Organisatie | Dordrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Bodemsanering Bedrijfsterreinen Dordrecht |
Citeertitel | Subsidieverordening Bodemsanering Bedrijfsterreinen Dordrecht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-06-2003 | 01-01-2003 | 04-09-2007 | nieuwe regeling | 13-05-2003 Gemeentenieuws, 11-06-2003 | 2003, SO/2003/3471 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze titel wordt verstaan onder
Artikel 3 Wijze van indienen van de aanvraag
De aanvrager vraagt de subsidie aan met behulp van een door het College van Burgemeester en Wethouders vast te stellen aanvraagformulier ‘verlening subsidie’.
Artikel 4 De inhoud van de aanvraag
een begroting van de met de sanering verbonden saneringskosten en netto-saneringskosten, op basis van het onder f. bedoelde saneringsplan, waarbij heeft te gelden dat deze begroting dient te worden opgemaakt volgens een goede werkomschrijving, waarvan de kosten worden opgesteld in de vorm van een voldoende gedetailleerde inschrijfstaat en waarin een duidelijk inzicht wordt geboden in de omvang en de eenheidsprijzen van werkzaamheden, en waarbij voorts heeft te gelden dat de kosten van de opdrachtgever (zoals met betrekking tot aanbesteding, directievoering en milieukundige begeleiding) in het geval de nettosaneringskosten meer dan €50.000 bedragen maximaal 10% van deze netto-saneringskosten mogen zijn, in het geval deze kosten gelijk zijn aan of minder bedragen dan €50.000 een bedrag ter grootte van maximaal 20% van de netto-saneringskosten;
Artikel 5 De ontvangst van de aanvraag
Het College van Burgemeester en Wethouders bevestigt binnen twee weken na de binnenkomst de ontvangst van de aanvraag.
Artikel 6 De voorwaarden voor subsidieverlening
De subsidie wordt, met inachtneming van het bepaalde in het artikelen 9 tweede, derde, vierde en vijfde lid, verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de sanering van de verontreiniging op het bedrijfsterrein
ofwel is milieuhygiënisch urgent in de zin van artikel 37 Wbb, én de urgentietermijn in de beschikking ernst en urgentie op grond van de artikelen 29 en 37 Wbb, zoals bepaald op grond van de Ciruclaire bepaling saneringstijdstip voor gevallen van ernstige verontreiniging waarvoor sanering urgent is, dan wel de voor deze Circulaire in de plaats komende wet- en/of regelgeving, op de dagtekening van de subsidieaanvraag nog niet is verstreken;
de aanvraag voor de subsidie wordt ingediend vóórdat een aanvang wordt gemaakt met de sanering van het bedrijfsterrein overeenkomstig het saneringsplan waarmee ingevolge het bepaalde in artikel 39 lid 2 Wbb is ingestemd en deze beschikking in werking is getreden in de zin van het bepaalde in artikel 20.3 van de Wet milieubeheer,
In afwijking van het bepaalde in artikel 6, eerste lid, onder c., wordt de subsidie, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, derde lid en de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 6, eerste lid , onder d. tot en met i., eveneens verleend aan de in artikel 6, eerste lid, onder a., bedoelde eigenaar of erfpachter van een in gebruik zijnd bedrijfsterrein waarvan de verwerving na de datum van inwerkingtreding van deze titel heeft plaatsgevonden, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
deze eigenaar of erfpachter overlegt als bijlage bij het aanvraagformulier een verklaring overeenkomstig een daartoe door het College van Burgemeester en Wethouders op te stellen model waaruit blijkt dat deze eigenaar of erfpachter zich op de datum van verwerving jegens College van Burgemeester en Wethouders heeft verplicht het bedrijfsterrein te (doen) saneren, terwijl
uit de onder a. bedoelde verklaring tevens blijkt dat de eigenaar of erfpachter naar het oordeel van het College van Burgemeester en Wethouders financiële zekerheid heeft gesteld voor het bedrag ter grootte van de saneringskosten verminderd met de mogelijke aanspraak op de subsidie die zou hebben te gelden voor de eigenaar of erfpachter van wie hij het Bedrijfsterrein heeft verworven.
Indien de eigenaar of erfpachter van een in gebruik zijnd bedrijfsterrein aan deze voorwaarden voldoet, wordt hij bij de bepaling van de hoogte van de subsidie zoals bedoeld in artikel 7 gelijk gesteld met degene van wie hij rechtstreeks de eigendom of de erfpacht heeft verworven.
Het in artikel 6, eerste lid, bedoelde saneringsplan heeft betrekking op het geval van ernstige verontreiniging zoals bedoeld in artikel 1 Wbb, doch heeft in het geval de bron van de verontreiniging niet op het bedrijfsterrein is gelegen betrekking op de verontreiniging ter plaatse van het bedrijfsterrein en daarmee op een deelsanering wanneer die verontreiniging zich over meer percelen uitstrekt dan slechts het perceel waarop het bedrijfsterrein is gelegen en een clustersanering als bedoeld in artikel 42 Wbb naar het oordeel van het bevoegd gezag in de zin van de Wbb niet mogelijk is. De in de eerste volzin van deze bepaling geformuleerde uitzondering geldt uitdrukkelijk niet in het geval zoals in artikel 6, eerste lid, onder f., tweede aandachtsbolletje bedoeld.
