Verordening inzake kwijtschelding van belastingen

Artikel I

Kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 wordt ten aanzien van de heffingen van gemeentelijke belastingen niet verleend, met uitzondering van de heffingen welke voortvloeien uit de hieronder genoemde belastingverordeningen:

• 1.

  Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing;

• 2.

  Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting;

• 3.

  Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen;

• 4.

  Verordening op de heffing en invordering van rioolrecht eigendom;

• 5.

  Verordening op de heffing en invordering van rioolrecht gebruikers;

• 6.

  Verordening op de heffing en invordering van leges, voor zover het betreft:

  • a.

    de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot afgifte van een huisvestingsvergunning als bedoeld in de artikelen 2.2.1 van de Huisvestingsverordening gemeente Dordrecht 2005;

  • b.

    de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot afgifte van een voorrangsverklaring als bedoeld in artikel 2.3.1 van de Huisvestingsverordening gemeente Dordrecht 2005;

  • c.

    de leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het ten behoeve van aanvrager plaatsen van een verkeersbord waarmee een gereserveerde invalidenparkeerplaats wordt aangegeven.

Artikel II

• 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2001.

• 2. Op de datum van inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening kwijtschelding belastingen, vastgesteld op 29 november 1994 en laatstelijk gewijzigd op 31 januari 1995, ingetrokken.

• 3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening kwijtschelding belastingen 2001".