Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
- a.
raadsvoorzitter: de voorzitter van de gemeenteraad of diens
vervanger;
- b.
college: het college van burgemeester en wethouders;
- c.
voorzitter van de informatievergadering: de door het presidium
benoemde voorzitter van de informatievergadering of diens
vervanger;
- d.
fractieondersteuner: een vertegenwoordiger van een fractie in de
informatievergadering, niet zijnde een raadslid, die als zodanig
door een fractie is aangemeld en door de griffier is
geregistreerd;
- e.
informatievergadering: de vergadering gericht op
informatievergaring over de geagendeerde voorstellen en
onderwerpen, eerste meningsvorming over en statusbepaling van de
behandelde voorstellen en onderwerpen;
- f.
raadsvergadering: de vergadering waarin wordt beraadslaagd over
de geagendeerde voorstellen en onderwerpen en waarin
besluitvorming plaatsvindt over de behandelde voorstellen en
onderwerpen;
- g.
belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een
geagendeerd voorstel of onderwerp is betrokken;
- h.
presidium: de vergadering van de raadsvoorzitter en de
fractievoorzitters van de in de raad vertegenwoordigde politieke
groeperingen;
- i.
agendacommissie: de commissie die belast is met het opstellen
van de conceptagenda’s van de informatievergadering en de
raadsvergadering en alle daarmee samenhangende zaken;
- j.
A-stuk: een voorstel of onderwerp dat door de
informatievergadering voldoende voorbereid wordt geacht om in de
raadsvergadering zonder beraadslaging en stemming te worden
aangenomen;
- k.
B-stuk: een voorstel of onderwerp dat door de
informatievergadering voldoende voorbereid wordt geacht voor
agendering voor de eerstvolgende raadsvergadering en waarover in
de raadsvergadering nog nader beraadslaagd zal worden;
- l.
amendement: een voorstel van één of meer raadsleden tot
wijziging van een ontwerpverordening of een ontwerpbesluit, naar
de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;
- m.
subamendement: een voorstel van één of meer raadsleden tot
wijziging van een aanhangig amendement, naar de vorm geschikt om
direct te worden opgenomen in het amendement waarop het
betrekking heeft;
- n.
motie: een korte en gemotiveerde verklaring over een voorstel of
onderwerp waardoor een oordeel, een wens of een verzoek wordt
uitgesproken door de raad;
- o.
voorstel van orde: een voorstel van één of meer leden, of de
raadsvoorzitter, gedaan tijdens een vergadering, betreffende de
orde van diezelfde vergadering;
- p.
initiatiefvoorstel: een voorstel van één of meer raadsleden tot
vaststelling van een verordening of een ander voorstel;
- q.
interpellatie: het recht van een raadslid om tijdens een
raadsvergadering aan het college of de burgemeester inlichtingen
te vragen over een niet geagendeerd voorstel of onderwerp;
- r.
schriftelijke vragen: het recht van raadsleden om schriftelijk
informatie te vragen over aangelegenheden die tot de
bevoegdheden van het college of de burgemeester behoren;
- s.
interruptie: een korte onderbreking van een spreker voor het
stellen van een informatieve vraag aan de spreker over het aan
de orde zijnde voorstel of onderwerp;
- t.
website: de website van de gemeente Heusden.
Artikel 2. De voorzitters
De raadsvoorzitter en de voorzitters van de informatievergaderingen zijn
belast met:
- a.
de leiding van de raadsvergadering c.q. de
informatievergadering;
- b.
het handhaven van de orde;
- c.
het naleven van dit reglement;
- d.
al hetgeen de Gemeentewet of dit reglement hen verder
opdraagt.
Artikel 3. De informatievergadering
- 1.
De raad stelt op grond van artikel 82 van de Gemeentewet
raadscommissies in onder de naam “informatievergaderingen".
- 2.
Het presidium bepaalt het aantal leden per fractie.
- 3.
De leden en de plaatsvervangende leden van de
informatievergaderingen worden door de raad op voordracht van de
fracties benoemd.
- 4.
De leden en plaatsvervangende leden van de
informatievergaderingen zijn raadslid of
fractieondersteuner.
- 5.
Een lid en plaatsvervangend lid houden op lid te zijn van een
informatievergadering indien zij niet meer voldoen aan de eisen
die gesteld zijn in de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de
Gemeentewet.
- 6.
De zittingsperiode van een lid en plaatsvervangend lid eindigt
in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de
raad.
- 7.
De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens
voordracht het lid is benoemd.
- 8.
Een lid en een plaatsvervangend lid kunnen te allen tijde
ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de
griffie.
- 9.
De informatievergaderingen worden op een redelijke termijn
voorafgaand aan de raadsvergadering gehouden.
10. a. De informatievergaderingen zijn enerzijds gericht op het vergaren
van alle relevante informatie die noodzakelijk is voor de verdere
behandeling van een raadsvoorstel en voor besluitvorming daarover door
de raad, anderzijds op een eerste uitwisseling van meningen over een te
behandelen raadsvoorstel of onderwerp.
- b.
De geagendeerde voorstellen en onderwerpen worden gegroepeerd in
maximaal vier informatievergaderingen.
- c.
Voor afsluiting van de behandeling van een raadsvoorstel of
onderwerp beoordeelt de vergadering of voldoende informatie is
vergaard voor verdere behandeling. Als is geoordeeld dat
voldoende informatie is vergaard, adviseert de vergadering over
de status van het raadsvoorstel of onderwerp voor behandeling in
de eerstvolgende raadsvergadering:
- -
plaatsing op de A-stukkenlijst;
- -
plaatsing op de B-stukkenlijst.
Als is geoordeeld dat onvoldoende informatie is vergaard, bepaalt de
agendacommissie conform lid d of het raadsvoorstel of onderwerp op de
agenda van de eerstvolgende raadsvergadering wordt geplaatst.
Indien gewenst wordt de advisering voorafgegaan door een korte
onderbreking voor fractieberaad. De voorzitter sluit de behandeling van
een raadsvoorstel of onderwerp af met een conclusie van het advies over
de vervolgbehandeling van dat voorstel of onderwerp.
d.De agendacommissie beoordeelt of het (al dan niet door het college
aangepaste) raadsvoorstel of onderwerp op de agenda van de eerstvolgende
raadsvergadering wordt geplaatst en welke status het heeft in het
behandelingstraject.
Artikel 4. De voorzitter van de informatievergadering
- 1.
Elke informatievergadering wordt geleid door een door het presidium
benoemde voorzitter. De voorzitter is geen lid van de vergadering
die hij voorzit.
- 2.
Het presidium benoemt uit de leden van de raad de voorzitters en
plaatsvervangend voorzitter(s) van de informatievergaderingen.
- 3.
De zittingsperiode van een voorzitter en een plaatsvervangend
voorzitter eindigt aan het einde van de zittingsperiode van de raad.
Daarnaast eindigt het (plaatsvervangend) voorzitterschap op het
moment dat een benoemde (plaatsvervangend) voorzitter ophoudt
raadslid te zijn.
- 4.
