Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Organisatiebesluit gemeente Lansingerland 2011 |
Citeertitel | Organisatiebesluit gemeente Lansingerland 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-05-2011 | 01-01-2019 | Onbekend | 17-05-2011 Internet / Heraut | BW1100208 / T11.02264 |
Om slagvaardigheid te waarborgen, integraliteit te bevorderen, optimale afstemming van de taakverdeling binnen de directie te bevorderen en verkokering te beperken kiest de gemeente
Lansingerland voor het directiemodel met één hiërarchisch niveau onder de directie. Om het groeitraject van de gemeente Lansingerland zorgvuldig te laten plaatsvinden is gekozen voor een beheerste ontwikkeling en veranderkundige begeleiding gericht op de gewenste cultuurkenmerken zoals een klantgerichte organisatieopbouw met een steeds bredere frontoffice en een gekanteld directiemodel.
De hierbij horende stijl van leidinggeven is Integraal Management, waarbij de directie de strategische visie en de politieke doelstellingen vertaalt in (meerjaren) operationeel beleid en sturing.
Afdelingshoofden zijn integraal verantwoordelijk voor middelen, processen, resultaten en effecten en voor de afstemming en coördinatie met directieleden, projectleiders en andere afdelingen. De bijbehorende stijl van medewerkers is kwaliteitsgericht, samenwerkingsgericht, flexibel, bereid en in staat verantwoordelijkheden op te pakken en te dragen, dienstverleningsgericht en met een maatschappelijke antenne. Zij kunnen de consequenties van hun handelen overzien.
In deze organisatieregeling wordt verstaan onder:
Concernplan: een door de directie opgesteld sturingsinstrument, mede op basis van de programmabegroting, dat de bestuursdoelstellingen vertaalt in plannen die de beoogde inzet voor het realiseren van de productenraming en de concemkaders voor dienstverlening en bedrijfsvoering in termen van geld en capaciteit uitwerkt;
Programma: een onder verantwoordelijkheid van het directieberaad opgesteld samenhangend geheel van activiteiten, waarin wordt beschreven de doelstelling, in het bijzonder de beoogde maatschappelijke effecten, de wijze waarop ernaar zal worden gestreefd die effecten te bereiken en de raming van baten en lasten;
Artikel 1: Doel en uitgangspunt van de ambtelijke organisatie
De ambtelijke organisatie van de gemeente is gebaseerd op een directiemodel. Het doel is vanuit een klantgerichte organisatieopbouw het gemeentebestuur en zijn organen bij de uitoefening van hun taken te ondersteunen. Integraal management en een adequate dienstverlening aan de burger zijn hierbij de uitgangspunten, waarbij de hoofdprocessen dienstverlening, beleidsontwikkeling, beheer en onderhoud als leidraad gelden voor de verdere ontwikkeling van de organisatie.
Artikel 2: inrichting en hoofdstructuur van de ambtelijke organisatie
De ambtelijke organisatie wordt aangestuurd door een directie en bestaat uit de volgende werkgebieden met bijbehorende afdelingen:
Vergunningverlening Et Handhaving
HOOFDSTUK 4 OVERLEG, WERKWIJZE EN PROCEDURES
De wijze van overleg, de aard van de te bespreken onderwerpen en de taakverdeling binnen de directie worden nader uitgewerkt in een directiestatuut.
Tenzij de regeling waarop hun bevoegdheid is gebaseerd zich daartegen verzet, kan het college voor nader door hen aan te geven categorieën van zaken de uitoefening van een of meer van hun bevoegdheden mandateren aan individuele leden van hun college, aan budgethouders en aan ambtenaren. Het college stelt hiervoor nadere regels vast.
Inhoudelijke advisering aan het gemeentebestuur en management is de bevoegdheid van de voor het taakveld of product verantwoordelijke medewerker. Wanneer het afdelingshoofd en de medewerker van mening verschillen over het over een bepaald onderwerp te geven advies, komen beide visies in het advies tot uiting.
Als een onderwerp tevens het taakveld van één of meer andere afdelingen raakt of er coördinatiebehoeften of -mogelijkheden bestaan, draagt het afdelingshoofd zorg voor overleg met die andere afdeling. Dit overleg moet bij voorkeur resulteren in een eensluidend advies. Wanneer de afdelingen van mening verschillen over een bepaald onderwerp, komen de beide visies, na overleg met de algemeen directeur, in het advies tot uiting.
HOOFDSTUK 5 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Eens in de twee jaren brengt de directie rapport uit aan het college over de toepassing van dit organisatiebesluit. In het rapport zal het functioneren van de ambtelijke organisatie in het licht van de maatschappelijke ontwikkelingen en het door gemeenteraad en college gewenste beleid geëvalueerd worden.
