Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Provincie Gelderland

Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieProvincie Gelderland
Officiële naam regelingVerordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland
CiteertitelVerordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerpmilieu

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Natuurbeschermingswet 1998, artkel 19ke
  2. Provinciewet, artikel 143, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-10-201131-12-2012Nieuw

28-09-2011

Provinciaal Blad 2011/151

PS2011-495

Tekst van de regeling

PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten van 5 juli 2011 inzake de Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland; Gelet op artikel 19ke van de Natuurbeschermingswet 1998; Overwegende dat op 20 januari 2011 het Convenant Stikstof en Natura 2000 tot stand is gekomen; Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 4 januari 2011, de inhoud van dit convenant hebben vastgesteld als basis van hun beleid met betrekking tot de stikstofdepositie op de Natura 2000 gebieden, veroorzaakt door veehouderijbedrijven; Overwegende dat artikel 19ke van de Natuurbeschermingswet de mogelijkheid biedt om nadere regelgeving op provinciaal niveau vast te stellen; BESLUITEN Vast te stellen de volgende regeling: Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland 

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    ammoniakemissie: emissie van ammoniak, uitgedrukt in kg NH3 per jaar;

  • b.

    bedrijf: inrichting in de zin van artikel 1.1, eerste lid van de Wet milieubeheer, bestemd voor het fokken, mesten en houden van dieren, inclusief de aan de betreffende inrichting gekoppelde mestopslag of –verwerkingstechnieken;

  • c.

    Blm: Besluit landbouw milieubeheer;

  • d.

    drempelwaarde: 0,5% van de kritische depositiewaarde van een voor stikstofgevoelig habitat, met uitzondering van het Natura 2000-gebied de Rijntakken, waarvoor een waarde van 1% van de kritische depositiewaarde geldt als drempelwaarde;

  • e.

    kritische depositiewaarde: de stikstofdepositie uitgedrukt in mol/N/ha/jr waarboven de kwaliteit van het habitattype mogelijk wordt aangetast als gevolg van de verzurende of vermestende invloed van de atmosferische stikstofdepositie;

  • f.

    piekbelasting: stikstofdepositie van ten minste 50% van de kritische depositiewaarde van een voor stikstofgevoelig habitat veroorzaakt door een individueel bedrijf op het door dat bedrijf, relatief meest belaste stikstofgevoelige habitat;

  • g.

    Rijntakken: de gezamenlijke Natura 2000-gebieden Uiterwaarden Waal, Gelderse Poort, Loevestein, Uiterwaarden IJssel en Uiterwaarden Neder-Rijn.

  • h.

    salderen: vereffenen van een door een bedrijf veroorzaakte toename van de stikstofdepositie op een stikstofgevoelig habitat met de afname van de stikstofdepositie als gevolg van het geheel of gedeeltelijk beëindigen van de bedrijfsvoering door één of meer andere bedrijven;

  • i.

    salderingssysteem: een door de provincie Gelderland beheerd registratie- en monitoringssysteem met betrekking tot de toe- en afname van de stikstofdepositie van veehouderijbedrijven;

  • j.

    stikstofdepositie: neerslag van stikstofverbindingen uit de atmosfeer op een habitat, waarbij de belasting, op een punt binnen het habitat, wordt uitgedrukt in mol N/ha/jr en de belasting op het habitat in geheel in mol N/jr;

  • k.

    stikstofgevoelig habitat: natuurlijke habitats en habitats van soorten in een Natura 2000-gebied ten aanzien waarvan op grond van artikel 6, eerste lid of tweede lid, van richtlijn 92/43/EEG een verplichting geldt tot het treffen van herstel- of instandhoudingsmaatregelen, met een kritische depositiewaarde kleiner dan 2410 mol N/ha/jr.

  • l.

    totale depositie: de totale neerslag van stikstofverbindingen, ammoniak en stikstofoxiden uit de lucht;

  • m.

    Wabo Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • n.

    wet: Natuurbeschermingswet 1998.

PARAGRAAF 1 Reikwijdte van de verordening

Artikel 2 Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op veehouderijbedrijven, waarbij sprake is van wijziging in veebezetting of staltype die leidt tot een toename van de stikstofdepositie op een voor stikstofgevoelig habitat in een Gelderland gelegen Natura 2000-gebied.

