Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Dordrecht

Verordening regelende de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de vaste adviescommissie van de raad

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Dordrecht
Officiële naam regelingVerordening regelende de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de vaste adviescommissie van de raad
CiteertitelCommissieverordening 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 82 , lid 1
  2. Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-06-200731-05-2012nieuwe regeling

22-05-2007

Gemeentenieuws, 2007-06-06

2007, GRIF/2007/484

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening regelende de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de vaste adviescommissie van de raad

Nr. Grif/2007/484 III

De Raad van de gemeente Dordrecht;

gelezen het voorstel van het presidium van 16 mei 2007, nr. GRIF/2007/484;

overwegende dat:

  • -

    het aantreden van de nieuwe gemeenteraad op 25 april 2006 heeft geleid tot een experiment met een nieuw vergaderstelsel, waarin op een andere wijze invulling wordt gegeven aan het voorbereidend commissiewerk, de advisering over en agendering van onderwerpen en vergaderstukken voor de gemeenteraad;

  • -

    na evaluatie en aanpassing van dit nieuwe vergaderstelsel op onderdelen in de vernieuwing van de commissieverordening dient te worden voorzien;

gelet op artikel 82, lid 1 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

Verordening regelende de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de vaste adviescommissie van de raad

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a.raad:de raad van de gemeente Dordrecht;
b.college: het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht;
c.adviescommissie: een raadscommissie bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;
df.fractie: een fractie als bedoeld in het Reglement van Orde van de raad van de gemeente Dordrecht;
e.burgerraadslid: een lid van een in de raad vertegenwoordigde politieke groepering die staat op de kandidatenlijst voor de voorafgaande verkiezingen van de raad, die geen raadslid is en die tot lid of plaatsvervangend lid van een raadscommissie is benoemd;
f.portefeuillehouder: een lid van het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht;
g.presidium; het presidium van de raad;
h.agendacommissie: de commissie ex. artikel 83 van de Gemeentewet en omschreven in artikel 4 van het Reglement van orde 2007
i.griffie:griffie van de raad;
j.commissievoorzitter: voorzitter van de adviescommissie;
k.kamervoorzitters: voorzitters van de programmagewijze onderdeelvergaderingen van de adviescommissie.

Hoofdstuk 2 Taak, bevoegdheid en werkwijze

Artikel 2

De adviescommissie heeft tot taak de besluitvorming van de raad voor te bereiden en voorts te overleggen met het college en met de burgemeester voor zover een en ander ligt binnen de programmatische verdeling over themavelden en portefeuilles, als vermeld in de in artikel 3 bedoelde bijlagen.

Artikel 3
  • 1. De adviescommissie vergadert wekelijks onder de naam De Dordtse Kamers, op basis van een door de agendacommissie voor de vergaderingen vastgestelde agenda waarbij wordt vergaderd in twee ronden van in principe drie parallel geplande programmakamers.

  • 2. Per ronde wordt per programmakamer één onderwerp als bespreekpunt geagendeerd, aangevuld met overige door fracties of portefeuillehouders aangedragen onderwerpen volgens een vooraf door de agendacommissie vastgesteld tijdschema en voor zover met korte behandeling kan worden volstaan.

  • 3. Tussen de twee ronden staat een combinatie van een schorsing voor een pauze en een korte raadsvergadering alsmede een collegecarrousel gepland.

  • 4. De agendacommissie maakt in de agendering een keuze uit gelijktijdig te agenderen programmakamers zoals vermeld in de bijlagen behorende bij deze verordening.

Artikel 4

De adviescommissie is bevoegd:

  • a.

    zich tot (een lid van) het college te wenden ter verkrijging van alle stukken waarvan zij de kennisneming nodig acht;

  • b.

    mondeling of schriftelijk in overleg te treden met (een lid van) het college;

  • c.

    tot het houden van hoorzittingen;

  • d.

    tot het afleggen van werkbezoeken;

  • e.

    zich te laten voorlichten door een commissie als bedoeld in artikel 84 van de gemeentewet;

  • f.

    externe deskundigen in te schakelen.

Hoofdstuk 3 samenstelling adviescommissie

Artikel 5

De adviescommissie bestaat uit de volgende leden:

  • a.

    alle raadsleden;

  • b.

    per fractie maximaal vier burgerraadsleden zoals bedoeld in artikel 9 van deze verordening

  • c.

    de kamervoorzitters die hun inzetbaarheid voor het voorzitterschap onderling verdelen over de programma’s.

Artikel 6
  • 1. De burgerraadsleden worden door de raad in de adviescommissie benoemd. Elke in de gemeenteraad vertegenwoordigde fractie draagt daarbij voor benoeming maximaal vier burgerraadsleden voor.

  • 2. De commissievoorzitter wordt door de raad uit zijn midden benoemd op voordracht van het presidium.

  • 3. De kamervoorzitters worden door de raad benoemd uit de in artikel 5a. en b. bedoelde leden van de adviescommissie op voordracht van de fracties.

Artikel 7
  • 1. De fracties verdelen de programma’s over hun commissieleden en wijzen daarbij per programma twee tot vijf woordvoerders aan, waarbij per themaveld wordt aangegeven wie van hen eerste woordvoerder is.

  • 2. Bij verhindering en ontstentenis van de commissievoorzitter treedt één van de daartoe benoemde waarnemend raadsvoorzitters op als vervanger.

Artikel 8
  • 1. De benoeming van de burgerraadsleden in de adviescommissie heeft plaats in, of zo spoedig mogelijk na de eerste vergadering van een nieuwe zittingsperiode van de raad. De benoeming geschiedt, behoudens het bepaalde in het tweede en het derde lid, voor de duur, en bij tussentijdse benoeming voor de resterende duur van de lopende zittingsperiode.

  • 2. De leden worden telkens voor de zittingsduur van de raad benoemd.

  • 3. Hij die zijn raadslidmaatschap dan wel de hoedanigheid op grond waarvan hij burgerraadslid is verliest, treedt tegelijkertijd in de desbetreffende functie bij de adviescommissie af.

  • 4. De fracties kunnen hun voordracht van burgerraadsleden en hun programmagewijze portefeuilleverdeling voor de adviescommissie in de loop van een zittingsperiode wijzigen.

Artikel 9
  • 1. Burgerraadsleden kunnen worden benoemd tot lid van de adviescommissie.

  • 2. De benoeming geschiedt op dezelfde wijze als genoemd in artikel 83, lid 3 van de Gemeentewet met dien verstande dat van elke in de raad vertegenwoordigde fractie maximaal vier personen als zodanig kunnen worden benoemd.