Toelichting op het Organisatiebesluit Gemeente Lansingerland 2011
De belangrijkste bestuurlijke kaders en uitgangspunten voor de organisatiestructuur worden kort beschreven.
De gehanteerde begrippen worden omschreven. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen juridische rechtmatigheid en financiële rechtmatigheid. Dit is gedaan, omdat de controle op de naleving van het rechtmatig handelen bij verschillende functionarissen berust. De financiële rechtmatigheid behoort tot het taakveld van financiën. Van functionarissen uit deze discipline kan men niet verwachten, dat zij ook de juridische aspecten in brede zin van uiteenlopende wet- en regelgeving overzien. Voor deze juridische aspecten is in de organisatieregeling de toetsing van de juridische rechtmatigheid ingebracht.
HOOFDSTUK 1 STRUCTUUR VAN DE AMBTELIJKE ORGANISATIE
Artikel 2: Inrichting en hoofdstructuur van de ambtelijke organisatie
In artikel 2 wordt de ambtelijke organisatie ingedeeld in afdelingen. Uitgezonderd is de inrichting van de griffie. Het stellen van regels voor de organisatie van de griffie behoort tot de bevoegdheid van de raad. In het organisatiebesluit is afgezien van het indelen van de bestuurlijke organisatie. Dit hoort op zich thuis in het reglement van orde voor vergaderingen van het college en andere werkzaamheden, dat moet worden opgesteld op basis van artikel 52 Gemeentewet. Dat reglement moet worden toegezonden aan de raad. Door het reglement niet op te nemen in het organisatiebesluit hoeft men het organisatiebesluit niet aan de raad toe te zenden.
Artikel 3: Inrichting van de directie
In artikel 3 wordt de inrichting en samenstelling met betrekking tot het aansturen van de ambtelijke organisatie toegewezen aan de directie.
Artikel 4: Hoofdtaken van de directie
In artikel 4 worden de verantwoordelijkheden uitgewerkt die met betrekking tot het aansturen van de ambtelijke organisatie zijn toegewezen aan de directie.
Artikel 6: Hoofdtaken van de afdelingen
In artikel 6 wordt bepaald dat de toegewezen werkgebieden en taakvelden de gehele uitvoering- en beleidscyclus omvatten en dat hiervoor jaarlijks een afdelingsplan wordt opgesteld.
HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN DIRECTEUR
In een organisatieregeling op basis van een directiemodel vervult de gemeentesecretaris de functie van algemeen directeur. In artikel 9 zijn de hoofdlijnen van de verantwoordelijkheidsgebieden van deze functie weergegeven. In lid 4 van dit artikel zijn de specifieke taken van de gemeentesecretaris opgenomen. Daarmee is voldaan aan artikel 103, lid 2 van de Gemeentewet dat bepaalt dat het college een instructie opstelt met nadere regels over de taken en bevoegdheden van de secretaris.
Dit artikel regelt de bevoegdheden inzake benoeming, schorsing of ontslag van medewerkers.
HOOFDSTUK 3 OVERIGE FUNCTIONARISSEN
Artikel 11 geeft in hoofdlijnen de verantwoordenjkheidsgebieden van de functie adjunct-directeur. Aan de adjunct-directeur zijn voornamelijk de project- of programmataken toebedeeld. Hij voert zijn taken uit in nauw overleg met de algemeen directeur. De adjunct-directeur heeft een zelfstandige positie en staat hiërarchisch onder de algemeen directeur.
Artikel 12 geeft in hoofdlijnen de verantwoordelijkheidsgebieden van de functie afdelingshoofd. Daarbij wordt aangegeven dat het afdelingshoofd hiërarchisch onder de algemeen directeur valt en verantwoordelijk is voor afstemming en coördinatie met de overige directieleden en andere afdelingen.
Artikel 12 geeft in hoofdlijnen de verantwoordelijkheidsgebieden van de functie concerncontroller, waar aan de controltaken zijn toebedeeld. Hij treedt op als gemeentecontroller. Hij legt hierover rechtstreeks verantwoording af aan het college en voert zijn taken uit in nauw overleg met de algemeen directeur. De concerncontroller heeft een zelfstandige positie en staat hiërarchisch onder de algemeen directeur.
HOOFDSTUK 4 OVERLEG, WERKWIJZE EN PROCEDURES
Dit artikel geeft de samenstelling van de directie weer en geeft tevens aan dat de taakverdeling en de wijze van overleg worden uitgewerkt in een directiestatuut.
Artikel 15: Het managementteam
Artikel 15 geeft de samenstelling en het doel van het managementteam.
Artikel 16: Overleg managementteam en college
Dit artikel geeft de kaders voor een regelmatig overleg tussen college en managementteam.
Dit artikel regelt dat het college bevoegdheden kan mandateren.
In artikel 18 wordt op hoofdlijnen aangegeven op welke wijze advisering aan gemeentebestuur en management plaatsvindt.