Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Fryslân

Procedureverordening advisering tegemoetkoming in planschade provincie Fryslân 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFryslân
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingProcedureverordening advisering tegemoetkoming in planschade provincie Fryslân 2011
CiteertitelProcedureverordening advisering tegemoetkoming in planschade provincie Fryslân 2011
Vastgesteld doorprovinciale staten
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpwegen, nadeelcompensatie en planschade, ruimte en wonen, verkeer en vervoer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet ruimtelijke ordening, art. 6.1.
  2. Besluit ruimtelijke ordening, art. 6.1.3.3.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-10-2011Nieuwe regeling

19-01-2011

Provinciaal Blad, 2011, 58

Statenvoorstel 07H

Tekst van de regeling

Intitulé

Procedureverordening advisering tegemoetkoming in planschade provincie Fryslân 2011

Procedureverordening advisering tegemoetkoming in planschade provincie Fryslân 2011

Verordening van 19 januari 2011, houdende regels betreffende de advisering over de tegemoetkoming in planschade (Procedureverordening advisering tegemoetkoming in planschade provincie Fryslân 2011)

Provinciale staten van Fryslân,

gelet op hoofdstuk 6 Financiële bepalingen, Afdeling 6.1 Tegemoetkoming in schade, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 6.1.3.3 van het Besluit ruimtelijke ordening, besluiten vast te stellen de Procedureverordening advisering tegemoetkoming in planschade provincie Fryslân 2011 als volgt:

Artikel 1: Begripsbepalingen

  • 1

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      aanvraag: een schriftelijk verzoek van een aanvrager om tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 Wro;

    • b.

      aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel 6.1 Wro heeft ingediend;

    • c.

      adviseur: adviseur als bedoeld in artikel 3, eerste lid, tweede en derde lid, van deze verordening;

    • d.

      belanghebbende: degene als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid, Wro;

    • d.

      Bro: Besluit ruimtelijke ordening;

    • e.

      college: het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân;

    • f.

      planschadeadviescommissie: adviescommissie als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van deze verordening;

    • g.

      planschadeadviseur: adviseur als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze verordening;

    • h.

      schade: de inkomensderving of de vermindering van de waarde van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wro;

    • i.

      staten: Provinciale Staten van de provincie Fryslân;

    • j.

      wrakingsverzoek: een schriftelijk en gemotiveerd verzoek tot wraking van de planschadeadviseur of van één of meer leden van de planschadeadviescommissie;

    • k.

      Wro: Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2: Besluit tot opdrachtverstrekking

  • 1

    Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in artikel 6.1.3.1 Bro geeft het college binnen acht weken opdracht aan een planschadeadviseur of een planschadeadviescommissie om ter zake van een aanvraag advies uit te brengen.

Artikel 3: Planschadeadviseur of planschadeadvies-commissie

  • 1

    Voor de advisering over de op de aanvraag te nemen beschikking wordt door het college een adviseur aangewezen die beschikt over voldoende deskundigheid inzake de advisering op het gebied van planschade, inhoudende grondige kennis op het gebied van het ruimtelijk bestuursrecht en deskundigheid op financieel-economisch gebied met betrekking tot de taxatie van onroerende zaken.

  • 2

    Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege inkomensderving en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid, wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is op het gebied van accountancy of van financieel economische bedrijfsvoering.

  • 3

    Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur, van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege waardevermindering van een onroerende zaak en er gezien, de gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extra deskundigheid, wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig is ter zake van de waardering van onroerende zaken en expertise heeft ten aanzien van waardevermindering van onroerende zaken als gevolg van een planologische verslechtering.

  • 4

    Bij aanwijzing van meerdere adviseurs vormen deze een planschadeadviescommissie, waarvan de in het eerste lid bedoelde adviseur voorzitter is.

  • 5

    De planschadeadviescommissie wijst uit haar midden een rapporteur aan.

Artikel 4: Deskundigheid en onafhankelijkheid planschadeadviseur en planschadeadviescommissie

  • 1

    Voordat een persoon als adviseur wordt aangewezen, kan het college verlangen dat deze aantoont op grond van opleiding en ervaring over de deskundigheid te beschikken als bedoeld in artikel 3, eerste, tweede of derde lid.

  • 2

    Tot adviseur mag niet worden aangewezen:

    • a.

      leden van het college;

    • b.

      leden van de staten;

    • c.

      zij die in dienst zijn van de provincie Fryslân en/of onderschikt zijn aan het college en/of de staten.