  • 3. Een burgerraadslid dient op het tijdstip van de benoeming te voldoen aan dezelfde vereisten die gelden voor de toelating van raadsleden en bovendien voor te komen op de kandidatenlijst van zijn in de raad vertegenwoordigde fractie bij de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen. De artikelen 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Alvorens het lidmaatschap van de adviescommissie te kunnen uitoefenen, leggen de burgerraadsleden een schriftelijke verklaring aan de burgemeester af, analoog aan het bepaalde in artikel 14 van de Gemeentewet.

  • 5. Burgerraadsleden hebben als zij in functie zijn als commissielid, dezelfde rechten en plichten als de in artikel 5a, genoemde personen met in achtname van het tussen de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet gemaakte onderscheid.

Artikel 10
  • 1. De commissievoorzitter en kamervoorzitters zijn belast met:

    • a.

      het leiden van een plenaire vergadering respectievelijk de onderdeelvergaderingen;

    • b.

      het handhaven van de orde van de vergadering;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hen verder opdraagt.

  • 2. De leden voeren het woord na het van de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 3. De leden van het college, de ambtenaren en de personen in dienst van door de gemeente gesubsidieerde lichamen als bedoeld in artikel 15 voeren het woord na verkregen toestemming van de voorzitter dan wel op uitdrukkelijk verzoek van de voorzitter.

  • 4. Zodra de voorzitter van oordeel is dat de beraadslaging over een onderwerp kan worden gesloten, doet hij daartoe een voorstel aan de adviescommissie met inbegrip van een conclusie .

  • 5. De voorzitter formuleert zo nodig de vraagpunten waarover de vergadering moet beslissen.

  • 6. De voorzitter doet mededeling van de uitslag van de stemming als bedoeld in artikel 23.

  • 7. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een bepaalde tijd schorsen en indien na heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen adviescommissie

Artikel 11
  • 1. De adviescommissie vergadert op grond van een jaarlijks door het presidium vastgesteld vergaderschema en voorts zo dikwijls als de agendacommissie het nodig acht.

  • 2. De leden, de portefeuillehouders en de gemeentesecretaris ontvangen alle aan de raad en/of de adviescommissie gerichte stukken. Per geagendeerd onderwerp kan één lid per fractie het woord voeren, voor zover de agendacommissie in specifieke gevallen niet anders heeft beslist.

Artikel 12
  • 1. De griffier stuurt de leden, de portefeuillehouders en de gemeentesecretaris namens de agendacommissie ten minste 6 dagen voor de vergadering van de adviescommissie een schriftelijke agenda onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2. De schriftelijke agenda wordt ten minste 13 dagen voor de vergadering vooraf gegaan door een voorlopige agenda, bedoeld in artikel 13, eerste lid.

  • 3. De bij de schriftelijke agenda behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tenminste tegelijkertijd met deze agenda maar in principe 13 dagen voor de vergadering aan de leden verzonden.

  • 4. Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 13, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden verzonden.

Artikel 13
  • 1. Voordat de agenda, zoals bedoeld in artikel 12, eerste lid, wordt verzonden, stelt de agendacommissie 14 dagen voor de vergadering de voorlopige agenda van de commissievergadering op.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van de agendacommissie in overleg met de commissievoorzitter tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3. De agendacommissie stelt de agenda 7 dagen voor de vergadering vast. Op voorstel vanuit een fractie ,op advies vanuit de adviescommissie of van één van de voorzitters kan de agendacommissie bij de definitieve vaststelling van de agenda onderwerpen aan de voorlopige agenda toevoegen of van die agenda afvoeren.

  • 4. De voorzitter van de adviescommissie kan tot op de avond van de vergadering besluiten de volgorde van behandeling van geagendeerde agendapunten te wijzigen. Hij doet dat alleen in bijzondere gevallen en na overleg met de voorzitter van de agendacommissie en de griffier.

Artikel 14

De griffie maakt de agenda van de vergaderingen uiterlijk 4 dagen voor de vergadering bekend via het raadsinformatiesysteem.

Artikel 15
  • 1. Voor deelname aan de behandeling van in de adviescommissie op basis van collegestukken geagendeerde onderwerpen worden de daarvoor verantwoordelijke portefeuillehouder en de ambtelijk verantwoordelijke medewerker geacht standaard te zijn uitgenodigd.

  • 2. De agendacommissie of de commissievoorzitter kunnen één of meerdere portefeuillehouders uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslaging deel te nemen over onderwerpen die op initiatief vanuit de adviescommissie zijn geagendeerd. De genodigden kunnen zich laten bijstaan door één van de voor het onderwerp ambtelijk verantwoordelijke medewerkers.

  • 3. De agendacommissie of de commissievoorzitter kunnen ambtenaren uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn om inlichtingen te verstrekken en/of presentaties te verzorgen.

  • 4. De agendacommissie of de commissievoorzitter kunnen personen in dienst van door de gemeente gesubsidieerde lichamen of andere personen uitnodigen om in de vergadering aanwezig te zijn om inlichtingen te verstrekken en/of presentaties te verzorgen.

  • 5. Voor de behandeling van korte mondelinge vragen van commissieleden, mededelingen en informatieoverdracht door portefeuillehouders alsmede voor korte mondelinge consultatie van de adviescommissie wordt op iedere commissieavond een daarvoor bestemde collegecarrousel ingepland.

  • 6. De informatie die wordt uitgewisseld tijdens de collegecarrousel kan niet in de plaats treden van informatie die op grond van de passieve en actieve informatieplicht via raadsinformatiebrieven aan de raad kenbaar dient te worden gemaakt.

Artikel 16
  • 1. Stukken, die dienen ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda, worden gelijktijdig met het bekend maken van de agenda voor een ieder ter inzage gelegd en raadpleegbaar gemaakt. Van de ter inzagelegging wordt melding gemaakt in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 17. Indien na het verzenden van de agenda stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de commissieleden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2. Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het stadskantoor gebracht.

  • 3. Indien voor stukken op grond van artikel 25, eerste dan wel tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de daarvoor verantwoordelijk gestelde griffiemedewerker de leden van de adviescommissie inzage.

Artikel 17
  • 1. De vergadering wordt op de voor aankondiging in de gemeente gebruikelijke wijze en rekening houdend met de in artikel 14 gestelde termijnen ter openbare kennis gebracht.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd, plaats en agendapunten van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien.

Artikel 18

Bij binnenkomst in de vergaderlocatie tekent ieder lid onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 19
  • 1. De voorzitter opent de kamergewijze of plenaire vergadering op het vastgestelde tijdstip, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties vertegenwoordigd is door een woordvoerder, de voorzitter niet meegerekend, en deze de presentielijst hebben getekend.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de commissievoorzitter in het geval van een plenaire vergadering, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering.

  • 3. Wanneer een kwartier na het voor de behandeling van het onderwerp vastgestelde tijdstip niet het aantal vereiste woordvoerders van een onderdeelvergadering aanwezig is, wordt de behandeling door de kamervoorzitter verdaagt naar een nader door de agendacommissie te bepalen behandelmoment.

