Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vlagtwedde

Beleidsregels buitenplanse ontheffing op grond van Bijlage II art. 4 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVlagtwedde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels buitenplanse ontheffing op grond van Bijlage II art. 4 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht
CiteertitelBeleidsregels buitenplanse ontheffing op grond van Bijlage II art. 4 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Besluit omgevingsrecht, art. 4, bijlage II 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-03-2011nieuwe regeling

08-03-2011

Ter Apeler Courant

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels buitenplanse ontheffing op grond van Bijlage II art. 4 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht

 

 

Beleidsregels buitenplanse ontheffing op grond van Bijlage II art. 4 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht

Het Besluit omgevingsrecht geeft aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid om in een aantal gevallen ontheffing te verlenen van geldende bestemmingsvoorschriften. Eén van de mogelijkheden betreft het geven van extra bouw- en gebruiksmogelijkheden voor bijbehorende bouwwerken (aan- en bijgebouwen)

Het verdient aanbeveling om beleidsregels op te stellen binnen welke grenzen gebruik zal worden gemaakt van deze specifieke buitenplanse ontheffingsmogelijkheden. Dat geeft duidelijkheid aan belanghebbenden, versnelt de toetsingsmogelijkheid en verkort de motivering.

Deze nota zal als beleidsregel in de zin van artikel 1:3, vierde lid Algemene wet bestuursrecht worden vastgesteld en gepubliceerd en geldt daarmee als een algemene regel bij de uitleg van voorschriften en het gebruik van bevoegdheden van het college.

Gebieden buiten de bebouwde kom

Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan “Buitengebied” is van de zijde van het college van gedeputeerde staten aangegeven dat de oppervlakte voor bewoning niet meer zou mogen bedragen dan 200 m2 (incl. bijgebouwen).

Aan die eis van de provincie is tegemoet gekomen met dien verstande dat bij ontheffing enige extra ruimte kan worden geboden die mede afhankelijk is van de oppervlakte van bestaande bebouwing.

In de reactie op de zienswijze van de provincie is al aangegeven dat de gemeente van oordeel is dat een maximale oppervlakte van 200 m2 niet meer van deze tijd is en niet meer aanvaardbaar. Daarbij is tevens aangegeven dat de bereidheid bestaat om door middel van ontheffingen meer ruimte te geven dan het bestemmingsplan bij recht aangeeft in situaties waarbij er een extra ruimtebehoefte ten behoeve van b.v. hobbymatige activiteiten, waaronder het houden van dieren en aan huis verbonden beroepsactiviteiten.

Bij de vaststelling van de Provinciale omgevingsverordening is inmiddels aangegeven dat de gezamenlijke oppervlakte ten behoeve van wonen niet meer dan 300 m2 mag bedragen.

Vanuit de erkenning van de wens van bewoners van het buitengebied dat er in een aantal gevallen behoefte kan zijn aan extra ruimte die in het bestemmingsplan op dat moment niet kon worden gerealiseerd, ten gevolge van het toen geldende provinciale beleid, ligt het volstrekt voor de hand om ook buitenplanse ontheffingen in te zetten om aan de wensen van de inwoners te voldoen.

Het gaat daarbij om bijbehorende bouwwerken als bedoeld in het Besluit omgevingsrecht en dus functioneel ondergeschikt aan het hoofdgebouw.

Daarbij kan ook invulling worden gegeven aan de wens van de gemeenteraad om een grotere oppervlakte aan hoofd- en bijgebouwen te bieden dan oorspronkelijk door de provincie werd toegestaan.

Gebieden binnen de bebouwde kom

Met name op de grotere kavels binnen de bebouwde kom speelt een vergelijkbare problematiek. Dat geldt zeker voor de kavels met ruime tuinen en erven in de linten die voor een deel van oorspronkelijk een agrarische of bedrijfsmatige functie hebben gehad.

Ook in die gevallen kan ten behoeve van dezelfde activiteiten extra ruimte worden geboden middels een buitenplanse ontheffing. Daarbij moet worden opgemerkt dat in veel van deze gevallen ook het open karakter van de bebouwingsstructuur een belangrijke omgevingsfactor is en in die zin vergelijkbaar met de situaties in het bestemmingsplan Buitengebied.

In de voorontwerpen van de bestemmingsplannen is er rekening mee gehouden dat er ten behoeve van de woonfuncties voldoende ruimte zou moeten worden geboden voor bijbehorende bouwwerken.

Zolang de bestemmingsplannen nog niet zijn aangepast kan voor het overgrote deel van de gevallen kan aan de gerechtvaardige wensen van inwoners tegemoet gekomen worden wanneer buitenplanse ontheffingen worden verleend die in de lijn ligt met de ontwerp regels die worden gehanteerd in de reeds in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen voor o.a. De Linten.

In andere gevallen dient de situatie van geval tot geval te worden beoordeeld en zal het al dan niet verlenen van een buitenplanse ontheffing afzonderlijk worden gemotiveerd.