Het presidium kan een voorzitter of plaatsvervangend voorzitter
ontslaan.
- 5.
Een voorzitter of plaatsvervangend voorzitter kan te allen tijde
ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan het
presidium. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling
in of zoveel eerder als een opvolger is benoemd.
Artikel 5. Woordvoerders bij de informatievergadering
1.Alle leden van de informatievergadering kunnen in de
informatievergadering het woord voeren.
2 Het presidium bepaalt iedere zittingsperiode het maximale aantal
woordvoerders per fractie per informatievergadering.
- 3.
De aanwijzing van fractiewoordvoerders is een
verantwoordelijkheid van de fracties.
- 4.
Belanghebbenden als bedoeld in artikel 1 onder g worden,
overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk 4, in de gelegenheid
gesteld het woord voeren. Zij kunnen het woord laten voeren door
een vertegenwoordiger.
- 5.
Collegeleden, de gemeentesecretaris en (ambtelijk) deskundigen
worden in de gelegenheid gesteld om in de informatievergadering
het woord te voeren.
Artikel 6. De raadsvergadering
De raad vergadert conform een jaarlijks door het presidium vastgesteld
vergaderschema.
Artikel 7. De raadsvoorzitter
De raadsvoorzitter heeft, gelet op het bepaalde in artikel 21, eerste
lid van de Gemeentewet, het recht om deel te nemen aan de
beraadslagingen bij de raadsvergaderingen.
Artikel 8. De griffier
- 1.
De griffier is in de informatievergadering en in de raadsvergadering
aanwezig.
- 2.
Bij verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door de daartoe
door de raad benoemde plaatsvervangend griffier.
- 3.
Indien hij daartoe door de voorzitter van de informatievergadering
of de raadsvoorzitter wordt uitgenodigd, neemt de griffier in een
informatievergadering respectievelijk in een raadsvergadering deel
aan de beraadslagingen.
Artikel 9. De gemeentesecretaris
- 1.
De agendacommissie kan het college verzoeken de gemeentesecretaris
in een informatievergadering aanwezig te laten zijn om deel te nemen
aan de informatievergaring. De voorzitter van de agendacommissie
brengt dit verzoek tijdig ter kennis van het college.
- 2.
De gemeentesecretaris kan bij de voorzitter van de agendacommissie
een verzoek indienen om in de informatievergadering deel te nemen
aan de informatievergaring. Een dergelijk verzoek wordt, behoudens
bijzondere omstandigheden, ingewilligd.
- 3.
De raadsvoorzitter kan het college verzoeken de gemeentesecretaris
in een raadsvergadering aanwezig te laten zijn om deel te nemen aan
de beraadslagingen.
Artikel 10. Het college
Door toezending van de agenda worden de leden van het college
uitgenodigd voor informatievergaderingen en raadsvergaderingen.
Artikel 11. (Ambtelijke) adviseurs
De portefeuillehouder meldt tijdig aan de griffier welke (ambtelijke)
adviseurs bij de informatievergadering aanwezig zijn om aan de
informatievergaring deel te nemen.
Artikel 12. Het presidium
- 1.
De raad heeft een presidium.
- 2.
De raadsvoorzitter is tevens voorzitter van het presidium. Indien de
raadsvoorzitter niet beschikbaar is wordt hij vervangen door de
plaatsvervangend voorzitter van de raad.
- 3.
Het presidium bestaat uit de raadsvoorzitter en de
fractievoorzitters. De griffier of diens vervanger is in elke
vergadering van het presidium aanwezig.
- 4.
De voorzitter kan voorstellen de gemeentesecretaris uit te nodigen
voor het presidium.
- 5.
Elke fractievoorzitter wijst een lid van de raad aan, dat hem bij
zijn afwezigheid in het presidium vervangt.
- 6.
Elke fractievoorzitter heeft één stem in het presidium.
- 7.
Het presidium vergadert volgens een vooraf vastgesteld
vergaderschema of zoveel vaker als de voorzitter dat wenselijk acht
of tenminste twee leden van het presidium daarom verzoeken.
- 8.
De vergaderingen van het presidium zijn openbaar, tenzij het
presidium anders beslist.
- 9.
De voorzitter of tenminste twee leden van het presidium kunnen het
presidium voor een vertrouwelijke vergadering bijeenroepen. Deze
vergaderingen zijn niet openbaar. Vóór het afsluiten van deze
vergadering bepaalt het presidium of ten aanzien van het daar
verhandelde al dan niet geheimhouding wordt opgelegd. Wordt
geheimhouding opgelegd, dan geldt deze ook ten aanzien van hen die
kennis dragen van het verhandelde. De geheimhouding duurt voort tot
het moment dat het presidium bepaalt dat deze is opgeheven.
- 10.
Het presidium bevordert een goed verloop van de processen binnen het
bestuursorgaan raad en adviseert hierover aan de raad; daarnaast
spreekt het presidium over algemene bestuurlijke zaken, over het
functioneren van de raad, over bijzondere elementen in het
bestuurlijk functioneren en over de procedurele voortgang van
politiek-bestuurlijk belangrijke processen en projecten.
- 11.
Het presidium stelt, op voordracht van de griffier, jaarlijks op
uiterlijk 1 november het vergaderschema van het daaropvolgende jaar
vast. Het vergaderschema betreft de informatieve vergaderingen, de
raadsvergaderingen, de thema-avonden en de vergaderingen van het
presidium en de agendacommissie.
- 12.
Het presidium bepaalt welke thema’s aan de orde komen op een
thema-avond.
Artikel 13. De agendacommissie
- 1.
Er is een agendacommissie.
- 2.
De griffier is secretaris van de agendacommissie. De agendacommissie
wordt benoemd door het presidium uit de leden van de raad.
- 3.
De agendacommissie heeft tot taak: het opstellen van de agenda’s
voor de informatievergaderingen en de raadsvergadering.
- 4.
De agendacommissie bepaalt:
- a.
op basis van de aanmelding van voorstellen en onderwerpen
wat het traject van de behandeling van een voorstel of
onderwerp zal zijn
- b.
op basis van het advies van de informatievergadering welke
status het onderliggende stuk in een behandelingstraject
heeft
- c.
in welke informatievergadering en raadsvergadering een
voorstel of onderwerp op de agenda komt
- d.
welke stukken worden meegezonden met de agenda.
- 5.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 4, tweede lid, bepaalt
de agendacommissie wie per informatievergadering als voorzitter
fungeert.
- 6.
In voorkomende gevallen kan de agendacommissie gericht collegeleden
uitnodigen voor een informatievergadering of raadsvergadering.
- 7.
De voorzitter van de agendacommissie kan de raadsvoorzitter en de
gemeentesecretaris uitnodigen voor een vergadering van de
agendacommissie.
- 8.
De agendacommissie kan – in overleg met de portefeuillehouder en de
ambtelijke deskundige - belanghebbenden als bedoeld in artikel 1
onder g, uitnodigen om deel te nemen aan de
informatievergadering.
- 9.
