Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schiedam

Bibob-beleidslijn gemeente Schiedam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schiedam
Officiële naam regelingBibob-beleidslijn gemeente Schiedam
CiteertitelBibob-beleidslijn gemeente Schiedam
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpBeleidslijn bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur (hierna bibob) van de gemeente schiedam inzake vergunningen voor horecabedrijven (waaronder coffeeshops), seksinrichtingen en de speelautomatenhal.

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet Bibob

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-200510-11-2015Onbekend

07-06-2005

Onbekend

n.v.t.

Tekst van de regeling

Doel van de Wet BIBOB

De Wet BIBOB verruimt de mogelijkheden van bestuursorganen om zich te beschermen tegen het risico dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteren. De Wet BIBOB maakt het bestuursorganen mogelijk bepaalde vergunningen en subsidies te weigeren of in te trekken als er sprake is van een ernstig gevaar dat de vergunning of subsidie wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten of het witwassen van geld. Tevens kan de Wet BIBOB worden toegepast bij overheidsopdrachten.

Artikel 3 van de Wet BIBOB geeft aan wanneer het voor een bestuursorgaan mogelijk is over te gaan tot weigering dan wel intrekking. De gemeente Schiedam kan met behulp van de Wet BIBOB besluiten een bepaalde beschikking (vergunning) niet te verlenen of in te trekken op grond van de aanwezigheid van ernstig gevaar.

Om te bepalen of er sprake is van een gevaar kunnen bestuursorganen bij het landelijke bureau BIBOB, dat is ondergebracht bij het ministerie van Justitie, een advies vragen over de kans dat een betrokkene strafbare feiten zal plegen of geld zal gaan witwassen. Bureau BIBOB heeft de mogelijkheid hier ook de gesloten bronnen te raadplegen, zoals de Belastingdienst en justitiële bronnen, die bestuursorganen zelf niet kunnen raadplegen.

Het bestuursorgaan kan ook zonder dit advies besluiten over te gaan tot weigering of intrekking. Het vragen van advies kan echter wel leiden tot een betere informatiepositie van het bestuursorgaan.

Toepassingsgebied Wet BIBOB

Omdat het een nieuw instrumentarium betreft dat zichzelf nog moet bewijzen is gekozen voor een beperkt toepassingsgebied. Daarbij hebben de volgende overwegingen een rol gespeeld. Enerzijds moet het gaan om economische sectoren die kwetsbaar zijn voor ernstige of georganiseerde vormen van criminaliteit. Anderzijds moet sprake zijn van gevallen waarbij grote belangen op het spel staan. Dit betekent dat niet alle vergunningen, subsidies en aanbestedingen onder de werking van het BIBOB-instrumentarium vallen.

De branches die bij vergunningaanvragen onder de werkingssfeer van het BIBOB-instrumentarium vallen, zijn limitatief in de wet opgesomd. Voor gemeenten gaat het om de volgende branches: horeca (waaronder coffeeshops), sexinrichtingen en escortbedrijven, speelautomatenhallen, milieu, bouw, aanbestedingen en subsidies.

Proportionaliteit en Subsidiariteit

In de Wet wordt d.m.v. een aantal procedurele en inhoudelijke waarborgen, die onder andere hun basis vinden in de Awb en de WBP, getracht de juiste balans te vinden tussen de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van het openbaar belang. In het licht van deze proportionaliteitsgedachte is er voor gekozen om niet ten aanzien van alle bestuursbesluiten de mogelijkheid open te stellen dat een BIBOB-advies kan worden aangevraagd. Een andere inperking betreft de relatie die aanwezig moet zijn tussen de aard van de strafbare feiten die uit het BIBOB-onderzoek blijken en het te nemen bestuursbesluit. Alleen strafbare feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de activiteiten die kunnen worden ontplooid bij het gebruiken van de vergunning, zullen worden verwerkt en in de motivering van het BIBOB-advies worden vermeld.