Artikel 7 De hoogte van de subsidie
In het geval de eigenaar of erfpachter van het bedrijfsterrein waarvan de ernstige verontreiniging in de zin van artikel 29 Wbb voor 80% of meer vóór 1 januari 1975, zoals bepaald op basis van de Circulaire Ouderdomsbepaling, heeft plaatsgevonden, een directe of indirecte betrokkenheid heeft gehad bij de veroorzaking van die verontreiniging dan wel een duurzame rechtsbetrekking heeft gehad met de veroorzaker(s) bedraagt de subsidie 35% van de netto-saneringskosten.
In het geval de eigenaar of erfpachter van het bedrijfsterrein waarvan de ernstige verontreiniging in de zin van artikel 29 Wbb voor 80% of meer vóór 1 januari 1975 is veroorzaakt, zoals bepaald op basis van de Circulaire Ouderdomsbepaling, niet zelf heeft veroorzaakt, en geen directe of indirecte betrokkenheid heeft gehad bij de veroorzaking en geen duurzame rechtsbetrekking heeft gehad met de veroorzaker(s) bedraagt de subsidie
De subsidie bedraagt in het geval de in het tweede lid, onder b. dan wel de in het vierde lid onder b. bedoelde verwerving heeft plaatsgevonden op of ná 1 januari 1975 maar vóór 1 januari 1983: de in het tweede lid onder a. respectievelijk de in het vierde lid onder a. bedoelde subsidie, tenzij het College van Burgemeester en Wethouders op basis van de schriftelijke stukken die aan de verwerving ten grondslag liggen van oordeel is dat de aanvrager ten tijde van de verwerving op de hoogte was dan wel redelijkerwijs op de hoogte had kunnen zijn van de ernstige verontreiniging van het bedrijfsterrein.
Wanneer de uitvoering van de sanering van het bedrijfsterrein in fasen geschiedt en de ontvanger van de subsidie, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9, vierde lid, de mogelijkheid heeft een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in te dienen wanneer een of meer fasen van de sanering zijn voltooid, wordt de hoogte van de subsidie, met inachtneming van het bepaalde in het eerste tot en met het vijfde lid van dit artikel, berekend over de nettosaneringskosten die zijn gemoeid met de uitvoering van de voltooide fase(n) van de sanering.
Artikel 8 De beslissing op de aanvraag tot verlening van de subsidie
In het geval onvoldoende gegevens zijn aangeleverd om de aanvraag te kunnen beoordelen wordt de in de artikelen 8.1 en 8.2 bedoelde beslistermijn opgeschort met ingang van de dag waarop het College van Burgemeester en Wethouders de aanvrager uitnodigen de aanvraag aan te vullen tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
Artikel 9 De inhoud van de beschikking tot verlening van de subsidie
De beschikking vermeldt voorts dat de subsidie wordt verleend onder de navolgende voorwaarden en verplichtingen:
in het geval wordt gesaneerd naar een meer gevoelig gebruik dan gebruik als bedrijfsterrein, dient het bedrijfsterrein gedurende een periode van vijf jaar na de datum waarop de feitelijke saneringswerkzaamheden zijn afgerond, zoals blijkend uit het schriftelijk verslag van de uitvoering van de sanering, in gebruik te blijven als bedrijfsterrein;
binnen acht weken na de datum waarop de feitelijke saneringswerkzaamheden zijn afgerond, dient overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 een aanvraag tot vaststelling van de subsidie te worden ingediend, welke aanvraag vergezeld dient te gaan van een schriftelijke verslag van de uitvoering van de sanering waaruit volgt dat de sanering is uitgevoerd en afgerond overeenkomstig het saneringsplan, waarmee is ingestemd;
de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, zoals bedoeld onder d. en in artikel 10, dient voorts vergezeld te gaan van een financieel verslag ter zake van de daadwerkelijk met de (fase(n) van de ) sanering verbonden netto-saneringskosten op basis van het saneringsplan zoals bedoeld in artikel 4, onder f., welk financieel verslag vergezeld dient te gaan van een in opdracht en voor rekening van de aanvrager van de subsidie door een externe accountant, zoals bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, opgestelde verklaring omtrent de rechtmatigheid en de getrouwheid met betrekking tot het financieel verslag, die wordt afgegeven na toetsing van de hiervoor bedoelde kosten aan artikel 7 van deze verordening.
in het geval de netto-saneringskosten op een tijdstip gelegen direct vóór de aanvang van de uitvoering van de (fase(n) van de) sanering in totaal worden geraamd op een bedrag dat gelijk is aan of minder bedraagt dan € 50.000 dient de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, zoals bedoeld in artikel 10 vergezeld te gaan van minimaal twee concurrerende offertes van aannemers, terwijl deze aanvraag in het geval de netto-saneringskosten op een tijdstip gelegen vóór de aanvang van de uitvoering van de (fase(n) van de) sanering in totaal worden geraamd op een bedrag hoger dan € 50.000 vergezeld dient te gaan van minimaal drie concurrerende offertes van aannemers, waarbij steeds heeft te gelden dat een schriftelijke motivering zal moeten worden bijgevoegd indien niet wordt gekozen voor de goedkoopste offerte.