Een raadslid of een fractieondersteuner kan een verzoek doen om een
voorstel of onderwerp te plaatsen op de agenda van de
informatievergadering. Een dergelijk verzoek wordt, behoudens
bijzondere omstandigheden, ingewilligd. De agendacommissie bepaalt
of in- of meespreken wordt toegestaan.
- 10.
De voorzitter van de agendacommissie kan het in lid 9 bedoelde
raadslid dan wel fractieondersteuner uitnodigen voor de vergadering
van de agendacommissie om het verzoek nader toe te lichten.
Artikel 13a. Thema-avond
Een thema-avond is een informele bijeenkomst voor leden van de raad
waarbij het college, de burgemeester en/of derden op uitnodiging van het
college of de burgemeester, de leden van de raad informeert over een
vooraf bepaald thema. Deze avond kan op verschillende wijzen worden
ingevuld, zoals door middel van presentaties of interactieve sessies. De
bepalingen uit hoofdstuk 3 zijn niet van toepassing.
Hoofdstuk 2: Toelating nieuwe leden van de raad, benoeming wethouders, fracties,
fractieondersteuners
Artikel 14. Toelating nieuwe leden van de raad
- 1.
Bij elke benoeming van nieuwe leden van de raad stelt de raad een
commissie in, bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt
de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw
te benoemen leden.
- 2.
De commissie brengt na haar onderzoek van de geloofsbrieven
schriftelijk verslag uit aan de raad en doet daarbij een voorstel
voor een te nemen besluit. In het verslag wordt ook melding gemaakt
van een minderheidsstandpunt.
- 3.
Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau
gebeurt in de laatste samenkomst van de raad in oude samenstelling
na de verkiezingen.
- 4.
Na de raadsverkiezingen roept de raadsvoorzitter de toegelaten leden
van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in de nieuwe
samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de
voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
- 5.
In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de
raadsvoorzitter een te benoemen lid van de raad op voor de
raadsvergadering, waarin over diens toelating wordt beslist, om de
voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
Artikel 14a. Benoeming wethouder
- 1.
De voorzitter van de raad stelt een commissie “Benoembaarheid
wethouders” in, die onderzoek verricht naar de benoembaarheid
van één of meerdere wethouders.
- 2.
De commissie bestaat uit ten minste drie raadsleden.
- 3.
De commissie toetst in ieder geval aan de volgende
voorschriften:
• artikel 35, artikel 36a juncto artikel 10, en artikel 41a van de
Gemeentewet
• artikel 41b juncto artikel 12 van de Gemeentewet
• artikel 36b van de Gemeentewet
• artikel 41c juncto artikel 15, eerste en tweede lid van de
Gemeentewet
• de gedragscode voor burgemeester en wethouders.
- 4.
De kandidaat-wethouder legt de documenten en informatie over die
de commissie nodig heeft voor toetsing aan de in het derde lid
genoemde voorschriften. Daarnaast maakt de kandidaat-wethouder
aan de commissie alle informatie kenbaar die hij of zij relevant
acht. Tenslotte overlegt de kandidaat- wethouder een verklaring
van goed gedrag.
- 5.
De kandidaat-wethouder wordt in de gelegenheid gesteld om de
documenten en de aangedragen informatie mondeling toe te lichten
aan de commissie.
- 6.
De commissie verricht zijn werkzaamheden in een niet openbare
vergadering waarvan geen verslag wordt gelegd.
- 7.
Na haar onderzoek rapporteert de commissie aan de raad, waarbij
ook melding wordt gemaakt van een minderheidsstandpunt.
Artikel 15. Fractie
- 1.
De leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde
kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van
de zitting als één fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer
slechts één lid gekozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke
fractie beschouwd.
- 2.
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert
de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen
aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie
in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke
naam deze fractie in de raad wil voeren.
- 3.
De namen van degenen die als voorzitter van de fracties optreden
worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de raadsvoorzitter.
- 4.
Aan de raadsvoorzitter wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk
mededeling gedaan als:
- a.
één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie
gaan optreden;
- b.
twee of meer fracties als één fractie gaan optreden;
- c.
één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een
andere fractie.
- 5.
Met de in het vierde lid beschreven veranderde situatie(s) wordt
rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering,
na de mededeling daarvan.
Artikel 16. fractieondersteuners
- 1.
Het presidium bepaalt het maximum aantal fractieondersteuners dat
per fractie deelneemt aan een informatievergadering.
- 2.
Het presidium bepaalt het maximum aantal fractieondersteuners per
fractie.
- 3.
De fractieondersteuner wordt door de fractievoorzitter bij de
griffier aangemeld. De griffier draagt zorg voor het opstellen en
het actueel houden van een register van fractieondersteuners.
Wijzigingen in de samenstelling van de fractieondersteuners worden
door de fractievoorzitter terstond gemeld aan de griffier.
- 4.
Een fractieondersteuner dient te voldoen aan de in de artikelen 10,
11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet gestelde eisen voor het bekleden
van het raadslidmaatschap.
- 5.
Daarnaast dienen fractieondersteuners schriftelijk een verklaring en
belofte als bedoeld in artikel 14 van de Gemeentewet aan de
burgemeester te overleggen, toegespitst op hun functie als
fractieondersteuner.
- 6.
Een krachtens dit artikel geregistreerde fractieondersteuner heeft
in de informatievergadering dezelfde rechten en plichten als een
raadslid.
- 7.
Het fractieondersteunerschap eindigt in ieder geval met het einde
van de zittingsperiode van de raad.
- 8.
Het fractieondersteunerschap eindigt wanneer de fractieondersteuner
niet meer voldoet aan de eisen als genoemd in lid 4.
- 9.
Het fractieondersteunerschap eindigt wanneer de fractie die de
fractieondersteuner heeft aangemeld, bij de griffier de
fractieondersteuner afmeldt of wanneer de fractieondersteuner
zichzelf afmeldt.
- 10.
Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de
raadsvoorzitter niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt
het fractieondersteunerschap van deze fractie.
Hoofdstuk 3: Informatievergaderingen en raadsvergaderingen
Paragraaf 1: Voorbereiding van de vergaderingen
1.1. De informatievergadering
Artikel 17. Vergaderingen
- 1.
De informatievergaderingen worden in de regel gehouden op
dinsdag, woensdag en donderdag. De vergaderingen vinden in
principe plaats in het gemeentehuis locatie Vlijmen, op de in
het vergaderschema vastgestelde data. De vergadering vangt aan
om 19.30 uur en eindigt uiterlijk om 23.00 uur, tenzij de
vergadering besluit om de resterende agendapunten alsnog in
dezelfde vergadering af te handelen. Een voorstel hiertoe is
aangenomen indien tenminste 2/3 deel van de deelnemende
raadsleden en fractieondersteuners akkoord gaat.
- 2.
De agendacommissie kan in bijzondere gevallen een andere dag,
en/of een ander aanvangsuur bepalen, of een andere
vergaderplaats aanwijzen.
Artikel 18. Schriftelijke oproep en agenda’s
- 1.
