Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heerlen

(Gewijzigde) verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeerlen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regeling(Gewijzigde) verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2011
Citeertitel(Gewijzigde) verordening afvalstoffenheffing 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer, artikel 15.33

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2012Nieuwe regeling (tevens intrekking van de Verordening afvalstoffenheffing 2011)

01-11-2011

Weekblad Parkstad

2011/50559

Tekst van de regeling

Intitulé

(Gewijzigde) verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2011

 

“(Gewijzigde) Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2011”

Verordening afvalstoffenheffing 2011

 

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’ gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

 

Artikel 2

Aard van de belasting en belastbaar feit

1.       Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

2.       De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

 

Artikel 3

Belastingplicht

1.       De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

2.       Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

          a.     degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;

          b.     ingeval een gedeelte van een perceel voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

 

Artikel 4

Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 5

Reductie heffing medisch afval

1.       De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2 komt in aanmerking voor vermindering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, leden 2, 3 en 4 van de in artikel 4 bedoelde tarieventabel,  indien de belastingplichtige als gevolg van chronische ziekte of handicap dan wel chronische ziekte of handicap van personen die behoren tot zijn of haar huishouden, extra afval moeten aanbieden aan de gemeentelijke inzameldienst.

2.       De in het eerste lid bedoelde vermindering bedraagt 60 % van de totaal verschuldigde belasting als gevolg van het aantal aangeboden ledigingen, met een maximum van € 60,00 per belastingtijdvak voor een huishouden met één bewoner die onder de categorie in lid één valt, met een maximum van € 90,00 per belastingtijdvak bij een huishouden met meerdere bewoners die onder de categorie in lid één vallen.

3.       De belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor vermindering op grond van het eerste lid, dient een daartoe strekkend verzoek in te dienen bij de heffingsambtenaar. Bij dit verzoek dient een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist te worden overgelegd, waaruit blijkt dat als gevolg van een chronische ziekte of handicap extra afval wordt aangeboden.

4.       De berekening van de vermindering als bedoeld in het eerste lid vindt plaats na afloop van het betreffende belastingjaar.

 

Artikel 6

Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven, is het belastingjaar gelijk

aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7

Wijze van heffing

1.       De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

2.       de belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 8

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1.       De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2.       Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3.       Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

4.       Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

5.          Belastingbedragen als bedoeld in hoofdstuk 1, lid 1 van de tarieventabel van minder dan € 10,00 worden niet geheven. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen “afvalstoffenheffing” of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

6.       De belasting bedoeld in hoofdstuk 1, tweede, derde, vierde en vijfde lid en de belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

 

Artikel 9

Termijnen van betaling

1.       In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 1,  leden 1 tot en met 5a, van de tarieventabel worden betaald in één termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

2.       In afwijking van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen “afvalstoffenheffing” of andere heffingen minder is dan € 3.500,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

3.       In afwijking van het tweede lid moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, indien het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen minder is dan € 50,00.

4.     In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden betaald bij de aanvang van de dienstverlening.

5.       De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

 

Artikel 10

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

 

Artikel 11

Inwerkingtreding en citeertitel

1.       De “Verordening afvalstoffenheffing 2011” vastgesteld bij raadsbesluit van 7 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

2.       Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2011.

3.       De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

4.       Deze verordening kan worden aangehaald als “(Gewijzigde) verordening afvalstoffenheffing 2011”.

 

Aldus besloten tijdens de vergadering van de raad der gemeente Heerlen van 1 november  2011.

 

 

 

 

griffier,                                     voorzitter,

 

TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE “VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2011”.  

  • Algemeen

    De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

     

     

    Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

     

    1.   De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

     

    a.   indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht  later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon

    €  175,37

    b.    indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee personen

    €  217,46

    c.    indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door drie of  meer personen

     

    €  259,55

     

    2.   Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting per lediging van:

     

    a.   een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 140 liter

    €      3,40

    b.   een mini-container, bestemd voor GFT-afval met een inhoud van 240 liter

    €      4,60

    c.    een mini-container, bestemd voor rest-afval met een inhoud van 140 liter

    €      3,40

    d.   een mini-container, bestemd voor rest-afval met een inhoud van 240 liter

    €      4,60

     

    3.   Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting voor percelen die voor

              de afvalverwijdering zijn aangewezen op het ondergrondse inzamelsysteem per aanbieding:

     

     

    a. bij een 60 liter trommel

    b. bij een 30 liter trommel

    4 .  Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de belasting aanbieding van een gekenmerkte vuilniszak

    €      1,00

    €      0,50

     

    €      1,00

    5.   Onverminderd het bepaalde in de leden 1.t/m 4. bedraagt het tarief voor

     

    a.   het in gebruik hebben van een extra container per container per jaar

    €    10,00

    b.   het op aanvraag omwisselen van één of meer containers, per keer    

    €    25,00

    c.    het op aanvraag leveren van één of meer extra containers per keer

    €    25,00

    6.   In afwijking van het bepaalde in het vijfde lid, onderdelen b. en c. kan:

     

    a.   een nieuw ingezetene van de gemeente, die als belastingplichtige wordt aangemerkt, gedurende een periode van zes maanden nadat de belastingplicht is ontstaan, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen;

     

    b.   de belastingplichtige, die binnen de gemeente verhuist gedurende een periode van zes maanden nadat de verhuizing heeft plaatsgevonden, kosteloos éénmaal van containervolume wisselen.

     

 

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

1.Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

a.

Papier en karton

gratis

b.

Glas

gratis

c.

Klein chemisch afval

gratis

d.

Metaal

gratis

e.

Textiel

gratis

f.

Kringloopgoederen

gratis

g.

Koel- en vriesmeubelen

gratis

h.

Asbesthoudend afval

gratis

i.

Auto- of motorband zonder velg

gratis

j.

Tuinafaval

gratis

2.Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het achterlaten van de volgende (grove) huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

a.

Grof huisvuil

zie lid 3 hoofdstuk 2

b.

GFT-afval

zie lid 3 hoofdstuk 2

c.

Hout kwaliteit A,B,C

zie lid 3 hoofdstuk 2

d.

Gasflessen en –tanks

zie lid 3 hoofdstuk 2

e.

Restafval, per 40 liter of per zak

€ 1,00

f.

Auto- of motorband met velg, per stuk

€ 1,60

g.

Bestelwagenband, per stuk

€ 3,50

h.

Vrachtwagenband, per stuk

€ 15,00

i.

Tractorband, per stuk

€ 22,00

j.

Schone grond, per m3

€ 20,00

k.

Vervuilde grond, per m3

€ 90,00

l.

Schoon puin, per m3

€ 20,00

m.

Vervuild puin, per m3

€ 90,00

3.De belasting als genoemd onder lid 2., wordt vermeerderd met het volgende tarief per bezoek aan het milieupark:

a.

1ste tot en met 6de bezoek aan het milieupark

€ 0,00

b.

7e tot en met 12de bezoek aan het milieupark

€ 10,00

c.

vanaf het 13e bezoek aan het milieupark

€ 30,00

4.Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het van gemeentewege ophalen van grove huishoudelijke afvalstoffen en houtafval aan huis:

a.

per keer

€ 20,00

Hoofdstuk 3 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze tarieventabel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van haar bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 1 november 2011.

de griffier, de voorzitter,