Organisatie | Geldermalsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | REGIONALE AMBTSINTRUCTIE LEERPLICHT |
Citeertitel | Regionale ambtsinstructie leerplicht Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel, West Maas & Waal en Zaltbommel |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Leerplicht, leerplichtwet, leerplichtambtenaar, instructie, verzuim, verlof, administratie, leerlingenadministratie, |
De regeling is vervangen door de Regionale Ambtsinstructie Leerplicht.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-09-2014 | 15-09-2014 | intrekking | 28-06-2014 Elektronisch gemeenteblad, 01-09-2014 | 003 | |
11-11-2011 | 15-09-2014 | nieuwe regeling | 02-11-2010 Gemeenteblad, 2011-34 | Collegebesluit, 2-11-2010, nr. 108 |
In deze instructie wordt verstaan onder:
directeur Hoofd in de zin van artikel 1 onder d van de wet, dat wil zeggen degene die met de leiding van de school of de instelling is belast, dan wel degene die in opdracht van het bevoegd gezag de opgave van voortijdig schoolverlaten doet (als bedoeld in artikel 28 WVO, artikel 47a WEC en artikel 8.1.8 WEB);
Jaarlijks vindt afstemming plaats met het onderwijsveld. De scholen in het werkgebied worden minimaal 1 keer per jaar geïnformeerd over de werkzaamheden van de leerplichtambtenaar. Er wordt gewezen op de aandachtspunten en het verzuimprotocol voor de scholen en een toelichting gegeven op de prioriteiten van de leerplichtambtenaar, gewijzigde wetgeving etc.
Er is georganiseerde (preventieve) afstemming met relevante ketenpartners, zoals het onderwijsveld en zorginstanties. Met de ketenpartners worden jongeren met een complexe problematiek besproken. Er wordt afgestemd welke acties vereist zijn en wie welke taken op zich neemt. Ontwikkelingen rondom ondernomen acties worden teruggekoppeld. Daar waar nodig kan hiervoor de verwijsindex worden ingezet.
(artikel 19 Leerplichtwet; artikel 3 Leerplichtregeling)
In de leerlingenadministratie worden de persoonsgegevens opgenomen van alle in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) opgenomen personen in de leeftijd van 4 tot en met 22 jaar.Van de personen van 4 tot 18 jaar worden ook de ouders en of verzorgers in de leerlingenadministratie opgenomen.
De administratieve medewerker controleert of de mutaties van de verschillende scholen met betrekking tot in- en afschrijvingen van jongeren binnengekomen zijn en verwerkt deze. De administratieve medewerker neemt uit naam van de leerplichtambtenaar contact op met de directeuren van scholen en instellingen die in gebreke gebleven zijn.
De leerplichtambtenaar kan aan het college van burgemeester en wethouders een voorstel doen tot het opleggen van bestuursdwang of een last onder dwangsom jegens de directeur, indien hij van mening is dat deze maatregel kan bijdragen tot het opheffen van de overtreding dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.[1]
De administratieve medewerker controleert minimaal maandelijks of alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen overeenkomstig de bepalingen van de wet als leerling op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven.Indien er geen inschrijving is wordt een brief naar de ouders/verzorgers verstuurd. In deze brief is aangegeven dat zij binnen 1 week dienen te reageren. Als wordt teruggemeld dat er wel sprake is van een schoolinschrijving dan wordt dit gecontroleerd.
Tegenover een bericht van afschrijving van de ene school staat voor jongeren tot 18 jaar zonder startkwalificatie een bericht van inschrijving van een andere school. Als deze registratie niet sluitend is, volgt in eerste instantie contact met de school die de afschrijving (zonder kennisgeving van bestemming) gemeld heeft. Wanneer deze geen duidelijkheid kan geven wordt schriftelijk contact gezocht met de ouders van de jongere.
(artikel 14, derde lid, tweede volzin Leerplichtwet: meer dan 10 schooldagen verlof)
Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof korter is dan de termijn die redelijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen, deelt de leerplichtambtenaar dit bij de ontvangstbevestiging aan de aanvrager mee en wijst hij de aanvrager op de mogelijkheid dat de aanvrager de wet overtreedt indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.
(artikelen 2 lid 1, 4a, 21, 21a en 22 Leerplichtwet)
De meldingen van schoolverzuim worden ontvangen door de administratieve medewerker. Jongeren die onderwijs volgen aan een school voor het Voortgezet Onderwijs of het Middelbaar Beroeps Onderwijs worden gemeld via de IB-groep. Jongeren die onderwijs volgen aan een school voor het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet –bekostigd onderwijs worden gemeld middels een kennisgeving (vermoedelijk) ongeoorloofd schoolverzuim. Er wordt een leerling dossier aangemaakt, of de kennisgeving wordt toegevoegd in het reeds aanwezige leerling dossier.