De voorzitter van de agendacommissie zendt ten minste tien
dagen vóór een informatievergadering aan de raadsleden,
respectievelijk de fractieondersteuners, een schriftelijke
oproep onder vermelding van dag, aanvangsuur en plaats van
de te houden vergadering.
- 2.
De (voorlopige) agenda voor de informatievergadering en de
daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in
artikel 25, eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde
stukken, worden tegelijk met de schriftelijke oproep aan de
leden van de raad en aan de fractieondersteuners, verzonden
en aan hen digitaal beschikbaar gesteld.
- 3.
Bij aanvang van de informatievergadering wordt de agenda
vastgesteld. Met inachtneming van artikel 13, negende
lid,
kunnen op voorstel van de voorzitter van de informatievergadering,
een raadslid of een fractieondersteuner, bij de vaststelling van de
agenda voorstellen en onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd,
van de agenda worden afgevoerd of kan de volgorde van de te
behandelen voorstellen en onderwerpen worden gewijzigd.
Artikel 19. Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Een stuk, dat ter toelichting dient van een voorstel of
onderwerp op de agenda van de informatievergadering, wordt
gelijktijdig met de verzending van de schriftelijke oproep voor
de raadsleden en de fractieondersteuners in het gemeentehuis
locatie Vlijmen ter inzage gelegd en digitaal beschikbaar
gesteld via de website. Indien na de verzending van de
schriftelijke oproep een stuk ter inzage wordt gelegd, wordt
hiervan mededeling gedaan aan de raadsleden en de
fractieondersteuners en zo mogelijk ook in een openbare
kennisgeving.
- 2.
Een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis
gebracht.
- 3.
Indien omtrent een stuk op grond van artikel 25 of artikel 86
van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijft dit stuk in
afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en
verleent de griffier de raadsleden en de fractieondersteuners
desgewenst inzage.
Artikel 20. Openbare kennisgeving
- 1.
De informatievergadering wordt door aankondiging in één of meer
dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen en door plaatsing op de
website ter openbare kennis gebracht.
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt:
- a.
de datum, aanvangstijd en plaats van de
vergadering;
- b.
de wijze waarop en de plaats waar eenieder de agenda
voor de informatievergadering inclusief de daarbij
behorende stukken kan inzien.
- c.
de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht
als bedoeld in artikel 29 van dit reglement.
- 3.
De (voorlopige) agenda en de daarbij behorende openbare stukken
worden, indien digitaal beschikbaar, op de website van de
gemeente geplaatst.
Artikel 21. De ambtelijke voorronde
- 1.
Voorafgaand aan de informatievergadering worden de
raadsleden en fractieondersteuners in de gelegenheid gesteld
over de op de agenda geplaatste voorstellen en onderwerpen
schriftelijk informatieve vragen te stellen.
- 2.
Deze vragen worden per e-mail ingediend bij de griffier. De
griffier leidt de vragen na ontvangst terstond door naar de
gemeentesecretaris.
- 3.
Afhankelijk van het tijdstip van indiening, worden de vragen
zo mogelijk vóór de informatievergadering danwel in de
informatievergadering beantwoord. De gemeentesecretaris is
verantwoordelijk voor de tijdige beantwoording van de
vragen.
- 4.
De vragen en antwoorden worden door de zorg van de griffier
ter kennis gebracht van de raadsleden en van de
fractieondersteuners.
1.2. De raadsvergadering
Artikel 22. Vergaderingen
- 1.
De raadsvergadering wordt in de regel gehouden op een
dinsdag, op de in het vergaderschema vastgestelde data. De
vergadering vindt in principe plaats in het gemeentehuis
locatie Vlijmen.
- 2.
De vergadering vangt aan om 19.30 uur en eindigt uiterlijk
om 23.00 uur, tenzij de vergadering besluit om de resterende
agendapunten alsnog in dezelfde vergadering af te
handelen.
Hiertoe doet de voorzitter uiterlijk om 22.30 uur een voorstel aan
de raad. Het voorstel om de eindtijd te overschrijden is aangenomen
indien tenminste 2/3 deel van de aanwezige raadsleden hiermee
akkoord gaat.
- 3.
Indien niet alle agendapunten zijn afgehandeld, wordt de
vergadering de volgende avond om 19.30 uur voortgezet. De
raadsleden worden geacht voor deze vergadering te zijn
opgeroepen en het college wordt geacht te zijn uitgenodigd
voor deze vergadering.
- 4.
De raadsvoorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag
en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats
aanwijzen.
Artikel 23. Schriftelijke oproep en agenda’s
- 1.
De raadsvoorzitter zendt ten minste zeven dagen vóór een
raadsvergadering aan de raadsleden een schriftelijke oproep
onder vermelding van dag, aanvangsuur en plaats van de te houden
vergadering.
- 2.
De (voorlopige) agenda voor de raadsvergadering en de daarbij
behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste
en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden
tegelijk met de schriftelijke oproep aan de raadsleden verzonden
en aan hen via de website digitaal beschikbaar besteld.
- 3.
Bij aanvang van de raadsvergadering wordt de agenda vastgesteld.
Op voorstel van de raadsvoorzitter of een raadslid kan de raad
bij de vaststelling van de agenda besluiten om voorstellen en
onderwerpen aan de agenda toe te voegen, van de agenda af te
voeren of om de volgorde van de te behandelen voorstellen en
onderwerpen te wijzigen. Toevoeging van een voorstel of
onderwerp aan de agenda door een raadslid vindt plaats door
indiening van een motie.
- 4.
Wanneer de raad een voorstel of onderwerp onvoldoende voorbereid
acht voor besluitvorming, kan hij het voorstel of onderwerp
verwijzen naar een volgende informatievergadering, aan het
college nadere inlichtingen of advies vragen, het college
verzoeken het voorstel of onderwerp te wijzigen of in een
bepaalde richting nader uit te werken.
Artikel 24. Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Een stuk, dat ter toelichting dient van een onderwerp op de
agenda van de raadsvergadering, wordt gelijktijdig met de
verzending van de schriftelijke oproep voor de raadsleden in het
gemeentehuis locatie Vlijmen ter inzage gelegd en via de website
digitaal beschikbaar gesteld. Indien na de verzending van de
schriftelijke oproep een stuk ter inzage wordt gelegd, wordt
hiervan mededeling gedaan aan de raadsleden en zo mogelijk ook
in een openbare kennisgeving.
- 2.
Een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis
gebracht.
- 3.
Indien omtrent een stuk, op grond van artikel 25 van de
Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijft dit stuk in
afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en
verleent de griffier de raadsleden desgewenst inzage.
Artikel 25. Openbare kennisgeving
- 1.
De raadsvergadering wordt door aankondiging in één of meer dag-,
nieuws-, of huis-aan-huisbladen en door plaatsing op de website
ter openbare kennis gebracht.
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt:
- a.
de datum, aanvangstijd en plaats van de
vergadering;
- b.
de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda
voor de raadsvergadering, inclusief de daarbij behorende
stukken, kan inzien;
- c.
de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht
als bedoeld in artikel 37 van dit reglement.
