Organisatie | Alkmaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening openbaar water |
Citeertitel | Verordening openbaar water |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Verordening openbaar water.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-11-2011 | 27-10-2016 | nieuwe regeling | 27-10-2011 Officiële Mededelingen, 02-11-2011 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Alkmaar;
gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr. 2559;
gelet op het advies van de commissie Stedelijke ontwikkeling en beheer;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
woonschip: een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf, niet zijnde een object dat valt onder de Woningwet;
Artikel 4 Niet in behandeling nemen van een aanvraag
Indien een aanvraag voor een vergunning wordt ingediend minder dan acht weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning nodig heeft, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.
Artikel 8 Intrekking of wijziging van vergunning
De vergunning kan worden ingetrokken of worden gewijzigd;
Artikel 11 Voorwerpen op, in of boven het openbaar water
Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatige en veilige gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatige beheer en onderhoud van het openbaar water.
De verboden in het eerste en derde lid gelden niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, het Binnenvaartpolitiereglement, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening of de Scheepvaartwegenverordening Noord-Holland.
Het verbod in het eerste lid geldt niet indien ontheffing voor een vaartuig op grond van het Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 24 oktober 1995, nr. 95-901256 of het Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 1 juli 1993, nr. 93900647 vereist is, tenzij het betreft de Kanaalkade en de Noorderkade gelegen aan het Noordhollands kanaal.
Het verbod in het eerste lid geldt voorts niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Scheepvaartverkeerswet, de Scheepvaartwegenverordening Noord-Holland of de Provinciale landschapsverordening.
Artikel 13 Aanwijzingen ligplaats
Onverminderd het krachtens het tweede lid van artikel 12 bepaalde kan het college aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, volksgezondheid, de bescherming van het milieu en het aanzien van de gemeente.
Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, Scheepvaartwegenverordening Noord-Holland of de Provinciale landschapsverordening.
Artikel 14 Verwaarloosde vaartuigen
Het is verboden een vaartuig dat vaartechnisch in onvoldoende staat van onderhoud is en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert op het openbaar water af te meren, dan wel afgemeerd te houden.
Artikel 15 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiingen, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Scheepvaartwegenverordening Noord-Holland of het Binnenvaartpolitiereglement.
Artikel 17 Veiligheid op het water
Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Scheepvaartwegenverordening Noord-Holland.
Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 6 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie: artikel 11, eerste en derde lid, artikel 12, eerste en vijfde lid, artikel 13, tweede lid, artikel 14, artikel 15 eerste lid, artikel 16 eerste en tweede lid, artikel 17 eerste lid, artikel 18, eerste en tweede lid.
Artikel 21 Binnentreden woningen/woonschepen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden van een woning zonder toestemming van de bewoner.
Toelichting op de Verordening openbaar water
Het beheer van het openbaar (vaar)water is in Nederland aan diverse overheden opgedragen. Zo is voor het beheer van de belangrijkste rivieren en rijkskanalen de centrale overheid verantwoordelijk. Het beheer van de overige wateren is verdeeld tussen de provincies, gemeenten en hoogheemraadschappen e.d. De centrale wetgever heeft voor het gebruik van het openbaar vaarwater diverse regelingen opgesteld, zoals: Wet beheer rijkswaterstaatswerken Binnenvaartwet Scheepvaartverkeerswet Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer Binnenvaartpolitiereglement De gemeentelijke verordening op grond van artikel 149 Gemeentewet mag niet met deze wetgeving in strijd zijn. Indien op grond van hogere regelgeving een vergunning of ontheffing wordt geëist, treedt de verordening alleen terug voor zover deze regelgeving toeziet op hetzelfde onderwerp en motief. De in deze verordening opgenomen regels zijn aanvullend op de hogere regelgeving c.q. ingegeven door een ander motief.