Artikel 20
  • 1. De vergaderingen van de adviescommissie worden in het openbaar gehouden. De deuren worden gesloten wanneer ten minste vier woordvoerders daarom verzoeken of de agendacommissie de commissievoorzitter of de kamervoorzitter het nodig oordeelt.

  • 2. Het bepaalde in artikel 23, derde en vierde lid, van de Gemeentewet met betrekking tot een besluit om met gesloten deuren te vergaderen en de verslaglegging daarvan is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de raad wordt gelezen de adviescommissie.

Hoofdstuk 5 beraadslaging en stemming

Artikel 21
  • 1. De commissieleden kunnen op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstellen afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op voorstel van een lid of de voorzitter kunnen de commissieleden beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslaging wordt hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

Artikel 22
  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissieleden anders beslissen.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslissen de commissieleden of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de adviescommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de aan de beraadslaging deelnemende leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies wordt het meerderheidsstandpunt en eventuele minderheidsstandpunten samengevat opgenomen.

Artikel 23
  • 1. Voor het tot stand komen van een beslissing wordt de meerderheid vereist van de door de fracties vertegenwoordigde stemmen.

  • 2. Elke fractie krachtens de presentielijst aanwezig, heeft zoveel stemmen als zij leden heeft in de raad.

  • 3. Zo nodig wordt bij handopsteken van de woordvoerende leden gestemd.

Hoofdstuk 6 geheimhouding

Artikel 24
  • 1. Het bepaalde in artikel 86 van de Gemeentewet betreffende de geheimhouding is van overeenkomstige toepassing op de onderdeelvergaderingen

  • 2. De adviescommissie kan op de in de artikelen 22 en 23 beschreven wijze omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken welke aan de commissie worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. Zij wordt, zowel door de leden die bij de behandeling aanwezig waren als door de leden die op andere wijze van het verhandelde kennis nemen, in acht genomen totdat de adviescommissie haar opheft.

  • 3. De voorzitter kan omtrent de inhoud van de stukken als bedoeld in het voorgaande lid, voorlopige geheimhouding opleggen. Hij geeft hiervan terstond kennis aan de adviescommissie.

  • 4. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 82 van de Gemeentewet hebben de leden van de raad te allen tijde inzage in de stukken waaromtrent door de adviescommissie of een onderdeelvergadering van de commissie en/of de voorzitter (voorlopige) geheimhouding is opgelegd.

Hoofdstuk 7 spreekrecht voor burgers

Artikel 25
  • 1. Burgers kunnen tijdens de vergaderavond van de adviescommissie in sprekerskamers op het sprekersplein het woord voeren over geagendeerde en niet geagendeerde onderwerpen met inachtneming van het bepaalde in artikel 26.

  • 2. Tot de in lid 1. bedoelde burgers worden ook gerekend vertegenwoordigers van instellingen, organisaties en bedrijven

Artikel 26
  • 1. Voor aanvang van de vergadering dient bij de voorzitter(s), de agendacommissie, de –commissieleden en de portefeuillehouder bekend te zijn wie zich heeft aangemeld om van het spreekrecht gebruik te maken. Daartoe worden insprekers geacht zich uiterlijk op de maandag voor de eerstvolgende commissievergadering vóór 16.00 uur bij de griffie - onder vermelding van het onderwerp en persoonlijke gegevens - aan te melden.Tijdens de vergadering laat de dienstdoende commissiesecretaris een lijst rondgaan, waarop de insprekers hun naam en adres kunnen invullen voor latere toezending van de notulen van de vergadering.

  • 2. Insprekers krijgen in de sprekerskamer circa vijf minuten gelegenheid om een aftrap te doen, gevolgd door het gesprek met de commissie. In totaal wordt voor de sprekerskamer maximaal 45 minuten tijd gepland. Op voorstel van de kamervoorzitter of gespreksleider kan echter aan de hand van het opgegeven aantal sprekers door de agendacommissie worden besloten dat een andere spreek- en/of gesprekstijd in acht zal worden genomen.

  • 3. Sprekerskamers over geagendeerde onderwerpen worden vervolgd met de kamergewijze behandeling van het onderwerp door de adviescommissie Portefeuillehouders worden geacht voor deze sprekerskamers als toehoorder te zijn uitgenodigd teneinde in de aansluitende behandeling antwoord te kunnen geven op vragen vanuit de commissie. Bij aanvang memoreert de kamervoorzitter in het kort de hoofdlijnen van het voorstel, zo mogelijk de overwegingen van het college naar aanleiding van de inspraakreacties en de besluitvorming van het college over het voorstel.

  • 4. Sprekerskamers over niet-geagendeerde onderwerpen worden na aanmelding door de agendacommissie gepland op één van de eerstvolgende vergaderavonden van de adviescommissie, behalve wanneer sprake is van onderwerpen als bedoeld in lid 6.

  • 5. Wanneer een voorstel al eerder onderwerp van inspraak geweest is en er bestuurlijke besluitvorming over de inspraakreacties heeft plaatsgevonden, worden de reacties en de besluiten daarover opgenomen in het voorstel aan de adviescommissie. Het spreekrecht beperkt zich in zo'n geval tot de politieke besluiten over het onderwerp.

  • 6. Van spreekrecht op het sprekersplein kan geen gebruik worden gemaakt:

    • a.

      bij de behandeling van bezwaarschriften die krachtens een wettelijke regeling tegen een beschikking zijn ingediend;

    • b.

      wanneer sprake is van een beroepsprocedure of een bij de rechter of ombudsman aanhangig gemaakt juridisch geschil tussen de inspreker of de door hem vertegenwoordigde partij enerzijds en de gemeente anderzijds;

    • c.

      over zaken waarvoor de gemeentelijke klachtenprocedure open staat, inclusief aantijgingen en/of bejegeningen aan het adres van bestuurders, raadsleden en/of ambtenaren;

    • d.

      voor individuele en niet tot een algemeen belang herleidbaar persoonlijk belang;

    • e.

      indien over hetzelfde onderwerp eerder is ingesproken en daaraan geen nieuwe feiten kunnen worden toegevoegd.

  • 7. Burgers nemen geen deel aan de commissiebehandeling aansluitend aan het sprekersplein, en aan de inname van standpunten.

  • 8. De kamervoorzitter vat na de beraadslaging van de adviescommissie de mening van de leden van de adviescommissie samen en deelt de insprekers mee of en hoe het onderwerp verder zal worden behandeld.

  • 9. De burgers die zich op de presentielijst hebben aangemeld, krijgen de notulen van de vergadering toegestuurd.

