De Raad der gemeente Wassenaar;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 november
2004,
raadsvoorstel no. 04123;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 3:2 en 3:4 van de
Algemene wet bestuursrecht ;
Overwegende:
- -
dat als gevolg van de feitelijke uitvoering van project Centrum
Noord door of vanwege de gemeente Wassenaar natuurlijke danwel
rechtspersonen onevenredig financieel nadeel kunnen ondervinden dat
redelijkerwijs niet of niet geheel te hunner laste behoort te
blijven;
- -
dat dit mogelijke nadeel niet in alle gevallen op basis van
bestaande wettelijke regelingen voor vergoeding van overheidswege in
aanmerking komt;
- -
dat het daarom wenselijk is voorschriften vast te leggen met
betrekking tot de inhoud, indiening en behandeling van verzoeken om
vergoeding van nadeel welke het gevolg is van de feitelijke
uitvoering van project Centrum Noord door of vanwege de gemeente
Wassenaar;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende verordening:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Wassenaar;
- b.
het project: de herontwikkeling van de locatie Centrum Noord,
waartoe de gemeenteraad van Wassenaar heeft besloten op 5 april 2004
en welke omvatten:
A: deelplan
Luifelbaan: het bouwen van een parkeerkelder, een
supermarkt, winkels, horeca, 10 sociale huurwoningen, 28 vrije sector
appartementen en een kiosk, zoals aangegeven op tekening VO-OO d.d.
04-12-2001, laatst gewijzigd
d.d. 12-01-2004 behorende bij de raamovereenkomst tussen Provastgoed
Nederland B.V. en de gemeente Wassenaar, ondertekend d.d. 7-4-2004;
B: deelplan Langstraat: het bouwen van een
parkeerkelder, bibliotheek, horeca, winkels en 30 vrije sector
appartementen, zoals aangegeven op tekening 01177-V-01 d.d. 16-01-2004
behorende bij de raamovereenkomst tussen Provastgoed Nederland B.V. en de
gemeente Wassenaar, ondertekend d.d. 7-4-2004;
C: de
bodemsanering ten behoeve van deelplan Langstraat, zoals
vastgelegd in bijlage 17 van de raamovereenkomst tussen Provastgoed
Nederland B.V. en de gemeente Wassenaar, ondertekend d.d. 7-4-2004;
- c.
het verzoek: een verzoek om toekenning van nadeelcompensatie als
bedoeld in artikel 3 van deze verordening of het verzoek om een
voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8 van deze
verordening;
- d.
de belanghebbende: een natuurlijke of rechtspersoon die een verzoek
indient ingevolge artikel 3 of 8 van deze verordening;
- e.
het nadeel: de tijdelijke schade die een direct gevolg is van de
rechtmatige en feitelijke uitvoering van het project Centrum
Noord;
- f.
de deskundige: de door het college aan te wijzen onafhankelijk
deskundige op het gebied van nadeelcompensatie.
Artikel 2 Recht op nadeelcompensatie
- 1.
Iedere belanghebbende die rechtstreeks door de feitelijke uitvoering van
het project nadeel ondervindt welke redelijkerwijs niet of niet geheel
te zijnen laste behoort te blijven kan bij het college een verzoek om
nadeelcompensatie indienen.
- 2.
Het college kent nadeelcompensatie toe naar billijkheid, voor zover het
nadeel het rechtstreekse gevolg is van de feitelijke uitvoering van het
project, voor zover het nadeel redelijkerwijs niet of niet geheel te
zijner laste behoort te blijven en voor zover vergoeding van het nadeel
niet of niet voldoende anderszins verzekerd is.
- 3.
De vergoeding kan in geld of, indien dat naar het oordeel van het
college geschikter is, op andere wijze plaatsvinden. Indien de
nadeelcompensatie plaatsvindt op een andere wijze dan in geld, gaat de
waarde van deze compensatie de hoogte van de anders op hetzelfde verzoek
uit te keren nadeelcompensatie in geld niet te boven.
