Toewijzing en bezetting van standplaatsen.
Artikel 8.
- 1.
De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste plaatsen
toegewezen.
- 2.
Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en
blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste plaats is
toegewezen.
Artikel 9.
- 1.
De toewijzing van standplaatsen geschiedt bij door burgemeester en
wethouders af te geven vergunning.
- 2.
2Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan de plaats
waarvoor de vergunning is afgegeven.
Artikel 10.
Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen,
dient zich tegenover burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren
door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een
goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit
identiteitsbewijs op eerste aanvrage aan de daartoe aangewezen ambtenaar
tonen.
Artikel 11.
- 1.
Degene die voor een standplaats in aanmerking wil komen, dient
burgemeester en wethouders te verzoeken hem in te schrijven op een
daartoe aangelegde lijst. Bij inschrijving op deze lijst worden,
naast de datum van inschrijving, de artikelen of groepen van
artikelen vermeld die door de gegadigde krachtens vergunning van
burgemeester en wethouders mogen worden verhandeld. De betrokkene
wordt daarvan een schriftelijk bewijs verstrekt.
- 2.
Om voor inschrijving op de in het eerste lid bedoelde lijst in
aanmerking te komen, dient men handelingsbekwaam te zijn en
aangetoond te hebben dat men voldoet aan de in artikel 12, lid 1
aanhef, en sub a en c vermelde vereisten, onverminderd het bepaalde
in artikel 12, lid 2 en 3.
- 3.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid, kan een wettig
kind van een vaste standplaatshouder, dat bij voortduring zijn ouder
op diens vaste plaats bijstaat, op de in het eerste lid bedoelde
lijst worden ingeschreven indien het voldoet aan de in artikel 12,
lid 5 sub a, vermelde vereisten.
- 4.
De inschrijving op grond van het voorgaande lid wordt doorgehaald
zodra inschrijving op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst kan
plaatsvinden. Het feitelijk gebruik van rechten die uit inschrijving
op bedoelde lijst voortvloeien blijft uitgesloten, zo lang de
aanspraken als bedoeld in artikel 14, lid 3 bestaan.
- 5.
Een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 3 kan worden
gewijzigd in een inschrijving op grond van het bepaalde in lid
2.
Artikel 12.
- 1.
Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen is vereist dat de
aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en
aantoont:
- a.
dat hij voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke
verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en
bedrijfsorganisatie;
- b.
dat hij van het uitoefenen van handel zijn hoofdberoep
maakt;
- c.
dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen tot
schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een
verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke
aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht
wegens aan derden toegebrachte schade.
Betrokkene dient burgemeester en wethouders jaarlijks het bewijs
over te leggen dat de door hem ter zake verschuldigde premie is
voldaan.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1, onder b
en c, in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.
- 3.
Een marktkoopman wordt geacht aan het in lid 1, onder c, genoemde te
hebben voldaan, indien hij een geldig bewijs van lidmaatschap
overlegt van een organisatie die voor haar leden een collectieve
verzekering als bedoeld in lid 1, sub c, heeft afgesloten.
- 4.
Aanvrager behoort bovendien tenminste drie maanden op de in
artikel
11, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Burgemeester en
wethouders kunnen van deze bepaling ontheffing verlenen.
- 5.
Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in
lid 1, onder a, b en c, indien aanvrager:
- a.
persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke
vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een
vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet
Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel;
- b.
op de plaatselijke markt in de uitoefening van de
markthandel werkzaam zal zijn uit naam van een rechtspersoon
die voldoet aan de in lid 1, onder a, b en c gestelde
eisen;
- c.
van het bedrijven van handel zijn hoofdberoep maakt.
Artikel 13.
- 1.
Van de toewijzing van een vaste plaats wordt door burgemeester en
wethouders aan de standplaatshouder een schriftelijke vergunning
afgegeven, vermeldende:
- a.
de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats alsmede
woonplaats en adres;
- b.
een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats
met vermelding van het nummer daarvan;
- c.
de artikelen of groep van artikelen, welke door de
standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen
worden verkocht.