Hoofdstuk 8 ondersteuning adviescommissie en vastlegging

Artikel 27

De griffier wijst ten behoeve van de ondersteuning van de adviescommissie griffiemedewerkers als commissiesecretaris aan en verdeelt de zorg voor de in de bijlagen onderscheiden programma’s onder hen.

Artikel 28
  • 1. Van het behandelde in de onderdeelvergadering van de adviescommissie wordt door de dienstdoende commissiesecretaris een korte vastlegging opgemaakt bevattende de besluiten en de overwegingen, welke hiertoe hebben geleid. Deze wordt opgenomen in de commissiestandpuntenlijst van de vergaderavond.

  • 2. De commissiesecretaris draagt zorg voor vastlegging van het besprokene in een verslag en/of geluidsopname, zulks naar de voorkeur van de adviescommissie.

  • 3. Toezeggingen en afspraken worden vastgelegd in de commissiestandpuntenlijst en opgenomen op de doorlopende verzamellijst van afspraken en toezeggingen welke periodiek wordt geactualiseerd en op voortgang in de nakoming wordt besproken door de agendacommissie.

  • 4. Commissieverslagen worden vastgesteld in een raadsvergadering als bedoeld in art.8 lid 1 onder b. van het Reglement van orde 2007.

Hoofdstuk 9 toehoorders en de pers

Artikel 29
  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen de openbare, plenaire of onderdeelvergaderingen van de adviescommissie bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitters zijn bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kunnen door de commissievoorzitter voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 30

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de dienstdoende voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

Artikel 31

In de vergaderzalen met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede het standby houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.

Hoofdstuk 10 slotbepalingen

Artikel 32
  • 1. Deze verordening treedt in werking één dag na publicatie;

  • 2. Terzelfder tijd wordt de Raadscommissieverordening 2002 d.d. 16 april 2002 inclusief de wijziging van artikel 26 d.d. 1 juli 2003 ingetrokken.

Artikel 33

Deze verordening kan worden aangehaald als "Commissieverordening 2007".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 mei 2007.

de griffier
de voorzitter

Bijlage 1: Programmakamers, themavelden en portefeuilleverdeling college

VeiligheidSociale veiligheidHuiselijk geweldJeugdpreventieKamsteegVan Steensel (wnd)
 Fysieke veiligheidExterne veiligheidVan Steensel
 VerkeersveiligheidVerkeer en vervoerVan den Oever
 Integrale veiligheidBrandweerPolitieIntegrale veiligheidBandellBandellBandell
Sociale InfrastructuurMaatschappelijke voorzieningenMediaWelzijn (w.o. buurtwerk, vrijwilligerswerk en bibliotheek)Jeugd en jongeren (w.o. kinderopvang en jongerenwerk)Wijkgericht werkenSpigtKamsteegVan Steensel(wnd)Kamsteeg (wnd)
 Integratie en interculturalisatieIntegratie, inburgering en asielzoekersSpigt
 GezondheidVolksgezondheidJeugdgezondheidszorgKamsteegKamsteeg (wnd)
 ZorgWMO en zorg (w.o. ouderen- en gehandicaptenbeleid, vrouwenopvang, verslavingszorg en maatschappelijke opvang)Kamsteeg
 InkomenSociale zakenSociale Dienst DrechtstedenSpigtSpigt
 CultuurvoorzieningenCultuurSpigt
 VrijetijdsvoorzieningenRecreatieVan den Oever (wnd)
 SportSportVan den Oever wnd)
Wonen en LeefbaarheidBeheer van de openbare ruimteHavenbedrijfStadsbeheer (openbare ruimte)Van den OeverVan den Oever
 Afvalinzameling en afvalverwerkingAfvalNetwerkGevudoVan SteenselVan SteenselVan Steensel
 RiolenWater en rioleringVan Steensel
 MilieuMilieu Strategisch GroenprojectVan SteenselVan Steensel
 VergunningverleningBouwen en WonenKamsteeg
 HandhavingBouwen en WonenMilieuKamsteegVan Steensel
 Ontwikkelen en herstructureren woonwijkenVolkshuisvesting en stedelijke vernieuwingMonumentenzorg en archeologieKamsteegKamsteeg
Werk en ScholingOpgroeien en onderwijsOnderwijs en educatie (incl. peuterwerk, voor- en vroegschoolse educatie, taaltrajecten en alfabetisering)Van Steensel
 OnderwijshuisvestingOnderwijs en educatieVan Steensel
 ArbeidsmarktoeleidingArbeidsmarktbeleid en werkgelegenheidDrechtwerkSpigtSpigt
 Economische structuurversterkingBinnenstadEconomische zakenToerismeGrondbedrijfStadsmarktenVastgoedbedrijfSpigtVan den OeverVan den OeverVan den OeverVan den OeverBandell (wnd)
Ondernemerschap en BereikbaarheidOntwikkelen, beheer en herstructureren bedrijventerreinenEconomische Zaken en GrondbedrijfVan den Oever
 Verbeteren bereikbaarheidVerkeer en vervoerWaterbusVan den OeverVan den Oever
Bestuur, participatie en dienstverleningAlgemeen bestuurAlgemene ZakenBandell
 Dagelijks bestuurAlgemene en kabinetszakenBestuurlijke betrekkingenSociaal Geografisch BureauJuridische ZakenPersoneel en organisatieHuisvesting en ICTBestuurlijke vernieuwing en participatieIngenieursbureauBandellBandellBandellBandellKamsteeg (wnd)Bandell (wnd)Kamsteeg(wnd)Van Steensel
 DienstverleningPubliekszakenBandell
 Communicatie en voorlichtingCommunicatie en stadspromotieInternationale samenwerkingBandellBandell
Algemene dekkingsmiddelen (Financiën)GemeentefondsFinanciënGrotestedenbeleidVan SteenselVan Steensel
 Lokale belastingenFinanciënVan Steensel
 BedrijfsvoeringFinanciënP&OHuisvesting/ICTVan SteenselKamsteeg(wnd)Bandell (wnd)
   Stichting “De Biesbosch”KiltunnelEnecoEssenhofVan SteenselVan SteenselVan SteenselVan Steensel
Ruimtelijke Ontwikkeling  Ruimtelijke ontwikkelingSpigt
   Regionale ontwikkelingsmaatschappijVan den Oever
Regionale samenwerking  Regionale samenwerkingKamsteeg

Bijlage 2. Welke programma’s kunnen tegelijkertijd geagendeerd worden?

Het onderstaande overzicht is een hulpmiddel voor de Agendacommissie en leden van de Advies-commissie. Per programma wordt aangegeven welke andere programma’s tegelijkertijd geagendeerd kunnen worden. Het programma in de meest linkerkolom kan niet tegelijkertijd geagendeerd worden met de grijs gearceerde programma’s in één of meerdere van de overige kolommen.

