Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gelderland

Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGelderland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingSubsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011
CiteertitelSubsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpsubsidies, jeugdzorg

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op de jeugdzorg, artikel 41, lid 5

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-10-201101-01-2015Nieuw

28-09-2011

Provinciaal Blad 2011/136

PS2011-496

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011

PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten PS2011-496; Gelet op artikel 105, tweede lid, van de Provinciewet; Gelet op artikel 41, vijfde lid, van de Wet op de jeugdzorg; BESLUITEN Vast te stellen de volgende verordening.

Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011 

Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Wet op de jeugdzorg;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    AsG: Algemene subsidieverordening Gelderland 1998;

  • d.

    uitvoeringsprogramma: het uitvoeringsprogramma jeugdzorg, als bedoeld in artikel 32 van de wet;

  • e.

    stichting: de stichting die een bureau jeugdzorg, als bedoeld in artikel 4 van de wet, in stand houdt;

  • f.

    zorgaanbieder: een aanbieder van jeugdzorg, als bedoeld in artikel 18 van de wet;

  • g.

    steunfunctie: een steunfunctie, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet;

  • h.

    experiment: een experiment, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet;

  • i.

    vertrouwenspersoon: een vertrouwenspersoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet.

Artikel 2. Bevoegdheden Gedeputeerde Staten

  • 1

    Gedeputeerde Staten stellen ter uitvoering van deze verordening regels vast.

  • 2

    De regels als bedoeld onder het eerste lid kunnen onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:48 tot en met 4:50 en afdeling 4.2.7 van de Awb betrekking hebben op het intrekken en wijzigen van besluiten tot subsidieverstrekking en de betaling en terugvordering van subsidiebedragen.

  • 3

    Onverminderd het bepaalde in artikel 41 van de wet zijn Gedeputeerde Staten bevoegd alle besluiten te nemen omtrent subsidieverstrekking ten behoeve van bij besluit van de minister of Provinciale Staten aangewezen activiteiten in het kader van de jeugdzorg.

  • 4

    Gedeputeerde Staten kunnen onverminderd artikel 3.1, tweede lid, van de AsG en in afwijking van artikel 2.1 van de AsG subsidies van meer dan € 25.000,-- vaststellen zonder voorafgaand besluit tot subsidieverlening, indien een aanvraag daartoe is ingediend na afloop van de activiteit of tijdvak waarvoor de subsidie wordt gevraagd.

Artikel 3. Hoogte van de subsidie

  • 1

    Voor subsidie verstrekt op grond van artikel 41 van de wet bedraagt het maximale subsidiebedrag per subsidieontvanger ten hoogste het in het uitvoeringsprogramma, zoals bedoeld in artikel 32, tweede lid, aanhef en onder c, van de wet, maximaal voor henbeschikbaar gestelde bedrag.

  • 2

    De subsidie als bedoeld in het eerste lid kan worden aangepast wanneer de uitkering, bedoeld in hoofdstuk VI, paragraaf 1, van de wet, wordt aangepast.

Paragraaf 2 AANVRAAG SUBSIDIE EN VERLENING VAN SUBSIDIE

Artikel 4. Aanvrager

Subsidie als bedoeld in artikel 2, derde lid, wordt verstrekt aan de in artikel 41 van de wet genoemde subsidie-ontvangers.

Artikel 5. Certificering

  • 1

    Alleen zorgaanbieders die in bezit zijn van een certificaat van het kwaliteitsmanagementsysteem dat is afgegeven door een instelling geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie komen voor subsidie in aanmerking.

  • 2

    Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het gestelde in het eerste lid.

Artikel 6. Aanvraag subsidie

  • 1

    In afwijking van artikel 8.2 van de AsG wordt de aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 41, eerste tot en met het vierde lid, van de wet ingediend vóór 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft. Het bepaalde is niet van toepassing op aanvragen voor subsidie ten behoeve van experimenten.

  • 2

    Gedeputeerde Staten stellen voor aanvragen voor subsidie ten behoeve van experimenten alsmede activiteiten als bedoeld in artikel 2, derde lid, een indieningstermijn vast.

  • 3

    Onverminderd de artikelen 4:61 en 4:64 van de Awb gaat de aanvraag wanneer voor de eerste keer subsidie aangevraagd wordt, vergezeld van:

    • a.

      een gewaarmerkte kopie van haar inschrijving in het Handelsregister, als bedoeld in artikel 289 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

    • b.

      de laatst opgestelde balans en resultatenrekening met toelichting en voorzien van een accountantsverklaring; en

    • c.

      het bankrekeningnummer waarop de subsidie moet worden overgemaakt.

Artikel 7. Verlening van subsidie

  • 1

    In afwijking van artikel 8.3 van de AsG beslissen Gedeputeerde Staten op aanvragen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 2

    In afwijking van artikel 3.1, eerste lid en artikel 8.3 van de AsG beslissen Gedeputeerde Staten op aanvragen als bedoeld in artikel 6, tweede lid, uiterlijk tien weken na afloop van de indieningstermijn.

  • 3

    In afwijking van artikel 3.1, eerste lid en artikel 8.3 van de AsG kunnen Gedeputeerde Staten de beslissing als bedoeld in het eerste en tweede lid eenmaal voor ten hoogste zes weken verdagen.

Artikel 8. Weigeringsgronden

  • 1

    Subsidie wordt geweigerd indien deze niet past binnen het provinciale beleidskader jeugdzorg als bedoeld in artikel 31 van de wet.

  • 2

    Het eerste lid is slechts van toepassing op subsidies die op grond van artikel 2, derde lid, worden verstrekt, voor zover dit niet in strijd is met de in die bepaling bedoelde besluiten.

Paragraaf 3 SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel 9. De aanvraag tot vaststelling

In afwijking van artikel 5.1, eerste lid, van de AsG dient de subsidie-ontvanger uiterlijk op 1 mei van het jaar volgend op het jaar waarover subsidie is verleend, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

Artikel 10. Voorschotbetalingen

  • 1

    Onverminderd het bepaalde in artikel 7.2 van de AsG kunnen Gedeputeerde Staten, vooruitlopend op de verlening van de subsidie, een voorschot verlenen op grond van de in het uitvoeringsprogramma genoemde bedragen.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid kunnen Gedeputeerde Staten indien er geen vastgesteld uitvoeringsprogramma is, een voorschot verlenen op grond van het in artikel 31, eerste lid, van de wet bedoelde ontwerp van het uitvoeringsprogramma.

Paragraaf 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11. Inwerkingtreding

  • 1

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2

    De Subsidieverordening Jeugdzorg Gelderland 2005 wordt ingetrokken met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin deze regeling wordt geplaatst, met dien verstande dat die verordening van kracht blijft voor subsidies die zijn aangevraagd ten behoeve van het subsidiejaar 2011 of op eerdere subsidiejaren waarop de Subsidieverordening Jeugdzorg Gelderland 2005 van toepassing is.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011.

Provinciale Staten van Gelderland