Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent ontheffing tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (Beleidsregel ontheffing TUG) |
Citeertitel | Beleidsregel ontheffing TUG |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Milieu, ruimtelijke ordening |
De bekendmaking van de wijziging is gerectificeerd vanwege het per abuis ontbreken van de kaart. De gerectificeerde bekendmaking is op 10 april 2020 bekendgemaakt, beschikbaar via Provinciaal blad 2020, 2140.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2020 | hoofdstuk 3, artikel 2, 3, 4, 4a, 4b, bijlage 1, 2 | 24-03-2020 | 2565245 | ||
04-10-2011 | 01-06-2020 | nieuwe regeling | 22-03-2011 Provinciaal blad, 2011, 26 | collegevoorstel 1113955 |
BELEIDSREGEL ONTHEFFING VOOR TIJDELIJK EN UITZONDERLIJK GEBRUIK (TUG) (artikel 8a.51 Wet luchtvaart)
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
Gedeputeerde Staten door de wijziging van de Wet luchtvaart de bevoegdheid hebben verkregen om zogenoemde ontheffingen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik te verlenen,
Dat het wenselijk is door middel van een beleidsregel inzicht te geven in het met betrekking tot die ontheffingen te voeren beleid,
gelet op artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart,
Vast te stellen de navolgende:
BELEIDSREGEL ONTHEFFING VOOR TIJDELIJK EN UITZONDERLIJK GEBRUIK (TUG) (artikel 8a.51 Wet luchtvaart)
Op 1 november 2009 is de Wet luchtvaart gewijzigd door de inwerkingtreding van de Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens (RBML). Daarmee is de bevoegdheid om te besluiten over de milieuruimte en de ruimtelijke implicaties van luchthavens aan de provincies gedecentraliseerd.
In de Wet luchtvaart is een algemeen verbod opgenomen om met een luchtvaartuig op te stijgen of te landen, anders dan van of op een luchthaven. Daarbij is aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid toegekend om ontheffing te verlenen van dat verbod voor bepaalde luchtvaartuigen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein. In hoofdstuk 3 van de ministeriële Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen is aangegeven aan welke voorwaarden zo’n terrein moet voldoen. Die voorwaarden verschillen per categorie luchtvaartuig.
Met deze beleidsregel verschaffen Gedeputeerde Staten inzicht in het beleid dat zij zullen hanteren bij de beoordeling van aanvragen van ontheffingen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik.
Artikel 1. Tijdelijk en uitzonderlijk gebruik
Een zogenoemde TUG-ontheffing is mogelijk voor starts en landingen van luchtvaartuigen, die zijn genoemd in artikel 21 van het Besluit Burgerluchthavens, buiten luchthavens met een luchtvaartbesluit of een luchthavenregeling. Voor een terrein dat hiervoor op meer dan 12 dagen per jaar gebruikt wordt, of zal gaan worden, kan niet met een ontheffing worden volstaan en is een luchthavenregeling of -besluit nodig.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende soorten TUG ontheffingen voor luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 21 van het Besluit burgerluchthavens:
Artikel 3. Toetsingscriteria TUG
Bij het beoordelen van een aanvraag voor een TUG-ontheffing worden de volgende inhoudelijke criteria bij de afweging betrokken:
De aanvraag voor een TUG-ontheffing wordt ingediend door middel van een aanvraagformulier dat Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben vastgesteld.
Gedeputeerde Staten weigeren de ontheffing indien:
indien een locatiegebonden TUG ontheffing wordt aangevraagd voor een terrein dat op minder dan 1.000 meter ligt gelegen van een ander terrein waarvoor reeds eerder in hetzelfde kalenderjaar een TUG-ontheffing is aangevraagd, dan wordt de 2e aanvraag om ontheffing geweigerd indien de aanvragen gezamenlijk de termijn van 12 dagen per jaar overschrijden;
Voor vliegactiviteiten met een helikopter, als bedoeld in artikel 21 van het Besluit burgerluchthavens, uitgevoerd namens de Stichting Opkikker geldt een uitzondering op het eerder genoemde lid a voor de op bijgevoegde kaart ingetekende locatie nabij de Eemhof. Buiten het broedseizoen kan op deze locatie voor 12 dagen per jaar voor maximaal 48 vliegbewegingen per dag, ontheffing worden verleend. Eén vliegbeweging is één start of één landing.
Voor vliegactiviteiten op en nabij grote dag recreatieve bestemmingen zoals Walibi Holland, Flevo on ice en Dorhout Mees, geldt een uitzondering op het eerder genoemde lid a, die gelegen zijn binnen de 500 meter bufferzone rond beschermende natuurgebieden. Buiten het broedseizoen kan bij uitzonderlijke bedrijfssituaties van deze bestemmingen, voor 12 dagen per jaar voor maximaal 48 vliegbewegingen per dag, ontheffing worden verleend. Eén vliegbeweging is één start of één landing.
Artikel 4b. Kaart Zoekgebied tijdelijk uitzonderlijk gebruik terreinen door luchtvaart
Ter informatie is op de kaart als aanduiding de CTR ingetekend. In de CTR gelden, voor gebruikers van een verleende TUG, regels zoals dat de gebruiker bevoegd is om in een CTR te vliegen indien de gebruiker overleg voert via de radio met de LVNL, voor de vlucht een vliegplan wordt ingediend bij LVNL, het luchtvaarttuig is voorzien van een transponder en een radio die voldoet aan de geldende eisen.