- 3.
De (voorlopige) agenda en de daarbij behorende openbare stukken
worden, indien digitaal beschikbaar, op de website van de
gemeente geplaatst
Paragraaf 2. Orde der vergaderingen
2.1. De Informatievergadering
Artikel 26. Presentielijst
- 1.
Bij binnenkomst in de informatievergadering tekenen de
deelnemende leden van de informatievergadering de
presentielijst.
- 2.
Aan het eind van de informatievergadering wordt de
presentielijst door de griffier door ondertekening
vastgesteld.
Artikel 27. Aanmelding voor deelname (meespreken)
- 1.
Belanghebbenden kunnen zich aanmelden voor de
informatievergadering om deel te nemen aan de
informatievergaring. Een belanghebbende kan zich laten
vertegenwoordigen door een ander die namens hem spreekt.
Meespreken is niet toegestaan bij de behandeling van
bestemmingsplannen en daarmee vergelijkbare plannen. Bij
onderwerpen die geagendeerd zijn op grond van artikel 13,
negende lid, is meespreken alleen toegestaan wanneer de
agendacommissie hiertoe heeft besloten.
- 2.
Daartoe dienen zij zich tenminste 24 uur vóór de aanvang van de
vergadering aan te melden bij de griffier onder vermelding van
naam, adres, telefoonnummer alsmede het geagendeerde voorstel of
onderwerp waarover men aan de informatievergaring wenst deel te
nemen.
Artikel 28. Behandelingstijd
- 1.
De deelnemers aan de informatievergadering houden zich aan de
aanwijzingen van de voorzitter aangaande de
behandelingstijd.
- 2.
Na het verstrijken van de behandelingstijd sluit de voorzitter
het betreffende voorstel of onderwerp af door het oordeel van de
vergadering over het onderwerp of voorstel samen te vatten.
Artikel 29. Spreekrecht (inspreken)
- 1.
Bij de behandeling van het agendapunt “Spreekrecht” is er
voor belanghebbenden of hun vertegenwoordiger(s) gelegenheid
om het woord te voeren over een voorstel of onderwerp dat op
de agenda staat. Een inspreker krijgt maximaal vijf minuten
het woord. Gedurende maximaal dertig minuten is er
gelegenheid om in te spreken. Als er meer dan zes sprekers
zijn, verdeelt de voorzitter het inspreekhalfuur evenredig
over de sprekers. De voorzitter van de vergadering kan in
bijzondere gevallen afwijken van de maximumduur van de
spreektijd.
- 2.
Belanghebbenden of hun vertegenwoordiger(s) kunnen
niet het woord voeren over:
- a.
een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of
beroep bij de rechter openstaat, of heeft opengestaan;
- b.
benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van
personen;
- c.
een klacht die ex artikel 9:1 van de Algemene wet
bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
- 3.
Inspreken bij de behandeling van een bestemmingsplan
en daarmee vergelijkbare plannen is uitsluitend
toegestaan in de vorm van een mondelinge toelichting
op een eerder ingediende zienswijze. Deze zienswijze
moet als zienswijze zijn aangeduid in het
raadsvoorstel of de daarbij behorende stukken.
- 4.
Inspreken bij onderwerpen die geagendeerd zijn op
grond van artikel 13, negende lid, is alleen
toegestaan wanneer de agendacommissie hiertoe heeft
besloten.
- 5.
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken,
meldt dit tenminste 24 uur vóór aanvang van de
Informatievergadering aan de griffier. Hij vermeldt
daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het
voorstel of onderwerp waarover hij het woord wil
voeren.
- 6.
De voorzitter van de informatievergadering geeft het
woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan
van de volgorde afwijken, indien dit in het belang
is van de orde van de vergadering.
- 7.
De spreker voert het woord, nadat de voorzitter van
de informatievergadering hem dit heeft verleend. De
voorzitter van de informatievergadering of een
raadslid of een fractieondersteuner, doet een
voorstel voor de behandeling van de inbreng van de
burger.
Artikel 30. Zitplaatsen
De griffier draagt er zorg voor dat de voorzitter van de
informatievergadering, de leden van de informatievergadering, de
belanghebbenden of hun vertegenwoordigers die zijn uitgenodigd dan
wel zich hebben aangemeld om mee te spreken, de portefeuillehouders,
de gemeentesecretaris en de (ambtelijke) adviseurs die deelnemen aan
de informatievergadering, een adequate zitplaats hebben.
Artikel 31. Verlof om te spreken en volgorde van sprekers
- 1.
De deelnemers aan de informatievergadering voeren het woord na
het aan de voorzitter van de informatievergadering gevraagd en
van hem verkregen te hebben.
- 2.
De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer een
deelnemer het woord vraagt over de orde van de vergadering.
Artikel 32. Audioverslag
Van de informatievergadering wordt een audioverslag gemaakt dat
wordt gepubliceerd op de website.
Artikel 33. Besluitenlijst van de informatievergadering
- 1.
Van de in de informatievergadering behandelde voorstellen en
onderwerpen wordt door de zorg van de griffier een
concept-besluitenlijst gemaakt. De besluitenlijst vermeldt
de deelnemers aan de informatievergaring, de behandelde
voorstellen en onderwerpen, het vervolgtraject en de voor de
agenda van de raadsvergadering bepaalde status van de
behandelde voorstellen en onderwerpen.
- 2.
Deze concept-besluitenlijst wordt verspreid onder de
raadsleden en fractieondersteuners.
- 3.
De leden van de informatievergadering kunnen binnen drie
werkdagen na verspreiding van de concept-besluitenlijst een
voorstel doen voor een aanpassing van de tekst. Deze
voorstellen worden ingediend bij de griffier. Bij aanvang
van de informatievergadering wordt de besluitenlijst van de
laatstgehouden informatievergadering vastgesteld. De
vastgestelde besluitenlijst wordt ondertekend door de
griffier.
- 4.
De concept-besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk na de
laatstgehouden vergadering openbaar gemaakt, voorzover de
aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet
verzet.
- 5.
De vastgestelde besluitenlijst wordt gepubliceerd op de
website.
2.2. De raadsvergadering
Artikel 34. Presentielijst
- 1.
Bij binnenkomst in de raadsvergadering tekenen de raadsleden de
presentielijst.
- 2.
Aan het eind van de raadsvergadering wordt die lijst door de
raadsvoorzitter en de griffier door ondertekening
vastgesteld.
Artikel 35. Zitplaatsen in de raad
- 1.
De raadsvoorzitter, de leden van de raad en de griffier hebben
een vaste zitplaats, aangewezen door de raadsvoorzitter, in
overleg met het presidium, bij aanvang van iedere nieuwe
zittingsperiode van de raad.
- 2.
Indien daartoe aanleiding bestaat, kan de raadsvoorzitter de
indeling herzien in overleg met het presidium.
- 3.
De raadsvoorzitter draagt zorg voor een zitplaats voor de
wethouders en de gemeentesecretaris.
Artikel 36. Opening vergadering; quorum
- 1.