De in het derde lid bedoelde voorschriften kunnen de ontvanger van de subsidie in geval de uitvoering van de sanering van het Bedrijfsterrein overeenkomstig het bepaalde in artikel 38 lid 4 Wbb in fasen geschiedt de mogelijkheid bieden een aanvraag tot vaststelling van de subsidie zoals bedoeld in artikel 10 in te dienen wanneer een of meer fasen van de sanering zijn voltooid, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7, vijfde lid.
Artikel 10 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie
De ontvanger van de subsidie dient binnen acht weken na de datum waarop de feitelijke saneringswerkzaamheden zijn afgerond, zoals vermeld in het schriftelijk verslag van de uitvoering van de sanering, bij het College van Burgemeester en Wethouders een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie, met behulp van een daartoe door het College van Burgemeester en Wethouders vast te stellen aanvraagformulier “vaststelling subsidie”.
Wanneer de uitvoering van de sanering van het bedrijfsterrein overeenkomstig het bepaalde in artikel 38 lid 4 Wbb in fasen geschiedt, en de ontvanger van de subsidie overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, vierde lid, de mogelijkheid is geboden een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in te dienen wanneer een of meer fasen van de sanering zijn voltooid maar niet de volledige sanering is voltooid, dient de ontvanger van de subsidie binnen acht weken na de datum waarop de feitelijke saneringswerkzaamheden met betrekking tot de fase van de sanering die in het kader van het bepaalde in artikel 7, zesde lid, bij de bepaling van de hoogte van de subsidie als laatste dient te worden meegerekend zijn afgerond, zoals vermeld in het schriftelijk verslag van de uitvoering van de sanering, bij het College van Burgemeester en Wethouders een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie, met behulp van een daartoe door het College van Burgemeester en Wethouders vast te stellen aanvraagformulier.
De in het eerste en tweede lid bedoelde aanvraag tot vaststelling van de subsidie bevat:
een financieel verslag ter zake van de daadwerkelijk met de (fase(n) van de) sanering verbonden netto-saneringskosten op basis van het saneringsplan, waarmee is ingestemd, welk financieel verslag vergezeld gaat van een, in opdracht en voor rekening van de aanvrager van de subsidie, door een externe registeraccountant opgestelde verklaring van getrouwheid met betrekking tot het financieel verslag dat wordt afgegeven na toetsing van vorenbedoelde kosten aan artikel 7;
minimaal twee concurrerende offertes van aannemers in het geval de nettosaneringskosten op een tijdstip gelegen direct vóór de aanvang van de uitvoering van de (fase(n) van de) sanering in totaal op een bedrag gelijk aan of minder dan € 50.000 werden geraamd, dan wel minimaal drie concurrerende offertes van aannemers in het geval de netto-saneringskosten op bedoeld tijdstip in totaal op een bedrag hoger dan € 50.000 werden geraamd, waarbij steeds heeft te gelden dat een schriftelijke motivering dient te worden bijgevoegd indien bij de uitvoering van de (fase(n) van de) sanering van het bedrijfsterrein niet is gekozen voor de goedkoopste offerte;
Artikel 11 De ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie
Het College van Burgemeester en Wethouders bevestigt binnen twee weken na binnenkomst de ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
Artikel 13 De inhoud van de beslissing tot vaststelling van de subsidie
De beschikking tot vaststelling van de subsidie vermeldt in ieder geval
in het geval aan de voorwaarden en verplichtingen voor de verlening van de subsidie zoals bedoeld in artikel 9, met uitzondering van het bepaalde in artikel 9, tweede lid, onder a., is voldaan: de hoogte van de subsidie , zoals bepaald op basis van de berekening waarin het percentage zoals bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a. wordt gerelateerd aan de daadwerkelijk in het kader van de sanering gemaakte netto-saneringskosten, zoals bedoeld in artikel 10, derde lid, onder e.,
dat wanneer is gesaneerd naar een meer gevoelig gebruik dan gebruik als bedrijfsterrein, moet blijven worden voldaan aan de voorwaarde zoals bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder a., op straffe van wijziging of intrekking van het besluit tot vaststelling van de subsidie zoals bedoeld in artikel 15.
Artikel 16 Toezicht op de naleving
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze subsidieverordening zijn belast de bij besluit van het College van Burgemeester en Wethouders aangewezen personen.
Deze verordening wordt aangehaald als Subsidieverordening Bodemsanering Bedrijfsterreinen Dordrecht.