Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Purmerend |
Citeertitel | Reglement van Orde Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Purmerend |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Commissies |
Geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-10-2011 | Nieuwe regeling | 29-09-2011 Gemeenteblad 2011, 37 | 615814 |
De raad van de gemeente Purmerend;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 juni 2011, nr. 615814
gelet op artikel 8 lid 6 van de Woningwet;
overwegende dat het verplicht is voorschriften te hebben omtrent de samenstelling, inrichting en werkwijze van de welstandscommissie;
tot het vaststellen van het Reglement van Orde Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit Purmerend:
De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit is een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke commissie die aan de burgemeester en wethouder advies uitbrengt en aanzien van de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk, standplaats waarvoor een aanvraag om omgevingsvergunning is ingediend, in strijd is met redelijke eisen van welstand.
De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit beoordeelt op verzoek van burgemeester en wethouders of het uiterlijk van een bouwwerk of standplaats in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria die hiervoor zijn opgenomen in de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota.
De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit is hierbij gebonden aan het gemeentelijk welstandsbeleid en baseert welstandsadviezen uitsluitend op de in de welstandsnota genoemde welstandscriteria, of op expliciet als welstandscriteria omschreven criteria in andere – als aanvulling op de welstandsnota door de gemeenteraad vastgestelde - beleidsdocumenten, zoals bijvoorbeeld een beeldkwaliteitplan.
De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit levert op verzoek van burgemeester en wethouders een bijdrage aan het bevorderen van de openbaarheid van het welstandstoezicht, het maatschappelijk draagvlak voor welstandstoezicht en het stimuleren van de discussie over ruimtelijke kwaliteit in de gemeente.
Artikel 4 Profielschets van alle commissieleden
De leden van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit zijn bereid zich te verdiepen in het ruimtelijk kwaliteitsbeleid in brede zin van de gemeente en baseren zich bij de beoordeling van bouwplannen uitsluitend op de welstandscriteria zoals opgenomen in de gemeentelijke welstandsnota,dan wel andere door de raad vastgestelde documenten met aanvullende welstandscriteria.
Artikel 5 Profielschets van de voorzitter
De voorzitter geeft leiding aan de vergadering en bewaakt de voortgang van de agenda. In de discussies draagt hij of zij er zorg voor dat alle commissieleden hun mening voldoende naar voren kunnen brengen. Na de discussie geeft de voorzitter een korte, heldere samenvatting van het uit te brengen advies, als basis voor de schriftelijke uitwerking.
De voorzitter organiseert met de commissie een jaarlijkse, inhoudelijke evaluatie van de werkzaamheden en heeft hiertoe tenminste eenmaal per jaar een evaluerend overleg met de portefeuillehouder. De uitkomsten van het evaluatiegesprek worden opgenomen in het jaarverslag van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit.
Artikel 9 Voortijdige beëindiging van de benoeming van commissieleden
De gemeenteraad kan in voorkomende gevallen, na overleg met WZNH de benoeming van een lid of van alle leden van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit alsmede van de plaatsvervangers bij structurele afwezigheid voortijdig beëindigen, wanneer het betreffende commissielid of de betreffende commissieleden of plaatsvervangers naar zijn oordeel of het oordeel van de welstandsorganisatie niet naar behoren functioneert of functioneren.
In dit jaarverslag komt ten minste aan de orde op welke wijze de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit toepassing heeft gegeven aan de in de gemeentelijke welstandsnota opgenomen welstandscriteria. Het jaarverslag signaleert waar de welstandsnota als beleidskader voldoende dan wel onvoldoende houvast heeft kunnen bieden bij de welstandsbeoordeling en geeft aan waarom in specifieke gevallen is afgeweken van het vastgestelde beleid.
Voorts kan de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit in haar jaarverslag aandacht besteden aan de werkwijze van de commissie, op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen, de aard van de beoordeelde plannen en bijzondere projecten. De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit kan in haar verslag aanbeveling doen ten aanzien van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en het welstandsbeleid in het bijzonder.
5. Termijn van advisering en vooroverleg
Artikel 12 Overschrijding van de termijn
Indien de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit dan wel het namens haar gemandateerde lid niet binnen de gestelde termijn tot een advies komt, wordt de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit geacht positief te adviseren over de welstandsaspecten van de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen.