De raadsvoorzitter opent de raadsvergadering op het vastgestelde
uur, indien het daarvoor door de wet vereiste aantal leden van
de raad blijkens de presentielijst aanwezig is.
- 2.
Wanneer vijftien minuten na het vastgestelde tijdstip het
vereiste aantal leden niet aanwezig is, bepaalt de
raadsvoorzitter, na voorlezing van de namen van de afwezige
leden, dag en uur van de volgende raadsvergadering, met
inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.
Artikel 37. Spreekrecht (inspreken)
- 1.
Indien, vanwege bijzondere omstandigheden, een voorstel of
onderwerp rechtstreeks – zonder voorafgaande behandeling in de
informatievergadering – aan de raad wordt voorgelegd, hebben
belanghebbenden of hun vertegenwoordigers bij de behandeling van
het agendapunt “Spreekrecht” gelegenheid om het woord te voeren
over een dergelijk op de agenda geplaatst voorstel of onderwerp.
Een inspreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. Gedurende
maximaal dertig minuten is er gelegenheid om in te spreken. Als
er meer dan zes sprekers zijn, verdeelt de voorzitter het
inspreekhalfuur evenredig over de sprekers. De voorzitter van de
vergadering kan in bijzondere gevallen afwijken van de
maximumduur van de spreektijd.
- 2.
Belanghebbenden of hun vertegenwoordigers kunnen niet het woord
voeren over:
- a.
een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of
beroep bij de rechter openstaat, of heeft
opengestaan;
- b.
benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van
personen;
- c.
een klacht die ex artikel 9:1 van de Algemene wet
bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
- 3.
Inspreken bij de behandeling van een bestemmingsplan en daarmee
vergelijkbare plannen is uitsluitend toegestaan in de vorm van
een mondelinge toelichting op een eerder ingediende zienswijze.
Deze zienswijze moet als zienswijze zijn aangeduid in het
raadsvoorstel of de daarbij behorende stukken.
- 4.
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit
tenminste 24 uur vóór aanvang van de raadsvergadering aan de
griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en
telefoonnummer en het voorstel of onderwerp waarover hij het
woord wil voeren.
- 5.
De raadsvoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding.
De raadsvoorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in
het belang is van de orde van de vergadering.
- 6.
De spreker voert het woord, nadat de raadsvoorzitter hem dit
heeft verleend. De raadsvoorzitter of een raadslid doet een
voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.
Artikel 38. Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen, deelt
de raadsvoorzitter mee bij welk lid van de raad een hoofdelijke
stemming zal beginnen. De keuze van het raadslid wordt bepaald door
loting.
Artikel 39. Audioverslag
Van de raadsvergadering wordt een audioverslag gemaakt dat wordt
gepubliceerd op de website.
Artikel 40. Besluitenlijst van de raadsvergadering
- 1.
Van een raadsvergadering wordt door de zorg van de griffier een
concept-besluitenlijst gemaakt.
- 2.
De concept-besluitenlijst wordt zo mogelijk aan de leden van de
raad toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep.
- 3.
Als de concept-besluitenlijst naar de mening van de
raadsvoorzitter, de leden van de raad, de wethouders of de
gemeentesecretaris een onjuistheid bevat of een onduidelijke
weergave bevat van hetgeen besloten is, kunnen zij een
wijzigingsvoorstel aan de raad doen. Deze voorstellen worden
tenminste 24 uur voor de aanvang van de raadsvergadering,
ingediend bij de griffier.
- 4.
Bij het begin van het besluitvormende deel van de
raadsvergadering wordt de besluitenlijst van de laatstgehouden
raadsvergadering vastgesteld. De vastgestelde besluitenlijst
wordt ondertekend door de raadsvoorzitter en de griffier.
- 5.
De besluitenlijst wordt zo spoedig mogelijk na de laatstgehouden
vergadering openbaar gemaakt, voorzover de aard en de inhoud van
de besluitvorming zich daartegen niet verzetten.
Artikel 41. Ingekomen stukken
- 1.
Bij de raad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke
mededelingen van het college, worden op een lijst geplaatst.
Deze lijst wordt aan de leden van de raad toegezonden en ter
inzage gelegd.
- 2.
De raad stelt op voorstel van de agendacommissie de wijze van
afdoening van de ingekomen stukken vast.
- 3.
Een raadslid kan de agendacommissie verzoeken om een ingekomen
stuk te plaatsen op de agenda van een
informatievergadering.
Artikel 42. Spreekregels
- 1.
De raadsleden en de leden van het college spreken vanaf hun
zitplaats of vanaf een door de raadsvoorzitter aangewezen
centrale spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.
- 2.
Bij bijzondere gelegenheden kan de raadsvoorzitter bepalen dat
de in het eerste lid genoemde personen vanaf een andere plaats
spreken.
Artikel 43. Verlof om te spreken en volgorde van sprekers
- 1.
De leden van de raad en de leden van het college voeren het
woord na het aan de raadsvoorzitter gevraagd en van hem
verkregen te hebben.
- 2.
De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer een lid
van de raad het woord vraagt over de orde van de
vergadering.
Artikel 44. Aantal spreektermijnen
- 1.
De beraadslaging in een raadsvergadering over een onderwerp of
een voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij
door de raad anders wordt beslist.
- 2.
Elke spreektermijn wordt door de voorzitter van de vergadering
afgesloten.
- 3.
Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord
voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
Artikel 45. Spreektijd
Een lid van de raad kan in een raadsvergadering een voorstel doen
over de spreektijd van de raadsleden en van de overige deelnemers
aan de vergadering.
Artikel 46. Handhaving van de orde; schorsing
- 1.
Een spreker mag in een raadsvergadering in zijn betoog niet
worden gestoord, tenzij
- a.
de raadsvoorzitter het nodig oordeelt hem te wijzen op
de naleving van dit reglement;
- b.
een raadslid hem interrumpeert. De raadsvoorzitter kan
bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn
betoog zal afronden.
- 2.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke
uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde
onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan
wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de
raadsvoorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende
spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de raadsvoorzitter hem
gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het
aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
- 3.
De raadsvoorzitter kan, ter handhaving van de orde, de
vergadering gedurende een door hem te bepalen tijd schorsen en -
indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de
vergadering sluiten.
Artikel 47. Beraadslaging
- 1.
De raad kan, op voorstel van de raadsvoorzitter of een raadslid,
beslissen om over één of meer onderdelen van een onderwerp of
voorstel, afzonderlijk te beraadslagen.
- 2.
De raad kan, op voorstel van de raadsvoorzitter of een raadslid,
besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te
schorsen teneinde de raadsleden en/of het college de gelegenheid
te geven voor onderling nader beraad. De beraadslaging wordt
hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 48. Beslissing
- 1.
Wanneer de raadsvoorzitter, na het debat in de raad, vaststelt
dat een onderwerp of voorstel voldoende is besproken, sluit hij
het debat, tenzij de raad anders beslist.
- 2.