Figuur 1Figuur 2

TOELICHTING

In deze toelichting wordt alleen toelichting gegeven op de wijzigingen die in deze Commissieverordening ten opzichte van die van van 16 april 2002 zijn doorgevoerd. Ook wordt daar waar dat aansluit bij de inhoud van de artikelen in omkaderde teksten uitleg gegeven over het functioneren van het door de raad vastgestelde vergaderstelsel of worden afspraken verwoord onder verwijzing naar de datum en het orgaan dat ze heeft gemaakt. In dat geval wordt gebruik gemaakt van teksten van tussen 25 april 2006 en 28 maart 2007 schriftelijk in de informatiebladen “De Dordtse Kamers” vastgelegde afspraken.

Artikel 1

De aanduiding ‘burgerraadslid’ roept verkeerde associaties op, als zou een raadslid geen burger zijn. Beter ware het om te spreken van ‘steunfractielid’ of ‘commissievolger’. Omdat dit geen principiële wijziging betreft die samenhangt met het vergaderstelsel wordt vooralsnog geen voorstel gedaan tot aanpassing van de in Dordrecht in zwang geraakte terminologie. Verder is de terminologie op een paar plaatsen in overeenstemming gebracht met de beoogde aanduiding van organen. Toegevoegd zijn de definities van agendacommissie en van kamervoorzitters.

Artikel 2

In dit artikel is tot uitdrukking gebracht dat het commissiestelsel met portefeuillegebonden taakverdeling van vijf verschillende adviescommissies aan de raad wordt vervangen door één adviescommissie van de raad die haar werkzaamheden verdeelt op basis van een indeling in programmatisch samenhangende clusters van themavelden. De portefeuilleverdeling binnen het college staat daar los van maar is wel bepalend voor de vraag welk lid van het college voor de adviescommissie als eerste aanspreekpunt namens het college benaderbaar is.

Opzet vergaderavond adviescommissie De Dordtse Kamers

19.45 – 20.30SprekerspleinAgendacommissieSprekerspleinSprekersplein niet-geagendeerd onderwerp
20.30 – 21.15Bespreekpunt Presentatie/bespreekpunt Bespreekpunt  
21.15 – 21.30Pauze  
21.30 – 21.45Hamerraad  
21.45 – 22.00Collegecarroussel  
22.00 – 23.15BespreekpuntBespreekpunt Bespreekpunt  

Artikel 3

Dit artikel beschrijft de vergaderavond van de adviescommissie en de agendacommissie en vormt de kern van het vergaderstelsel De Dordtse Kamers.

In dit artikel wordt vastgelegd dat de adviescommissie wekelijks vergadert, waarbij de commissieleden het werk verdelen door uiteen te gaan in parallel geagendeerde programmakamers. Uitgangspunt is dat op één avond in 2 ronden van 3 gelijktijdig geagendeerde programma’s ongeveer zes bespreekpunten worden behandeld en er daarnaast nog ruimte is voor korte statements over overige – van tevoren kenbaar gemaakte – onderwerpen. Tussen de twee ronden met programmakamers vergadert de gemeenteraad d.m.v. een zogenoemde hamerraad en is er gelegenheid om in een plenaire of portefeuillegewijze collegecarrousel vragen te stellen aan het college, dan wel mondelinge informatie te vertrekken aan de raad.

Artikel 4

Alleen verandering in de naamsaanduiding van de commissie

Artikel 5

In dit artikel wordt geregeld dat alle raadsleden lid zijn van de adviescommissie, alsmede alle burgerraadsleden voor zover ze als zodanig door hun fracties voor benoeming tot commissielid zijn voorgedragen, met een maximum van de bestaande vier personen per fractie. Omdat de commissievoorzitter op grond van artikel 83 uit de raadsleden dient te worden benoemd is deze lid van de commissie.

Artikel 6

Dit artikel bevat enkele redactionele wijzigingen. Daarnaast wordt de commissievoorzitter op voordracht van het presidium benoemd. In dit artikel wordt ook de benoeming van kamervoorzitters geregeld waarbij conform het sinds 2002 geldende uitgangspunt dat de voorzitterswerkzaamheden

over de fracties wordt verdeeld wordt gehandhaafd en wordt voorgeschreven dat iedere fractie uit haar midden tenminste 1 kamervoorzitter voordraagt. Omdat raadsleden primair raadslid zijn om politiek te bedrijven hecht een grote meerderheid van de raadsleden (en met name de kamervoorzitters zelf) eraan dat een poule van voldoende kamervoorzitters ontstaat. Zo kan het beste geborgd worden dat ieder commissielid naast een kamervoorzitterschap op een vergaderavond ook nog een woordvoering kan doen op een onderwerp. Aan met name de grotere fracties is daarom gevraagd om eventueel meerdere kamervoorzitters voor benoeming voor te dragen.

Artikel 7

In dit artikel wordt de verdeling van de commissiewerkzaamheden over de fractieleden aan de fracties overgelaten. In het commissiestelsel waren er vast benoemde leden en plaatsvervangers. Nu wordt alleen voorgeschreven dat fracties hun commissieleden over de programma’s verdelen, waarbij per themaveld wordt aangegeven wie de eerste woordvoerder is.

Uit de evaluatie van het experiment met het nieuwe vergaderstelsel is gebleken dat de commissieleden behoefte hebben aan het inzicht wie namens welke fracties welk themaveld behartigd. Om die lijsten functioneel te houden, is ervoor gekozen dat per programma twee tot vijf woordvoerder worden aangewezen. Zo is het mogelijk om per onderwerp een eerste en tweede woorvoerder te hebben, maar ook om het werk binnen één programma over vijf woordvoerders te verdelen.

In dit artikel wordt verder geregeld dat één van de twee waarnemend raadsvoorzitters de commissievoorzitter waarneemt bij diens afwezigheid. Het is overigens niet onaannemelijk dat één van de waarnemend raadsvoorzitters door de raad wordt benoemd tot voorzitter van de adviescommissie

Artikel 8

Omdat alle raadsleden en burgerraadsleden lid zijn van de Adviescommissie (maximaal bij 9 fracties: 39 raadsleden + 36 burgerraadsleden), is het overbodig om plaatsvervangers te benoemen. Omdat de commissieleden voor de duur van de raadsperiode worden benoemd, wordt de mogelijkheid gecreëerd dat fracties hun voordracht voor tot commissielid te benoemen burgerraadsleden tussentijds wijzigen. Dit om te voorkomen dat burgerraadsleden in hun commissiedeelname zich afscheiden van de fractie en als het ware zelfstandig verder gaan.

Artikel 9

Dit artikel regelt het commissielidmaatschap van burgerraadsleden, waarbij de mogelijkheid wordt gecreëerd om hen te benoemen tot plaatsvervangend lid van een agendacommissie. Dat is praktisch voor eenmansfracties (op basis van kieslijsten). Verder wordt aan burgerraadsleden dezelfde rechten toegekend als aan raadsleden met uitzondering van de wettelijk vastgestelde vergoedingen.