Binnen een week meldt de administratief medewerker via de IB-groep betreffende jongeren die onderwijs volgen aan een school voor het Voortgezet Onderwijs of het Middelbaar Beroeps Onderwijs, welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen. Voor jongeren die onderwijs volgen aan een school voor het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het niet-bekostigd onderwijs meldt de administratief medewerker binnen een week aan de schoolinstelling welke acties er naar aanleiding van de kennisgeving worden ondernomen.
De leerplichtambtenaar zoekt na ontvangst van een kennisgevingcontact met de ouders/verzorgers en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de leerplichtambtenaar ook contact met de jongere zelf.
De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat een kennisgeving van verzuim binnen een zo kort mogelijke periode wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit ligt bij het beëindigen van de verzuimsituatie. De leerplichtambtenaar doet mededeling van de afhandeling aan anderen die bij de verzuimsituatie zijn betrokken. De leerplichtambtenaar sluit de melding voor jongeren die onderwijs volgen binnen het Voortgezet Onderwijs en het Middelbaar Beroeps Onderwijs, af bij het verzuimloket van de IB-groep.
Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, dan kan de leerplichtambtenaar die tevens bevoegd is als bijzonder opsporingsambtenaar een proces-verbaal opmaken. Tevens kan hij een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank zoals omschreven staat in artikel 17 van deze instructie. De leerplichtambtenaar maakt de betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar dat hij voornemens is een melding te doen bij de Sociale Verzekeringsbank. Het opmaken van een proces-verbaal en een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank kan gelijktijdig, maar ook volgend op elkaar plaatsvinden.
Blijkt uit het onderzoek als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, dan kan de leerplichtambtenaar die tevens bevoegd is als bijzonder opsporingsambtenaar een proces-verbaal opmaken.
De leerplichtambtenaar kan aan het college van burgemeester en wethouders een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom indien hij van mening is, gezien de achtergrond en de aard van de verzuimsituatie, dat deze maatregel kan leiden tot het opheffen van het verzuim dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.
Zodra de leerplichtambtenaar kennisneemt van schoolverzuim waarvan niet door een directeur in kennis gegeven, stelt de Leerplichtambtenaar een onderzoek in naar de reden waarom de directeur het verzuim niet heeft gemeld. Blijkt de directeur onwillig of nalatig in het nakomen van deze verplichting, dan kan de Leerplichtambtenaar proces-verbaal op maken.
De leerplichtambtenaar kan aan de directeur advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingbeleid en de rechtsgelijkheid. De leerplichtambtenaar kan de directeur verzoeken om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.
(artikelen 2 lid 1, 3, 4a en 4b Leerplichtwet)
Indien de ouders is aangeraden in het gesprek om het kind in te schrijven dan wel een andere actie op te volgen, wordt gecontroleerd of hier inderdaad gehoor aan is gegeven. Als het advies is opgevolgd wordt dit verwerkt in het leerplichtdossier. Is het advies niet opgevolgd dan kan er een proces-verbaal worden opgemaakt.
(artikel 18 Leerplichtwet, artikel 28 WVO, artikel 47a WEC of artikel 8.1.8 WEB)
Zodra de leerplichtambtenaar kennisneemt van verwijdering of van voortijdig schoolverlaten van een jongere die niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, stelt hij een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig of nalatig is in het nakomen van deze verplichting, dan roept de leerplichtambtenaar de directeur op voor een gesprek en kan hij proces-verbaal opmaken (bij overtreding van artikel 18 Leerplichtwet). Tevens kan de leerplichtambtenaar de inspecteur van die school of instelling van zijn bevindingen op de hoogte brengen (bij het niet nakomen van de verplichtingen krachtens artikel 28 WVO, artikel 47a WEC of artikel 8.1.8 WEB).
De leerplichtambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven over het te voeren beleid met betrekking tot het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, met het oog op het bevorderen van een effectief startkwalificatiebeleid en de rechtsgelijkheid. De Leerplichtambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een melding van voortijdig schoolverlaten te doen dan de wet voorschrijft, indien dat doelmatig is met het oog op de belangen van de schoolloopbaan van jongeren.
(artikelen 3a en 3b Leerplichtwet)
Blijkt aan de leerplichtambtenaar dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de wet, dan draagt de leerplichtambtenaar er zorg voor dat de noodzakelijke gesprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) worden gevoerd.
