Hoofdstuk 1 Begrips- en algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
klacht:een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een
bestuursorgaan of een ambtenaar van de gemeente zich in een
bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of
rechtspersoon heeft gedragen;
- b.
bestuursorgaan:
- 1.
- 2.
(een lid van) het college van burgemeester en
wethouders;
- 3.
de burgemeester (tenzij handelend in zijn hoedanigheid
als hoofd van politie);
- c.
gedraging:het in een bepaalde aangelegenheid jegens een
natuurlijk persoon of rechtspersoon handelen of nalaten te
handelen door:
- 1.
- 2.
een ambtenaar of een daarmee op grond van diens
werkzaamheden gelijk te stellen persoon (inclusief
arbeidscontractanten) in de uitoefening van zijn
functie;
- d.
klachtencommissie: de commissie die op grond van artikel 1.3 een
klacht onderzoekt en het betreffende bestuursorgaan over de
afdoening van een klacht adviseert;
- e.
klachtencoördinator: de functionaris als bedoeld in artikel
1.7.
Artikel 1.2 Algemene bepalingen
- 1
Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan
zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft
gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.
- 2
Een gedraging van een persoon, bedoeld in artikel 1.1 onder c sub 2,
wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan.
- 3
Het bestuursorgaan draagt zorg voor een behoorlijke behandeling van
mondelinge en schriftelijke klachten over zijn gedragingen en over
gedragingen van bestuursorganen, die onder zijn verantwoordelijkheid
werkzaam zijn.
- 4
Tegen een besluit inzake de behandeling van een klacht over een
gedraging van een bestuursorgaan kan geen beroep worden
ingesteld.
Artikel 1.3 Klachtencommissie
Er is een gemeentelijke klachtencommissie, die belast is met de
voorbereiding van de beslissing op en de advisering over de klacht.
Artikel 1.4 Samenstelling en benoeming
- 1
De commissie bestaat uit ten minste drie leden, die worden benoemd,
geschorst en ontslagen door de gemeenteraad op voorstel van
burgemeester en wethouders.
- 2
De gemeenteraad benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam
aantal plaatsvervangende leden.
- 3
De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en regelt de
vervanging van de voorzitter.
Artikel 1.5 Secretaris
- 1
De secretaris van de commissie is de klachtencoördinator.
- 2
De gemeentesecretaris wijst ambtenaren dan wel externen aan die als
plaatsvervangend secretaris het secretariaat vervullen.
Artikel 1.6 Zittingsduur
- 1
De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de
commissie treden af op de dag van het aftreden van de
gemeenteraad.
- 2
De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de
commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.
- 3
De aftredende voorzitter, de aftredende leden en de
plaatsvervangende leden van de commissie blijven hun functie
vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
Artikel 1.7 Klachtencoördinator
- 1
Burgemeester en wethouders stellen een klachtencoördinator aan.
- 2
De klachtencoördinator ziet er op toe, dat de behandeling van een
klacht conform het bepaalde in deze verordening plaatsvindt.
- 3
Indien klager zulks wenst verleent de klachtencoördinator hem
medewerking bij het op schrift stellen van een klacht.
- 4
De klachtencoördinator adviseert het bestuursorgaan over het
voorkomen van klachten.
Hoofdstuk 2 Behandeling van schriftelijke klachten
Artikel 2.1 Indiening
- 1
Een klacht wordt ingediend bij het bestuursorgaan.
- 2
Een schriftelijke klacht dient ondertekend te worden ingediend.
- 3
De klacht dient te omvatten:a. de naam en het adres van de
indiener;b. de dagtekening;c. een omschrijving van de gedraging
waartegen de klacht is gericht.
- 4
Indien het klaagschrift in een vreemde taal is gesteld en een
vertaling voor een goede behandeling van de klacht noodzakelijk is,
dient de klager zorg te dragen voor een vertaling.
Artikel 2.2 Registratie
- 1
Elke ingediende klacht over een gedraging wordt na registratie
voorgelegd aan de klachtencoördinator.
- 2
Een mondeling ingediende klacht wordt op schrift gesteld en ter
ondertekening aan klager voorgelegd ter bevestiging van de juiste
notering van de klacht.
Artikel 2.3 Ontvangstbevestiging
- 1
De ontvangst van een klacht wordt door de klachtencoördinator binnen
één week schriftelijk aan de klager bevestigd.