Sub c. Woonschip: er is sprake van een woonschip/woonark indien er géén sprake is van een bouwwerk in de zin van de Woningwet. Een drijvende woning is een bouwwerk in de zin van de Woningwet indien deze bedoeld is om ter plaatse te functioneren en een solide verankering heeft, bijvoorbeeld waarbij het bouwwerk alleen vertikaal kan bewegen maar horizontaal is gefixeerd. Er moet bij de verankering sprake zijn van een vaste verbinding met de ondergrond (zie “Drijvende woningen en de bouwregelgeving (Handreiking voor ontwikkelaars, bouwers en gemeentelijke plantoetsers)”, uitgave VROM april 2009). Sub e. Onder rechthebbende wordt verstaan de rechthebbende naar burgerlijk recht. Er zijn verschillende zakelijke en persoonlijke rechthebbenden. In deze verordening wordt verstaan onder zakelijk rechthebbende de eigenaar van een vaartuig of degene die een beperkt zakelijk genotsrecht heeft op een vaartuig. Onder persoonlijk rechthebbende wordt verstaan: de rechthebbende die bijv. een huurrecht, een recht van bruikleen of ander niet zakelijk gebruiksrecht op een vaartuig heeft.
Het college kan nadere regels stellen, zoals ten aanzien van woonschepen, ligplaatsenkaart of toeristisch water.
Uitgangspunt van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 4:2 ) is dat aanvragen schriftelijk worden ingediend. Bij afzonderlijke wettelijke bepaling kan worden bepaald dat een aanvraag ook mondeling kan worden gedaan. De aanvraag kan uitsluitend door een rechthebbende worden gedaan. Wordt de aanvraag ingediend door een niet-rechthebbende, dan is er sprake van een niet-ontvankelijke aanvraag. Op grond van de definities is een rechthebbende, degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of een persoonlijk recht. Ligplaatsvergunningen voor een woonschip moeten altijd schriftelijk door een zakelijk rechthebbende worden aangevraagd.
Artikel 4 Niet in behandeling nemen
Voor het verwerken van een aanvraag die een langere voorbereidingstijd vergt, moet de tijd voor het in behandeling nemen voldoende zijn. Niet elke overschrijding van deze indieningtermijn hoeft te leiden tot het niet in behandeling nemen. Dit zal afhangen van de mogelijkheid om in een korter tijdsbestek te besluiten.
Een aanvraag is ontvangen zodra de aanvraag volledig is ingediend. Vanaf dat moment gaat de beslistermijn lopen. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. Dit houdt in dat vergunningen niet van rechtswege worden verleend.
Artikel 6 Voorschriften en beperkingen
Niet nakoming van voorschriften en beperkingen die aan een vergunning verbonden zijn, kan grond opleveren voor intrekking van de vergunning dan wel voor toepassing van andere (bestuurlijke) sancties. Bestuurlijke herstelsancties kunnen worden toegepast mits voorschriften en beperkingen zijn overtreden die verband houden met de bescherming van het belang of de belangen met het oog waarop de vergunning is vereist.
Zowel een natuurlijk persoon als een rechtspersoon kan de vergunning aanvragen. De persoonlijke vergunning is niet overdraagbaar.
Artikel 8 Intrekking of wijziging van vergunning
Dit artikel spreekt voor zich.
De vergunning geldt voor bepaalde tijd, voorzover dit niet reeds uit de aard van de vergunning blijkt. Vergunninghouder is zelf verantwoordelijk voor het tijdig aanvragen van een nieuwe vergunning.
Openbare orde Het begrip zedelijkheid valt onder het begrip openbare orde. Ook andere dwingende redenen dan de openbare orde kunnen een ‘zedelijkheidsaspect’ hebben. Openbare veiligheid De veiligheid op het water valt aan te merken als een dwingende reden van algemeen belang. Maar ook is er sprake van een belang dat te scharen valt onder de volksgezondheid, als het voorkomen van slachtoffers het te beschermen belang betreft. Volksgezondheid Hierbij kan worden gedacht aan aansluiting op het riool e.d. Bescherming van het milieu Het milieubegrip omvat alle soorten van overlast die gerelateerd zijn aan de omgeving/het milieu. Te denken valt aan geluidsoverlast, geurhinder, overlast veroorzaakt door stof, afval e.d. Aanzien van de gemeente Het betreft hier een grond op basis van de aanvullende bevoegdheid op grond van artikel 149 Gemeentewet.
