Organisatie | Dordrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen gehandicapten 2004 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen gehandicapten 2004 gemeente Dordrecht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2004 | 01-01-2007 | regeling is vervallen | 06-01-2004 Gemeentenieuws, 2004-01-14 | 2003, SD/2003/2146 |
De RAAD van de gemeente Dordrecht;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 21 november 2003, nr.
gelet op artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten, Stb. 1993, nr. 545 en gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, Stb. 1993, 610;
overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van voorzieningen aan gehandicapten bij verordening te regelen;
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
HOOFDSTUK 2. Woonvoorzieningen
De bepalingen van hoofdstuk 2 zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, verzorgingshuizen, vakantiewoningen, tweede woningen, kamerverhuur en specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij (nieuw)bouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.
Artikel 2.6 Gemeenschappelijke ruimten
Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming verlenen voor het treffen van uitsluitend de volgende voorzieningen aan een gemeenschappelijke ruimte:
Indien de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip ten tijde van indiening van de aanvraag minder dan vijf jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet tenminste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, worden de aanpassingskosten tot een vastgesteld maximum vergoed.
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een binnenschip indien de aanpassing betrekking heeft op het voor de schipper, de bemanning en hun gezinsleden bestemde gedeelte van het verblijf als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel V, van het Binnenschepenbesluit (Stb. 1987,466), van een binnenschip, dat:
Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in artikel 2.1 lid 1, onder a. verstrekken aan de gehandicapte of aan een persoon die op verzoek van de gemeente, ten behoeve van een gehandicapte de woonruimte, bestemd voor permanente bewoning, heeft ontruimd.
Voor zover het treffen van voorzieningen, als bedoeld in artikel 2.1. lid 1, onder b. het uitbreiden van bestaande woningen betreft, dan wel het groter bouwen van een nieuw te bouwen woning dan zonder de voorzieningen nodig zou zijn, kunnen burgemeester en wethouders een bijdrage verlenen voor de extra te verwerven grond die ten hoogste overeenkomt met de bijdrage voor het aantal vierkante meters per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning, zoals vermeld in Bijlage 1.
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten van onderhoud, keuring en reparatie als bedoeld in artikel 2.1 lid 1, onder d indien de woonvoorziening in het kader van deze verordening dan wel de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten is verleend en de woonvoorziening voorkomt op de in bijlage 1 van het ‘Besluit financiële tegemoetkomingen Voorzieningen gehandicapten’ genoemde lijst voorzieningen mits de gehandicapte ten tijde van het onderhoud, de keuring of reparatie de woonruimte als hoofdverblijf bewoont.
Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting verlenen die door de gehandicapte moet worden gemaakt in verband met het aanpassen van zijn huidige woonruimte of de door de gehandicapte nog te betrekken woonruimte, welke financiële tegemoetkoming uitsluitend wordt verleend voor de periode, dat de aan te passen woonruimte ten gevolge van het realiseren van de woningaanpassing niet bewoond kan worden en de gehandicapte als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan, met een maximum van 6 maanden.
HOOFDSTUK 3. Vervoersvoorzieningen
Artikel 3.1 Algemene omschrijving
De door burgemeester en wethouders te verstrekken vervoersvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 3.2 Het recht op een vervoersvoorziening
Bij het vaststellen van de hoogte van de vervoerskostenvergoeding, als bedoeld in artikel 3.1 onder c. sub 2, 3 en 4 kan rekening worden gehouden met de individuele vervoersbehoefte van de gehandicapte en de mate waarin een collectief vervoersysteem als bedoeld in artikel 3.1 onder a. in die vervoersbehoefte kan voorzien.
Indien het inkomen zoals bedoeld onder artikel 1.1 onder b. hoger is dan 1,5 x het norminkomen, wordt geen financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen als bedoeld in artikel 3.1 onder c. sub 2 t/m 4, dan wel een vervoersvoorziening in natura als bedoeld in artikel 3.1 onder c. sub 1 verstrekt.
Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om een bovenregionaal contact, dat uitsluitend door de gehandicapte zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek noodzakelijk is voor de gehandicapte om dreigende vereenzaming te voorkomen.
Artikel 4.1 Algemene omschrijving
De door burgemeester en wethouders te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 4.2 Het recht op een rolstoel
Een gehandicapte kan voor een rolstoel in aanmerking worden gebracht wanneer de aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene wet bijzondere ziektekosten een onvoldoende oplossing bieden.
HOOFDSTUK 6. Het verkrijgen van een voorziening
Een aanvraag voor een voorziening dient te worden ingediend door middel van een door burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld formulier.
Artikel 6.2 Gronden voor weigering
Burgemeester en wethouders kunnen de gevraagde voorzieningen in ieder geval weigeren:
indien een middel als waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze verordening is vergoed of verstrekt en de normale afschrijvingsduur voor dat middel nog niet is verstreken, tenzij het eerder vergoede of verstrekte middel geheel of gedeeltelijk verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.
Artikel 8.1 Afwijken van bepalingen/hardheidsclausule
Indien een bouwkundige woningaanpassing het bedrag van € 45.378,02 te boven gaat, het orgaan bedoeld in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten de noodzaak van deze aanpassing heeft vastgesteld en weigering van deze voorziening gelet op het belang dat de wet beoogt te beschermen zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, kunnen burgemeester en wethouders ondanks het gestelde in artikel 1.1 onder k. besluiten tot verstrekking van deze voorziening.
Artikel 8.2 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal bureau voor de statistiek.
Artikel 8.4 Periodieke evaluatie gemeentelijk beleid en bijstelling verordening
Het door de gemeente gevoerde beleid wordt eenmaal per 2 jaar geëvalueerd; indien deze evaluatie daar aanleiding toe geeft wordt de verordening aangepast. Burgemeester en wethouders zenden hiertoe binnen 12 maanden na het verstrijken van de bovengenoemde periode van 2 jaar aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.