Nadat de beraadslaging is besloten, vindt, na een stemming over
eventuele amendementen, de stemming plaats over het voorstel,
zoals het dan luidt, in zijn geheel, tenzij geen stemming wordt
aangevraagd.
- 3.
Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel
plaatsvindt, formuleert de raadsvoorzitter het voorstel over de
te nemen eindbeslissing.
Artikel 49. Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming
overgaat, heeft ieder lid het recht om zijn stemgedrag kort te
motiveren.
Paragraaf 3. Procedure bij stemmingen in de raad
Artikel 50. Algemene bepalingen over stemmingen in de raad
- 1.
De raadsvoorzitter vraagt of stemming over een voorstel
wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook
de raadsvoorzitter dit niet verlangt, stelt de
raadsvoorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke
stemming is aangenomen.
- 2.
In de vergadering aanwezige leden van de raad kunnen om een
aantekening in de besluitenlijst vragen, dat zij geacht
worden te hebben tegengestemd of zich van stemming te hebben
onthouden.
- 3.
De raadsvoorzitter kan voorstellen om over een bepaald
voorstel of onderwerp te stemmen bij handopsteken.
- 4.
Indien door één of meer raadsleden hoofdelijke stemming
wordt gevraagd, doet de raadsvoorzitter daarvan
mededeling.
- 5.
De raadsvoorzitter roept de leden van de raad bij naam op
hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het lid dat
daarvoor overeenkomstig artikel 38 is aangewezen.
- 6.
Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig
raadslid, dat zich niet van deelneming aan de stemming moet
onthouden, verplicht zijn stem uit te brengen.
- 7.
De raadsleden brengen hun stem uit door het woord ‘voor’ of
‘tegen’ uit te spreken, zonder enige toevoeging.
- 8.
Indien een raadslid zich vergist bij het uitbrengen van zijn
stem, dan kan hij deze vergissing nog herstellen, voordat
het volgende lid gestemd heeft. Als hij zijn vergissing pas
later bemerkt, kan hij, nadat de raadsvoorzitter de uitslag
van de stemming bekend heeft gemaakt, om de aantekening
vragen dat hij zich heeft vergist. Deze aantekening heeft
geen
invloed op de uitslag van de stemming.
9.De raadsvoorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming
mede, met vermelding van het aantal stemmen ‘voor’ en het aantal
stemmen ‘tegen’. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen
besluit.
Artikel 51. Stemming over amendementen en moties
- 1.
Indien een amendement op een aanhangig voorstel of onderwerp is
ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.
- 2.
Indien op een amendement een sub-amendement is ingediend, wordt
eerst over het sub-amendement gestemd en vervolgens over het
amendement.
- 3.
Indien twee of meer amendementen of sub-amendementen op een
aanhangig voorstel of onderwerp zijn ingediend, bepaalt de
raadsvoorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd.
Daarbij geldt de regel, dat het meest verstrekkende amendement
of sub-amendement het eerst in stemming wordt gebracht.
- 4.
Indien aangaande een aanhangig voorstel of onderwerp een motie
is ingediend, wordt eerst over het voorstel of onderwerp gestemd
en vervolgens over de motie.
Artikel 52. Stemming over personen in de raad
- 1.
Wanneer een stemming moet plaatshebben over personen, voor een
benoeming of een voordracht tot benoeming of het opstellen van
een voordracht of een aanbeveling, benoemt de raadsvoorzitter
drie raadsleden tot stembureau.
- 2.
Ieder ter vergadering aanwezig raadslid, dat zich niet van
stemming moet onthouden, is verplicht een stembriefje in te
leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.
- 3.
Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te
benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op
voorstel van de raadsvoorzitter beslissen dat bepaalde
stemmingen worden samengevat op één briefje.
- 4.
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes
gelijk is aan het aantal raadsleden dat ingevolge het tweede lid
verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen
niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze
te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
- 5.
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in
artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben
uitgebracht de raadsleden, die geen behoorlijk stembriefje
hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld
stembriefje wordt verstaan:
- a.
een blanco ingeleverd stembriefje;
- b.
een ondertekend stembriefje;
- c.
een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld,
tenzij de stemming meerdere vacatures betreft;
- d.
een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op
voordracht betreft, op een persoon is gestemd die niet
is voorgedragen;
- e.
een stembriefje waarbij op een andere persoon is gestemd
dan die waartoe de stemming is beperkt.
- 6.
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist
de raad, op voorstel van de raadsvoorzitter.
- 7.
Door de zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk
vernietigd na de vaststelling van de uitslag van de
stemming.
Artikel 53. Herstemming over personen
- 1.
Wanneer bij een stemming over personen niemand de volstrekte
meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming
overgegaan.
- 2.
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte
meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen
de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen
op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste
stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een
tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde
stemming zal plaatshebben.
- 3.
Indien bij de tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen
staken, beslist terstond het lot.
Artikel 54. Beslissing door het lot
- 1.
Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen
wie de beslissing moet plaatshebben, door de griffier op
afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.
- 2.
Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn
gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal
gedeponeerd en omgeschud.
- 3.
Vervolgens neemt de raadsvoorzitter één van de briefjes uit de
stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is
gekozen.
Hoofdstuk 4: Rechten van raadsleden
Artikel 55. Amendementen
- 1.
Een raadslid kan, tot het sluiten van de beraadslagingen, over een
voorstel of onderwerp één of meer amendementen indienen. Een
amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in
één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke
besluitvorming zal plaatsvinden.
- 2.
Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend
zijn door raadsleden, die de presentielijst getekend hebben en die
in de vergadering aanwezig zijn.
- 3.
Een raadslid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het
amendement dat door een raadslid is ingediend, een wijziging voor te
stellen; dit voorstel is een sub-amendement.
- 4.
Een amendement of een sub-amendement moeten, om in behandeling
genomen te kunnen worden, schriftelijk bij de raadsvoorzitter worden
ingediend, tenzij de raadsvoorzitter - met het oog op het eenvoudige
karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge
indiening kan worden volstaan.
- 5.
Intrekking van een (sub-)amendement door de indiener(s) is mogelijk,
totdat de besluitvorming door de raad heeft plaatsgevonden.
Artikel 56. Moties
- 1.
Een lid van de raad kan in de raadsvergadering een motie
indienen.
- 2.
Een motie moet, om in behandeling genomen te kunnen worden,
schriftelijk bij de raadsvoorzitter worden ingediend. Een motie over
een niet op de agenda opgenomen voorstel of onderwerp moet worden
ingediend bij het agendapunt “vaststelling van de agenda”.
- 3.
De behandeling van een motie over een aanhangig voorstel of
onderwerp vindt tegelijk met de beraadslaging over dat voorstel of
onderwerp plaats.
- 4.
De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen
voorstel of onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda
voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld.
- 5.
Intrekking van een motie door de indiener(s) is mogelijk totdat de
besluitvorming door de raad heeft plaatsgevonden.
Artikel 57. Voorstellen van orde
- 1.
In een raadsvergadering kan de raadsvoorzitter en een raadslid
mondeling een voorstel van orde doen, dat kort wordt
toegelicht.
