Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Plaatselijke Verordening Wormerland 2011 inclusief derde wijziging 2015 |
Citeertitel | Algemene Plaatselijke Verordening Wormerland 2011 inclusief derde wijziging 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | APV |
Geen
Aanwijzingsbesluit 2:48 Apv Wormerland 2011 (alcoholverbod centrumgebied) Externe link
Aanwijzingsbesluit 2:57 Apv Wormerland 2011(losloopplaatsen honden)Externe link
Aanwijzingsbesluit 4:13 Apv Wormerland 2011 opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz. Externe link
1e wijziging aanwijzingsbesluit 5:25 Apv Wormerland 2011 ligplaatsenExterne link
Aanwijzingsbesluit 5:6 Apv Wormerland kampeermiddelen etc. Externe link
Aanwijzingsbesluit 5:8 Apv Wormerland grote voertuigen etc. Externe link
Beleidsregels reguleren verkooppunten vuurwerk Externe link
Nadere regels verbod op carbidschieten buiten de bebouwde kom Externe link
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-03-2017 | 14-03-2017 | intrekking | 28-02-2017 Gemeenteblad 2017, 34990 | - | |
26-12-2015 | 14-03-2017 | Wijziging | 08-12-2015 Gemeenteblad, 18 december 2015 | - | |
28-11-2015 | 26-12-2015 | Wijziging | 17-11-2015 Gemeenteblad, 20 november 2015 | - | |
04-05-2012 | 28-11-2015 | Wijziging regeling | 17-04-2012 | wijziging | |
13-10-2011 | 13-10-2011 | nieuwe regeling | 28-06-2010 | - |
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
Elke vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.
De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing voor de volgende artikelen in deze verordening:
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:l Samenscholing en ongeregeldheden
Hij die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of hij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Afdeling 6 Veiligheid op de weg
De rechthebbende op een bedrijf die winkelwagentjes ter beschikking stelt, mede ten behoeve van het vervoer van winkelwaren over de weg, is verplicht ze te voorzien van de naam van het bedrijf of een ander herkenningsteken, en de in de omgeving van dat bedrijf door het publiek op een openbare plaats achtergelaten winkelwagentjes terstond te verwijderen of te doen verwijderen.
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Artikel 2:25a Termijn voor het indienen van een aanvraag voor een evenementenvergunnin
In afwijking van artikel 1:3 kan de burgemeester de minimale termijn voor het indienen van een aanvraag per evenementencategorie vaststellen.
Afdeling 8 Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid. Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden;
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft.
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel l, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden zonder ontheffing van het college zich te bevinden in of op bij de gemeente in onderhoud zijnde parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken, buiten de daarin gelegen wegen of paden.
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
Het is verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.
[red: aanwijzingsbesluit http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/Wormerland/160463/160463_1.html
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien:
Artikel 2:57 Loslopende honden
Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste lid onder a niet geldt.
[red: aanwijzingsbesluithttp://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/Wormerland/160465/160465_2.html
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: de handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht
De handelaar af een voor hem handelend persoon is verplicht:
1° dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres van de bij zijn onderneming behorende vestiging;
2° van een verandering van de onder a, sub l°, bedoelde adressen;
3° als hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;
4° dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan;
Artikel 2:71 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: Consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit ) van toepassing is.
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen.
Het is verboden in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig te houden, zonder een vergunning van het college van de gemeente waar het bedrijf is of zal worden gevestigd.
Artikel 2:73b Verbod carbidschieten
Dit artikel is niet van toepassing voor zover de Wet milieubeheer, de Wet Wapens en Munitie, of het Wetboek van Strafrecht van toepassing zijn.
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden op of aan de weg post te vatten of zich daar heen en weer te bewegen en zich op of aan wegen in of op een voertuig te bevinden of daarmee heen en weer of rond te rijden, met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in de volgende artikelen van deze verordening groepsgewijs niet naleven.
2:1 (samenscholing en ongeregeldheden)
2:10 (voorwerpen of stoffen op of aan de openbare weg)
2:11 (aanleggen beschadigen of veranderen van weg)
2:19 (gevaarlijk of hinderlijk voorwerp)
2:47 (hinderlijk gedrag op openbare plaatsen)
2:49 (verboden gedrag bij of in gebouwen)
2:50 (hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten)
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
Afdeling 16 Toezicht op grow-, smart- en headshops
Artikel 2:78 Begripsomschrijvingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
inrichting: een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet, handelingen en werkzaamheden worden verricht die verband houden met dan wel inherent zijn aan het exploiteren van hetgeen in het maatschappelijk verkeer wordt aangeduid als een grow-, smart- of headshop;
Artikel 2:80 Maximum aantal vergunningen
Vergunning kan worden verleend voor een beperkt aantal inrichtingen, waarbij het maximum wordt bepaald op één inrichting.