- 2.
Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in
volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste
plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst
ingeschreven.
Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of de groep van
artikelen als bedoeld in lid 1, onder c, vermeld.
Artikel 14.
- 1.
Bij de toewijzing van vaste plaatsen, waartoe op gezette tijden,
doch tenminste eenmaal per jaar wordt overgegaan, komen daarvoor
allereerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen die
aan burgemeester en wethouders de wens te kennen hebben gegeven van
standplaats te willen veranderen, zulks in de volgorde waarin zij op
de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst zijn ingeschreven.
- 2.
Daarna komen in aanmerking degenen die zich op de in artikel 11, lid
1, bedoelde lijst hebben laten inschrijven, zulks in volgorde van
hun inschrijving op deze lijst.
- 3.
Degene die op grond van artikel 11, lid 3, op de in het tweede lid
van dit artikel bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen vaste
plaats worden toegewezen zo lang het recht van zijn ouder op een
vaste plaats bestaat.
- 4.
Indien voor de markt een indeling per artikelengroep geldt, wordt
hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in de
voorgaande leden, overeenkomstig door burgemeester en wethouders
tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen
regelen.
- 5.
Degenen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, kunnen alleen
dan voor een vaste plaats in aanmerking komen, indien zij zich
tenminste drie maanden voor het bereiken van genoemde leeftijd als
gegadigde op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst hebben doen
inschrijven.
Artikel 15.
- 1.
De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken:
- a.
op verzoek van de vergunninghouder;
- b.
bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het
bepaalde in4lid 4 van dit artikel;
- c.
wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de
eisen, gesteld in artikel 12, lid 1, onverminderd het
bepaalde in artikel 12, lid 2 en 3;
- d.
indien de vergunninghouder niet tenminste eenmaal per twee
weken en tenminste negen maal per kwartaal zijn plaats op de
markt inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde in de
artikelen 21, 22 en 23.
- 2.
De vergunning voor een vaste plaats wordt eveneens ingetrokken van
degene die, na het bereiken van de 70-jarige leeftijd gedurende een
tijdvak van vierentwintig achtereenvolgende maanden, van het recht
op het innemen van een vaste plaats persoonlijk geen of nagenoeg
geen gebruik heeft kunnen maken.
- 3.
Indien het bepaalde in de beide voorgaande leden toepassing vindt,
wordt de inschrijving op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst van
vergunninghouders doorgehaald.
- 4.
Bij het overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning voor
de vaste plaats overgeschreven op de overblijvende echtgenoot,
indien een daartoe strekkend verzoek binnen één maand na het
overlijden bij burgemeester en wethouders wordt ingediend. Indien de
aanvrager, bedoeld in de vorige alinea, vergunning heeft voor een
andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt de vergunning voor die
plaats ingetrokken. De inschrijving op de lijst bedoeld in artikel
13, lid 2, wordt dienovereenkomstig gewijzigd.
Artikel 16.
- 1.
Degene aan wie een vergunning is afgegeven, dient de standplaats
uiterlijk om 9.00 uur bezet te hebben, bij gebreke waarvan de
betreffende plaats voor die dag als dagplaats wordt aangemerkt.
- 2.
Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de
vergunninghouder burgemeester en wethouders voor dit tijdstip onder
opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te
zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.
Artikel 17.
- 1.
Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient aanvrager op de
in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven.
Toewijzing van dagplaatsen geschiedt bij door burgemeester en
wethouders af te geven vergunning op het in artikel 16, lid 1,
genoemde tijdstip, in volgorde van de datum van inschrijving op deze
lijst.
- 2.
Degene die op grond van het artikel 11, lid 3, op de in het
voorgaande lid bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen dagplaats
worden toegewezen zo lang zijn ouder vergunninghouder van een vaste
plaats is.
- 3.