Artikel 3 Het verzoek om nadeelcompensatie
- 1.
Het verzoek om nadeelcompensatie kan niet eerder dan zes maanden na,
doch niet later dan twee jaar na de eindoplevering van het project
worden ingediend bij het college. Indien een verzoek na het verstrijken
van deze termijn wordt ingediend, blijft niet ontvankelijkheid
achterwege, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de
belanghebbende in verzuim is geweest.
- 2.
Bij indiening van het verzoek dient belanghebbende gebruik te maken van
het, door het college vast te stellen, aanvraagformulier.
- 3.
Indien naar het oordeel van het college niet of onvoldoende gegevens
zijn verstrekt om het verzoek te beoordelen, wordt belanghebbende in de
gelegenheid gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van
vier weken na verzending van de brief waarin op het verzuim is gewezen.
Indien het verzuim niet tijdig is hersteld, kan het verzoek buiten
behandeling worden gelaten.
- 4.
Gegevens die worden verstrekt in verband met een verzoek zullen door
alle betrokkenen vertrouwelijk worden behandeld.
- 5.
Het college bevestigt de ontvangst van het verzoek uiterlijk binnen twee
weken na ontvangst daarvan. Bij de ontvangstbevestiging wordt
belanghebbende in kennis gesteld van de te volgen procedure en de
termijnen waarbinnen een beslissing dient te worden genomen.
Artikel 4 De procedure met advies deskundige.
- 1.
Een verzoek wordt door het college binnen vier weken na ontvangst,
danwel binnen vier weken nadat het verzoek is aangevuld op basis van
artikel 3, behoudens toepassing van artikel 7, ter advisering voorgelegd
aan de deskundige.
- 2.
De deskundige stelt binnen zes weken na ontvangst van het verzoek van
het college om advies als bedoeld in het eerste lid zowel de
belanghebbende als het college in de gelegenheid zijn zienswijzen naar
keuze schriftelijk of mondeling naar voren te brengen.
- 3.
Zowel belanghebbende als het college verschaft de deskundige, voor zover
zij daarover redelijkerwijs de beschikking kunnen krijgen, alle gegevens
en bescheiden die voor advisering nodig zijn.
- 4.
De deskundige kan inlichtingen inwinnen bij derden en kan een
bezichtiging ter plaatse houden.
Artikel 5 Het advies van de deskundige
- 1.
Alvorens de deskundige zijn definitieve advies aan het college opstelt,
maakt hij een conceptadvies. Dit conceptadvies wordt uiterlijk binnen
twaalf weken na de toelichtingen als bedoeld in artikel 4 lid 2 aan de
belanghebbende en aan het college gezonden.
- 2.
De deskundige kan de in het eerste lid genoemde termijn eenmaal met ten
hoogste zes weken verlengen. De deskundige deelt de belanghebbende en
het college schriftelijk en gemotiveerd mede waarom de termijn wordt
verlengd.
- 3.
De belanghebbende en het college maken hun eventuele zienswijzen tegen
het conceptadvies binnen zes weken na de datum van verzending daarvan
schriftelijk aan de deskundige bekend.
- 4.
De deskundige zendt zijn definitieve advies met inachtneming van de in
het vorige lid bedoelde zienswijzen binnen 4 weken na het verstrijken
van de in het vorige lid genoemde termijn toe aan de belanghebbende en
aan het college.
- 5.