PARAGRAAF 2 Salderingssysteem

Artikel 3 Berekening van stikstofdeposities
  • 1 De berekening van de stikstofdepositie in het kader van deze verordening vindt plaats op de wijze zoals aangegeven in Bijlage 1.

  • 2 Gedeputeerde Staten passen Bijlage 1 aan indien gewijzigde inzichten daartoe aanleiding geven.

Artikel 4 Inrichting salderingssysteem

Gedeputeerde Staten dragen zorg voor het inrichten en onderhouden van het salderingssysteem, waarin de stikstofdepositie wordt opgenomen van bedrijven die na 1 februari 2009, de bedrijfsvoering geheel of gedeeltelijk hebben beëindigd en waarvan de vergunning krachtens de Wet milieubeheer of de Wabo is ingetrokken, of waarvan de melding op basis van het Blm is ingetrokken of vervallen.

Artikel 5 Onderverdeling salderingssysteem
  • 1 Stikstofdeposities die beneden de drempelwaarde liggen, worden niet opgenomen in het salderingssysteem.

  • 2 De stikstofdeposities die meer bedragen dan 0,5% van de kritische depositiewaarde van een stikstofgevoelig habitat, respectievelijk 1,0% van de kritische depositiewaarde van de Rijntakken, en minder bedragen dan 1,5% van de kritische depositiewaarde van een voor stikstofgevoelig habitat, respectievelijk 2,0% van de kritische depositiewaarde van de Rijntakken, worden opgenomen in deelregistratie A.

  • 3 De stikstofdeposities die meer dan 1,5% van de kritische depositiewaarde bedragen, respectievelijk meer dan 2,0% van de kritische depositiewaarde van de Rijntakken, worden opgenomen in deelregistratie B.

Artikel 6 beperking bij deelregistratie B

Indien gesaldeerd wordt, ten behoeve van een bedrijf waarvan de depositie geregistreerd is in deelregistratie B bedoeld in artikel 5, derde lid, kan uitsluitend gebruik worden gemaakt van de depositieruimte in de deelregistratie B, bedoeld in artikel 5, derde lid.

Artikel 7 vermindering stikstofdepositie

Van de ingebrachte stikstofdepositie wordt 30% opgenomen in het salderingssysteem.

Artikel 8 vermindering ammoniakemissie
  • 1 Van de ingebrachte ammoniakemissie wordt 85% opgenomen in het salderingssysteem.

  • 2 Registratie van de ammoniakemissie vindt plaats per Natura 2000-gebied.

  • 3 Gedeputeerde Staten kunnen voor de registratie van de ammoniakemmissie per Natura 2000-gebied compartimenten vaststellen.

Artikel 9 nadere regeling door Gedeputeerde Staten

Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels vaststellen over de wijze waarop stikstofdepositie in het salderingssysteem wordt opgenomen en de in het salderingssysteem geregistreerde deposities worden uitgegeven.

PARAGRAAF 3 Saldering

Artikel 10 Saldering uitsluitend via het salderingssysteem

Saldering vindt uitsluitend plaats met de stikstofdeposities die zijn opgenomen in het salderingssysteem als bedoeld in artikel 4.

Artikel 11 voorwaarden aan saldering

Saldering vindt slechts plaats in situaties waarbij:

  • a.

    de totale stikstofdepositie op één of meer voor stikstofgevoelige habitats binnen een Natura 2000-gebied na de wijziging of uitbreiding van het bedrijf de kritische depositiewaarde overschrijdt, en

  • b.

    de maximale stikstofdepositie van het betrokken bedrijf op het relatief meest belaste stikstofgevoelig habitat gelegen binnen een Natura 2000-gebied na wijziging of uitbreiding van het bedrijf de drempelwaarde overschrijdt, en

  • c.

    het salderingssysteem voldoende geregistreerde stikstofdeposities bevat om de saldering uit te voeren op hetzelfde habitattype of dezelfde habitattypen binnen hetzelfde Natura 2000-gebied, en

  • d.

    er voldoende geregistreerde emissieruimte nabij het betreffende Natura 2000-gebied beschikbaar is, en

  • e.

    als gevolg van de wijziging of uitbreiding van het betrokken bedrijf geen piekbelasting ontstaat.