- 2.
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering
betreffen.
- 3.
Over een voorstel van orde beslist de raad, zonder beraadslaging,
terstond.
Artikel 58. Initiatiefvoorstel
- 1.
Een initiatiefvoorstel moet, om in behandeling genomen te kunnen
worden, schriftelijk bij de raadsvoorzitter worden ingediend.
- 2.
De agendacommissie plaatst het initiatiefvoorstel op de agenda voor
de eerstvolgende informatievergadering, tenzij de schriftelijke
oproep reeds verzonden is. In dit laatste geval wordt het
initiatiefvoorstel op de agenda van de daaropvolgende
informatievergadering geplaatst.
- 3.
De indiener van het initiatiefvoorstel wordt in de gelegenheid
gesteld dat voorstel tijdens de informatievergadering toe te
lichten.
- 4.
Indien de raadsleden en de fractieondersteuners in de
informatievergadering van oordeel zijn dat alle relevante informatie
beschikbaar is, wordt het initiatiefvoorstel geagendeerd voor de
eerstvolgende raadsvergadering. Indien de raadsleden en
fractieondersteuners van oordeel zijn dat een preadvies van het
college vereist is, wordt het voorstel voor een preadvies naar het
college gezonden.
- 5.
Bij vaststelling van de agenda van de raadsvergadering wordt gestemd
over agendering van het initiatiefvoorstel.
- 6.
De raad kan voorwaarden stellen aan de indiening en de behandeling
van een voorstel, niet zijnde een voorstel betreffende een
verordening.
Artikel 59. Collegevoorstel
- 1.
Een voorstel van het college aan de raad, dat vermeld staat op de
concept-agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken
zonder toestemming van de raad.
- 2.
Indien de raad van oordeel is dat een voorstel, als bedoeld in het
eerste lid, voor advies aan het college moet worden teruggezonden,
bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw
geagendeerd zal worden.
Artikel 60. Interpellatie
- 1.
Het verzoek van een raadslid tot het houden van een interpellatie
wordt, behoudens in - naar het oordeel van de raadsvoorzitter -
spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de
raadsvergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het
verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp,
waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen
vragen.
- 2.
De raadsvoorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig
mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college. Bij de
vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na
indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De
raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de
interpellatie zal worden gehouden.
- 3.
De interpellatie vindt plaats aan het einde van de raadsvergadering,
tenzij de raad anders beslist.
- 4.
De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige
raadsleden en de leden van het college niet meer dan eenmaal, tenzij
de raad hen hiertoe verlof geeft.
Artikel 61. Schriftelijke vragen
- 1.
Schriftelijke vragen van raadsleden aan het college en aan de
burgemeester worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen
kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt
aangegeven of een schriftelijke of mondelinge beantwoording
wordt verlangd.
- 2.
De vragen worden bij de griffier ingediend. Deze draagt er zorg
voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige
leden van de raad en het college of de burgemeester worden
gebracht.
- 3.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in
ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen
zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de
eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze
termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het
college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de
termijn wordt aangegeven, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit
bericht wordt behandeld als een antwoord.
- 4.
De antwoorden van het college of de burgemeester worden door
tussenkomst van de griffier aan de leden van de raad
toegezonden. De antwoorden worden tezamen met de betreffende
vragen geplaatst op de lijst van ingekomen stukken als bedoeld
in artikel 41 van dit reglement.
- 5.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de
eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording
in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de
agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen
omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven
antwoord, tenzij de raad anders beslist. Iedere fractie kan
vervolgens in één termijn reageren op de reactie van het college
of de burgemeester.
Artikel 62. Inlichtingen
- 1.
Indien een raadslid over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in
de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet
verlangt, wordt een schriftelijk verzoek daartoe ingediend bij de
griffie. Deze draagt er zorg voor dat het verzoek zo spoedig
mogelijk naar de gemeentesecretaris worden doorgezonden ter verdere
afhandeling.
- 2.
De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de
eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering gegeven.
- 3.
De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de
vergadering waarin de antwoorden zullen worden gegeven.
Hoofdstuk 5: Begroting en rekening
Artikel 63. Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding,
het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting
volgens een procedure die het presidium vooraf vaststelt.
Artikel 63a. Procedure voorjaarsnota
De voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van
de voorjaarsnota geschiedt volgens een procedure die het presidium
vooraf vaststelt.
Artikel 64. Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding,
het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de
vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel
indemniteitsbesluit volgens een procedure die het presidium vooraf
vaststelt.
Hoofdstuk 7: Besloten vergaderingen
Artikel 66. Algemeen
Op een besloten vergadering van de raad zijn de bepalingen van dit
reglement van overeenkomstige toepassing, voor zover deze bepalingen
niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 67. Besluitenlijst
- 1.
De (concept)besluitenlijst danwel het verslag van een besloten
raadsvergadering wordt niet verspreid, maar ligt uitsluitend voor de
raadsleden ter inzage.
- 2.
De (concept)besluitenlijst danwel het verslag wordt zo spoedig
mogelijk in een volgende besloten vergadering ter vaststelling
aangeboden. Tijdens deze raadsvergadering neemt de raad een besluit
over het al dan niet openbaar maken van deze besluitenlijst, of
gedeelten daarvan. De vastgestelde besluitenlijst wordt door de
raadsvoorzitter en de griffier ondertekend.
Artikel 68. Geheimhouding
Vóór de afloop van een besloten vergadering beslist de raad,
overeenkomstig artikel 25, eerste lid van de Gemeentewet of omtrent de
inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De
raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.
Artikel 69. Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de
Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien
daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft
opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan
overleg gevoerd.
Hoofdstuk 8: Toehoorders en pers
Artikel 70. Toehoorders en pers
- 1.
De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend
op de voor hen bestemde plaatsen de openbare vergaderingen
bijwonen.
- 2.
Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze
verstoren van de orde is verboden.
Artikel 71. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die tijdens een openbare informatievergadering of
raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen
hiervan mededeling aan de raadsvoorzitter en gedragen zich naar zijn
aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de
vrijheid van pers aantasten.
Artikel 72. Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de
vergaderingen telefoneren met mobiele telefoons of andere
communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de
vergadering, zonder toestemming van de voorzitter van de
informatievergadering respectievelijk de raadsvoorzitter, niet
toegestaan.
Hoofdstuk 9: Slotbepalingen
Artikel 73. Uitleg van dit reglement
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, of bij twijfel
omtrent de toepassing van dit reglement, beslist de raad op voorstel van
de raadsvoorzitter. Tijdens informatievergaderingen beslissen in een
dergelijk geval de deelnemende raadsleden en fractieondersteuners, op
voorstel van de voorzitter van de informatievergadering.
Artikel 74. Inwerkingtreding
Deze wijziging van het reglement treedt in werking op de dag volgende op
die van bekendmaking.
Artikel 75. Citeertitel
Dit reglement kan worden aangehaald onder de titel “Reglement van orde
voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de
gemeente Heusden 2010”