Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Handhavingsverordening Wet werk en bijstand, Wet investeren in jongeren, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingHandhavingsverordening Wet werk en bijstand, Wet investeren in jongeren, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen 2011
CiteertitelHandhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp-

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

-

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 8a
  2. Wet investering in jongeren, art. 12, eerste lid, aanhef en onderdeel c
  3. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, art. 35, eerste lid, aanhef en onderdeel c
  4. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, art. 35, eerste lid, aanhef en onderdeel c
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-10-201109-02-2012Onbekend

26-09-2011

Huis aan Huis; 5 oktober 2011

-

Tekst van de regeling

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Handhavingsverordening Wet werk en bijstand, Wet investeren in jongeren, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen 2011

De raad van de gemeente Leeuwarden;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 juli 2011,

gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand,

gelet op artikel 12, eerste lid, aanhef en onderdeel c van de Wet investeren in jongeren,

gelet op artikel 35, eerste lid, aanhef en onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers,

gelet op artikel 35, eerste lid, aanhef en onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen,

gezien het advies aan het college van burgemeester en wethouders van de Cliëntenraad Werk en Inkomen Leeuwarden van 8 juli 2011,

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1

Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      belanghebbende: de persoon die bijstand en/of een inkomensvoorziening, dan wel een uitkering ontvangt of heeft ontvangen van de gemeente Leeuwarden. Onder persoon wordt mede verstaan het gezin;

    • b.

      beleidsregel: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan;

    • c.

      benadelingsbedrag: het bedrag dat als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van een inlichtingenverplichting ten onrechte is verleend als bijstand op grond van de WWB, als inkomensvoorziening of werkleeraanbod op grond van de WIJ, als uitkering op grond van de IOAW of als uitkering op grond van de IOAZ;

    • d.

      bijstand: algemene en bijzondere bijstand bedoeld in artikel 5, onderdeel b, en artikel 35 van de WWB;

    • e.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden;

    • f.

      fraude: het ten onrechte geheel of gedeeltelijk ontvangen van bijstand, een inkomensvoorziening en/of een werkleeraanbod, dan wel een uitkering door het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen;

    • g.

      hoogwaardig handhaven: een systematische aanpak van de handhavingsactiviteiten gericht op het verhogen van de spontane nalevingsbereidheid van de wet- en regelgeving;

    • h.

      inkomensvoorziening: de inkomensvoorziening, bedoeld in artikel 24 van de WIJ;

    • i.

      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • j.

      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • k.

      misbruik: het ontvangen van bijstand op grond van de WWB, het ontvangen van een inkomensvoorziening en/of een werkleeraanbod op grond van de WIJ, dan wel het ontvangen van een uitkering op grond van de IOAW of IOAZ, in strijd met de wettelijke voorschriften waarbij het ten onrechte ontvangen aan de belanghebbende is te wijten;

    • l.

      oneigenlijk gebruik: het ontvangen van bijstand volgens de regels van de WWB, een inkomensvoorziening en/of een werkleeraanbod volgens de regels van de WIJ, dan wel een uitkering volgens de regels van de IOAW of de IOAZ, maar in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van die wetten heeft bestaan;

    • m.

      participatiedoelstellingen: de doelstellingen die betrekking hebben op het maximale haalbare resultaat op het gebied van de participatie van belanghebbenden waarbij het verkrijgen van reguliere arbeid als einddoel geldt;

    • n.

      uitkering: de uitkering, bedoeld in artikel 5 van de IOAW of artikel 5 van de IOAZ;

    • o.

      werkleeraanbod: het aanbieden van algemeen geaccepteerde arbeid, een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, waaronder begrepen scholing, opleiding of sociale activering alsmede ondersteuning bij arbeidsinschakeling. Onder scholing of opleiding wordt niet verstaan uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs;

    • p.

      WIJ: Wet investeren in jongeren;

    • r.

      WWB: Wet Werk en Bijstand.

Artikel 2

Toepassingsbereik

Deze verordening richt zich op het formuleren van voorschriften op het gebied van handhaving waaronder de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB, WIJ, IOAW en IOAZ.