Artikel 12 beperking groeitempo grotere belastingen
  • 1 Saldering is slechts mogelijk met een maximum van 10% van de kritische depositiewaarde van het relatief meest belaste stikstofgevoelige habitat.

  • 2 Bij saldering is per periode van telkens zes jaar, geldend vanaf de inwerkingtreding van de verordening, maximaal een verdubbeling van de totale stikstofdepositie door het bedrijf toegestaan.

Artikel 13 Voorlopige saldering tijdens vergunningsprocedures
  • 1. De uitgifte van geregistreerde deposities uit het salderingssysteem vindt plaats per de datum dat een aanvraag om een vergunning krachtens de Wabo door het bevoegd gezag wordt ontvangen of een aanvraag om een vergunning op grond van de wet door Gedeputeerde Staten wordt ontvangen.

  • 2. De uitgifte is tijdelijk voor een periode van ten hoogste een jaar en wordt definitief op het moment dat de omgevingsvergunning of de vergunning op grond van de wet in werking treedt.

  • 3. Gedeputeerde Staten kunnen de termijn genoemd in het tweede lid met maximaal één jaar verlengen.

  • 4. De tijdelijke uitgifte eindigt door het buiten behandeling laten van de aanvraag op grond van de wet of de Wabo, of door weigering van de aanvraag op grond van de wet of door weigering van het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen.

Artikel 14 voorkomen dubbele onttrekking

Tijdelijk en definitief uitgegeven deposities zijn niet beschikbaar in het kader van gelijktijdig lopende maar later ingediende aanvragen om een vergunning op grond van de wet of aanvragen om een omgevingsvergunning.

PARAGRAAF 4 BIJZONDERE SITUATIES

Artikel 15 hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten kunnen in individuele gevallen bepalingen vastgesteld bij of krachtens deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing gelet op de betrokken belangen zal leiden tot onbillijkheid van overwegende aard.

PARAGRAAF 5 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 collectieve saldering

Voorzover de stikstofdepositie op de voor stikstofgevoelige habitats als gevolg van uitbreiding van bedrijven tussen 7 december 2004 en 1 februari 2009 heeft geleid tot toename van de stikstofdepositie op de voor stikstofgevoelige habitats die niet wordt gecompenseerd met een afname van de stikstofdepositie op de betreffende habitats, kunnen Gedeputeerde Staten hiervoor stikstofdepositie beschikbaar stellen uit het salderingssysteem.

Artikel 17 monitoring
  • 1 Gedeputeerde Staten doen jaarlijks verslag aan Provinciale Staten van de ontwikkeling van de stikstofdeposities op de Natura 2000-gebieden in het voorafgaande kalenderjaar, voor het eerst in september 2012.

  • 2 Bij de verslaggeving komen in ieder geval de volgende aspecten aan de orde:

    • a.

      de ontwikkeling van de ammoniakemissie en de ontwikkeling van de depositie van stikstof per stikstofgevoelig habitattype per Natura 2000-gebied;

    • b.

      de werking van het salderingssysteem;

    • c.

      de sanering van de piekbelastingen;

    • d.

      de ontwikkeling van de stikstofdepositie als gevolg van de salderingssystematiek.

Artikel 18 citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland.

Artikel 19 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Ondertekening

Provinciale Staten van Gelderland

Bijlage 1 bij de Verordening Stikstof en Natura 2000 Provincie Gelderland

Berekening van deposities

  • 1.

    berekening van bedrijfsgebonden depositie

    Ten behoeve van de effectbepaling op een stikstofgevoelig habitat en de saldering wordt de stikdepositie berekend met behulp van de meest recente versie van het model/ rekenprogramma Aagro-stacks;

  • 2.

    berekening van regionale depositie

    Ten behoeve van de monitoring wordt de regionale stikstofdepositie met inbegrip van de algemene depositieachtergrond berekend met de meest recente versie van het OPSmodel, dat ter beschikking is gesteld door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

  • 3.

    afrondingsregels

    De beoordeling van relevante depositieberekeningen vindt plaats op basis van het berekeningsresultaat na afronding op 1 decimaal conform de afrondingsregels van NEN 1047 ‘Receptbladen voor de statistische verwerking van waarnemingen’, Blad 2.1.