(artikel 5 aanhef en onder a, b en c, alsmede de artikelen 6, 7, 8 en 9 Leerplichtwet)
Indien de ouders een beroep willen doen op de grond als bedoeld in artikel 5 onder b, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders ten hoogste 20 werkdagen. Als gegronde redenen aanwezig zijn voor een langere termijn, dan deelt de leerplichtambtenaar deze termijn binnen 20 werkdagen aan de ouders mee.
Indien de ouders een beroep doen op de grond als bedoeld in artikel 5 onder b, dan onderzoekt de leerplichtambtenaar de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij nodigt de ouders uit voor een mondelinge toelichting op het beroep. Hij onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. Hij gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.
Indien de kennisgeving wel aan de eisen van de wet voldoet, deelt de leerplichtambtenaar aan de ouders mee voor welke periode de vrijstelling geldt. Tevens wordt aan hen medegedeeld voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen indien, zij opnieuw een beroep op een vrijstellingsgrond willen doen.
Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond als bedoeld in artikel 5 onder c, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overgelegd, dan deelt de leerplichtambtenaar aan de ouders schriftelijk mede dat deze binnen 3 weken overgelegd dient te worden.
over de vrijstelling van de inschrijvingsplicht als deze betrekking heeft op jongeren die 16 jaar of ouder zijn.
Indien ouders aangeven dat zij voldoen aan hun verplichtingen krachtens de Leerplichtwet doordat hun kind gebruik maakt van een niet uit de openbare kas bekostigde of aangewezen onderwijsvoorziening, dan neemt de leerplichtambtenaar contact op met de onderwijsinspectie met het verzoek een onderzoek in te stellen en binnen een in het verzoek aangegeven termijn een advies uit te brengen over de vraag of de onderwijsvoorziening kan worden beschouwd als een school in de zin van de Leerplichtwet.
Indien een school niet voldoet aan de criteria van de wet, stelt de leerplichtambtenaar de ouders van de leerlingen van de onderwijsvoorziening binnen 7 dagen schriftelijk op de hoogte van het feit dat de onderwijsvoorziening niet langer een school is als bedoeld in de wet, of verzekert hij er zich van dat de onderwijsvoorziening de ouders daarvan schriftelijk op de hoogte heeft gesteld.
Er zijnafspraken gemaakt met schoolartsen van de GGD Rivierenland om een verklaring over de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling af te geven.
(oa. artikel 22 lid 5 Leerplichtwet)
Indien de leerplichtambtenaar een proces-verbaal in verband met zorgverzuim (zowel tegen de ouders als tegen de jongere) aan de officier van justitie stuurt, gaat tevens een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming.
Indien de leerplichtambtenaar tijdens een onderzoek vermoedens heeft van verwaarlozing van de belangen van een kind, kan hij een melding doen bij het AMK met het verzoek een onderzoek in te stellen. Hij deelt in beginsel aan de betrokken ouders mede dat hij een melding heeft gedaan. Tevens maakt hij een notitie van de melding in hetleerplichtdossier.
(artikel 23 Leerplichtwet, artikel 5 Leerplichtregeling 1995)
De leerplichtambtenaar draagt zorg voor een goede informatieverstrekking aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met betrekking tot:
(artikel 7 Algemene Kinderbijslagwet)
De leerplichtambtenaar kan een melding doen bij de SVB indien er sprake is van ongeoorloofd verzuim bij een jongere van 16 of 17 jaar zonder startkwalificatie. Onder ongeoorloofd verzuim wordt verstaan; verzuim van meer dan 16 uur in een periode 4 weken, of het niet ingeschreven staan op een school, tenzij er sprake is van een vrijstelling.
(artikel 25 Leerplichtwet; artikel 118h, zevende lid, WVO, artikel 162b, zevende lid, WEC, artikel 8.3.2, zevende lid, WEB).
Samenwerking in de regio inzake leerplicht en RMC
(artikel 16, lid 4 onder d Leerplichtwet; artikel 118h, derde lid, WVO, artikel 162b, derde lid, WEC, artikel 8.3.2, derde lid, WEB)
De leerplichtambtenaar werkt samen met de instellingen, die onder andere zijn opgenomen in bijlage 1, zo vaak hij dat nuttig en wenselijk acht. Om inzichtelijk te krijgen of jongeren daadwerkelijk aankomen bij een organisatie en verder worden bemiddeld, vervult de leerplichtambtenaar een regierol. De leerplichtambtenaar controleert of doorverwezen jongeren daadwerkelijk in bemiddeling zijn genomen. Er wordt vastgelegd welke jongeren, waarheen zijn doorverwezen.