HOOFDSTUK 2 HANDHAVING

Artikel 3

Doelstellingen

Handhaving is gericht op:

  • a.

    bevordering van de zelfredzaamheid van de belanghebbende;

  • b.

    naleving van wet- en regelgeving ter voorkoming van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB, WIJ, IOAW en IOAZ;

  • c.

    instandhouding van het maatschappelijke draagvlak voor het sociale zekerheidsstelsel.

Artikel 4

Uitgangspunten

  • 1.

    Handhaving is ondersteunend en dienstbaar aan de participatiedoelstellingen van de gemeente.

  • 2.

    Het recht op bijstand, een inkomensvoorziening of een werkleeraanbod, dan wel een uitkering is altijd verbonden aan een of meerdere verplichtingen voor de belanghebbende.

  • 3.

    Klantsituatie staat centraal.

  • 4.

    Balans tussen preventie en repressie.

  • 5.

    Een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van de WWB, WIJ, IOAW en IOAZ.

Artikel 5

Werkwijze

  • 1.

    Bij handhaving wordt de werkwijze van het hoogwaardig handhaven toegepast.

  • 2.

    Deze werkwijze bevat samenhangende activiteiten op een viertal gebieden:

    • a.

      vroegtijdig informeren;

    • b.

      optimaliseren van de dienstverlening;

    • c.

      vroegtijdige detectie;

    • d.

      daadwerkelijk sanctioneren.

  • 3.

    Het college geeft in beleidsregels invulling aan het tweede lid.

Artikel 6

Terugvordering, invordering, kwijtschelding en verhaal

  • 1.

    Het college draagt zorg voor de terugvordering, de invordering, de kwijtschelding en het verhaal van de kosten van de bijstand, de inkomensvoorziening of de uitkering.

  • 2.

    Het college geeft in beleidsregels invulling aan het eerste lid.

Artikel 7

Het opleggen van een maatregel

  • 1.

    Als de belanghebbende de verplichtingen voortvloeiend uit de WWB, WIJ, IOAW of IOAZ niet of onvoldoende nakomt, legt het college een maatregel op conform de Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ , dan wel de inkomensvoorziening conform de Maatregelenverordening WIJ

  • 2.

    Als de belanghebbende onvoldoende besef van verantwoordelijkheid toont, legt het college een maatregel op conform de Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ.

Artikel 8

Aangifte bij het Openbaar Ministerie

  • 1.

    Indien gedragingen van de belanghebbende tot benadeling leiden van de gemeente dan is het college verplicht een proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie als het benadelingsbedrag hoger is dan de door het Openbaar Ministerie gehanteerde aangiftegrens.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid blijft de mogelijkheid om de bijstand, de inkomensvoorziening of de uitkering te kunnen aanpassen dan wel terug te vorderen toepasbaar.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 9

Uitvoering

  • 1.

    Het college draagt zorg voor de uitvoering van deze verordening.

  • 2.

    Het college kan voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Artikel 10

Hardheidsclausule

Het college kan, indien de toepassing van bepalingen in deze verordening

in de individuele situatie tot onbillijkheden van overwegende aard leidt

voor zover het de bevoegdheid betreft die voortvloeit uit deze

verordening, afwijken van deze verordening.

Artikel 11

Rapportage

Het college rapporteert jaarlijks aan de raad over de uitvoering van deze verordening.

Artikel 12

Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ”Handhavingsverordening WWB, WIJ, IOAW en IOAZ 2011”.

Artikel 13

Intrekken eerdere verordening

De Verordening handhaving Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren, van kracht geworden op 1 januari 2010, wordt ingetrokken op het tijdstip dat deze verordening in werking treedt.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 september 2011.

voorzitter,

griffier,

Algemene toelichting

Inleiding

Na het van kracht worden van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (Wet BUIG) op 1 januari 2010 zijn de financiële middelen voor onder meer de IOAW en IOAZ gebundeld in het volledig gebudgetteerde I-deel dat de gemeenten ontvangen voor de bekostiging van de bijstand op grond van de WWB.

Door de Wet BUIG zijn de gemeenten onder andere zelf verantwoordelijk geworden voor handhaving in het kader van de IOAW en IOAZ. De bestaande Handhavingsverordening Wwb en WIJ is gebruikt als uitgangspunt voor een nieuwe Handhavingsverordening die tevens betrekking heeft op de IOAW en de IOAZ. Deze toelichting is grotendeels ontleend aan de Handhavingsverordening Wwb en WIJ.

