Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bunschoten

Beleidsregel vliegende winkels

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBunschoten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel vliegende winkels
CiteertitelBeleidsregel vliegende winkels
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet ruimtelijke ordening 
  2. Drank- en Horecawet 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-08-199601-01-2021nieuwe regeling

05-03-1996

De Bunschoter, 26-08-1996

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel vliegende winkels

 

 

Inleiding

"Te gekke stuntverkoop! Wegens faillissement aangeboden leren jassen, mountainbikes, sportartikelen". Iedereen kent ze , de vette koppen in kranten en huis-aan-huis bladen, waarin de meest uiteenlopende goederen voor dumpprijzen worden aangeboden. Dergelijke verkopingen lijken de laatste tijd steeds vaker voor te komen en vinden meestal plaats in horecagelegenheden. De verkopingen duren vaak niet langer dan één dag. Dan is de handelaar weer vertrokken. De naam van dit verschijnsel:

vliegende winkels. Een doorn in het oog van menig gevestigd detaillist.

Aanleiding

De gemeenten in het zuiden van Nederland werden door vliegende winkels overspoeld. Dit gegeven was aanleiding voor enkele Kamers van Koophandel om een discussie over dit onderwerp te starten. Ook Eemland heeft te kampen met vliegende winkels. Na behandeling van dit onderwerp in de Commissie Detailhandel en Ambacht van Kamer heeft een inventarisatie plaatsgevonden. Tevens is onderzocht welke aktie tegen dit fenomeen mogelijk is. De Kamer van Koophandel heeft een notitie opgesteld (bijlage 1).

Deze notitie is besproken op 3 oktober 1995 met de bedrijfscontactambtenaren van de Eemlandgemeenten. In deze notitie is een aanpak voorgesteld. In het portefeuillehoudersoverleg economische zaken zal dit onderwerp geagendeerd worden.

Inventarisatie

In 1994 is de Kamer van Koophandel voor Eemland gestart met een inventarisatie van het verschijnsel "vliegende winkel" in de regio Eemland. Voor Bunschoten werden de volgende cijfers genoteerd: De Halte (4x), kleding, perzische tapijten, fietsen (Zalencentrum De Halte bestaat niet meer)

't Wagenwiel(ix), leren kleding

Hoekstraat 1 (1x), beddegoed

't Haantje (1x), tuinmeubels

In 1995 heeft een verkoping van kinderkleding plaatsgevonden vanuit een woning.

Wettelijke bepalingen

Op "vliegende winkels" is een aantal wetten van toepassing. Dit zijn:

Iemand die over de vereiste papieren beschikt, krijgt een vergunning voor het basisbedrijf. De Handelsregisterwet en de Vestigingswet vormen dan ook geen obstakel voor vliegende winkels. Wanneer binnen de normale winkeltijden wordt verkocht, levert ook de Winkelsluitingswet geen probleem op. Volgens artikel 11 van de Drank- en Horecawet is het verboden in horecagelegenheden de kleinhandel in andere goederen dan drank uit te oefenen. Artikel 44 van de Drank- en Horecawet biedt een ontheffingsmogelijkheid.

Deze ontheffing - die wordt verleend door de minister van VWS - wordt (bijna) automatisch verleend.

Het toetsingskader vormt de aard van de inrichting. Deze moet zodanig zijn dat de kans dat het publiek al boodschappen doende, verleid zal worden tot het nuttigen of aankopen van alcoholhoudende dranken gering is. In het bestemmingsplan is het gebruik van de grond geregeld. Wordt in strijd met de gebruiksvoorschriften gehandeld, dan bestaat de mogelijkheid om op te treden tegen deze activiteiten.

Probleemstelling

Uit de inventarisatie van de Kamer van Koophandel bleek dat het fenomeen 'vliegende winkel' vaker voorkomt dan (door de Kamer) werd aangenomen. De incidentele verkopingen vormen (aldus de Kamer) een bedreiging voor de plaatselijke (en regionale) verzorgingsstructuur. De reguliere detailhandel ondervindt schade van deze vorm van handel. Daarnaast is menig detailhandelaar van mening dat wanneer er sprake is van overtreding van wettelijke voorschriften, in dit kader vaak het bestemmingsplan, de gemeente op moet treden. Het wordt als een groot onrecht beschouwd, wanneer de regulier detailhandelaar wel aan alle wettelijke voorschriften (bestemmingsplan) moet voldoen, terwijl een handelaar in één dag op een illegale wijze de verzorgingsstructuur verstoort.

Uit het overleg met de bedrijfscontactambtenaren bleek dat niet alle activiteiten ongewenst zijn. Sommige activiteiten vormen een aanvulling op de plaatselijke verzorgingsstructuur. Andere activiteiten echter niet. Dit gegeven maakt de problematiek en een goede aanpak van de problematiek niet gemakkelijk.

Situatie in Bunschoten

In 1995 heeft zich alleen een verkoping vanuit een woning voorgedaan. Hierop is door de middenstand en de Kamer van Koophandel gereageerd. Per brief van 10 juli 1995 is uitgelegd waarom de gemeente tegen deze verkoping niet heeft opgetreden (bijlage 2).

Partycentrum 't Haantje en restaurant De Mandemaaker zijn de enige horeca-inrichtingen die over een ontheffing ex artikel 44 Drank- en Horecawet beschikken (bijlage 3). Dit betekent dat de Drank- en Horecawet geen belemmering oplevert voor het organiseren van verkopingen e.d.

