Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht (Utr)

Verordening Onderzoekscommissie Subsidies

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht (Utr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Onderzoekscommissie Subsidies
CiteertitelVerordening Onderzoekscommissie Subsidies
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt van rechtswege een jaar na inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 84

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-10-201206-10-2012intrekking

22-09-2011

Gemeenteblad van Utrecht 2011, nr. 57

Raadsvoorstel jaargang 2011, nr. 117
06-10-201106-10-2012nieuwe regeling

22-09-2011

Gemeenteblad van Utrecht 2011, nr. 57

Raadsvoorstel jaargang 2011, nr. 117

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Onderzoekscommissie Subsidies

Verordening Onderzoekscommissie Subsidies

(raadsbesluit van 22 september 2011)

De raad van de gemeente Utrecht;

BESLUIT

vast te stellen de volgende

Verordening Onderzoekscommissie Subsidies.

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2011 Nr. 57

Artikel 1 De commissie

Er is een commissie van onderzoek ex artikel 84 van de Gemeentewet, die de volgende benaming krijgt “Onderzoekscommissie Subsidies” en in deze verordening kortheidshalve genoemd wordt "de commissie".

Artikel 2 Taak

De commissie heeft, zoals verwoord in motie 2011/M052, tot taak:

  • a.

    te onderzoeken hoe de toekenning van de 4,7 miljoen euro voor bewonersinitiatieven heeft plaats gevonden;

  • b.

    zowel het proces als de cultuur binnen de gemeentelijke organisatie tegen het licht te houden;

  • c.

    te onderzoeken of er hiaten zijn in de toekennings- en controlesystematiek (inclusief mandateringen) binnen andere gemeentelijke geldstromen aan derden.

Artikel 3 Samenstelling

De commissie bestaat uit tenminste zes en ten hoogste negen leden, waarin begrepen de voorzitter van de commissie, allen door de raad uit zijn midden te benoemen en allen afkomstig uit verschillende fracties.

Artikel 4 Duur en beëindiging lidmaatschap; vervulling tussentijdse vacatures

  • 1.

    De leden van de commissie worden benoemd voor de duur van het onderzoek en de behandeling van haar aanbevelingen in de raad, dit onverminderd het tweede lid.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

    • a.

      door ontslag door de raad op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van het commissielid;

    • b.

      anderszins door ontslag door de raad in een met redenen omkleed besluit;

    • c.

      van rechtswege door het vervallen van deze verordening;

    • d.

      door beëindiging van het lidmaatschap van de raad.

  • 3.

    De raad voorziet zo spoedig mogelijk in de ontstane vacatures.

Artikel 5 Secretaris en inhoudelijke ondersteuning

  • 1.

    De griffier, dan wel zijn plaatsvervanger, zal fungeren als secretaris van de commissie.

  • 2.

    Aan de secretaris wordt zonodig een medewerker van de griffie toegevoegd voor het verlenen van ondersteuning.

  • 3.

    De Interne Auditafdeling van de gemeente verleent de commissie alle inhoudelijke ondersteuning die de commissie nodig oordeelt.

  • 4.

    De medewerkers van de Interne Auditafdeling, die de inhoudelijke ondersteuning aan de commissie verlenen, vallen voor wat betreft de werkzaamheden en activiteiten die zij in die hoedanigheid uitvoeren, onder het bevoegd gezag van de raad en onder verantwoordelijkheid van de griffier, een en ander conform het bepaalde in artikel 7 van de Verordening op de ambtelijke bijstand uit 2006.

  • 5.

    De voorzitter en de secretaris tekenen de uitgaande stukken.

Artikel 6 Bevoegdheden

  • 1.

    De commissie is bevoegd bij raadscommissies, bij het college, bij medewerkers van de griffie en bij andere ambtenaren alle stukken op te vragen die zij nodig oordeelt. De gevraagde stukken worden overgelegd, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

  • 2.

    De commissie is bevoegd leden of gewezen leden van de raad, leden of gewezen leden van het college, medewerkers of gewezen medewerkers van de griffie en andere ambtenaren en gewezen ambtenaren uit te nodigen tot het mondeling verstrekken van inlichtingen.

  • 3.

    De commissie is voorts bevoegd eenieder die naar het oordeel van de commissie inlichtingen kan verstrekken die van belang kunnen zijn voor het onderzoek, waaronder externe deskundigen, uit te nodigen tot het verstrekken van inlichtingen.

  • 4.

    De commissie is bevoegd onderdelen van het onderzoek op te dragen aan externe adviseurs.

Artikel 7 Plan van aanpak en onderzoeksvoorstel

De commissie legt vóór 1 november 2011 een plan van aanpak en een onderzoeksvoorstel voor aan de raad, inclusief een begroting.

Artikel 8 Verschoningsrecht

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouder geeft de commissie alle verlangde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.

  • 2.

    Niemand is gehouden de commissie te informeren over zaken waaromtrent hem geheimhouding is opgelegd.