Artikel 13 Vooroverleg over principeaanvragen
De gemeente biedt de mogelijkheid om, voorafgaand aan het indienen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen, door middel van het indienen van een aanvraag voor een preadvies vooroverleg te plegen met de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit dan wel een namens haar gemandateerd lid, over de interpretatie van de welstandscriteria in het concrete geval van het bouwplan.
Van het vooroverleg wordt altijd verslag gemaakt, dat met de besproken bescheiden wordt opgenomen in het dossier. De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit dan wel het namens haar gemandateerde lid geeft aan in welke fase het plan werd beoordeeld en op basis van welke welstandscriteria de aanvraag voor een omgevingsvergunning uiteindelijk zal worden beoordeeld.
Artikel 14 Beëindiging van het vooroverleg na drie negatieve beoordelingen
Als een plan tijdens de vooroverlegfase drie keer negatief wordt beoordeeld door de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit en als er tijdens het proces geen noemenswaardige vooruitgang wordt geconstateerd, zal de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit het vooroverleg beëindigen en via de ambtelijk plantoelichter contact opnemen met de portefeuillehouder om de (politieke) consequenties hiervan te bespreken. Beëindiging van het vooroverleg vindt niet plaats indien het plan niet tenminste éénmaal (bijvoorbeeld de laatste maal) door de plenaire commissie is beoordeeld.
Artikel 15 Geldigheidstermijn van een principeaanvraag
Indien een principeaanvraag niet binnen zes maanden na de laatste beoordeling door de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit dan wel een namens haar gemandateerd lid, wordt gevolgd door een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen, wordt de welstandsbehandeling gesloten. Deze termijn geldt niet indien de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit en de planindiener schriftelijk een andere termijn overeenkomen.
6. Openbaarheid van vergaderen en plantoelichting
Artikel 16 Openbare behandeling van omgevingsaanvragen voor bouwen
De beoordeling van de welstandsaspecten van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen door de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit dan wel door een gemandateerd lid van de commissie is openbaar tenzij de planindiener, burgemeester en wethouders of de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit van mening zijn dat er op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur klemmende redenen zijn voor geheimhouding. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen als voor het formuleren van de conclusie c.q. het welstandsadvies.
Artikel 17 Bekendmaking van de agenda
De data, het tijdstip en de locatie van de welstandsvergaderingen worden door burgemeester en wethouders ter kennis gesteld van de lokale pers.
De vrijdag voorafgaande aan de vergaderingen (op maandag) van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit ligt de agenda ter inzage bij de ambtelijk plantoelichter.
Artikel 18 Plantoelichting door indiener en/of ontwerper
Als de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit dan wel een namens haar gemandateerd lid een nadere toelichting gewenst acht dan wordt de planindiener en/of de ontwerper door ambtelijk plantoelichter uitgenodigd voor het geven van een toelichting tijdens de vergadering waarin het plan wordt behandeld.
Artikel 19 Mandaat namens de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit
De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit kan, in overleg met de plantoelichter één of meer van haar leden schriftelijk mandateren om bepaalde taken uit te voeren. De gemandateerde voert de taak uit onder verantwoordelijkheid en namens de commissie, wat moet blijken uit bijvoorbeeld de ondertekening.
Eén van de taken die door de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit aan één of meer van haar leden kunnen worden gemandateerd is het uitbrengen van het welstandsadvies over aanvragen van een omgevingsvergunning voor het bouwen voor bouwplannen van relatief geringe ruimtelijke betekenis of van bouwplannen waar de mening van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit als bekend mag worden verondersteld. De gemandateerde heeft hierbij een beperkt mandaat, dat wil zeggen dat alleen positieve adviezen kunnen worden gegeven. Plannen waarmee het gemandateerde commissielid niet akkoord kan gaan, worden alsnog in de plenaire commissie behandeld.
Eén van de taken die door de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit aan één of meer van haar leden kunnen worden gemandateerd is het voeren van vooroverleg met de planindieners en/of ontwerpers. Dit kan zelfstandig gebeuren dan wel door deelname in een ‘kwaliteitsteam’. Bij het gemandateerd vooroverleg in het verband van een ‘kwaliteitsteam’ dient de gemandateerde zorg te dragen voor een regelmatige terugkoppeling en verantwoording van het advieswerk richting de plenaire commissie plaatsvinden. Daarbij doet de gemandateerde verslag van wat er tijdens het vooroverleg (namens de commissie) is besproken en besloten. Het gemandateerd vooroverleg kan worden gecombineerd met het mandaat voor het uitbrengen van het welstandsadvies over aanvragen van een omgevingsvergunning voor het bouwen.