In het advies dient de deskundige aan te geven:
- a.
of belanghebbende nadeel heeft geleden c.q. nog zal lijden ten
gevolge van het bouwproject;
- b.
of belanghebbende dit nadeel redelijkerwijs had kunnen voorkomen
c.q. had kunnen beperken;
- c.
of, en zo ja in welke mate, belanghebbende kosten heeft moeten
maken voor schadevoorkomende en/of –beperkende maatregelen, die
voor vergoeding in aanmerking komen;
- d.
of het nadeel niet of niet voldoende via een andere regeling
c.q. verzekering kan worden gecompenseerd;
- e.
of, en zo ja in welke mate, dit nadeel redelijkerwijs ten laste
moet komen van de gemeente dan wel ten laste van de
belanghebbende behoort te blijven;
- f.
of, en zo ja voor welk bedrag, belanghebbende kosten heeft
moeten maken voor het indienen en onderbouwen van zijn verzoek,
die voor vergoeding in aanmerking komen;
- g.
of, en zo ja op welke wijze c.q. voor welk bedrag,
belanghebbende dient te worden gecompenseerd.
- 6.
De kosten van het advies van de deskundige komen volledig ten laste van
de gemeente.
Artikel 6 De beslissing op het verzoek
- 1.
Het college neemt uiterlijk zes weken na ontvangst van het definitieve
advies van de deskundige een besluit op het verzoek van
belanghebbende.
- 2.
De in het eerste lid genoemde termijn kan door de het college éénmaal
met ten hoogste zes weken worden verlengd.
Artikel 7 De vereenvoudigde procedure zonder advies deskundige
- 1.
Het college kan een verzoek om nadeelcompensatie zonder advies van de
deskundige, binnen twaalf weken na ontvangst van het verzoek af- of
toewijzen, indien blijkt dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk,
kennelijk gegrond dan wel kennelijk ongegrond is.
- 2.
De in het eerste lid genoemde termijn kan door het college éénmaal met
ten hoogste twaalf weken worden verlengd.
Artikel 8 Voorlopige voorziening
- 1.
Het college kan op verzoek van een belanghebbende, die naar
redelijkerwijs valt te verwachten in aanmerking komt voor
nadeelcompensatie en die een spoedeisend belang heeft, vooruitlopend
op zijn besluit als bedoeld in de artikelen 6 of 7 besluiten een
voorlopige voorziening te treffen.
- 2.
Een verzoek om een voorlopige voorziening kan worden ingediend vanaf
de start van het bouwproject.
- 3.
Met het besluit als bedoeld in het eerste lid wordt geen recht op
nadeelcompensatie erkend of verleend.
- 4.
Indien de voorlopige voorziening van financiële aard is, dient
belanghebbende, alvorens het voorschot wordt uitgekeerd,
schriftelijk de verplichting te aanvaarden het eventueel te veel of
ten onrechte ontvangen bedrag terug te betalen indien blijkt dat:
a. op grond van het besluit van het college omtrent het verzoek
om nadeelcompensatie en de bij dat besluit behorende gegevens blijkt dat het
voorschot geheel of gedeeltelijk ten onrechte is verstrekt.
b. op grond van nieuwe gegevens blijkt dat de getroffen
voorlopige voorzieningen geheel of gedeeltelijk ten onrechte is
getroffen.
- 5.
Terugbetaling als bedoeld in het vierde lid van dit artikel dient te
geschieden vermeerderd met de wettelijke rente conform art. 6:120 BW
vanaf de dag dat de belanghebbende over het bedrag heeft kunnen
beschikken.
- 6.
Bij het treffen van een voorlopige voorziening in de vorm van een
voorschot kan het college een zekerheidsstelling verlangen in de
vorm van een hypotheek of een bankgarantie.
- 7.
Een ingediend verzoek om een voorlopige voorziening zal, als de
periode van indiening van een verzoek om nadeelcompensatie ingegaan
is, tevens worden aangemerkt als een verzoek om nadeelcompensatie en
als zodanig in behandeling worden genomen.
Artikel 9 Hardheidsclausule.
Indien een strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot een
onmiskenbare onredelijke situatie c.q. besluit voor de belanghebbende, kan
het college afwijken van het in deze verordening bepaalde.
Artikel 10 Inwerkingtreding.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van
de termijn van zes weken na de datum waarop zij is bekendgemaakt.
Artikel 11 Citeertitel.
Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening Nadeelcompensatie
Centrum Noord".