Artikel 8a van de WWB luidt als volgt:

“De gemeenteraad stelt in het kader van het financiële beheer bij verordening regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet”.

Artikel 12, eerste lid, aanhef en onderdeel c van de WIJ luidt als volgt:

”De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van deze wet.”

Artikel 35, eerste lid, aanhef en onderdeel c van de IOAW luidt als volgt:

“De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een uitkering alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet in het kader van het financiële beheer”.

Artikel 35, eerste lid, aanhef en onderdeel c van de IOAZ luidt als volgt:

“De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een uitkering alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet in het kader van het financiële beheer”.

Afgezien van deze korte bepalingen in de WWB, WIJ, IOAW en IOAZ is er geen nadere aanduiding met betrekking tot wat er precies in deze op genoemde artikelen gebaseerde verordening moet worden geregeld. Van belang is echter wel dat gemeenten 100% financieel verantwoordelijk zijn voor de bijstand, de inkomensvoorziening en de uitkering die op grond van genoemde wetten worden verstrekt, wat als prikkel ervaren zal worden om meer aandacht te besteden aan handhaving. Aan de andere kant is adequaat handhaven zeer tijdrovend. Het zoeken naar methoden om zo effectief en efficiënt als mogelijk te handhaven ligt voor de hand.

Hoogwaardig handhaven

Teneinde de kwaliteit van het handhaven te verbeteren, past Leeuwarden sinds 2001 de werkwijze van de Hoogwaardige handhaving toe. Het uiteindelijke doel van het hoogwaardig handhaven is dat de belanghebbende de wet- en regelgeving uit zichzelf naleeft. Om dit te bereiken wordt gebruik gemaakt van een aantal samenhangende maatregelen op het gebied van:

  • ·

    het vroegtijdig informeren van de klanten over de regelgeving, zodat een juist beeld ontstaat van de rechten en plichten in de bijstand en daarmee ook de verwachtingen;

  • ·

    het bevorderen van de acceptatie van de wet- en regelgeving en de daaruit voortvloeiende controlepraktijk door de dienstverlening te optimaliseren en onnodige belemmeringen weg te nemen;

  • ·

    het toepassen van het principe van controle op maat; een vroegtijdige detectie en afhandeling van signalen zal klanten het gevoel geven dat er voldoende hoge pakkans bestaat;

  • ·

    daadwerkelijke sanctionering; deze dient dusdanig te zijn dat de klant de sanctie proportioneel en ook als afschrikwekkend ervaart.

De kunst van hoogwaardige handhaving is om preventieve en repressieve elementen in samenhang uit te voeren, zodat ze elkaar wederzijds versterken.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel worden de begrippen die in deze verordening worden gehanteerd nader verklaard. En voor zover begrippen niet worden verklaard, wordt aansluiting gezocht bij gelijkluidende omschrijvingen in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

sub e. fraude.

De gemeente wordt voor het verkrijgen van inlichtingen en informatie van belanghebbende meer en meer afhankelijk van de ketenpartners. Van belang daarbij is ook het verbod op meervoudige uitvraag van gegevens. Tot fraude moet dan ook niet alleen worden gerekend het verstrekken door belanghebbende van onjuiste of onvolledige inlichtingen aan het college, maar ook de onjuiste of onvolledige inlichtingen die het college verkrijgt via de ketenpartners. Dit alles uiteraard binnen de grenzen van het bepaalde van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Dit artikel geeft aan wat de strekking van deze verordening is. Met andere woorden wat wordt er geregeld. Voor een toelichting wordt verwezen naar de algemene toelichting.

Artikel 3 Doelstellingen

Het bevorderen van de zelfredzaamheid van de belanghebbende staat centraal. Handhaving kan als instrument worden ingezet om de klant te motiveren en te activeren om te gaan participeren. Op deze wijze wordt de zelfredzaamheid van de belanghebbende vergroot.

Handhaving heeft betrekking op de naleving van wet- en regelgeving en het in stand houden van het maatschappelijke draagvlak. De geloofwaardigheid van de lokale overheid is in het geding als er niet adequaat wordt omgegaan met gemeenschapsgelden. 

Artikel 4 Uitgangspunten

Wanneer er invulling wordt gegeven aan het handhavingsbeleid wordt rekening gehouden met de hier vermelde uitgangspunten.