Artikel 5: Betrokkenheid aanvrager en belanghebbenden bij aanwijzing planschadeadviseur of planschadeadviescommissie

  • 1

    Voordat aan de planschadeadviseur dan wel aan de planschadeadviescommissie de opdracht tot advisering wordt verstrekt, stelt het college de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede belanghebbenden schriftelijk op de hoogte van de aanwijzing van de planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie.

  • 2

    De aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de belanghebbenden, worden in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid, een wrakingsverzoek in te dienen.

  • 3

    Het college beslist binnen vier weken na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn over een ingediend wrakingsverzoek.

Artikel 6: Werkwijze planschadeadviseur of planschadeadviescommissie

  • 1

    Het college stelt aan de planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie de aanvraag, alsmede alle voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van de planschadeadviseur of van de planschadeadviescommissie benodigde stukken ter beschikking.

  • 2

    Het college stelt aan de planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie ten behoeve van de uitvoering van de adviesopdracht ambtelijke ondersteuning ter beschikking.

  • 3

    De planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie hoort de aanvrager, eventueel andere betrokken bestuursorganen, de belanghebbende(n) en het college over de aanvraag.

  • 4

    De planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie bepaalt dag, tijd en plaats van de hoorzitting.

  • 5

    De planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie is bevoegd om aan partijen binnen een door hem/haar gestelde termijn overlegging van nadere gegevens of stukken te gelasten.

  • 6

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1.3.5 Bro is de planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie bevoegd om inlichtingen en adviezen in te winnen bij derden. Indien met het verstrekken van inlichtingen of het verlenen van adviezen door derden kosten gemoeid zijn, oefent de planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie deze bevoegdheid eerst uit na instemming van het college.

  • 7

    De planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie stelt zich door middel van een plaatsopneming ter plaatse van de situatie op de hoogte, tenzij reeds uit de aanvraag of het vooronderzoek blijkt dat er geen sprake is van schade als bedoeld in artikel 6.1 Wro.

  • 8

    Van de hoorzitting en de plaatsopneming wordt een verslag gemaakt. Het verslag maakt deel uit van het definitieve rapport met bevindingen en advies.

Artikel 7: Advisering

  • 1

    Binnen twintig weken na ontvangst van de opdracht brengt de planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie een conceptrapport met bevindingen en advies uit aan het college, de aanvrager, eventueel andere betrokken bestuursorganen en de belanghebbende(n).

  • 2

    Het college, de aanvrager, eventueel andere betrokken bestuursorganen en de belanghebbende(n) worden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken hun eventuele opmerkingen met betrekking tot het conceptrapport als bedoeld in het eerste lid, schriftelijk aan de planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie kenbaar te maken.

  • 3

    De planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie brengt binnen vier weken na de in het tweede lid bedoelde termijn, zijn/haar definitieve rapport met bevindingen en advies uit aan het college. Hierin wordt mede vermeld tot welk resultaat de in lid 1 bedoelde opmerkingen hebben geleid. De aanvrager, eventueel andere betrokken bestuursorganen en de belanghebbende(n) ontvangen een afschrift van het definitieve rapport met bevindingen en advies.

  • 4

    Indien de in het eerste lid genoemde termijn wordt overschreden stelt de planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie het college, de aanvrager, eventueel andere betrokken bestuursorganen en de belanghebbende(n) daarvan schriftelijk in kennis, met vermelding van de nieuwe termijn waarbinnen het conceptrapport met bevindingen en advies zal worden uitgebracht.

Artikel 8: Advies

  • 1

    De planschadeadviseur of de planschadeadviescommissie adviseert het college overeenkomstig de bepalingen van artikel 6.1.3.4 van het Bro.

Artikel 9: Slotbepalingen

  • 1.

    Op een aanvraag in de zin van deze verordening blijven de bepalingen van de Verordening nadeelcompensatie Verkeers- en Vervoersvoorzieningen Provincie Fryslân buiten toepassing.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de

  • datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Procedureverordening advisering tegemoetkoming in planschade provincie Fryslân 2011”.

Vastgesteld op 19 januari 2011 door de staten gelezen het voorstel van het college d.d. 23 november 2010.

Leeuwarden, 19 januari 2011

Voorzitter J.A. Jorritsma

Griffier A.J. van den Berg