Organisatie | Lansingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit 2011 gemeente Langsingerland |
Citeertitel | Mandaatbesluit 2011 gemeente Langsingerland |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-02-2011 | 01-01-2013 | Onbekend | 11-01-2011 Internet / Heraut 2-2-2011 | BW1000332 / T10.10168 |
Hoofdstuk 1. Algemene mandaten
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en de adjunct-directeuren, het afdelingshoofd beheer en onderhoud en de teamleiders accommodaties, beheer, projecten en buitendienst van de afdeling beheer en onderhoud:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en de adjunct-directeuren en de afdelingshoofden bestuurszaken, financiën, EMO, Pz, I&F, RO, B&O, V&H
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren, het afdelingshoofd projecten en de senior projectmanagers en teamleiders civiele techniek:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren en het afdelingshoofd projecten:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren en alle afdelingshoofden:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren, alle afdelingshoofden en alle medewerkers:
Correspondentie voeren over gemeentelijke aangelegenheden, zoals ontvangstbevestigingen, behandelings- en tussenberichten; uitnodigingen voor bijeenkomsten en hoorzittingen, besluiten van bestuursorganen mededelen, opdrachten verstrekken tot uitvoering van een besluit van een bestuursorgaan, behandelen verzoeken om informatie, deelneming aan enquêtes, dit alles voor zover de brief geen beschikking is.
Verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren, alle afdelingshoofden en alle medewerkers:
Verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren en alle afdelingshoofden:
Een verzoek indienen bij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening op te heffen of te wijzigen, als bedoeld in artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht en een verzoek indienen bij de rechtbank om een onherroepelijk geworden uitspraak te herzien, als bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht.
Verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren, alle afdelingshoofden en alle medewerkers:
Verleend aan de algemeen directeur, de adjunct-directeuren en alle afdelingshoofden:
Het vaststellen van de verschuldigdheid en de hoogte van een te betalen dwangsom in het kader van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen zoals omschreven in artikel 4:18 van de Awb, alsmede het terugvorderen van onverschuldigd betaalde dwangsommen zoals omschreven in artikel 4:20 van de Awb.
Hoofdstuk 2. Mandaten met betrekking tot personeel en organisatie
Bij besluiten tot vaststelling en wijziging van de bepalingen van de CAR/UWO geldt dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn. De mandaten op grond van de CAR/UWO zijn talrijk; het zou niet inzichtelijk zijn al deze mandaten te vermelden. Er is daarom gekozen om in onderstaand overzicht alleen de uitzonderingen op te nemen, zijnde de bevoegdheden die het college aan zichzelf heeft gelaten, waarvan de algemeen directeur bij enkele bevoegdheden het voornemen uit mag spreken. Vervolgens worden nog drie bevoegdheden genoemd, die zijn gemandateerd aan externe organen ABP en Loyalis. De overige bevoegdheden op basis van de CAR/UWO zijn gemandateerd aan de algemeen directeur.
Bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders:
Bevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de algemeen directeur de bevoegdheid heeft om het voornemen uit te spreken:
ontslag verlenen als bedoeld in artikel 8:3 (ontslag wegens reorganisatie), artikel 8:4 (ontslag wegens volledige arbeidsongeschiktheid), artikel 8.5 (ontslag wegens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid), artikel 8:6 (ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), de artikelen 8:7, 8:8 en 8:9 (overige ontslaggronden, tenzij dit ontslag voortvloeit uit een overeenkomst strekkende tot het beëindigen van de aanstelling) alsmede artikel 8:13 (disciplinaire straf).
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur VERVALLEN:
Bevoegdheden verleend aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds / Loyalis Maatwerkadministratie:
Bevoegdheid verleend aan Loyalis maatwerk-administraties:
Hoofdstuk 3. Mandaten met betrekking tot strategische ontwikkeling
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd ruimtelijke ontwikkeling:
overeenkomsten met betrekking tot onroerende zaken ondertekenen en uitvoeren, waaronder begrepen (ver)koop, al dan niet tijdelijke (ver)huur, ingebruikgeving, ingebruikneming, bruikleen, ruiling, pacht, inclusief de opzegging of verlenging van dergelijke overeenkomsten, dit alles uitsluitend ter uitvoering van een collegebesluit (ondertekeningsmandaat).
