Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heusden

Verordening hondenbelasting 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeusden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening hondenbelasting 2012
CiteertitelVerordening hondenbelasting 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën
Externe bijlageBesluitpagina verordening en tarieven

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art.226

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-11-201101-01-2013nieuw

10-11-2011

De Scherper, 23-11-2011

BECHI16

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening hondenbelasting 2012

 

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 10 november 2011;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 september 2011;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2012.

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden, met dien verstande dat meer dan één hond in één aanslag kan worden begrepen.

  • 2.

    De belasting bedraagt per belastingjaar:

    • a.

      voor een eerste hond € 59,40

    • b.

      voor een tweede hond € 87,12

    • c.

      voor een derde hond € 104,76

      In afwijking in zoverre van de voorgaande leden bedraagt de belasting voor

      honden

    • a.

      gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van Beheer op

      kynologisch gebied in Nederland en

    • b.

      welke aanwezig zijn in een door burgemeester en wethouders als

      zodanig erkend dierenpension: per jaar € 296,64

Artikel 4 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 6 Aangifte

  • 1.

    Het model voor het uitnodigen tot het doen van aangifte wordt bij afzonderlijk besluit vastgesteld.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen twee weken na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij het hoofd van de afdeling financiën verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

  • 3.

    De belastingplichtige die niet binnen zesentwintig weken na afloop van het belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zesentwintig weken na afloop van het belastingjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen twee weken na afloop van die zesentwintig weken bij het hoofd van de afdeling financiën een verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd, voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar, verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

  • b.

    die door de ‘Stichting Hulphond Nederland’ als gehandicapten hond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

  • c.

    die in opleiding zijn en die na de opleiding ter beschikking worden gesteld om gehandicapte personen bij te staan;

  • d.

    die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • e.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • f.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij te zamen met de moederhond worden gehouden;

  • g.

    die gehouden worden door ambtenaren van de polite ter verrichting van opsporingsdiensten;

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • a.

    De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later;

  • b.

    Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening hondenbelasting 2011 van 11 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening hondenbelasting 2012”.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 10 november 2011.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Mw. drs. E.J.M. de Graaf drs. H.P.T.M. Willems.