  • 3.

    Degene aan wie gevraagd is de commissie informatie te verschaffen kan de commissie verzoeken vertrouwelijkheid te betrachten.

Artikel 9 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of ten minste drie leden dit aan de voorzitter vragen.

  • 2.

    De voorzitter belegt de vergaderingen. Hij draagt er zorg voor dat de oproepingen -spoedeisende gevallen uitgezonderd- tenminste twee dagen voor de vergadering aan de leden worden verzonden.

  • 3.

    De oproepingen vermelden datum, tijd, plaats en te behandelen onderwerpen onder toezending

  • 4.

    van alle voor die onderwerpen relevante stukken.

Artikel 10 Openbare en besloten bijeenkomsten en vergaderingen; geheimhouding

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2.

    De deuren worden gesloten als ten minste drie van de aanwezige leden, dan wel de voorzitter dit nodig oordelen.

  • 3.

    Indien de deuren worden gesloten verlaten alle aanwezigen behalve de leden en de in artikel 5 bedoelde medewerkers de vergaderruimte. Als de commissie besluit om besloten te vergaderen beslist zij tevens of en zo ja welke andere dan de in de vorige volzin genoemde personen het besloten deel van de vergadering kunnen bijwonen.

  • 4.

    De commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van aan haar overgelegde stukken geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

  • 5.

    Op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die zij aan de commissie overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat haar heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.

  • 6.

    De commissie kan op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen ten aanzien van stukken die zij aan het college, de raad of leden van de raad overlegt.

  • 7.

    De geheimhoudingsartikelen uit de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11 Besluitvorming

  • 1.

    Besluiten van de commissie worden genomen bij meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen. De commissie kan slechts besluiten nemen, wanneer meer dan de helft van het aantal zittende leden aanwezig is. Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is en de termijn van advisering het toelaat, kunnen in een opnieuw bijeen te roepen vergadering besluiten genomen worden, ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 2.

    Indien bij het nemen van een besluit door geen van de leden stemming wordt verlangd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 3.

    Bij staken van de stemmen wordt de besluitvorming over het onderwerp uitgesteld tot de eerstvolgende vergadering waarin ten minste de helft van de leden aanwezig is. Staken de stemmen ook in die vergadering dan beslist de stem van de voorzitter. De stem van de voorzitter beslist ook wanneer uitstel van besluitvorming in verband met in acht te nemen termijnen niet mogelijk is.

  • 4.

    De leden stemmen zonder vooringenomenheid en zonder last of ruggespraak.

Artikel 12 Interviews, gesprekken en hoorzittingen

  • 1.

    De in artikel 6 bedoelde personen kunnen worden uitgenodigd voor een interview, voor een gesprek of voor een openbare hoorzitting.

  • 2.

    Interviews zijn verkennend en informatief van aard, en kunnen worden gehouden door één lid van de commissie. Deze interviews zijn niet openbaar.

  • 3.

    Gesprekken zijn gericht op het verdiepen van de kennis van de commissie van feitelijke processen en gegevens, en worden door ten minste drie leden van de commissie gevoerd. Deze gesprekken zijn niet openbaar.

  • 4.

    De commissie kan besluiten tot een of meer openbare hoorzittingen.

Artikel 13 Verslaglegging, verslagen van interviews, gesprekken en hoorzittingen

    • 1.

      Van het in de vergaderingen van de commissie behandelde en de genomen besluiten worden door de secretaris beknopte besluitenlijsten opgesteld. Deze zijn in beginsel openbaar.

    • 2.

      Van gesprekken met uitgenodigde personen en van openbare hoorzittingen worden woordelijke verslagen gemaakt. Betrokkenen worden in de gelegenheid gesteld concept verslagen van commentaar te voorzien.

    • 3.

      Van vergaderingen met gesloten deuren en van besloten gesprekken met uitgenodigde personen worden afzonderlijke verslagen opgemaakt, die niet openbaar worden gemaakt.

    • 4.

      Van interviews worden beknopte aantekeningen gemaakt, die niet openbaar worden gemaakt.

Artikel 14 Rapportage

  • 1.

    De commissie rapporteert tussentijds, zo vaak zij dat nodig acht, aan de commissie Mens en Samenleving.

  • 2.

    Het eindrapport van de commissie, inclusief de aanbevelingen, wordt door de commissie d.m.v. een raadsvoorstel en –besluit aan de raad voorgelegd.

Artikel 15 Vervallen verordening

  • 1.

    Deze verordening vervalt van rechtswege een jaar na de inwerkingtreding.

  • 2.

    De raad kan vóór het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn besluiten de geldigheid van de verordening met ten hoogste een jaar te verlengen. Een besluit tot verlenging wordt openbaar bekend gemaakt.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij openbaar bekend is gemaakt.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Onderzoekscommissie Subsidies.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 22 september 2011.

De griffier, De burgemeester,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 5 oktober 2011.

Deze verordening treedt in werking op 6 oktober 2011.