Het BIBOB-instrumentarium is een aanvulling op de reeds bestaande mogelijkheden om een vergunning te weigeren of in te trekken. Van deze aanvullende mogelijkheid dient op grond van de subsidiariteit in beginsel dan ook uitsluitend gebruik te worden gemaakt, indien een beschikking niet op andere gronden en met gebruik van minder in de persoonlijke levenssfeer binnendringende instrumenten kan worden geweigerd of ingetrokken. Het moet gezien worden als een ultimum remedium.

Doel van de Gemeente Schiedam

Het doel dat de gemeente Schiedam voor ogen staat bij de inzet van het BIBOB-instrumentarium is het tegengaan van de aantasting van de veiligheid en/of leefbaarheid van groepen bewoners in bepaalde wijken of gebieden als zowel de daadwerkelijke aantasting van de rechtsorde en de aantasting van de bestuurlijke slagkracht van het bestuur, als de verloedering door de aanwezigheid van criminaliteit en de subjectieve gevoelens van (on)veiligheid. Vanuit dit doel zijn de hierna genoemde aandachtsgebieden gekozen voor de inzet van het BIBOB-instrumentarium. Uiteraard speelt in dit kader ook het in oktober 2004 door de raad vastgestelde Integraal veiligheidsbeleid Schiedam 2005-2009 een grote rol.

BIBOB in fases implementeren

Voorgesteld wordt per 1 augustus 2005 de Wet BIBOB in de gemeente Schiedam toe te passen voor:

  • 1.

    Vergunningen op grond van de Drank- en Horecawet.

  • 2.

    Vergunningen op grond van artikel 2.3.2 Algemene Plaatselijke Verordening van Schiedam (verder APV) voor horecabedrijven (waaronder coffeeshops) en op grond van artikel 3.1.3 APV voor seksinrichtingen en escortbedrijven.

  • 3.

    Vergunningen op grond van artikel 30c lid 1 sub c van de Wet op de Kansspelen juncto artikel 3.2.2 van de APV voor een speelautomatenhal.

Afdeling Veiligheid en BJZ zien de implementatie van de Wet BIBOB t.a.v. vergunningen voor horecabedrijven (waaronder coffeeshops), seksinrichtingen en de speelautomatenhal als een pilot.

Op 1 december a.s. zal het beleid worden geëvalueerd en waar nodig worden gewijzigd en eventueel van toepassing verklaard voor milieuvergunningen, bouwvergunningen, aanbestedingen in de sectoren bouw, milieu en ICT en subsidies.

De reden om de Wet BIBOB gefaseerd in te voeren is de volgende. Nog niet voor alle terreinen waarop de Wet BIBOB van toepassing is, is de werking van de Wet geheel uitgekristalliseerd.

Naast de voorgaande problemen wordt ook genoemd dat de invoering van de Wet zorgvuldig dient te gebeuren. Het betreft een ingrijpend middel dat met het oog op eventuele juridische consequenties zorgvuldig dient te gebeuren. Grote gemeenten als Rotterdam, Amsterdam en Den Haag voeren ook gefaseerd de Wet BIBOB in.

Afdeling Veiligheid zorgt voor de implementatie van de beleidsmatige en de uitvoerende kant van de Wet BIBOB voor de bovenvermelde vergunningen. In overleg met bureau Juridische zaken vindt een laatste toets plaats voordat een BIBOB advies wordt aangevraagd.

Eerst onderzoek door bevoegd gezag

Indien uit het onderzoek onvoldoende informatie is verkregen met de beschikbare instrumenten om de bestaande weigerings- en intrekkingsgronden toe te kunnen passen, dan pas toetst het bevoegd gezag de aanvraagde/verleende vergunning aan de gronden uit artikel 3 van de Wet BIBOB.