Artikel 10

In dit artikel worden in plaats van dé voorzitter, de commissievoorzitter en de kamervoorzitters onderscheiden. Het commissievoorzitterschap is vooral een coördinerende en representatieve functie. Alleen in bijzondere gevallen en voor het vaststellen van verslagen komt de adviescommissie plenair onder zijn voorzitterschap bijeen. De kamervoorzitters doen het feitelijke werk door de onderdeelvergaderingen: de programmakamers en de gesprekken op het sprekersplein voor te zitten. Het artikel regelt verder wat van de voorzitters in hun vergaderingen verwacht mag worden.

Artikel 11

Ten aanzien van de vergaderfrequentie van de adviescommissie geldt dat in principe wekelijks wordt vergaderd met uitzondering van alle schoolvakanties, feestdagen, bid- en dankdag, VNG-congres en Drechtstedenbijeenkomsten. In beginsel betekent dit op jaarbasis ca. 35 tot 40 commissieavonden.

Ten aanzien van het recht op ontvangst van vergaderstukken geldt een strikt regiem waarbij alleen commissieleden, collegeleden, griffier en gemeentesecretaris alsmede de fractieassistenten de vergaderstukken op papier ontvangen. Allen die daar verder belangstelling voor hebben kunnen de vergaderstukken raadplegen, downloaden en/of printen vanuit het raadsinformatiesysteem op de gemeentelijke website.

Artikel 12

Dit artikel regelt de termijnen voor de verspreiding en ontvangst van agenda en stukken en eventuele nazendingen.

Bij dit vergaderstelsel wordt aan de ontvangers van de schriftelijke stukken de mogelijkheid geboden om zich te abonneren op een maatwerkpakket aan commissiestukken.

De onderstaande tabel is een mogelijke inhoudsopgave bij de set vergaderstukken die wekelijks wordt verzonden. Achter elk stuk staat ‘standaard’ of ‘optioneel’ vermeld. De vermelding ‘standaard’ betekent dat iedereen het betreffende stuk krijgt. De vermelding ‘optioneel’ betekent dat het betreffende stuk uitsluitend wordt verspreid onder degenen die hebben aangegeven de stukken uit deze portefeuille(s) te willen ontvangen.

AanbiedingsbriefStandaard
Raadsagenda met van de bespreekpunten de raadsvoorstellen, ontwerp-besluiten en geactualiseerde behandelflappen. Standaard
Overzicht aangemelde mededelingen voor CollegecarrousselStandaard
Lijst van ingekomen stukken, van ter inzage gelegde stukken en ontvangen uitnodigingenStandaard
Notule Notulen voor zover ze moeten worden vastgesteldStandaard
Definitieve agenda eerstvolgende vergadering van de Dordtse KamersStandaard
GroslijstStandaard
Ontvangen stukken m.b.t. Veiligheid (elk stuk is voorzien van een gekleurde behandelflap, inclusief groslijstnummer en verwijzing naar portefeuille en thema) + tabblad programma Veiligheid (met daarop vermeld welk collegelid portefeuillehouder is en welke commissieleden het programma in portefeuille hebben).Optioneel (standaard voor fractievoorzitters en fractieassistenten)
Ontvangen stukken m.b.t. Sociale en Culturele infrastructuur (elk stuk is voorzien van een gekleurde behandelflap, incl. groslijstnummer en verwijzing naar portefeuille en thema) + tabblad programma Sociale en Culturele infrastructuur (met daarop vermeld welk collegelid portefeuillehouder is en welke commissieleden het programma in portefeuille hebben).Optioneel (standaard voor fractievoorzitters en fractieassistenten)
Idem voor de niet-genoemde programma’sOptioneel (standaard voor fractievoorzitters en fractieassistenten)

Artikel 13

Dit artikel regelt de totstandkoming van de agenda van de adviescommissie. Het houdt rekening met de nieuwe terminologie en regelt dat de commissievoorzitter in overleg met de voorzitter van de agendacommissie en de griffier tot het laatste moment (om dringende redenen) de agendavolgorde kan veranderen.

Spelregels voor agendering van onderwerpen in de Dordtse Kamers

De volgende van de op 10 oktober 2006 door de Agendacommissie (AC) vastgestelde spelregels voor agendering gelden onverkort vanaf het vaststellen van de commissieverordening 2007:

1. In aanmerking komende agendapunten

Voor opname door de AC op de agendavoorraad en de agenda’s van de adviescommissie komen in aanmerking:

  • a.

    getekende raadsvoorstellen van het college.

  • b.

    getekende raadsinformatiebrieven van het college.

  • c.

    ondertekende brieven of memo’s van de portefeuillehouder.

  • d.

    door fracties voor bespreking voorgedragen ingekomen stukken van de raad.

  • e.

    door fracties aan de hand van een schriftelijk (debat)stuk voor bespreking voorgedragen eigen onderwerpen.

  • f.

    door de organisatie i.o.m. de portefeuillehouder voorgedragen presentaties.

  • g.

    door de AC of het presidium noodzakelijk geachte onderwerpen.

Voor de onder e, f en g bedoelde onderwerpen geldt dat in de AC kenbaar moet kunnen worden gemaakt waarom agendering gewenst wordt (het behandelmotief).

2. Toelating van voorgedragen agendapunten

Voor opname op de agendavoorraad van de door fracties voorgedragen agendapunten geldt geen beperking. Het onderwerp wordt mits voorzien van een behandelmotief altijd op de agendavoorraad geplaatst.

3. Agendering van voorgedragen agendapunten

Voor daadwerkelijke opname op een door de AC vast te stellen agenda komen alle onder 1a tot en met 1f binnengekomen onderwerpen in aanmerking. De vulling van de agenda geschiedt in volgorde van belangrijkheid. Indien een keuze gemaakt moet worden omdat het aanbod groter is dan op die vergaderavond kan worden behandeld, gelden als criteria:

  • a.

    fatale termijnen;

  • b.

    actualiteit;

  • c.

    het aantal AC-leden dat namens hun fracties de voorgedragen agendering steunt.

4. Vaste uitgangspunten in de agendering

De AC hanteert bij het vaststellen van agenda’s voor de vergaderavond van de Adviescommissie de volgende basisuitgangspunten:

  • a.

    Agendacommissie en Sprekersplein worden gelijktijdig geagendeerd. Om deze kamers tot hun recht te laten komen worden tegelijkertijd geen te bespreken onderwerpen of programmakamers geagendeerd.

  • b.

    Een voorgedragen onderwerp wordt standaard ter opiniëring geagendeerd. Alleen als op basis van de inbreng vanuit fracties in de AC blijkt dat er vooral of eerst informatieve vragen zijn te beantwoorden, wordt een informatieve bespreking belegd.

