Organisatie | Montferland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2010 |
Citeertitel | Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Geen. |
Geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2010 | 01-06-2011 | Nieuwe regeling | 24-06-2010 Montferland Journaal, 13-07-2010 | geen |
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Persoon met beperkingen: een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, inclusief chronische psychische en psychosociale problemen, aantoonbare beperkingen ondervindt bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning; bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel of bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden;
Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven;
Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij respectievelijk de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of een financiële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn;
Artikel 2. Toekenning en weigering van voorzieningen
Geen voorziening wordt toegekend:
indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze c.q. voorafgaande versies van deze verordening is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.
Hoofdstuk 2. Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen.
Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, als financiële tegemoetkoming en als persoonsgebonden budget. Het college stelt vast in welke situaties de bij wet verplichte keuze tussen een voorziening in natura en een persoonsgebonden budget niet wordt geboden aan de hand van de in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Montferland neergelegde criteria.
Artikel 4. Voorziening in natura.
Indien een voorziening in natura wordt verstrekt is de bruikleenovereenkomst of huurovereenkomst gemeente Montferland van toepassing.
Artikel 5. Financiële tegemoetkoming.
Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Montferland in de beschikking opgenomen.
Artikel 6. Persoonsgebonden budget.
Op het persoonsgebonden budget zoals genoemd in artikel 6 van de wet, zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
de omvang van het persoonsgebonden budget wordt, met uitzondering van het persoonsgebondenbudget voor vergoeding van een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5 lid 2 van de Wet op de loonbelasting 1964 (“Onder het verrichten van diensten ten behoeve van een huishouden wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan het verlenen van zorg aan de leden van dat huishouden”), afgeleid van de tegenwaarde van de in de betreffende situatie te verstrekken voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingskosten;
Het college gaat steekproefsgewijs na of het verstrekte persoonsgebonden budget besteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht de daarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Montferland, op verzoek van het college per omgaande te verstrekken.
Een persoonsgebonden budget wordt niet toegekend indien:
a. de voorziening een algemene voorziening betreft;
b. op grond van aanwijzingen die tijdens het onderzoek duidelijk zijn geworden het ernstige vermoeden bestaat dat de ondersteuningsaanvrager problemen zal hebben
bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;
c. voor zover er sprake is van een snel progressieve aandoening;
d. in geval het een kindervoorziening betreft die niet is toegerust op het meegroeien van het kind.
Artikel 7. Eigen bijdragen en eigen aandeel.
Bij het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de wet is de aanvrager een eigen bijdrage verschuldigd of wordt de financiële tegemoetkoming afgestemd op het inkomen. Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Montferland de omvang van de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast.
Hoofdstuk 3. Hulp bij het huishouden.
Artikel 8. Vormen van hulp bij het huishouden.
De door het college, ter compensatie van beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek bij het voeren van een huishouden, te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 9. Primaat van de algemene hulp bij het huishouden.
Artikel 10. Gebruikelijke zorg.
In afwijking van het gestelde in artikel 9 komt een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wet niet in aanmerking voor hulp bij het huishouden als tot de leefeenheid waar deze persoon deel van uitmaakt een of meer huisgenoten behoren die wel in staat zijn het huishoudelijk werk te verrichten.
Artikel 11. Omvang van de hulp bij het huishouden.
De omvang van de toe te kennen hulp bij het huishouden wordt uitgedrukt in uren, afgerond naar decimalen, per week.
Artikel 12. Omvang van het persoonsgebonden budget.
Het bedrag per uur dat in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, wordt jaarlijks door het college vastgesteld en vastgelegd in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Montferland.
Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen.
Artikel 13. Vormen van woonvoorzieningen.
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het voeren van een huishouden, te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 14. Primaat algemene woonvoorzieningen en recht op individuele woonvoorzieningen.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 13, onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek een aanpassing aan de woning noodzakelijk maken en de algemene woonvoorziening dit snel en adequaat kan oplossen.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 13, onder b. c. en d. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek een aanpassing aan de woning noodzakelijk maken en indien de in het vorige lid genoemde oplossing niet aanwezig is of niet tot een snelle en adequate oplossing leidt.
Artikel 15. Soorten individuele woonvoorzieningen.