Hoofdstuk 4. Bestuurlijke mandaten
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd bestuurszaken en de secretarissen van de bezwaarcommissie:
Bevoegdheid verleend aan het afdelingshoofd bestuurszaken:
Deze mandatering is niet van toepassing indien het afdelingshoofd bestuurszaken zelf het primaire besluit heeft genomen.
Bevoegdheid verleend aan de algemeen directeur:
Het nemen van een beslissing op bezwaar of het niet-ontvankelijk verklaren van een bezwaar in het geval dat deze bevoegdheid ex artikelen IV:3 of IV:3a van deze mandaatregeling is gemandateerd aan het afdelingshoofd Bestuurszaken, en het afdelingshoofd Bestuurszaken het primaire besluit zelf heeft genomen.
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd bestuurszaken:
derden aansprakelijk stellen, besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratiefrechtelijke procedures namens de gemeente of het gemeentebestuur, als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder f van de Gemeentewet en bevoegdheden uitoefenen ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g van de Gemeentewet waaronder begrepen opdracht geven tot procureurstelling en opdracht geven tot juridische bijstand, met inachtneming van de budgethoudersregeling en de interne richtlijnen over externe juridische adviezen.
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd bestuurszaken en de medewerker belast met verzekeringen:
taken uitvoeren op het gebied van verzekeringen, zoals schadegevallen aanmelden en afwikkelen, de verzekeringsportefeuille beheren en daarbij overeenkomsten met verzekeringsmaatschappijen aangaan, wijzigen en opzeggen, op voorwaarde dat de opdracht past binnen het beschikbare krediet en met inachtneming van het gemeentelijke aanbestedingsbeleid en de budgethoudersregeling.
Hoofdstuk 5. Mandaten met betrekking tot van vergunningverlening en handhaving
Mandaten ten aanzien van de Algemene Plaatselijke verordening
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving, en aan adviseurs B en C, belast met bouwen, handhaving en APV-zaken:
Vergunningen of ontheffingen weigeren, intrekken of wijzigen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening. Ten aanzien van de bevoegdheid tot intrekking of wijziging kan uitsluitend ondermandaat worden verleend voor gevallen waarin sprake is van onjuiste dan wel onvolledige gegevens of in het geval dat de houder, of zijn rechtsverkrijgende, om intrekking dan wel wijziging verzoekt.
Beslissen over ontheffingen, als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening, van het verbod voor de houder van een horecabedrijf om dat bedrijf voor bezoekers geopend te hebben en aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven op de in de Algemene Plaatselijke Verordening aangegeven uren, indien bijzondere gebeurtenissen van incidentele aard hiertoe aanleiding geven.
Mandaten ten aanzien van bijzondere wetten:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving, en aan adviseurs B en C, belast met bouwen, handhaving en APV-zaken:
Mandaten ten aanzien van de markt:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving, en aan adviseurs B en C, belast met bouwen, handhaving en APV-zaken:
Bevoegdheden opgedragen aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving:
Mandaten ten aanzien van bouwen en ruimtelijke ordening(zie voor aanvragen die ná 1 oktober 2010 zijn ontvangen ook de Wettelijke bepaling omgevingsvergunning in deze regeling).
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving, de teamleiders en adviseur C senior.
Beslissen over aanvragen om bouwvergunningen, met toepassing van de Woningwet en hierop berustende nadere wet- en regelgeving, het Bouwbesluit en de Bouwverordening, waaronder ook begrepen het beslissen op aanvragen betreffende het gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk waarvoor reeds vergunning is verleend.
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving:
Mandaten ten aanzien van handhaving:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving, adviseurs C (bouwvergunningen) en adviseurs B en C (bouwen, handhaving, APV).
Mandaten ten aanzien van de wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo), voor aanvragen die zijn ingediend vanaf 1 oktober 2010:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd vergunningverlening, de teamleiders, adviseurs C en de senior coördinator.
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving:
Op grond van artikel 5.1 juncto 5.7 van de Wabo een besluit nemen tot oplegging van een last onder bestuursdwang (aanzegging bouwstop), eventueel in combinatie met een last onder dwangsom, gericht op naleving van het bepaalde in artikel 5.1, voor zover het college van B&W op grond van de wet als bevoegd gezag is aangemerkt. Dit houdt in dat het bouwen, gebruiken of slopen van een bouwwerk wordt gestaakt of dat voorzieningen worden getroffen die zijn gericht op het tegengaan of beëindigen van gevaar voor de gezondheid of veiligheid, met inbegrip van het slopen van een bouwwerk. Deze bevoegdheid kan niet worden ondergemandateerd.
