieu;
- i.
ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.
- 2.
Het college kan nadere regels stellen, waarin de te subsidiëren
activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per
beleidsterrein zoals bedoeld in het eerste lid worden
omschreven.
Artikel 3. Bevoegdheid college
- 1.
Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van
subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting
opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - indien
de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd -
onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden
gesteld.
- 2.
Het college is bevoegd om voorwaarden aan de beschikking tot
subsidieverlening te verbinden.
- 3.
Het college kan nadere regels opstellen wat betreft
reservevorming in relatie tot het subsidiebeleid.
- 4.
Als subsidie-ontvangers voldoen aan onderstaande criteria, dan
zal het college bij de subsidieverlening 100% subsidie toekennen
voor deze leges:
- -
De activiteit is vergunningplichtig conform de APV;
- -
De instelling of organisatie heeft een subsidie-relatie
met de gemeente;
- -
De organisatie heeft een maatschappelijk nut zonder
winstoogmerk
Voor bouwleges zal geen gemeentelijke subsidie worden verstrekt.
Hoofdstuk 4. Weigering van de subsidies
Artikel 8. Weigeringsgronden
- 1.
Het college kan een aanvraag voor subsidie weigeren indien de
activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate
gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of
nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen.
- 2.
De subsidieverlening wordt geweigerd indien er sprake is van
activiteiten die partijpolitiek en/of religieus/
levensbeschouwelijk van aard zijn, activiteiten die voortvloeien
uit partijpolitieke, godsdienstige en/of
religieus/levenbeschouwelijke motieven dan wel activiteiten die
een vorming en/of verspreiding op deze terreinen tot doel
hebben.
Artikel 9. Wet Bibob
Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen
beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie
kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in
het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet
bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Hoofdstuk 6. Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 12.Tussentijdse rapportage
Bij subsidies, hoger dan € 50.000,- welke verleend worden voor
activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de
verplichting opnemen tot het tussentijds afleggen van rekening en
verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden
uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt
niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.
Artikel 13. Meldingsplicht
De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra
aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, niet
of geheel niet worden verricht of dat niet of geheel niet aan de
beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden
voldaan.
Artikel 14. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger
- 1.
De subsidieontvanger verricht de activiteiten waarvoor de
subsidie is verleend.
- 2.
De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk
schriftelijk over:
- a.
Besluiten of procedures die zijn gericht op de
beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is
verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;
- b.
Relevante wijzigingen in de financiële en
organisatorische verhouding met derden;
- c.
Ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de
beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden
geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden
nagekomen;
- d.
Wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm
van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en
het doel van de rechtspersoon.
- 3.
De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor
handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet
bestuursrecht.
Hoofdstuk 7. Verantwoording en vaststelling van de subsidie
Artikel 15. Verantwoording subsidies tot € 1.500
- 1.
Subsidies tot € 1.500 worden door het college:
- a.
- b.
ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de
activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.
- 2.
Bij de categorie subsidies tot € 1.500,- verplicht het college
de aanvrager om aan te tonen dat de gesubsidieerde activiteiten
hebben plaats gevonden. Dit kan in de vorm van een kort
activiteitenverslag of een foto van de gesubsidieerde
activiteit. Los van deze verantwoording worden jaarlijks 6
organisaties uit deze categorie aselect via een steekproef
geselecteerd voor een meer uitgebreide verantwoording. Hierbij
gaat het niet alleen om een inhoudelijke verantwoording, maar
ook om een financieel overzicht waaruit blijkt hoe de subsidie
voor de aangevraagde activiteit is ingezet. De gemeente hanteert
bij deze steekproef de volgende termijnen:
- a.
vóór 1 april in het kalenderjaar volgend op de
subsidieverstrekking worden 6 instellingen
geselecteerd;
- b.
de geselecteerde instellingen krijgen een termijn van 6
weken om het inhoudelijk en financiële verslag bij de
gemeente in te dienen; zij dienen hiervoor gebruik te
maken van door het college toegestuurde
formulieren;
- c.
de gemeente stelt binnen een termijn van 13 weken na
ontvangst van de genoemde verslagen onder 2b de subsidie
vast.
Artikel 16. Verantwoording subsidies vanaf € 1.500 tot € 50.000
- 1.
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 1.500, maar
minder dan € 50.000, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13
weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot
vaststelling in bij het college.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag,
waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is
verleend, zijn verricht.
- 3.
Vanaf een jaarlijkse subsidie van € 20.000 dient de
subsidieontvanger, naast het bepaalde in het tweede lid van dit
artikel, een getrouwheidsverklaring bij een financiële
verantwoording in te dienen.
- 4.
Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit
artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling
van belang zijn, worden overgelegd.
Artikel 17. Verantwoording subsidies vanaf € 50.000
- 1.
Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 50.000, dient de
subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het
college;
- a.
Bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het
verricht zijn van de activiteiten;
- b.
Bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk voor 1
mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar,
respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak,
waarvoor subsidie is verleend.
- 2.
De aanvraag tot vaststelling bevat:
- a.
een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de
activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn
verricht;
- b.
een overzicht van de activiteiten en de hieraan
verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of
jaarrekening);
- c.
een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een
toelichting daarop;
- d.
een gewaarmerkte accountantsverklaring bij een
financiële verantwoording;
- 3.
Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit
artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling
van belang zijn, worden overlegd.
Artikel 18. Vaststelling subsidie
- 1.
Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag
tot subsidievaststelling de subsidie vast.
- 2.
Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording
daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de
subsidie een langere termijn nodig is dan de in het eerste lid
genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger
daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de subsidieaanvraag
tot subsidievaststelling.
- 3.
Het college kan categorieën van subsidie of subsidieontvangers
aanwijzen waarvoor de subsidie direct kan worden vastgesteld
zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor
subsidievaststelling hoeft in te dienen.
- 4.
Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het
eerste lid genoemde tijdstip is ontvangen, gaat het college zes
weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve
vaststelling.
Hoofdstuk 8 Overige bepalingen
Artikel 19. Hardheidsclausule
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van
deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met
uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 8 voor zover toepassing gelet
op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot
onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit
artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek
verslag gedaan aan de raad.
Artikel 20. Intrekking
De Algemene subsidieverordening ‘Maatschappelijk en sociaal cultureel
welzijn’ voor de gemeente Doesburg 2002 wordt ingetrokken.
Artikel 21. Overgangsbepalingen
- 1.
Op aanvragen voor subsidie, ingediend onder de verordening zoals
bedoeld in artikel 20, wordt beslist overeenkomstig deze
verordening.
- 2.
Besluiten, genomen krachtens de verordening zoals bedoeld in
artikel 20, die gelden op het moment van de inwerkingtreding van
deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige
besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze
verordening
- 3.
In afwijking van artikel 6 dienen aanvragen voor subsidie voor
het kalenderjaar 2012 vóór 1 juli 2011 te worden ingediend.
Artikel 22. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar
bekendmaking.
Artikel 23. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening
gemeente Doesburg.