Bouwregels

Met toepassing van de buitenplanse ontheffing wordt extra ruimte gegeven voor het plaatsen van bijbehorende bouwwerken. Het is niet consistent wanneer voor die bouwwerken andere of geen regels zouden gelden dan voor de bij recht toegestane bijbehorende bouwwerken ten aanzien van goothoogte en dakhellingen. Om die reden ligt het voor de hand om bij het verlenen van deze buitenplanse ontheffingen ook die regels toe te passen.

Welstand

Bij de totstandkoming van het bestemmingsplan Buitengebied is gesteld dat ontheffingen mede aanvaardbaar worden geacht omdat de kwaliteit wordt bewaakt door toetsing van bouwplannen aan redelijke eisen van welstand. Hoewel de regels ten aanzien van vergunningvrij bouwen inmiddels bij de in werking treding van de Wabo zijn uitgebreid is het redelijk om bij het verlenen van buitenplanse ontheffingen (die kunnen leiden tot gebouwen met een behoorlijke omvang) de plannen te toetsen aan redelijke eisen van welstand zoals die door de gemeenteraad in de welstandsnota zijn vastgelegd. Indien daarover onduidelijkheid mocht bestaan kan advies gevraagd worden van de welstandscommissie of de rayonarchitect.

Doeleinden waarvoor buitenplanse ontheffing kan worden verleend

Inmiddels is o.a. in het voorontwerp bestemmingsplan voor De Linten aangegeven in welke gevallen ontheffing kan worden verleend voor een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken dan het bestemmingsplan aangeeft. Het ligt voor de hand om die criteria ook te gebruiken bij het beoordelen van verzoeken om buitenplanse ontheffingen.

Het gaat er daarbij om dat er sprake moet zijn van een aantoonbare behoefte vanuit de in de bestemming toegelaten functies, bijvoorbeeld vanwege een gezinssituatie, mantelzorg, stalling van materieel dan wel ruimtebehoevende hobbymatige/bedrijfsmatige activiteiten of een situatie waarin de vergroting van het hoofdgebouw afgewezen moet worden

Afwijking van de beleidsregels

Reeds op voorhand kan worden aangenomen dat er zich in de toekomst vragen zullen voordoen om extra ruimte voor andere gevallen dan in deze beleidsnotitie worden aangegeven. Het is niet nodig om al aan te geven hoe daarmee zal worden omgegaan. De Algemene wet bestuursrecht geeft in artikel 4.84 reeds de mogelijkheid om in bijzondere gevallen van beleidsregels af te wijken.

Wettelijk kader:

In artikel 4 lid 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht is het volgende bepaald:

Voor het verlenen van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van art. 2.12, eerste lid onder a, onder 2, van de wet van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, komen in aanmerking:

bijbehorende bouwwerken:

  • a.

    binnen de bebouwde kom

  • b.

    buiten de bebouwde kom mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • -

      niet hoger dan 5 meter, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf

    • -

      de oppervlakte niet meer dan 150 m2, en

    • -

      het bouwen niet tot gevolg heeft dat het aansluitende terrein voor meer dan 50% wordt bebouwd dan wel dat de oppervlakte die op grond van het bestemmingsplan of beheersverordening voor bebouwing in aanmerking komt voor meer dan 50% wordt overschreden.

De beleidsregel:

Gelet op het vorenstaande worden de volgende beleidsregels vastgesteld:

Het college van burgemeester is bereid ontheffing te verlenen op grond van artikel 4 lid 1 van Bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht in geval er sprake is van een aantoonbare behoefte vanuit de in de bestemming toegelaten functies, bijvoorbeeld vanwege een gezinssituatie, mantelzorg, stalling van materieel dan wel ruimtebehoevende hobbymatige/bedrijfsmatige activiteiten of een situatie waarin de vergroting van het hoofdgebouw afgewezen moet worden

onder voorwaarde dat:

  • 1.

    de bouwregels ten aanzien van goothoogte en dakhelling zoals die gelden voor de in het bestemmingplan “Buitengebied 2009” bij recht toegestane bijbehorende bouwwerken in acht worden genomen;

  • 2.

    indien en voor zover ontheffing wordt gevraagd voor bijbehorende bouwwerken binnen de bebouwde kom wordt uitgegaan van de bouwregels ten aanzien van bebouwingspercentage, goothoogte en dakhelling zoals die zijn opgenomen in het voorontwerp van het bestemmingsplan voor de Linten;

  • 3.

    de bijbehorende bouwwerken waarvoor de ontheffing wordt gevraag voldoen aan de criteria zoals die zijn vastgelegd in de welstandsnota.

Het college behoudt zich de mogelijkheid voor om de ontheffing te weigeren indien de gebruiksmogelijkheden van belendende percelen onevenredig worden beperkt of naar redelijke verwachtingen onevenredige overlast wordt veroorzaakt voor omwonenden.

Sellingen, maart 2011.

Burgemeester en wethouders van Vlagtwedde

de heer J.M de Vos mevrouw L.A.M. Kompier

secretaris burgemeester