Artikel 2:81 Weigeringsgronden
Onverminderd de bepalingen van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur wordt de vergunning geweigerd indien:
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor één of meer inrichtingen, tijdelijk andere dan de krachtens de Winkeltijdenwet geldende openingstijden vaststellen of al dan niet tijdelijke sluiting bevelen.
Onverminderd het bepaalde in artikel 2:83 en in artikel 13b van de Opiumwet sluit de burgemeester een inrichting al dan niet voor een bepaalde termijn indien de exploitant niet beschikt over een geldige exploitatievergunning.
Artikel 2:85 Aanwezigheid in gesloten inrichting
Het is verboden gedurende de tijd dat een inrichting ingevolge artikel 2:83 eerste lid, of krachtens een op grond van artikel 2:83 tweede lid dan wel artikel 2:84 genomen besluit voor bezoekers gesloten dient te zijn, een inrichting voor bezoekers geopend te hebben of daarin een of meer bezoekers toe te laten of te laten verblijven, of zich als bezoeker daarin te bevinden.
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Naast de gestelde eisen in het eerste lid, is de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem terzake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
De burgemeester kan met het oog op de in artikel 3:13, tweede lid, genoemde belangen personen aan wie ten minste eenmaal een bevel is gegeven als bedoeld in het derde lid hij besluit verbieden zich gedurende bepaalde termijn, anders dan in een openbaar middel van vervoer, te bevinden op of aan de wegen en op de tijden bedoeld in het eerste lid.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 12 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen.
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Het is verboden op een door het college aangewezen plaats buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht en buiten de weg gelegen in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Het college kan bij de aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid nadere regels stellen.
[red: aanwijzingsbesluit: http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/Wormerland/160467/160467_1.html
Het in dit artikel bepaalde geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet ruimtelijke ordening of de Provinciale Verordening.
Het verbod geldt niet voor het volgende:
het beroep, de dienst of het bedrijf dat in of op de onroerende zaak wordt uitgeoefend of waarvoor die zaak is bestemd;
opschriften die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, zulks zolang zij feitelijke betekenis hebben;
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
In deze afdeling wordt verstaan onder:
voertuigen: voertuigen als bedoeld in artikel 1, onder al, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990) met uitzondering van kleine wagens zoals: kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen;
parkeren: parkeren als bedoeld in artikel 1, onder ac, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens ( RVV 1990).
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.d.
Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:
[red: aanwijzingsbesluit http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/Wormerland/160468/160468_1.html
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.
[red: aanwijzingsbesluit http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/Wormerland/162741/162741_1.html
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Het college kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale vaarwegenverordening, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water.
[red: aanwijzingsbesluitExterne linkhttp://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Historie/Wormerland/330643/330643_1.html
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats
Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 5:25 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:26, tweede lid bepaalde.
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig als bedoel in artikel 1, onderdeel z, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel i van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard.
Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt, voor zover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen 5
Artikel 1:3 Indiening aanvraag 5
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 5
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing 6
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing 6
Artikel 1:8 Weigeringsgronden 6
Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden 7
Artikel 2:l Samenscholing en ongeregeldheden 7
Artikel 2:2 Optochten [vervallen] 7
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 7
Artikel 2:4 Afwijking termijn [vervallen] 8
Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens [vervallen] 8
Afdeling 3 Verspreiden van gedrukte stukken 8
Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 8
Afdeling 4 Vertoningen e.d. op de weg 8
Artikel 2:7 Feest, muziek en wedstrijd e.d. [vervallen] 8
Artikel 2:8 Dienstverlening [vervallen] 8
Artikel 2:9 Straatartiest e.d. 8
Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg 8
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan 8
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 9
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 9
Afdeling 6 Veiligheid op de weg 10
Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid [vervallen] 10
Artikel 2:14 Winkelwagentjes 10
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp [vervallen] 10
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. 10
Artikel 2:17 Kelderingangen e.d. 10
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen [vervallen] 10
Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp [vervallen] 10
Artikel 2:20 Vallende voorwerpen [vervallen] 10
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting 10
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn 10
Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs 11
Artikel 2:24 Begripsbepaling 11
Artikel 2:26 Ordeverstoring 12
Afdeling 8 Toezicht op openbare inrichtingen 12
Artikel 2:27 Begripsbepalingen 12
Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichting 12
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting 13
Artikel 2:31 Verboden gedragingen 13
Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen 14
Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan 14
Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan [vervallen] 14
Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf 14
Artikel 2:35 Begripsbepaling 14
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie 14
Artikel 2:37 Nachtregister [vervallen] 14
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister 14
Afdeling 10 Toezicht op speelgelegenheden 14
Artikel 2:39 Speelgelegenheden 14
Artikel 2:40 Kansspelautomaten 15
Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid 15
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal 15
Artikel 2:42 Plakken en kladden 15
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. 16
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen 16
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d. 16
Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d. 16
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 16
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik 16
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen 17
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten 17
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d. 17
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d. [vervallen] 17
Artikel 2:53 Bespieden van personen 17
Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur [vervallen] 17
Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren [vervallen] 17
Artikel 2:56 Alarminstallaties [vervallen] 17
Artikel 2:57 Loslopende honden 17
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden 18
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden 18
Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren [vervallen] 19
Artikel 2:61 Wilde dieren [vervallen] 19
Artikel 2:63 Duiven [vervallen] 19
Artikel 2:64 Bijen [vervallen] 19
Afdeling 12 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen 19
Artikel 2:66 Begripsbepaling 19
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister 19
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht 19
Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen [vervallen] 20
Artikel 2:70 Handel in horecabedrijven [vervallen] 20
Artikel 2:71 Begripsbepalingen 20
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen.