Indien voor de markt een regeling per artikelengroep geldt, wordt
hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in het
eerste lid, overeenkomstig door burgemeester en wethouders vast te
stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.
Artikel 18.
De inschrijving op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst voor een
dagplaats wordt doorgehaald:
- a.
op verzoek van de ingeschrevene;
- b.
bij overlijden van de ingeschrevene;
- c.
wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van bedoeld in
artikel 11, lid 2 of lid 3;
- d.
indien de ingeschrevene niet tenminste eenmaal per drie weken
een plaats op de markt inneemt of zich bij de marktmeester heeft
aangemeld en getracht heeft een dagplaats te verkrijgen, tenzij
het bepaalde in de artikelen 17, lid 2, 21, 22, en 23 van
toepassing is;
- e.
wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste
plaats is afgegeven, tenzij hij die vergunning niet aanvaardt op
grond van een door burgemeester en wethouders geldig geachte
reden.
Artikel 19.
- 1.
Het is uitsluitend op daartoe aangewezen standplaatsen toegestaan
als standwerker op te treden.
- 2.
Onder standwerker wordt verstaan de marktkoopman die publiek om
zich verzamelt, een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt
over het door hem te verkopen artikel en tenslotte tracht een aantal
personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen.
- 3.
De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt bij door
burgemeester en wethouders per marktdag af te geven vergunningen.
Genoemde afgifte geschiedt bij loting ter bepaling van de volgorde
waarin gegadigden een plaats kiezen, zulks met inachtneming van de
wijze van werken.
- 4.
Tot de loting voor een vergunning voor een standwerkersplaats
kunnen slechts worden toegelaten marktkooplieden die
handelingsbekwaam zijn en aantonen dat zij voldoen aan de in artikel
12, lid 1, sub a en c, gestelde eisen, onverminderd het bepaalde in
artikel 12, lid 2 en 3, met dien verstande, dat allereerst tot de
loting worden toegelaten:
- a.
door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht
als standwerker geregistreerde personen, van wie is gebleken
dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en
daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden;
dat eerst nadien tot de loting worden toegelaten:
- b.
andere marktkooplieden die door het Centraal
Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker
geregistreerd zijn of in het bezit zijn van een geldig
voorlopig standwerkersbewijs en ten aanzien van wie niet
gebleken is dat zij op een standwerkersplaats niet
daadwerkelijk actief zijn als standwerker.
- 5.
Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts
gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats loten en
gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor standwerkers
geboden wijze ten verkoop aanbieden.
De betrokkenen dienen zulks voor de loting aan burgemeester en
wethouders kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen
artikel.
- 6.
Indien de omstandigheden op de markt daartoe aanleiding geven,
kunnen burgemeester en wethouders beperkingen stellen aan het aantal
af te geven vergunningen voor standwerkersplaatsen per
artikelengroep.
- 7.
Een standwerker mag de aan hem toegewezen plaats niet te zamen met
een ander benutten, waaronder mede wordt verstaan dat hij zich niet
door een ander mag doen aflossen.
Het bovenstaande geldt niet voor degenen bedoeld in het vijfde lid
van dit artikel.
Artikel 20.
- 1.
Een standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden
ingenomen; hij mag de standplaats derhalve niet aan een ander
afstaan of in gebruik geven.
- 2.
De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.
Artikel 21.
- 1.
Vergunninghouders van vaste plaatsen, die wegens ziekte verhinderd
zijn hun standplaats te bezetten, alsmede degenen die op de in
artikel 11, lid 1, bedoelde lijst staan ingeschreven en die zich om
dezelfde reden niet ter markt kunnen melden, dienen burgemeester en
wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen.
- 2.
Deze schriftelijke mededeling dient tijdig voor de betreffende
marktdag te worden ingezonden. Bij plotselinge verhindering moet de
mededeling mondeling of telefonisch worden gedaan, gevolgd door een
schriftelijke bevestiging van deze melding.
- 3.
Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte,
dient ten bewijze van deze reden van verhindering iedere drie
maanden een geneeskundige verklaring te worden overgelegd.
Artikel 22.
- 1.
Degenen, bedoeld in de artikelen 11 en 13, lid 2, die wegens
vakantie een markt niet kunnen bezoeken, dienen daarvan tijdig,
onder opgave van de duur van de vakantie, met inachtneming van het
hierna in lid 2 bepaalde, schriftelijk mededeling te doen aan
burgemeester en wethouders.
- 2.
De in artikel 15, lid 1, onder d, vervatte regeling inzake de
verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste
plaats teneinde de vergunning voor de vaste plaats te behouden,
alsmede de in artikel 18, onder d, vervatte regeling inzake de
verplichting tot een regelmatige aanmelding op de markt teneinde de
inschrijving op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst gehandhaafd
te doen blijven, blijft per kalenderjaar ten hoogste vier marktdagen
buiten werking, indien de rechthebbende, na te hebben voldaan aan
het in lid 1 genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.
- 3.
De rechthebbenden als hierboven bedoeld, kunnen op
buitenwerkingstelling van de in lid 2 aangeduide regelingen alleen
dan aanspraak maken, indien zij op de marktdag, voorafgaande aan hun
afwezigheid wegens vakantie, de hun toegewezen plaats hebben bezet,
dan wel als op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst ingeschreven
gegadigden een plaats hebben toegewezen gekregen of blijkens hun
aanmelding hij de dienstdoende marktmeester getracht hebben een
plaats te verkrijgen.4.
- 4.
De rechthebbenden als bedoeld in lid 2 hebben voorts, tot behoud van
hun eerder omschreven rechten, de verplichting op de eerste
marktdag, volgend op die, waarop zij - binnen het in lid 2 gestelde
maximum aantal marktdagen - wegens vakantie afwezig waren, hun vaste
plaats weer in te nemen, dan wel zich weer ter markt te melden
teneinde te trachten een opengebleven marktplaats toegewezen te
krijgen.
Artikel 23.
- 1.
In bijzondere omstandigheden kan door burgemeester en wethouders
aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 13, lid 2, bedoelde
lijst of aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 11, lid 1,
bedoelde lijst op schriftelijk verzoek tijdelijk ontheffing worden
verleend van de verplichting om zelf op hun vaste plaats aanwezig te
zijn, dan wel zich bij de marktmeester aan te melden voor het
verkrijgen van een dagplaats.
- 2.
In de gevallen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, alsmede
in die, bedoeld in artikel 21 of in artikel 22, kunnen burgemeester
en wethouders de vergunninghouder van een vaste plaats vergunning
verlenen zich te laten vervangen.
Straf- en slotbepalingen.
Artikel 27.
Degene die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening
bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het
marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct
of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, dan wel
op een hem toegewezen standwerkersplaats niet als standwerker actief is,
een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kan,
onverminderd het bepaalde in de artikelen 40 en 41, door burgemeester en
wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk
van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te
worden gegeven.
Artikel 28.
Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats,
al dan niet voorwaardelijk, intrekken of de inschrijving op de in
artikel 11, lid 1, bedoelde lijst doorhalen, dan wel de
standplaatsvergunning telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende
marktdagen intrekken, indien:
- a.
de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening
bepaalde overtreedt;
- b.
van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel
waarvoor zij is bestemd;
- c.
de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag.
Artikel 29.
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4, 5, 7, 24,
25 en 26 van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de
tweede categorie of hechtenis van ten hoogste 2 maanden.
Artikel 30.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Marktverordenîng".
Burgemeester en wethouders kunnen nadere bepalingen stellen ter
uitwerking dezer verordening.
Artikel 31.
Deze verordening treedt in werking op de eerste marktdag na haar
afkondiging. De Marktverordening der gemeente Wassenaar, vastgesteld bij
besluiten van 22 mei en 18 september 1967, wordt ingetrokken.