Mandaten ten aanzien van de Wet milieubeheer:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd vergunningverlening en handhaving:
Hoofdstuk 6. Mandaten met betrekking tot financiën:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelinghoofd financiën:
Derden aansprakelijk stellen, besluiten tot het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratiefrechtelijke procedures namens de gemeente of het gemeentebestuur, als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder f van de Gemeentewet en bevoegdheden uitoefenen ten aanzien van de voorbereiding van de civiele verdediging als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g van de Gemeentewet waaronder begrepen opdracht geven tot procureurstelling en opdracht geven tot juridische bijstand met inachtneming van de budgethoudersregeling en de interne richtlijnen over externe juridische adviezen.
Beslissen over financiële handelingen, waaronder wordt verstaan: daggeld en kasgeld aangaan of uitzetten, statistische uitgaven afhandelen, staat F (liquiditeitspositie), vorderingen afschrijven, uitstel van betaling verlenen, een betalingsregeling treffen, aanmaning en incasso doen van openstaande vorderingen, b.t.w.-aangiften doen, waarborgsommen bouwplaatsverordening invorderen, grondverkoopopbrengsten et cetera invorderen, betalingsopdrachten en facturen tekenen, declaraties indienen bij het Rijk, een provincie of andere overheidsorganen, voorschotbetalingen doen, kleine en routinematige investeringen doen en de jaarrekening ondertekenen.
Vorderingen afschrijven, Europese subsidies aanvragen, gelden verrekenen met derde instanties, informatie inwinnen, jaaropgaven aanleveren, saldobevestiging en rentenota doen, betalingsregelingen treffen en schulden buiten vordering stellen krachtens de Wet Werk en Bijstand, voor zover deze taken betrekking hebben op het taakveld van de afdeling Publiekszaken.
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelinghoofd financiën en alle medewerkers van de afdeling financiën:
Hoofdstuk 7. Mandaten met betrekking tot beheer en onderhoud
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd beheer en onderhoud en de teamleider beheer:
Verkeersbesluiten nemen over verkeerstekens en onderborden, de inrichting van de weg, voorzieningen ter regeling van het verkeer en ontheffing verlenen, als bedoeld in de artikelen 15, 16 en 18, 148, eerste lid, aanhef en sub b, en artikel 149, eerste lid, aanhef en sub d, van de Wegenverkeerswet 1994.
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd beheer en onderhoud en de teamleider accomodaties:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd beheer en onderhoud en de teamleiders accommodaties, beheer, projecten en buitendienst:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd beheer en onderhoud:
Hoofdstuk 8. Mandaten met betrekking tot publiekszaken:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd publiekszaken en alle medewerkers werkzaam bij publiekszaken:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd publiekszaken:
Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de artikelen D 1, D 4, D 6, Y 32, Y 33 en Y 33a (registratie kiesgerechtigdheid), E 2 (stemdistricten), E 4 en J 4 (stembureaus), J 7 en J 8 (oproepingskaart), K 3 en K 4 (kiezerspas) en Y 14 (verklaring Europese verkiezingen) van de Kieswet.
Beslissen op verzoeken tot aanwijzing van een trouwlocatie en locaties eenmalig aanwijzen als ‘Huis der gemeente’, een en ander met inachtneming van de door burgemeester en wethouders vastgestelde uitgangspunten, een en ander met inachtneming van de door burgemeester en wethouders vastgestelde uitgangspunten.
Bevoegdheden verleend aan het afdelingshoofd publiekszaken:
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd publiekszaken en de senior medewerker belast met sociale zaken:
Beslissingen nemen en handelingen verrichten op grond van de Wet inburgering nieuwkomers of de Wet inburgering en hierop berustende nadere regelgeving en beslissen over inburgerings-contracten, met dien verstande dat ten aanzien van de bevoegdheid tot het opleggen van een boete, als bedoeld in de Wet inburgering nieuwkomers of de Wet inburgering, geen ondermandaat kan worden verleend.
Bevoegdheden verleend aan de algemeen directeur, het afdelingshoofd publiekszaken en medewerkers en case managers belast met sociale zaken:
Toestemming verlenen aan cliënten voor het nemen van vakantie, als bedoeld in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaz) en hierop berustende nadere regelgeving.
