Overheidsorganisatie | Gemeente Dordrecht |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen |
Citeertitel | Verordening naamgeving en nummering |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | - |
Geen.
Gemeentewet, art. 149
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-07-2006 | 19-09-2015 | nieuwe regeling | 28-02-2006 Gemeentenieuws, 2006-07-05 | SO/2006/261 |
De RAAD van de gemeente Dordrecht;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 17 januari 2006, Nr. SO/2006/261;
overwegende dat in de raadsvergadering van 11 november 2003 een motie straatnaamgeving is aangenomen waarin aan het college van Burgemeester en Wethouders is verzocht te komen met een voorstel tot instelling van een commissie straatnaamgeving;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de navolgende
VERORDENING op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. | raad: | de gemeenteraad van Dordrecht; |
b. | college: | het college van Burgemeester en Wethouders van Dordrecht; |
c. | openbare ruimte: | alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouwwerken die daar deel van uitmaken; |
d. | bouwwerk: | elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren; |
e. | gebouw: | elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; |
f. | complex: | een afgebakend samengesteld geheel van gebouwen en bouwwerken (industriecomplex, complex met vakantiehuisjes, kazernecomplex, agrarisch complex, jachthavencomplex etc.); |
g. | afgebakend terrein: | een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden; |
h. | ligplaats: | een deel van het openbare water dat is bestemd voor het permanent afmeren van een (woon)schip of een woonark; |
i. | standplaats: | een kavel, die is bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop (nuts)voorzieningen aanwezig zijn; |
j. | nummer: | een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of cijfer, of combinatie van letters en cijfers; |
k. | object: | een bouwwerk, een gebouw, een complex, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats; |
l. | rechthebbende: | een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder; |
m. | uitvoeringsvoorschriften: | nadere bepalingen van technische en administratieve aard. |
1. De raad verdeelt de gemeente in wijken of buurten en kent daaraan namen, letters en/of nummers toe.
2. De raad kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden delen van de openbare ruimte en zonodig aan bouwwerken.
3. Onder verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de verdeling en toekenning.
1. Het college kan aan een object of een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.
2. Aan een object dat een nummer heeft gekregen, moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.
3. Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.
1. De door de raad aan delen van de openbare ruimte toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.
2. Het is behoudens daartoe door het college aangewezen personen een ieder verboden naam- of nummerborden aan te brengen, te verplaatsen dan wel te verwijderen.
1. Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen en verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
2. De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.
1. De rechthebbende is verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college aan te brengen.
2. Tenzij door het college anders is besloten, is de rechthebbende verplicht het in het eerste lid bedoelde nummer, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden aan te brengen op een wijze zoals krachtens artikel 7 is bepaald.
3. Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.
4. Het college kan de in het eerste en derde lid genoemde termijn verlengen.
Het college is bevoegd nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.
1. Overtreding van artikel 4, tweede lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
2. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling zijn naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren belast de door het college daartoe aangewezen medewerkers van de afdeling Bouwen en Wonen van de sector Publieksdiensten.
De verordening treedt in werking op 1 april 2006.
Met de inwerkingtreding van deze verordening worden de artikelen 5.6.1. en 5.6.2. van de Algemene Plaatselijke Verordening Dordrecht ingetrokken.
1. Namen en nummers die op grond van de in artikel 10 genoemde regels en voorschriften aan delen van de openbare ruimte en objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.
2. Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.
3. Bij het wijzigen van een naam of nummer, als bedoeld in het tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe nummer gedurende een jaar mogen worden gebruikt op de wijze die bepaald is in de uitvoeringsvoorschriften, bedoeld in artikel 7.
Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening naamgeving en nummering".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 februari 2006.