In dit onderzoek worden de volgende zaken in ieder geval geanalyseerd:

  • ·

    de bijlage bij het standaard aanvraagformulier met specifieke BIBOB vragen (teneinde zowel de gemeente als bureau BIBOB in staat te stellen onderzoek te verrichten, wordt aan de bestaande aanvraagformulieren een separaat BIBOB vragenformulier toegevoegd)

  • ·

    de voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijke documenten die overlegd dienen te worden

  • ·

    eventuele extra documentatie/informatie op verzoek van het bevoegd gezag

  • ·

    open bronnen onderzoek (Kamer van Koophandel, Kadaster etc.)

Jaarlijks worden er in Schiedam veel vergunningen aangevraagd en verleend. In eerste instantie zal voor het merendeel van de vergunningaanvragen de standaard procedure worden gevolgd. Dit betekent dat er dan geen extra BIBOB vragen worden gesteld. Indien tijdens de behandeling blijkt dat er nog vragen blijven bestaan dan zal een verdergaande toets volgen en zal de ondernemer verzocht worden een separaat BIBOB vragenformulier in te vullen. Bij voldoende gegevens kan de gemeente zelfstandig de Wet BIBOB toepassen. Blijven er echter na eigen onderzoek nog vragen bestaan, als bedoeld in artikel 3 van de Wet BIBOB, dan kan een advies bij bureau BIBOB worden aangevraagd (zie hieronder).

Bij reeds verleende vergunningen is de procedure als volgt: wanneer het bevoegd gezag vermoedt dat een van de situaties als bedoeld in artikel 3 van de Wet BIBOB zich voordoet, zal betrokkene verzocht worden om het BIBOB vragenformulier in te vullen. Indien de betrokkene weigert hier aan mee te werken wordt dit beschouwd als een ernstig gevaar als bedoeld in deze Wet op basis waarvan de vergunning kan worden ingetrokken (artikel 4 WET BIBOB).

Advies aanvraag bij Bureau BIBOB

Indien na eigen onderzoek vragen blijven bestaan over een van de volgende zaken:

  • 1.

    de bedrijfsstructuur;

  • 2.

    de financiering;

  • 3.

    omstandigheden in de persoon van de aanvrager, de financier van de onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd;

  • 4.

    of wanneer sprake is van een tip van de officier van justitie om in een bepaalde zaak een BIBOB advies aan te vragen;

zal het bevoegd gezag een advies vragen bij Bureau BIBOB.

Onderzoek door Bureau BIBOB

Het Bureau BIBOB zal, als er een advies is gevraagd, een nader onderzoek instellen en een advies uitbrengen over de mate van gevaar, als bedoeld in artikel 3 van de Wet BIBOB.

Welke personen en bedrijven worden in het onderzoek betrokken

Uiteraard wordt de betrokkene, in dit geval de aanvrager van de vergunning zelf onderzocht. Daarnaast wordt onderzocht of deze misschien een relatie heeft tot strafbare feiten als bedoeld in de Wet BIBOB. Dit betekent dat ook andere personen kunnen worden betrokken in het onderzoek. In artikel 3 van de Wet is bepaald dat betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten als die feiten door een ander gepleegd zijn en deze personen

  • 1.

    direct of indirect leiding geeft of heeft gegeven aan betrokkene, dan wel

  • 2.

    zeggenschap heeft dan wel heeft gehad over betrokkene, dan wel

  • 3.

    vermogen verschaft dan wel heeft verschaft aan betrokkene, dan wel

  • 4.

    in een zakelijk samenwerkingsverband tot hem staat.

Deze andere personen kunnen dus ook worden betrokken in het onderzoek.

Het bestuursorgaan heeft nieuwe aanvraagformulieren voor vergunningen die hier worden bedoeld, waarin de vragen die worden genoemd in artikel 30 Wet BIBOB zijn opgenomen. Hierin wordt onder meer gevraagd wie de leidinggevenden dan wel vermogensverschaffers van betrokkene zijn, en wie de eventuele onderaannemer is en wat de wijze van financiering is. Al deze personen moeten er derhalve rekening mee houden dat zij onderworpen kunnen worden aan een BIBOB onderzoek.