Hoofdstuk 9. Mandaten met betrekking tot economische zaken en welzijn:
Bevoegdheden die zijn verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd economische zaken en welzijn:
Beslissen over voorschotten aan subsidieontvangers, als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht, voorschotten opschorten, en zonodig verzoeken om af te wijken van de gebruikelijke wijze van voorschotverlening afwijzen, met dien verstande dat ten aanzien van deze bevoegdheid slechts gebruik kan worden gemaakt met inachtneming van de desbetreffende budgetvoorwaarden en dat er geen ondermandaat kan worden verleend.
Hoofdstuk 10. Mandaten met betrekking tot projecten:
Bevoegdheden die zijn verleend aan de algemeen directeur en het afdelingshoofd projecten:
Voorbereiden en uitvoeren van uitgifte en verwerving van onroerende zaken, waaronder begrepen onderhandelen over prijzen en voorwaarden, binnen de kaders van het beleid op het gebied van uitgifte en verwerving en, indien van toepassing, de betreffende grondexploitatie.
Hoofdstuk 12.Mandaten met betrekking tot de basisadministratie gebouwen (BAG), verleend aan de afdeling informatievoorziening en faciliteiten:
Bevoegdheden die zijn verleend aan de beheerder van de basisregistraties adressen en gebouwen: (Geschillen omtrent de toepassing van dit mandaat worden voorgelegd aan het college).
Het ontvangen, doorgeleiden en afhandelen van meldingen zoals bedoeld in artikel 37 en verzoeken zoals bedoeld in artikel 38 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, inclusief de verwerking daarvan zoals bedoeld in de artikelen 31, 39, 40 en 41 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.
Het op verzoek aan eenieder verlenen van inzage in het adressenregister, het gebouwenregister, de adressenregistratie en de gebouwenregistratie, alsmede het aan eenieder verstrekken van de in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwen-registratie opgenomen gegevens zoals bedoeld in artikel 32, eerste lid onder a van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen.
Het bevorderen van de nakoming van de gemeentelijke verplichtingen in het kader van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, met inbegrip van de inrichting van de processen, de conformiteit van het gebruikte informatiesysteem en de beveiligings-maatregelen alsmede het rapporteren over die nakoming daarvan aan burgemeester en wethouders.
Als ambtenaren aangewezen voor de vaststelling van de definitieve geometrie van panden en verblijfsobjecten, zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen: Medewerker informatievoorziening C, meer specifiek: ‘Beheerder basisregistraties’ en Medewerker informatievoorziening B, meer specifiek: ‘Medewerker GEO informatie/Vastgoed’.
Als ambtenaren bevoegd tot het opmaken van processen-verbaal van constatering, zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, zijn aangewezen: Medewerker informatievoorziening C, meer specifiek: ‘Beheerder basisregistraties’ en Medewerker informatievoorziening B, meer specifiek: ‘Medewerker GEO informatie/Vastgoed’.
Hoofdstuk 13. Mandaten met betrekking tot de basisadministratie gebouwen (BAG), verleend aan de afdeling vergunningverlening en handhaving:
Als ambtenaren bevoegd tot het opmaken van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen aangewezen brondocument, zijn aangewezen: Medewerker handhaving (A, B, C, D en E), en Medewerker(s) Publieksdiensten, meer specifiek de taxateur(s) van WOZ objecten.
Geschillen omtrent de toepassing van dit mandaat worden voorgelegd aan het college.
Machtiging verleend aan de teamleiders door de afdelingshoofden Strategische ontwikkeling, Bestuurszaken, Vergunningverlening en Handhaving, Economische Zaken en Welzijn, Beheer en Onderhoud, Informatievoorziening en Faciliteiten, en Publiekszaken, voor het indienen van declaraties voor reis- en verblijfskosten, bij de afdeling Personeelszaken
Machtiging verleend aan de teamleider belasting/WOZ van de afdeling financiën door het afdelingshoofd financiën, voor de vertegenwoordiging in rechte.
