Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
A verwerend orgaan:
bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;
B commissie:
vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.
Hoofdstuk 3 Behandeling van bezwaarschriften
Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst
aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig
mogelijk in handen van de commissie gesteld.
Artikel 8 Bemiddeling
De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens
de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de
nodige handelingen, zowel onderzoeks- als afdoeningshandelingen.
Artikel 9 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden
voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van
de commissie:
- a.
- b.
artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een
termijn;
- c.
artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft
tijdens de behandeling door de commissie;
- d.
- e.
Artikel 10 Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste
inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie
bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig
uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan
kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college van
burgemeester en wethouders vereist.
Artikel 11 Hoorzitting
- 1.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting
waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid
worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
- 2.
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.
- 3.
Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van
het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het
verwerend orgaan.
Artikel 12 Uitnodiging zitting
- 1.
De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten
minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.
- 2.
Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het
verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het
tijdstip van de zitting te wijzigen.
- 3.
De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week
voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend
orgaan meegedeeld.
- 4.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of
afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste
tot en met het derde lid.
Artikel 13 Quorum
Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal
leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger,
aanwezig is.
Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de
behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het
geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 15 Openbaarheid zitting
- 1.
De zitting van de commissie is openbaar.
- 2.
De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie
of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een
belanghebbende daartoe een verzoek doet.
- 3.
Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig
zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de
zitting plaats met gesloten deuren.
- 4.
Bij de behandeling van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen
besluiten op het gebied van sociale zekerheid vindt de zitting van de
commissie altijd achter gesloten deuren plaats.
Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van
de aanwezigen en hun hoedanigheid.
- 2.
Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is
gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.
- 3.
Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond,
of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in
elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan
melding.
- 4.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die
aan het verslag kunnen worden gehecht.
- 5.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de
commissie.
- 6.
Het verslag wordt zo spoedig mogelijk toegezonden aan de
belanghebbenden, die ter zitting het woord hebben gevoerd. Deze zijn
vervolgens gedurende 3 dagen na de datum van toezending van het verslag
in de gelegenheid schriftelijk opmerkingen omtrent de redactie van het
verslag in te dienen bij de secretaris van de commissie.
- 7.
De commissie beslist in haar eerstvolgende vergadering omtrent wijziging
van het verslag naar aanleiding van de in lid 6 bedoelde
opmerkingen.
Artikel 17 Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt
opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter
uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit
onderzoek houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan
de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden
toegezonden.
- 3.
De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden
kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de
voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een
nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die
betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 18 Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het
door haar uit te brengen advies.
- 2.
De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen
advies.
- 3.
Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de
voorzitter.
- 4.
Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen
beslissing op het bezwaarschrift.
- 5.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien
die minderheid dat verlangt.
- 6.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie
ondertekend.
Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging
- 1.
Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in
artikel 16, eventueel ontvangen opmerkingen als bedoeld in het zesde lid
van artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere
informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan
dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn
van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb,
ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en
het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig
de beslissing te verdagen.
- 3.
Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de
belanghebbenden een afschrift.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 20 Intrekking oude regeling
De Verordening commissie bezwaarschriften 2004, vastgesteld bij besluiten
van respectievelijk 10 februari 2004, nummer 2004/03, en 20 januari 2004,
nummer 2/2o, laatstelijk gewijzigd bij besluiten van respectievelijk 13
maart 2007, nummer 2007/11 en 6 maart 2007, nummer 9/2e, wordt
ingetrokken.
Artikel 21 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van haar
bekendmaking.
Artikel 22 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie
bezwaarschriften 2011.