Artikel 2:73 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling
Artikel 2:73a Verbod oplaten wensballonnen
Artikel 2:73b Verbod carbidschieten
Artikel 2:74 Drugshandel op straat 20
Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen 20
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding 20
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden 21
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen 21
Afdeling 16 Toezicht op grow-, smart- en headshops 21
Artikel 2:78 Begripsomschrijvingen 21
Artikel 2:79 Vergunningplicht 21
Artikel 2:80 Maximum aantal vergunningen 21
Artikel 2:81 Weigeringsgronden 21
Artikel 2:82 Intrekking vergunning 22
Artikel 2:83 Openingstijden 22
Artikel 2:85 Aanwezigheid in gesloten inrichting 22
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. 23
Afdeling 1 Begripsbepalingen 23
Artikel 3:l Begripsbepalingen 23
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan 23
Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke 24
Artikel 3:4 Seksinrichtingen 24
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder 24
Artikel 3:6 Sluitingstijden 25
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting 25
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder 25
Artikel 3:9 Straatprostitutie 26
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke 26
Afdeling 3 Beslissingstermijn: weigeringsgronden 27
Artikel 3:12 Beslissingstermijn 27
Artikel 3:13 Weigeringsgronden 27
Afdeling 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer 27
Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie 27
Artikel 3:15 Wijziging beheer 27
Afdeling 5 Overgangsbepaling 28
Artikel 3:16 Overgangsbepaling [vervallen] 28
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente 28
Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting 28
Artikel 4:1 Begripsbepalingen 28
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 28
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten 29
Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten [vervallen] 30
Artikel 4:5 Onversterkte muziek 30
Artikel 4:6 Overige geluidhinder 30
Afdeling 2 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging 31
Artikel 4:7 Straatvegen [vervallen] 31
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen 31
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen 31
Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden [vervallen] (de Bomenverordening Wormerland is van kracht) 31
Artikel 4:10 Begripsbepalingern [vervallen] 31
Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden [vervallen] 31
Artikel 4:12 Vergunning van rechtswege [vervallen] 31
Afdeling 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast 31
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz. 31
Artikel 4:14 Stankoverlast door gebruik van meststoffen [vervallen] 32
Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame [vervallen] 32
Artikel 4:16 Vergunningsplicht lichtreclame [vervallen] 32
Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen [vervallen] 32
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente 32
Artikel 5:l Begripsbepalingen 32
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. 32
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen 33
Artikel 5:4 Defecte voertuigen 33
Artikel 5:5 Voertuigwrakken 33
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.d. 33
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen 33
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 33
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen 34
Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen [vervallen] 34
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen 34
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets 34
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen 34
Afdeling 3 Venten [vervallen] 34
Artikel 5:17 Begripsbepaling 35
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden 35
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende 35
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen 35
Artikel 5:21 Aanhoudingsplicht [vervallen] 35
Artikel 5:22 Begripsbepaling 35
Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt 36
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water 36
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen 36
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats 36
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats 37
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken 37
Artikel 5:29 Reddingsmiddelen 37
Artikel 5:30 Veiligheid op het water 37
Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen 37
Artikel 5:31a Verhalen anders dan op eigen aanvraag 37
Artikel 5:31b Verbod gebruik hoofdmotor of hulpmotor 37
Afdeling 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden 38
Artikel 5:32 Crossterreinen 38
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden 38
Afdeling 8 Verbod vuur te stoken [vervallen] 39
Afdeling 9 Verstrooiing van as [vervallen] 39
Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen 39
Artikel 6:2 Toezichthouders 39
Artikel 6:3 Binnentreden woningen 39
Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening 39