Organisatie | Leidschendam-Voorburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2012 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen, retributies en heffingen |
Geen
Gemeentewet, artikelen 216 en 228
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 01-11-2011 Leidschendammer / Voorburgse Courant 8-12-2012 | 634598 / 641688 |
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van de tarieventabel:
sleuflengte: dat deel van de openbare gemeentegrond dat aaneengesloten wordt ingenomen door kabel(s) en/of leiding(en) ten behoeve van één en dezelfde nutsvoorziening. Er is sprake van een sleuf als één of meerdere kabel(s) en/of leiding(en) voor dezelfde nutsvoorziening direct naast elkaar liggen zonder dat kabel(s) of leiding(en) voor andere nutsvoorzieningen ertussen liggen. Indien tussen de kabel(s) en/of leiding(en) voor een bepaalde nutsvoorziening andere kabel(s) en/of leiding(en) voor een andere nutsvoorziening liggen, is er sprake van meerdere sleuven;
worden gedeelten van de in de tabel genoemde tijds- en andere eenheden voor een geheel gerekend, met dien verstande dat indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het tijdvak, het recht zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag beloopt als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het belastingtijdvak resteren.
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemd gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst betsemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4 – Maatstaf van heffing en tarieven
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 5 - Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
De belasting wordt niet geheven ter zake van:
voorwerpen die tijdelijk en zonder commercieel oogmerk aanwezig zijn in het kader van activiteiten die een cultureel, sociaal of een voor de gemeente promotioneel karakter hebben. Hieronder zijn niet begrepen rommelmarkten, vlooienmarkten of andere markten die worden gehouden op de daartoe bij besluit van Burgemeester en Wethouders aangewezen evenemententerreinen of terreinen die voor het evenement worden afgebakend, door middel van hekken, linten of andere soortgelijke materialen.
Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen zijn verwijderd voor het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op aanvraag van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend over de na de verwijdering resterende volle maanden van het belastingtijdvak, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Artikel 12 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.
Artikel 13 - Inwerkingtreding en citeertitel
De “Verordening precariobelasting 2011”, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van de Gemeente Leidschendam-Voorburg
van 1 november 2011.
de griffier, de voorzitter,
mr. G.A. van Egmond drs. J.W. van der Sluijs
Bijlage Tarieventabel behorende bij de precarioverordening 2012