  • c.

    Een debat in de raad wordt pas geagendeerd indien daar een inhoudelijke commissiebehandeling aan vooraf is gegaan. In bijzondere gevallen kan de AC daar gemotiveerd van afwijken.

  • d.

    Indien een onderwerp eerst informatief is behandeld en vervolgens een bespreking staat ingepland dan wel als uitkomst van de informatieve ronde nodig wordt geacht, wordt eerst door de AC gekeken of de voorgestelde behandeling aansluit bij de conclusie van de informatieve bespreking.

  • e.

    Verschillende onderwerpen waarvoor dezelfde portefeuillehouder verantwoordelijk is, worden niet gelijktijdig geagendeerd.

  • f.

    Onderwerpen/stukken die op verzoek van een specifieke fractie worden geagendeerd worden onder vermelding van de fractienaam en de bedoeling van de fractie geagendeerd, waarbij de verwachting is dat die fractie het voortouw neemt (en van de kamervoorzitters krijgt) in de bespreking.

5. Bijzondere uitgangspunten in de agendering

De AC hanteert bij het vaststellen van agenda’s voor de vergaderavond van de Adviescommissie de volgende bijzondere uitgangspunten, indien daar aanleiding voor is:

  • Voor de commissiebehandeling van de belangrijke kaderstellende en controle documenten in het kader van de planning & control cyclus: MJP, kadernota, begroting, interimnota en jaarverslag worden vaste vergaderavonden van de Dordtse Kamers ingepland. Dat betekent dat de hele avond in het teken staat van de behandeling van het bewuste document en de daarin te onderscheiden programma’s en portefeuilles. Over de invulling van de avond beslist de Agendacommissie op voorstel van de griffier en op basis van het karakter van het document.

  • Voor de commissiebehandeling van Rekenkamer rapporten worden in beginsel meerdere weken uitgetrokken, waarbij:

    • -

      standaard (conform de verordening) eerst een informatief overleg met de directeur Rekenkamer wordt belegd, waarvoor in de agenda:

      • o

        één blok voor bespreking wordt gereserveerd;

      • o

        een aansluitend blok voor uitloop van de bespreking wordt gereserveerd;

      • o

        daarna de vergaderkamer wordt vrijgehouden voor eventuele verdere uitloop.

    • -

      Één tot twee weken na het informatief overleg een bespreking met het college wordt belegd, waarvoor in de agenda, zo dat nodig wordt geacht:

      • o

        twee blokken voor bespreking worden gereserveerd, onderbroken door een pauze;

      • o

        een aansluitend blok voor uitloop van de bespreking wordt gereserveerd;

      • o

        daarna geen andere onderwerpen staan geagendeerd;

      • o

        60 minuten spreektijd over de fracties wordt verdeeld en 30 minuten over de betrokken portefeuillehouders en deze spreektijden verdeeld worden over twee termijnen.

    • -

      als laatste behandelstap voor rekenkamerrapporten een debat in de raad wordt geagendeerd voor de eerstvolgende middagvergadering van de raad.

  • Periodiek wordt het onderwerp regiozaken ingepland om de adviescommissie in de gelegenheid te stellen om te spreken over relevante regionale ontwikkelingen en/of geagendeerde onderwerpen van regionale bestuursorganen zoals de Drechtraad en het veiligheidsbestuur Zuid-Holland Zuid.

  • In sprekerskamers beperkt de bespreking zich tot een gesprek tussen commissieleden en insprekers over hetgeen de inspreker onder de aandacht wil brengen. Stellingname vindt in het geval van een geagendeerd onderwerp plaats tijdens de behandeling van het onderwerp in de aansluitende commissiebehandeling. Agendering van sprekerskamers over niet geagendeerde onderwerpen kan alleen tot zijn recht komen als commissieleden zich aan het principe houden dat zij in het gesprek met de sprekers niet tot politieke stellingname namens hun fractie overgaan. Sprekers dienen als gast van de gehele raad te worden behandeld. Zowel in het geval van een geagendeerd onderwerp als in het geval van een niet geagendeerd onderwerp moet voorkomen moet worden dat andere fracties zich zonder fractieberaad of buiten de opiniekamer gedwongen gaan voelen om positie te kiezen en/of dat sprekers zich onheus of ongastvrij bejegend voelen. Dit kan betekenen dat het in sommige gevallen beter is om te besluiten de inspreker individueel door fracties te laten ontvangen.

  • Het is in uitzonderlijke gevallen (bijv. een dwingende tijdsfactor) mogelijk dat de AC incidenteel besluit om op een dinsdagavond per vergaderronde vier parallelle programma’s in plaats van drie te agenderen.

6. Plannen Agendavoorraad en vaststellen agenda’s

De AC werkt met ingang van 31 oktober 2006 twee weken vooruit. Dat betekent dat alle fracties, raads- en commissieleden voortaan:

  • twee weken van tevoren weten dat een onderwerp in één van de programmakamers van die vergaderavond wordt geagendeerd.

  • op dinsdagavond of woensdagochtend een mail krijgen met:

  • het lijstje met geagendeerde onderwerpen voor de vergadering van de Adviescommissie van 2 weken later;

  • twee weken de tijd hebben voor het voorbereiden en voorbespreken van geagendeerde onderwerpen.

  • de werkzaamheden ter voorbereiding van de Agendacommissie en de kamers van de Adviescommissie beter kunnen spreiden in de tijd.

7. Geagendeerd is geagendeerd

De door de AC vastgestelde agenda’s blijven onveranderd. D.w.z. dat de geagendeerde behandelingen altijd starten maar voortijdig kunnen worden gestopt nadat de voorzitter van de kamer op basis van de reacties van de aanwezige fracties heeft geconstateerd dat er op dat moment geen zinnig overleg kan plaatsvinden. Er worden dan ter plekke afspraken gemaakt over de randvoorwaarden waaraan hernieuwde agendering moet voldoen. De afspraken worden teruggelegd in de AC die daarna over agendering zal besluiten.

De Agendacommissie heeft op 3 oktober 2006 haar voorkeur uitgesproken voor een wekelijkse rondvraag in de korte raadsvergadering. Als spelregel daarvoor geldt dat een vraag kort en bondig wordt geformuleerd en er kort en bondig op geantwoord wordt door de verantwoordelijk portefeuillehouder. Om portefeuillehouders in de gelegenheid te stellen adequaat te antwoorden, kunnen ingewikkelde vragen vooraf via de griffie bij de portefeuillehouders worden ingediend. Zo nodig wordt er schriftelijk geantwoord door of namens het college.

Artikel 14

Dit artikel vervangt het oude artikel 14, dat nu in artikel 12 geregeld is en regelt de interne en externe bekendmaking van de agenda van de commissievergaderingen via het raadsinformatiesysteem.