Artikel 11 Vergunning voorwerpen in op of boven openbaar water
In verband met onderhoud aan de vaarwegen is het wenselijk tot een uniformering te komen. Het gaat met name om permanent bedoelde zaken zoals bijvoorbeeld om het maken van een steiger of een meerpaal. die gevaar of hinder kunnen opleveren voor het vaarverkeer of een probleem opleveren bij onderhoudswerkzaamheden.
Er geldt een algemeen ligplaatsverbod, met een vergunningstelsel. Onder het begrip vaartuig worden zowel woonschepen als overige vaartuigen begrepen. Een algemeen verbod met een vergunningstelsel voor woonschepen is in overeenstemming met het bepaalde in artikel 88 van de Huisvestingswet. Het ligplaatsverbod geldt in principe niet indien een ontheffing voor een vaartuig vereist is op grond van provinciale besluitvorming. Het gaat dan om ligplaatsen zoals aan het Noordhollands kanaal c.q. het Noordhollandsch Kanaal, de Hoornse Vaart c.q. de Hoornschevaart en het Kanaal Omval-Kolhorn c.q. het Kraspolderkanaal. Met betrekking tot de Kanaalkade en de Noorderkade, gelegen aan het Noordhollands kanaal, geldt dat naast een provinciale ontheffing ook een gemeentelijke vergunning is vereist. Het betreft hier namelijk locaties waarvoor nadere gemeentelijke regulering voor bijvoorbeeld de Charter- en Riviersruisevaart noodzakelijk is. Via de nadere regels (delegatie op grond van artikel 156 Gemeentewet) kan het college algemeen werkende voorschriften vaststellen met betrekking o.a. tot het afvoeren van afvalwater, drinkwater en aansluiting op het rioleringsstelsel, elektriciteit en drinkwaternetwerk en het aanzien van de gemeente. Daarnaast kan het college beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen.
Artikel 13 Aanwijzingen ligplaats
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 14 Verwaarloosde vaartuigen
De Wrakkenwet regelt de situatie met betrekking tot vaartuigen, overblijfselen van een vaartuig en alle andere voorwerpen in openbare wateren die zijn gestrand, gezonken, aan de grond geraakt of vastgeraakt op of in een waterkering of ander waterstaatswerk. De bepaling in de verordening is daar een aanvulling op. Van een verwaarloosd vaartuig is sprake indien het vaartuig niet meer drijft.
Artikel 15 Beschadiging van waterstaatswerken
Deze bepaling is van toepassing op de bij de gemeente in beheer zijnde waterstaatswerken.
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 17 Veiligheid op het water
Deze regeling is een aanvulling op het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) en richt zich niet zoals het BPR op gebruikers van vaartuigen, maar op de overige gebruikers van het openbaar water.
Artikel 18 Overlast aan vaartuigen
Dit artikel spreekt voor zich.
Het overtreden van de bepalingen van deze verordening is een strafbaar feit.
Het college kan toezichthouders aanwijzen die belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening. Zij hebben de bevoegdheden zoals deze staan opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht. Door het noemen van de toezichthouders in de verordening kan opsporingbevoegdheid worden verleend.
Artikel 21 Binnentreden woonruimte
Woonschepen zijn woningen. Voor het binnentreden van woningen tegen de wil van de bewoner in gelden strenge regels. Op grond van artikel 149a van de Gemeentewet kan de raad de bevoegdheid toekennen aan toezichthouders. De Algemene wet op het binnentreden is van toepassing. Het binnentreden van woningen met toestemming van de bewoners is geregeld in artikel 5:15 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 22 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening
Alle vergunningen die zijn verleend op grond van de ingetrokken verordening en nog rechtskracht hebben, blijven geldig en worden gezien als een vergunning die is verleend op grond van de nieuwe verordening.