In Sporthal De Stormvogel vinden met enige regelmaat sportvreemde activiteiten plaats. Achtergrond hiervan is het gebrek aan een geschikte lokatie door het verdwijnen van De Halte. Tevens vormen deze activiteiten een aanvullende inkomstenbron voor de Stichting. Hiervoor wordt door de Stichting per keer een aanvraag ingediend en aan de Stichting toestemming verleend. Deze activiteiten vinden plaats in strijd met het bestemmingsplan, in strijd met de verhuur/erfpacht/opstalovereenkomst. Na een gesprek met het bestuur van de Stichting heeft deze Stichting een brief gestuurd met het verzoek de bestemmingsplanvoorschriften zodanig te wijzigen dat meer activiteiten in de sporthal zijn toegestaan.

Tevens speelt de Drank- en Horecawet een niet onbelangrijke rol in dit geheel.

Paracommercialisme (artikel 3 a.b en c Drank- en Horecawet)

De Stichting Exploitatie Sporthal is een paracommerciële instelling. Dit houdt in dat de gemeente aan de te verlenen drank-en horecavergunning beperkende voorschriften kan verbinden, ter voorkoming van oneerlijke concurrentie. Deze voorschriften hebben betrekking op:

  • -

    het in de inrichting houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard;

  • -

    het openlijk aanprijzen van de mogelijkheid tot het houden van deze bijeenkomsten;

  • -

    de tijden gedurende welke in de inrichting alcoholhoudende drank wordt verstrekt;

Het college kan met het oog op bijzondere gebeurtenissen van zeer tijdelijke aard ontheffing verlenen van deze voorschriften. Het doel van deze voorschriften is de activiteiten van de Stichting te laten plaatsvinden binnen haar doelstelling. De kantine is gebouwd t.b.v. het sportgebeuren. De verstrekking van consumpties in de kantine mag behoudens bijzondere omstandigheden uitsluitend een uur voor, tijdens en een uur na het wedstrijdgebeuren of trainingsuren dan wel tijdens de andere activiteiten binnen het kader van de doelstelling van de vereniging plaatsvinden, (zie overeenkomst in bijlage 4 ).

Wordt toestemming verleend voor het gebruik van de hal voor sportvreemde activiteiten, dat heeft de toestemming uitsluitend betrekking op het gebruik van de sporthal. Het gebruik van de sportkantine staat hier los van.

Voorgestelde aanpak

De Kamer van Koophandel stelt de volgende aanpak voor:

  • 1.

    afspraak in Eemland verband dat tegen het fenomeen vliegende winkel zoveel mogelijk wordt opgetreden om ondergraving van de verzorgingsstructuur tegen te gaan;

  • 2.

    vliegende winkels in gebouwen met een niet detailhandelsbestemming zijn verboden; een actief handhavingsbeleid zal hiertegen gevoerd worden;

  • 3.

    gemeenten staan vliegende winkels in gemeentelijke of gesubsidieerde gebouwen niet toe (N.B. regelen in bestemmingsplan!)

  • 4.

    negatief adviseren over aanvragen ex artikel 44 Drank- en Horecawet (bijna niet mogelijk)

  • 5.

    nieuw beleid kenbaar maken

Opmerkingen over aanpak

Optreden op basis van het bestemmingsplan wordt voorgesteld. Deze aanpak (op basis van het bestemmingsplan) zal ook moeten gelden voor gemeentelijke en gesubsidieerde gebouwen. Een aanpak op grond van het feit dat deze gebouwen in gemeente-eigendom of door de gemeente gesubsidieerd zijn zal naar mijn mening falen. Een negatief advies uitbrengen over een aanvraag is zeer moeilijk. Een onthefing wordt (bijna) automatisch verleend.

Reactie op voorstel Kamer van Koophandel

Gezien de inventarisatie van de Kamer valt het met het fenomeen 'vliegende winkel' in Bunschoten nogal mee. Zeker nu 'De Halte' niet meer bestaat is nauwelijks meer sprake van dergelijke activiteiten. Zoals gesteld is in 1995 gedurende 1 dag vanuit een woonhuis kinderkleding verkocht. Omdat het hier een kortdurende en eenmalige activiteit betrof, is er vanaf gezien om hiervoor het college in spoedberaad bijeen te roepen. Tegen een winkeltje in sierbloemen aan de Zanglijster is daarentegenwel opgetreden, het betrof hier echter geen vliegende winkel.

De voorgestelde beleidslijn van de Kamer, dat in principe tegen (vliegend)winkelgebruik wordt opgetreden op plaatsen waar dit strijdig is met het bestemmingsplan kan worden onderschreven.

De vliegende winkel wordt gekenmerkt door een kortdurend en incidenteel karakter. Dit optreden zal plaats moeten vinden door toepassing van spoedeisende bestuursdwang. Wegens het kortdurende karakter zal oplegging van een dwangsom en de normale bestuursdwangtoepassing hier niet effectief zijn. Om snel te kunnen opereren is het wenselijk om de portefeuille houder van RO-zaken te mandateren om snel beslissingen te kunnen nemen inzake de toepassing van spoedeisende bestuursdwang. Voorop zal echter moeten blijven staan dat van geval tot geval beoordeeld moet worden of een optreden wenselijk is. Alleen dan kan een zorgvuldige belangenafweging plaatsvinden die te allen tijde aan een handhavend optreden vooraf dient te gaan. Bovendien moet het bestuur altijd de vrijheid houden om van handhaving af te zien.

Tegen bijvoorbeeld een dinky toy beurs in een sporthal lijkt een handhavend optreden op het eerste oog niet opportuun.

Voorstel

De voorgestelde beleidslijn van de Kamer, dat in principe tegen (vliegend)winkelgebruik wordt opgetreden op plaatsen waar dit strijdig is met het bestemmingsplan onderschrijven. Dit optreden zal gebeuren door middel van het uitoefenen van spoedeisende bestuursdwang.

J. KoeIewijn

sektor AZ/IZ

B. Rademaker

sektor GGZ