Artikel 15

Dit artikel regelt de betrokkenheid van het college van burgemeester en wethouders bij de commissievergadering.

In dit artikel wordt in lid 1 geregeld dat van portefeuillehoudende collegeleden verwacht wordt dat zij bij de commissiebehandeling van door het college aan de raad gezonden voorstellen of stukken aanwezig zijn voor deelname aan de beraadslagingen voor zover dat door de commissieleden van hen verlangd wordt. Zij zijn daarvoor al op voorhand standaard uitgenodigd, evenals de ambtelijk verantwoordelijk medewerker. Daarbij hoort ook dat zij zich daar bij hun verhindering laten vervangen.

In lid 2 wordt de ruimte open gelaten om wethouders op uitnodiging aan beraadslagingen van door de commissie zelf aangedragen onderwerpen te laten deelnemen. Ze zijn daarvoor niet standaard uitgenodigd maar te allen tijde wel bij welkom en worden desgevraagd in de gelegenheid gesteld tot deelname aan de beraadslagingen

In dit artikel wordt de collegecarrousel geïntroduceerd. Daarmee worden twee wensen van raad en college vervuld. Allereerst de wens van raads- en commissieleden om mondelinge vragen (bij wijze van rondvraag) aan een verantwoordelijk portefeuillehouder te kunnen stellen. Ten tweede de wens van de collegeleden om een deel van de informatie die men nu met mailberichten, wethoudersbrieven of bij wijze van consultatie schriftelijk met de commissie wisselt, voortaan kort en bondig mondeling te wisselen. Hiervoor geldt wel de beperking dat informatie die naar zijn aard hoort tot de passieve of actieve informatieplicht van het college geacht wordt via raadsinformatiebrieven te worden kenbaar gemaakt. De status van de informatieoverdracht tijdens de collegecarrousel is die van een “c.c.”: je bent als het ware niet zelf in persoon de geadresseerde maar degene die een afschrift ontvangt ter kennisname. Het gewisselde tijdens de collegecarrousel wordt opgenomen in het commissieverslag. Om de uitwisseling van informatie en vraag & antwoord zinvol te maken, wordt zowel van portefeuillehouders als van commissieleden verwacht dat zij hun onderwerpen zo veel mogelijk op maandag 16.00 uur bij de griffie aanmelden zodat de fracties dat op de fractievergadering voor de commissieavond weten en zich daar in de verdeling van de aandacht op kunnen voorbereiden.

Artikel 16

In dit artikel is de huidige ruimere toepassing van ter inzage legging opgenomen.

Artikel 17

Dit artikel regelt in aansluiting op artikel 14 de openbare bekendmaking conform de Awb en Gemeentewet.

Artikel 18

In dit artikel is de feitelijke situatie opgenomen dat de presentielijst buiten de vergaderzaal maar binnen de vergaderlocatie (vergadervleugel) wordt getekend.

Artikel 19

Met een commissie van maximaal 75 leden, ligt een quorum van de helft + 1 op 38 personen.

Dat is voor het effectief laten doorgaan van een plenaire zitting (waarin met name alle fracties vertegenwoordigd moeten zijn) een fors aantal. Ook het parallel vergaderen stelt andere eisen aan een quorumregel. In dit artikel is daarin voorzien.

Geregeld wordt dat zowel voor de plenaire als de kamergewijze vergaderingen meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties (d.w.z.: 5) vertegenwoordigd moeten zijn om de vergadering te kunnen openen. Deze vertegenwoordigers worden dan wel geacht de presentielijst te hebben getekend.

Artikel 20

Alleen redactionele wijzigingen

Artikel 21

Idem

Artikel 22

Naast redactionele wijzigingen wordt in dit artikel geregeld dat in de adviezen vanuit de commissie de meerderheids- en minderheidsstandpunten worden opgenomen. In de praktijk betekent dit dat deze samengevat in de commissiestandpuntenlijst worden verwoord en dat het verslag dient voor de zakelijke weergave van hetgeen er per fractie is kenbaar gemaakt.

Artikel 23

In dit artikel wordt nog duidelijker geregeld dat in de situaties dat de commissie tot een besluit moet komen een meerderheid vereist is van de fracties vertegenwoordigde stemmen. In lid 2 is bepaald dat dit het aantal leden is waarmee de fractie in de raad vertegenwoordigd is.

Toegevoegd is een bepaling die tot uitdrukking brengt dat alleen indien nodig bij handopsteken wordt gestemd

Artikel 24

De bepalingen in de Gemeentewet en deze commissieverordening zijn van overeenkomstige toepassing voor de kamergewijze onderdeelvergaderingen van de adviescommissie (programmakamers etc.).

Verwijderd is de bepaling dat overige raadsleden eerst een schriftelijk verzoek moeten indienen alvorens zij stukken kunnen inzien die door collega-commissieleden zijn ingezien en/of behandeld in een besloten commissie- of programmakamervergadering.

Artikelen 25 en 26

Het spreekrecht voor het publiek wordt in deze artikelen conform de wens van de raad en in lijn met het experiment met het nieuwe vergaderstelsel uitgebreid.

Naast geagendeerde bespreekpunten worden ook de overige geagendeerde stukken voor insprekers vrijgegeven. Verder wordt het burgers, organisaties,instellingen en bedrijven mogelijk gemaakt om over niet geagendeerde onderwerpen met de commissie in gesprek te gaan.

Het spreekrecht voor het publiek wordt ten opzichte van het commissiestelsel uitgebreid naar sprekerskamers van maximaal 45 minuten waarin het de bedoeling is dat een gesprek tussen de insprekers en de commissieleden tot stand komt. Ieder onderwerp krijgt een eigen sprekerskamer.

Om de commissie daar goed bij vertegenwoordigd te laten zijn is het nodig dat aanmeldingen van onderwerpen en insprekers vóór de fractievergaderingen bekend zijn.

De agendacommissie beslist over het moment van agendering van niet geagendeerde inspreekbijdragen en houdt daarbij rekening met de in artikel 26 lid 6 genoemde criteria.

Artikel 27

In dit artikel wordt de ondersteuning van de adviescommissie aangepast aan de nieuwe situatie.

Artikel 28

In dit artikel wordt duidelijker dan voorheen vastgelegd waaruit de verslag- en vastlegging van het besprokene in de commissievergadering bestaat.

Artikel 29

In dit artikel wordt aan de commissievoorzitter voorbehouden om toehoorders het bijwonen van commissievergaderingen of onderdeelvergaderingen te ontzeggen. Kamervoorzitters krijgen net als de commissievoorzitter de mogelijkheid om toehoorders die de orde verstoren te doen vertrekken.

Artikelen 30-33

Redactionele wijzigingen.