8. Vorm waarin het welstandsadvies wordt uitgebracht
Artikel 20 Inhoud van het advies
Het welstandsadvies geeft aan of het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk of een standplaats, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, al dan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, uitsluitend te beoordelen aan de hand van de criteria zoals opgenomen in de welstandsnota, dan wel aanvullende welstandscriteria (bijvoorbeeld bij herontwikkelingsprojecten) en beeldkwaliteitplannen met welstandscriteria, mits deze dezelfde vaststellingsprocedure hebben doorlopen als de welstandsnota. Van de in de vergadering uitgesproken bevindingen en adviezen worden notulen opgesteld.
Artikel 21 Conclusie van het advies
Akkoord: Het plan voldoet naar mening van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria aan redelijke eisen van welstand. Het welstandsadvies kan worden gecombineerd met suggesties om het plan op een (nog) hoger niveau te tillen. Deze suggesties zijn vrijblijvend en staan duidelijk los van de conclusie van het welstandsadvies zelf.
Niet akkoord tenzij wordt voldaan aan de opmerkingen: Het plan voldoet naar mening van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria niet aan redelijke eisen van welstand, tenzij het op ondergeschikte punten wordt aangepast. Deze punten worden ondubbelzinnig genotuleerd en/of op de tekening aangegeven. De ambtelijk plantoelichter nodigt daarna de planindiener uit om binnen de wettelijke afhandelingstermijn een aangepast plan in te dienen. Als dit plan naar mening van de ambtenaar overeenkomstig de opmerkingen is aangepast hoeft de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit het gewijzigde bouwplan niet opnieuw te beoordelen.
Niet akkoord, nader overleg: Het plan voldoet naar mening van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria niet aan redelijke eisen van welstand, de commissie wacht een nader overleg of een aangepast plan af. De negatieve beoordeling wordt beargumenteerd op basis van de welstandscriteria.
Niet akkoord: Het plan voldoet naar mening van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria niet aan redelijke eisen van welstand. Dit betekent dat ingrijpende wijzigingen in het planconcept of de uitwerking van het ontwerp noodzakelijk zijn. De commissie beargumenteert de beoordeling op basis van de welstandscriteria.
9. Welstandsoordeel van het bevoegd gezag
Artikel 25 Afwijken op inhoudelijke grond
Het bevoegd gezag kan op inhoudelijke grond afwijken van het welstandsadvies indien zij tot het oordeel komt dat de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit de van toepassing zijnde criteria niet juist heeft geïnterpreteerd, of de commissie naar haar oordeel niet de juiste criteria heeft toegepast.
Indien het bevoegd gezag op inhoudelijke grond tot een ander oordeel komt dan de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit, dan kan zij voordat het besluit op de vergunningaanvraag wordt genomen maar binnen de daarvoor geldige afhandelingstermijn, een second opinion vragen aan de speciaal daarvoor bestaande Commissie voor second opinions van WZNH.
Artikel 26 Afwijken van de welstandscriteria
Het bevoegd gezag kan , op basis van artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht en op advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit afwijken van de in de gemeentelijke welstandsnota opgenomen gebiedsgerichte of objectgerichte welstandscriteria. Dit kan gebeuren bij plannen die niet voldoen aan deze welstandscriteria maar volgens het advies van de commissie wel aan redelijke eisen van welstand, dit te beoordelen aan de hand van de algemene welstandscriteria.
Artikel 29 Jaarlijkse rapportage door burgemeester en wethouders
In de rapportage komen in ieder geval de volgende punten aan de orde: de wijze waarop burgemeester en wethouders zijn omgegaan met de welstandsadviezen; in welke categorieën van gevallen zij de aanvraag niet aan de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit hebben voorgelegd en op welke wijze zij in die gevallen zelf toepassing hebben gegeven aan de welstandscriteria; in welke categorieën van gevallen zij tot aanschrijving op grond van ‘ernstige strijdigheid met redelijke eisen van welstand‘ (op grond van artikel 19 van de Woningwet) zijn overgegaan en of zij na die aanschrijving zijn overgegaan tot bestuursdwang.