- 2
In de bevestiging wordt meegedeeld wie de klacht zal behandelen en
hoe de verdere gang van zaken is.
- 3
Degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft krijgt de
klacht, de eventueel daarbij meegezonden stukken en de
ontvangstbevestiging in afschrift toegezonden.
Artikel 2.4 Ontvankelijkheid
- 1
Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen, indien
zij betrekking heeft op een gedraging:a. waarover reeds eerder een
klacht is ingediend die met inachtneming van het bepaalde in deze
verordening is behandeld;b. die langer dan een jaar voor indiening
heeft plaatsgevonden;c. waartegen door de klager bezwaar gemaakt had
kunnen worden;d. waartegen door de klager beroep kan of kon worden
ingesteld;e. die door het instellen van een procedure aan het
oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een
administratieve rechter onderworpen is, dan wel onderworpen is
geweest off. zolang terzake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel
van de officier van justitie of vervolging van een strafbaar feit en
terzake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de
officier van justitie of een vervolging sprake is.
- 2
Een klacht wordt niet in behandeling genomen, indien:a. het belang
van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk
onvoldoende is;b. niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 2.1
tweede en derde lid en klager de voor de behandeling vereiste
gegevens niet binnen twee weken nadat klager op de tekortkoming is
gewezen, heeft verstrekt.
- 3
Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager zo
spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van
het klaagschrift schriftelijk in kennis gesteld.
Artikel 2.5 Vooronderzoek
- 1
De klachtencoördinator is in verband met de voorbereiding van de
behandeling van de klacht bevoegd rechtstreeks alle gewenste
inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.
- 2
De klachtencommissie kan bij deskundigen advies of inlichtingen
inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe op de zitting te
verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf
machtiging van burgemeester en wethouders vereist.
Artikel 2.6 Horen
- 1
De klachtencommissie stelt de klager en degene op wiens gedraging de
klacht betrekking heeft in de gelegenheid te worden gehoord.
- 2
De klachtencommissie kan het horen opdragen aan de voorzitter of een
lid van de klachtencommissie.
- 3
Van het horen van de klager kan worden afgezien, indien de klacht
kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen
gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.
- 4
Van het horen wordt een verslag gemaakt.
- 5
De klachtencommissie zendt een rapport van bevindingen, vergezeld
van het advies en eventuele aanbevelingen aan het bestuursorgaan.
Het rapport bevat het verslag van het horen.
Artikel 2.7 Afdoening
- 1
Het bestuursorgaan handelt de klacht binnen tien weken na ontvangst
af.
- 2
Het bestuursorgaan stelt de klager en degene op wiens gedraging de
klacht betrekking heeft schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de
bevindingen van het onderzoek naar de klacht, de beslissing over de
klacht alsmede van de eventuele conclusies die daaraan zijn
verbonden.
- 3
Indien de conclusies van het bestuursorgaan afwijken van het advies,
wordt in de conclusies de reden voor die afwijking vermeld en wordt
het advies meegezonden met de kennisgeving, bedoeld in lid 2.
- 4
Indien de klacht niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn
kan worden afgehandeld, kan het bestuursorgaan de afhandeling voor
ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt door de
klachtencoördinator schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en
aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.
- 5
Indien vervolgens nog een klacht kan worden ingediend bij een
persoon of college, aangewezen om klachten over het bestuursorgaan
te behandelen, wordt daarvan bij de kennisgeving melding
gemaakt.
Artikel 2.8 Tussentijds beëindigen procedure
- 1
De klachtencoördinator streeft er naar om in een minnelijk overleg
te komen tot een bevredigende oplossing ten aanzien van de
klacht.
- 2
Zodra het bestuursorgaan naar tevredenheid van de klager aan diens
klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot het verder
toepassen van dit hoofdstuk.
- 3
De klachtencoördinator bevestigt dit schriftelijk aan klager en aan
degene over wie werd geklaagd.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 4.1 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening
- 1
De “Klachtenregeling gemeente Noord-Beveland”, vastgesteld op 22
december 1999, wordt ingetrokken.
- 2
Deze verordening treedt in werking op 1 november 2011.
Artikel 4.2 Citeerartikel
Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel “Klachtenregeling
gemeente Noord-Beveland 2011”.