Overheidsorganisatie | Gemeente Leidschendam-Voorburg |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2012 |
Citeertitel | Verordening marktgeld 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen, retributies en heffingen |
Geen
Gemeentewet, artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2012 | artikel 3 | 12-06-2012 Leidschendammer / Voorburgse Courant 21-6-2012 | 702522 / 723678 | ||
01-01-2012 | 01-07-2012 | nieuwe regeling | 01-11-2011 Leidschendammer / Voorburgse Courant 8-12-2011 | 634598 / 641688 |
De raad van de Gemeente Leidschendam-Voorburg;
gelezen het desbetreffende voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a. van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2012
Onder de naam marktgeld worden rechten geheven voor het gebruik van een standplaats op de voor de openbare dienst bestemde als marktterrein aangewezen plaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.
1. Het marktgeld wordt geheven naar het aantal standplaatsen
2. Het marktgeld bedraagt per standplaats of gedeelte daarvan:
per dag of gedeelte daarvan € 10,20
per kalenderkwartaal € 102,00
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
1. Het in artikel 3, tweede lid sub a, verschuldigde bedrag wordt geheven bij wege van een mondelinge kennisgeving van een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.
2. Het in artikel 3, tweede lid sub b, verschuldigde bedrag wordt geheven bij wege van aanslag.
1. Het recht, bedoeld in artikel 3, tweede lid sub b, is verschuldigd bij de aanvang van het kalenderkwartaal of, indien de belastingplicht in de loop van het kalenderkwartaal aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderkwartaal eindigt, wordt voor de rechten bedoeld in artikel 3, tweede lid sub b, op aanvraag ontheffing verleend over zoveel maanden als er in dat kalenderkwartaal, na het tijdstip van eindigen van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Het recht, bedoeld in artikel 3, tweede lid sub a, is verschuldigd op het moment dat de in artikel 5, eerste lid, bedoelde ambtenaar de standplaats toewijst.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet het recht bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub a, op eerste aanzegging aan de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar worden voldaan. De ambtenaar die het per dag verschuldigde marktgeld int, is verplicht voor elke betaling een bewijs af te geven, waaruit blijkt dat het verschuldigde is voldaan. Het bewijs van betaling moet op verzoek worden getoond aan de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, belast met het toezicht op de heffing en invordering van deze rechten.
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet wordt het recht bedoeld in artikel 3, eerste lid, sub b, geheven bij wege van aanslag. De belastingaanslagen zijn invorderbaar in één termijn, welke vervalt uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet en de Marktverordening 2010 is de in het eerste lid van artikel 5 bedoelde ambtenaar bevoegd ieder die nalatig is het verschuldigde te voldoen, van het marktterrein te doen verwijderen en de ingenomen standplaats te doen ontruimen.
Indien de belastingplichtige door omstandigheden buiten zijn wil, geen gebruik heeft kunnen maken van zijn standplaats, waarvoor het in artikel 3, tweede lid, sub b bedoelde marktgeld is voldaan, bestaat aanspraak op ontheffing, met dien verstande dat hij altijd het bedrag verschuldigd is indien het tarief als bedoeld in artikel 3 sub a, zou zijn toegepast.
Bij de invordering van het marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het marktgeld.
1. De “Verordening marktgelden 2011” vastgesteld bij raadsbesluit van 2 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening marktgeld 2012'.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van de Gemeente Leidschendam-Voorburg
van 1 november 2011.
de griffier, de voorzitter,
mr. G.A. van Egmond drs. J.W. van der Sluijs