Procedure

De beslissing van het bestuursorgaan een verzoek bij het Bureau BIBOB in te dienen tot het uitbrengen van een BIBOB-advies is geen beschikking in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht. Hiertegen kan derhalve geen bezwaar of beroep worden ingesteld. Wel is het de aanvrager van een vergunning te allen tijde toegestaan zich terug te trekken uit de aanvraagprocedure.

Als er een BIBOB-advies wordt aangevraagd zal de aanvrager/houder van de vergunning vooraf worden geïnformeerd door het bevoegd gezag (notificatieplicht). Het Bureau kan op grond van artikel 12 Wet BIBOB in bepaalde gevallen contact opnemen met de aanvrager om aanvullende vragen te stelen. Het Bureau BIBOB moet in beginsel binnen vier weken adviseren aan het bestuursorgaan. Deze termijn kan eenmaal met vier weken worden verlengd. Het Bureau BIBOB zal hiervan het bestuursorgaan in kennis stellen. Het bestuursorgaan zal de aanvrager hiervan op haar beurt in kennis stellen. De beslistermijn voor de gemeente om te beslissen op de vergunningaanvraag wordt opgeschort gedurende de adviestermijn van het landelijk Bureau.

Het advies van Bureau BIBOB kan drie uitkomsten hebben met betrekking tot de mate van ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet BIBOB

  • ·

    er is geen sprake van een ernstige mate van gevaar

  • ·

    er is sprake van een mindere mate van gevaar

  • ·

    er is sprake van een ernstige mate van gevaar

Het bestuursorgaan kan wanneer er sprake is van een mindere of ernstige mate van gevaar op basis van artikel 3 van de Wet BIBOB een vergunning weigeren of intrekken wanneer er sprake is van ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor:

  • a.

    het benutten van voordelen uit strafbare feiten

  • b.

    het plegen van strafbare feiten

  • c.

    wanneer een redelijk vermoeden bestaat dat ter verkrijging van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd.

Het bestuursorgaan kan het advies gebruiken ter motivering van een besluit. Het ligt voor de hand dat de vergunning in het eerste geval zal worden verleend. In het tweede en derde geval zal het bestuursorgaan een extra afweging dienen te maken of de vergunning wordt geweigerd danwel ingetrokken of dat de vergunning onder extra voorschriften kan worden verleend. Voor de inhoud van het besluit blijft het bestuursorgaan verantwoordelijk.

Het bestuursorgaan zal, indien er het voornemen bestaat een negatieve beslissing te nemen op grond van een BIBOB- advies, de betrokkene in de gelegenheid stellen zijn zienswijze naar voren te brengen, betrokkene kan dan het BIBOB -advies inzien. Derden die genoemd zijn in de beslissing worden aangemerkt als belanghebbenden in de zin van artikel 4:8 Awb en moeten, indien te verwachten is dat zij hiertegen bedenkingen hebben, ook in de gelegenheid worden gebracht om hun zienswijze naar voren te brengen. Derden hebben overigens niet het recht om het advies in zijn geheel in te zien.

Tegen de uiteindelijke beslissing van het bestuursorgaan waarin een BIBOB- advies is verwerkt kan bezwaar en beroep worden aangetekend.

Financiële consequenties

De kosten voor het indienen van een aanvraag om advies bij bureau BIBOB is voor 2005 op € 500,- per advies gesteld. Uiteraard wordt alleen advies aangevraagd na een grondige analyse van de gemeente zelf en indien na eigen onderzoek vragen blijven bestaan omtrent essentiële zaken. Uit ervaring blijkt dat het per jaar om maximaal vijf adviesaanvragen zou kunnen gaan. Per jaar betekent dat een extra kostenpost van € 2.500,-- .

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt 8 dagen na publicatie in werking.

Burgemeester en wethouders van Schiedam voor de hen toekomende bevoegdheden,

de secretaris, P.J. Buytels

de burgemeester. R. Scheeres