Organisatie | Cromstrijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2012 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artikel 226
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2011 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 01-11-2011 Het Kompas, d.d. 18 november 2011/ Gemeenteblad 2011/9 | 1122043 |
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 oktober 2011;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2012”.
Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven terzake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Belastingplichtig is de houder van een hond.
Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;
die door de ‘Stichting Hulphond Nederland’ als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;
die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid van genoemd besluit;
die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid van genoemd besluit;
die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;
die gehouden worden door ambtenaren, ter verrichting van opsporingsdiensten, mits de houder in het bezit is van een geldend certificaat van de Koninklijke Politiehondenvereniging, dan wel van het Korps Landelijke Politie Diensten.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,00.
In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 90,00 en minder dan € 2.500,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Inwerkingtreding en citeerartikel