10. Advisering over bijzondere plannen
Artikel 30 Advisering over plannen betreffende een beschermd monument
De gemeente heeft een afzonderlijke monumentenadviescommissie ingesteld voor de advisering in het kader van artikel 11 van de Monumentenwet. Deze commissie brengt advies uit voordat het plan aan de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit wordt voorgelegd. Het advies van de monumentenadviescommissie wordt daarbij ter kennis gebracht aan de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit.
Artikel 31 Advisering bij plannen onder supervisie
Bij het aanstellen van een supervisor zal de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling zorg dragen voor een heldere taakomschrijving en een goede afstemming tussen supervisie en welstandsbeoordeling. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:
bij de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen vindt de definitieve welstandsbeoordeling door de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit plaats, tenzij de supervisor is benoemd als lid van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit en door de commissie is gemandateerd om ook de welstandsadviezen te geven.
Artikel 32 Advisering bij plannen na een ontwerpwedstrijd
Bij een ontwerpwedstrijd of een ontwikkelingscompetitie worden de inzendingen beoordeeld door een speciaal aangewezen jury of beoordelingscommissie . Dit kan nooit de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit als zodanig zijn. Een lid van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit kan wel op persoonlijke titel worden aangewezen als lid van een jury of beoordelingscommissie.
Artikel 33 Advisering over ruimtelijke plannen en beleidsnota’s
De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit brengt op verzoek van burgemeester en wethouders advies uit over de welstandsaspecten van in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen, stedenbouwkundige plannen en andere relevante beleidsstukken. >indien van toepassing: Voor bestemmingsplannen gebeurt dit in het kader van het overleg ex.artikel 10 BRO.
De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit brengt binnen drie maanden schriftelijk advies uit aan burgemeester en wethouders over de aan haar voorgelegde ruimtelijke plannen en beleidsnota’s.In haar advies beperkt de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit zich tot de raakvlakken van het betreffende plan of de nota met het welstandstoezicht. De Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit onderzoekt de consequenties van het plan of de nota voor het welstandstoezicht, signaleert eventuele tegenstrijdigheden of hiaten in relatie tot het welstandsbeleid.
Artikel 34 Ondersteuning vanuit de gemeentelijke organisatie
De ambtelijk plantoelichter onderhoudt de contacten met de ambtelijke diensten (met name het bouwtoezicht en stedenbouw), neemt de adviesaanvragen voor bouwplannen in en bereidt de behandeling van de bouwplannen in de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit voor. Hij of zij controleert of de bouwplannen (inclusief de bouwplannen die worden aangeboden voor vooroverleg) zijn voorzien van de voor de welstandstoets benodigde bescheiden en draagt zorg voor de benodigde informatie over de omgeving, de locatie en het bouwplan, en overigens alle voor de beoordeling relevante informatie.
De gemeente Purmerend draagt er zorg voor dat bij bouwplannen de planologische aanvaardbaarheid bekend is. Indien het plan niet voldoet aan de vigerende bestemmingsplanbepalingen dient duidelijk te zijn of de gemeente wil meewerken aan een vrijstellingsprocedure en of het advies van de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit mede bepalend is voor het inzetten van deze procedure. In principe worden bouwplannen aan de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit voorgelegd die niet om andere redenen moeten worden geweigerd.
De gemeente Purmerend verzorgt (in overleg met de voorzitter) de agendering en draagt er zorg voor dat de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit kan adviseren binnen de voorgeschreven beslistermijn.
Tijdens de vergadering introduceert de gemeente Purmerend de bouwplannen. Hij of zij neemt geen deel aan de beoordeling maar informeert de commissie over alle relevante aspecten van het bouwplan.
Artikel 35 Ondersteuning vanuit WZNH
De commissiecoördinator kan zowel een lid van de commissie zijn als een derde. In dat laatste geval is de commissiecoördinator op geen enkele wijze inhoudelijk betrokken bij of verantwoordelijk voor de inhoud van de beraadslagingen en de advisering door de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit.
Indien de aard van een te beoordelen plan dan wel het beleid daartoe aanleiding geeft kunnen burgemeester en wethouders en de Adviescommissie voor Ruimtelijke Kwaliteit in overleg treden over de mogelijkheid om op ad hoc of permanente basis specifieke deskundigen als adviseur van de commissie te raadplegen.