De in artikel 13 onder b., c. en d. genoemde voorzieningen kunnen bestaan uit:
Artikel 16. Primaat van de verhuizing en de uitraasruimte.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 15, onder d. in aanmerking worden gebracht wanneer sprake is van een op basis van aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek aanwezige gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg, waarbij alleen het zich kunnen afzonderen kan leiden tot een situatie waarin deze persoon tot rust kan komen.
Artikel 17. Primaat van de losse woonunit.
Indien een bouwkundige woonvoorziening bestaat uit een aanbouw aan of een aanzienlijke verbouwing van een woning die niet het eigendom is van een verhuurder, die bereid is de aangepaste woning blijvend ter beschikking te stellen van personen die op basis van aantoonbare beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek behoefte hebben aan een dergelijke woning, zal het college een herplaatsbare losse woonunit verstrekken indien daartegen geen bezwaren van overwegende aard bestaan.
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op:
Artikel 20. Aanvullende begrenzing recht op woonvoorzieningen
De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd indien:
Artikel 21. Terugbetaling bij verkoop.
De eigenaarbewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van 10 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in het Besluit maatschappelijke Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland door het college vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.
Hoofdstuk 5. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel.
Artikel 22. Vormen van vervoersvoorzieningen.
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het zich lokaal verplaatsen te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 23. Het recht op een algemene voorziening.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 22 onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek het onmogelijk maken om:
Artikel 24. Het primaat van het collectief vervoer.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 22, onder b. en c. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht wanneer:
Artikel 25. Het recht op een financiële tegemoetkoming.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek het gebruik van de voorziening als vermeld in artikel 22, onder b., onmogelijk maken. De hoogte van deze tegemoetkoming wordt door het college vastgesteld en vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Montferland.
Artikel 26. Algemeen gebruikelijke vervoersvoorzieningen.
Indien het inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen van gehuwde personen meer bedraagt dan in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Montferland voor de diverse categorieën genoemde inkomensgrenzen, wordt het bezit van een personenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruiksen onderhoudskosten niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding.
Artikel 27. Omvang in gebied en in kilometers.
In afwijking op het gestelde in het eerste lid wordt rekening gehouden met de vervoersbehoefte buiten de directe woonen leefomgeving in een situatie waarin een bovenregionaal contact alleen door de aanvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming te voorkomen;
Hoofdstuk 6. Verplaatsen in en rond de woning
Artikel 28. Vormen van rolstoelvoorzieningen.
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het verplaatsen in en om de woning, dan wel voor sportbeoefening te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 29. Primaat algemene rolstoelvoorziening bij incidenteel rolstoelgebruik en sportrolstoel.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g., onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 28, onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek incidenteel zittend verplaatsen in en rond de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden.
Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g., onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor de in artikel 28, onder b. en c. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden.
Artikel 30. Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor AWBZ-bewoners.
In uitzondering op het gestelde in artikel 29, lid 1 en lid 2, komt een persoon die verblijft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling uitsluitend voor een rolstoel in aanmerking indien hij geen recht heeft op een rolstoel, verstrekt op grond van de AWBZ.
Hoofdstuk 7. Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten.
Artikel 31. Gebruik aanvraagformulier.
Een aanvraag voor een voorziening kan schriftelijk of elektronisch worden ingediend. Voor de aanvraag van een voorziening stelt het college een formulier ter beschikking.
Artikel 32. Relatie met de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
Een aanvraag in het kader van de AWBZ kan worden ingediend bij de gemeente Montferland.
Artikel 33. Inlichtingen, onderzoek, advies en beschikking.
Artikel 34. Samenhangende afstemming.
Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Montferland regels vast omtrent de wijze waarop de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend wordt afgestemd op de situatie van de aanvrager.
Artikel 35. Wijzigingen in de situatie.
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 36. Intrekking van een voorziening.
In geval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 38. Hardheidsclausule.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van
deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard
Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Montferland geldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hiervoor wordt aangesloten bij het indexcijfer: “Prijs overheidsconsumptie, netto materieel”(IMOC).
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per 4 jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast. Het college zendt hiertoe telkens na 4 jaar na inwerkingtreding van de verordening aan de raad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Montferland 2010”
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Montferland, ’sHeerenberg, 24 juni 2010