Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel intrekking omgevingsvergunning |
Citeertitel | Beleidsregel intrekking omgevingsvergunning |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | ruimtelijke ordening |
Geen.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-08-2011 | nieuwe regeling | 07-07-2011 Veluws Nieuws, 9-8-2011 | 2011-56322 |
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
omgevingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), alsmede een vergunning die op grond van de artikelen 1.2, 1.2a, 1.3 en 1.4 van de overgangsrechtelijke bepalingen van de Invoeringswet Wabo wordt gelijkgesteld met een omgevingsvergunning;
Intrekkingsprocedure bij uitblijven aanvang werkzaamheden
Artikel 2 Informatieverstrekking bij uitblijven aanvang werkzaamheden
Als een jaar is verstreken na het verlenen van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen (art. 2.1, lid 1, onder a Wabo), uitvoeren van werkzaamheden (artikel 2.1, lid 1 onder b), sloopwerkzaamheden (artikel 2.1, lid 1 onder g en artikel 2.2, lid 1 onder a) of vellen van houtopstanden (artikel 2.2., lid 1 onder g) en binnen deze termijn niet is begonnen met de werkzaamheden, dan wordt de vergunninghouder schriftelijk geïnformeerd over het intrekkingenbeleid.
Voor de activiteiten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan (artikel 2.1, lid 1 onder c) en oprichten, in werking hebben of veranderen van de werking van de inrichting (art. 2.1, lid 1, onder e) geldt dat als twee jaren zijn verstreken na het verlenen van de vergunning en gedurende deze termijn geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning, de vergunninghouder schriftelijk wordt geïnformeerd over het intrekkingenbeleid.
Artikel 3 Intrekkingsprocedure
Voor de activiteiten bouwen (art. 2.1, onder a), uitvoeren van werkzaamheden (artikel 2.1, lid 1 onder b), sloopwerkzaamheden (artikel 2.1, lid 1 onder g en artikel 2.2, lid 1 onder a) of vellen van houtopstanden (artikel 2.2., lid 1 onder g) wordt de intrekkingsprocedure gestart als twee jaren zijn verstreken na vergunningverlening en binnen deze termijn niet is begonnen met de werkzaamheden.
Voor de activiteiten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan (artikel 2.1, lid 1 onder c) en oprichten, in werking hebben of veranderen van de werking van een inrichting (artikel 2.1., lid 1 onder e) geldt dat de intrekkingsprocedure wordt gestart als drie jaren zijn verstreken na het verlenen van de omgevingsvergunning en gedurende deze termijn geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning.
Artikel 4 Intrekking na verlenging
Als gebruik is gemaakt van de in artikel 3, lid 4 van deze beleidsregel genoemde mogelijkheid tot verlenging van de termijn en na het verstrijken van deze verlengingstermijn is niet begonnen met de werkzaamheden, dan trekken burgemeester en wethouders de verleende vergunning in. Verdere verlenging is niet mogelijk.
Artikel 5 Verstrijken in de vergunning genoemde datum
In gevallen waarin in de verleende omgevingsvergunning een datum is genoemd waarbinnen de vergunde activiteiten uiterlijk moeten zijn uitgevoerd, zijn de artikelen 2 tot en met 4 van overeenkomstige toepassing.
Met betrekking tot de intrekking van een omgevingsvergunning voor de activiteit monument geldt dat van gewijzigde omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder op grond waarvan het belang van de monumentenzorg zwaarder moet wegen, in ieder geval sprake is wanneer de vergunning voor de activiteit die onlosmakelijk met de activiteit monument is verbonden, wordt ingetrokken.
Artikel 7 Geheel of gedeeltelijke verwoesting van een inrichting
Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder e, in als binnen één jaar na verwoesting van de inrichting geen aanvraag om omgevingsvergunning is ingediend.
Artikel 8 Onlosmakelijke activiteiten
Als sprake is van een verleende omgevingsvergunning voor meerdere activiteiten die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden waarvoor voor één of meerdere activiteiten geldt dat niet binnen de gestelde termijn met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen, dan geldt de intrekkingprocedure van de artikelen 2 tot en met 4 voor die onlosmakelijk met elkaar verbonden activiteiten.
Beleidsregel intrekking omgevingsvergunning
Intrekkingsprocedure bij uitblijven aanvang werkzaamheden
Artikel 2 Informatieverstrekking bij uitblijven aanvang werkzaamheden
Artikel 3 Intrekkingsprocedure
Artikel 4 Intrekking na verlenging
Artikel 5 Verstrijken in de vergunning genoemde datum
Artikel 7 Geheel of gedeeltelijke verwoesting van een inrichting
Artikel 8 Onlosmakelijke activiteiten