De belanghebbende is zelf verantwoordelijk voor het bevorderen van zijn zelfredzaamheid en het verloop van zijn participatietraject. De gemeente biedt daarbij de belanghebbende vraaggerichte dienstverlening. Als de belanghebbende onvoldoende zijn verantwoordelijkheid neemt kan de gemeente handhaving inzetten om belanghebbende alsnog te bewegen uitkeringsonafhankelijk te worden of, in geval van een beroep op de WIJ, zich in te zetten voor een duurzame arbeidsparticipatie.

Het is van belang om een balans tussen preventie en repressie te realiseren. Middels preventie wordt draagvlak verkregen om eventuele repressieve instrumenten te kunnen inzetten.

Voor de WWB, WIJ, IOAW en IOAZ geldt uitdrukkelijk dat de rechten en plichten twee kanten van dezelfde medaille zijn. Ook de gemeente onderschrijft deze invalshoek. Het recht op een uitkering, een inkomensvoorziening en/of een werkleeraanbod, is altijd verbonden aan de plicht zich in te zetten om weer onafhankelijk van de bijstand te worden of zich in te zetten voor een duurzame arbeidsparticipatie.

Indien belanghebbende zijn plichten niet nakomt heeft dit automatisch gevolgen.

Bij het streven naar een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende uitvoering van het beleid is voor wat betreft de inzet van de handhavingsinstrumenten voortdurend een evenwichtige afweging tussen de uitgangspunten noodzakelijk.

Artikel 5 Werkwijze

Om de naleving van de wet- en regelgeving te realiseren wordt de werkwijze van het hoogwaardig handhaven gehanteerd. Hoogwaardig handhaven gaat er vanuit dat de naleving van wet- en regelgeving spontaan wordt bevorderd als:

  • ·

    de belanghebbende goed geïnformeerd is met betrekking tot de regelgeving en de daarin opgenomen rechten en plichten;

  • ·

    de uitvoeringsorganisatie zo weinig mogelijk organisatorische en procedurele drempels opwerpt, zodat de belanghebbende de regelgeving en de controlepraktijk die eruit voortvloeit kan accepteren;

  • ·

    ingeval van overtreding van de regels de gevoelsmatige pakkans voldoende hoog is; dit kan worden bereikt door het controle op maat principe: hoe meer risico des te intensiever de benodigde controle;

  • ·

    een opgelegde en uitgevoerde sanctie proportioneel is maar ook voldoende preventief werkt.

De wijze waarop de gemeente, bovenstaande onderdelen in onderlinge samenhang uitvoert, wordt door het college in beleidsregels geformuleerd.

Artikel 6 Terugvordering, invordering, kwijtschelding en verhaal

Dit artikel wordt nader uitgewerkt in beleidsregels.

Artikel 7 Afstemmen van de uitkering

De Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ en de Maatregelenverordening WIJ zien op het sanctioneren van maatregelwaardige gedragingen.

Artikel 8 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Dit artikel wordt nader uitgewerkt in beleidsregels.

Artikel 9 Uitvoering.

Uiteraard is het college verantwoordelijk voor de uitvoering van de verordening. Indien noodzakelijk kunnen daarvoor nadere regels worden opgesteld.

Artikel 10 Hardheidsclausule

De hardheidsclausule is in de verordening opgenomen om het college enige vrijheid te geven bij het toepassen van de bepalingen. De eventuele toepassing van deze hardheidsclausule dient echter wel tot het uiterste beperkt te worden. Bij het regelmatig toepassen van deze clausule dient aanpassing van de verordening te worden overwogen.

Artikel 11 Rapportage

De gemeenteraad kan zijn controlerende functie alleen goed vormgeven als beschikt wordt over de van belang zijnde gegevens. Het college zal de raad jaarlijks voorzien van informatie over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de handhavingsverordening. Tevens zal, indien noodzakelijk, ook worden gerapporteerd of het college gebruik heeft gemaakt van de zogenaamde “hardheidsclausule”.

Artikel 12 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 13 Intrekking eerdere verordening

Daar er sprake is van een nieuwe regeling die deels betrekking heeft op dezelfde wetten als de thans vigerende Handhavingsverordening Wwb en WIJ, moet deze worden ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zichzelf.