Overheidsorganisatie | Gemeente Roosendaal |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Deze verordening vervangt de Verordening langdurigheidstoeslag d.d. 28 mei 2009
Wet werk en bijstand, artikel 8 eerste lid, aanhef en onder d en artikel 36
geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 29-04-2013 | nieuwe regeling | 21-12-2011 Gemeenteblad 2011/101, Roosendaalse Bode 28 december 2011 | 591705 |
De raad van de gemeente Roosendaal,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2011,
gelet op artikel 8 eerste lid, aanhef en onder d en artikel 36 van de Wet werk en bijstand,
gezien het advies van de commissie bestuur d.d. 15 december 2011,
Besluit
vast te stellen de Verordening langdurigheidstoeslag
In deze verordening wordt verstaan onder:
wet: Wet werk en bijstand;
referteperiode: periode als bedoeld in artikel 32, eerste lid, onder b van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;
peildatum: datum waarop het recht op langdurigheidstoeslag ontstaat;
gezinsnorm: norm als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet of artikel 21 onder c van de wet zoals deze luidde op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden;
WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
WSF 2000: Wet studiefinanciering;
belanghebbende: de persoon of personen die aanspraak wenst of wensen te maken op een langdurigheidstoeslag als bedoeld in deze verordening.
De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.
1. Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig laag inkomen is voldaan als gedurende de referteperiode het gemiddelde inkomen per maand niet uitkomt boven 105 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
2. Ten aanzien van perioden waarin een belanghebbende is uitgesloten van het recht op bijstand wordt een belanghebbende voor de toepassing van het eerste lid geacht een inkomen te hebben ter hoogte van 100 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
3. Bij een aanvraag voor langdurigheidstoeslag door een gezin dienen alle gezinsleden te voldoen aan de voorwaarden als genoemd in artikel 36 van de wet.
4. Ten aanzien van de periode waarin bij een gezin slechts 1 gezinslid recht heeft op bijstand wordt het gezin voor de toepassing van het eerste lid geacht een inkomen te hebben ter hoogte van 100 procent van de gezinsnorm.
5. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die gedurende de referteperiode een opleiding heeft gevolgd of volgt als bedoeld in de WTOS of de WSF 2000.
1. De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:
voor een gezin € 507,- [=norm voor 2011];
voor een alleenstaande ouder € 454,- [=norm voor 2011];
voor een alleenstaande € 355,- [=norm voor 2011].
2. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.
3. Indien het gezin in aanmerking komt voor langdurigheidstoeslag, maar slechts één van de gezinsleden heeft recht op bijstand, komt die persoon in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
4. De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gezinsnorm per 1 januari van dat jaar en de gezinsnorm per 1 januari van het daaraan voorafgaande jaar. De geïndexeerde bedragen worden afgerond op hele euro’s.
De termijn voor het aanvragen van langdurigheidstoeslag eindigt, 3 jaar na het verloop van de referteperiode.
De Verordening langdurigheidstoeslag d.d. 28 mei 2009 wordt ingetrokken, inclusief bijbehorende toelichting.
Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 6 die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Deze verordening treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening langdurigheidstoeslag.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 21 december 2011,
De griffier, de voorzitter,