De leerplichtambtenaar zorgt dat alle gegevens (zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 en 2 van deze instructie) welke zijn opgenomen in de leerplichtadministratie bij het einde van de leerplicht cq. kwalificatieplicht worden overgedragen aan het RMC. Indien nodig zorgt de leerplichtambtenaar voor een warme overdracht aan de medewerker van het RMC.
De leerplichtambtenaar draagt er zorg voor dat de ervaringen met de uitvoering van de leerplichttaken binnen het werkgebied, kwantitatief en kwalitatief, op een systematische wijze worden verzameld en overlegt met de beleidsmedewerkers en leerplichtambtenaren van de verschillende gemeenten over voorstellen voor aanpassingen van het beleid (de zgn. signaalfunctie).
Deze instructie treedt in werking 14 dagen na de dag van bekendmaking via een daartoe gekozen medium. Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding bij de leerplichtambtenaar in behandeling zijn, worden zo veel mogelijk overeenkomstig deze instructie behandeld, tenzij de belangen van de jongere daardoor geschaad worden.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders
gemeente Geldermalsen op 2 november 2010, nummer 108,
de loco-secretaris, de burgemeester,
J.C. Steurrijs mr. S.W. van Schaijck
Bijlage 1. Diensten en instellingen waar ondermeer mee wordt samengewerkt:[2]
Scholen voor primair onderwijs
Scholen voor voortgezet onderwijs
Scholen voor speciaal onderwijs
Instellingen voor beroepsonderwijs
De Raad voor de Kinderbescherming
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
Ministerie van Binnenlandse Zaken
Ingrado (branchevereniging voor Leerplicht- en RMC)
Instellingen voor jeugdhulpverlening
Instellingen voor jeugdgezondheidszorg
Instellingen voor geestelijke gezondheidszorg
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen /Werkbedrijf (UWV)
Bijlage 2. Wetswijziging toezicht op scholen
(uit: Kamerstuk 26695 nr. 69, onder punt 4)
Zoals in de vorige brief over dit onderwerp al aangekondigd, wordt het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet door scholen eenduidig belegd bij de Inspectie. Het is te kort dag gebleken om het wettelijk traject hiervoor op 1 augustus 2010 te hebben afgerond. Gestreefd wordt naar afronding per 1 januari 2011. Nu is het nog zo dat zowel de leerplichtambtenaar als de Inspectie toezicht houdt op het verzuimbeleid van scholen. Het is de kerntaak van de Inspectie om uitsluitend toezicht te houden op scholen. Dit doet de Inspectie met risicogericht toezicht. Scholen die het goed doen krijgen minder toezicht, scholen die het niet goed doen krijgen meer toezicht.
De leerplichtambtenaar houdt een belangrijke signaleringsrol wat betreft de naleving door scholen. Vooral in de grote steden zal de signaleringsrol een belangrijke schakel vormen in de samenwerking van de keten. In de uitoefening van zijn toezichttaak gericht op ouders en leerlingen, kan de leerplichtambtenaar signalen opvangen over bijvoorbeeld het verzuimbeleid van een school. Hij kan dit soort signalen doorgeven aan de Inspectie, die deze meeneemt in haar risicogericht toezicht. De praktische uitwerking hiervan heeft alle aandacht en inzet. Het gaat om samenwerking op maat. De Inspectie maakt hierover afspraken met Ingrado en de gezamenlijke gemeenten. De Inspectie beschouwt signalen van een leerplichtambtenaar als urgente signalen. Het is de kerntaak van de leerplichtambtenaar om een verzuimende leerling weer naar school te krijgen en zijn ouders daar waar nodig op aan te spreken. Het toezicht op naleving van de Leerplichtwet door leerlingen vanaf 12 jaar en ouders blijft dan ook onveranderd.
Vooral in de grote steden is goede samenwerking tussen de Inspectie en leerplichtambtenaren en leerplichtconsulenten van de gemeente van groot belang. Het ministerie van OCW zal regelmatig met de gemeenten communiceren over de uitkomsten van het toezicht door de Inspectie. Door het toezicht op scholen eenduidig bij de Inspectie te beleggen valt bovendien te verwachten dat het verzuimbeleid van scholen in het vo en bve verder zal verbeteren. De keten ter bestrijding van verzuim en voortijdig schoolverlaten wordt effectiever vormgegeven en de samenwerking in de keten wordt bevorderd.