Toelichting op de Mandaatregeling Lansingerland 2011
Er worden dagelijks in naam van de gemeente veel besluiten genomen, opdrachten verstrekt en overeenkomsten afgesloten. Het is voor een ieder van belang om te weten wie bevoegd is om zulke (rechts)handelingen te verrichten. De verdeling van deze bevoegdheden wordt geregeld in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Lansingerland (hierna: Mandaatregeling Lansingerland). Door het verlenen van mandaat worden het college en de burgemeester ontzorgd van besluitvormingstaken, zodat zij zich meer kunnen richten op de bepaling van de hoofdlijnen en het stellen van doelen voor de (middel-)lange termijn. Verder kan het verlenen van een bevoegdheid in mandaat ervoor zorgen, dat de administratieve procedures sneller doorlopen kunnen worden. Dit heeft tot gevolg dat de dienstverlening richting de burger kan verbeteren en de organisatie klantvriendelijker wordt, wat goed past in de doelstellingen van de gemeente Lansingerland, om de dienstverlening te verbeteren en de regeldruk te verminderen.
De mandaatregeling heeft verschillende gebruikersgroepen. Ten eerste zijn er externe gebruikers, die willen weten of iemand al dan niet bevoegd is. Daarnaast zijn er interne gebruikers, die bij het voorbereiden van een beslissing naar de juiste bevoegde functionaris zoeken. Tot slot is natuurlijk voor functionarissen zelf van belang te weten, waarvoor zij gemandateerd zijn c.q. welke bevoegdheden zij gemandateerd hebben.
Onderscheid mandaat, volmacht en machtiging
In de toelichting wordt het begrip mandaat gebruikt voor de verdeling van de bevoegdheden. Formeel worden de bevoegdheden van het college en de burgemeester onderverdeeld in het verlenen van mandaat voor het nemen van publiekrechtelijke besluiten (bijv. vergunningverlening), het verlenen van volmacht voor privaatrechtelijke rechtshandelingen (bijv. opdrachtverstrekkingen) en het verlenen van machtiging voor andere handelingen (bijv. de voorbereiding van besluiten, zitting nemen in overlegverbanden, het houden van een toespraak, het voeren van onderhandelingen).
Het college respectievelijk de burgemeester blijft altijd verantwoordelijk voor een in mandaat genomen besluit. Van een functionaris wordt dan ook verwacht dat er voldoende politieke sensitiviteit aanwezig is om te kunnen beoordelen of een besluit wel in mandaat genomen mag worden. Daarnaast dient een functionaris bij de uitoefening van in mandaat gekregen bevoegdheden de wet- en regelgeving in acht te nemen. Tenslotte dient een functionaris te handelen in overeenstemming met gemeentelijk beleid, zoals bijvoorbeeld het inkoop- en aanbestedingsbeleid.
Uitgangspunten van het mandaatbesluit
Het mandaatbesluit gaat uit van een systeem waarbij het college en de burgemeester het merendeel van haar bevoegdheden mandateert aan de algemeen directeur, (de 1ste functionaris). De gemeentesecretaris kan vervolgens ondermandaat verlenen voor bepaalde bevoegdheden aan de in het mandaatregister genoemde 2de functionarissen. Dit zijn over het algemeen afdelingshoofden.
In de meeste gevallen kan de 2de functionaris opnieuw ondermandaat verlenen aan de in het mandaatregister genoemde 3de functionarissen. Dit zijn over het algemeen teamleiders of medewerkers.
De burgemeester en het college mandateren die bevoegdheden onder aan de algemeen directeur, behalve diegene die zij wensen te houden. |
De algemeen directeur mandateert die bevoegdheden onder aan de afdelingshoofden, behalve diegene die hij wenst te houden. |
De afdelingshoofden kunnen indien zij dat nodig achten voor een goede uitvoering van de taken bevoegdheden ondermandateren aan teamleiders en/of andere medewerkers. |
De burgemeester en het college mandateren die bevoegdheden onder aan de algemeen directeur, behalve diegene die zij wensen te houden. |
De algemeen directeur mandateert die bevoegdheden onder aan de afdelingshoofden, behalve diegene die hij wenst te houden. |
De afdelingshoofden kunnen indien zij dat nodig achten voor een goede uitvoering van de taken bevoegdheden ondermandateren aan teamleiders en/of andere medewerkers. |
Daarnaast is er nog een aantal bevoegdheden die gemandateerd zijn aan externe partijen.
Verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie
Uitgangspunt is dat de bevoegdheden uiteindelijk zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd. Om integraal management serieus vorm te geven en toch de verantwoordelijkheid zo laag mogelijk in de organisatie te leggen, worden de mandaten in principe verleend aan het afdelingshoofd (via de algemeen directeur), met de aantekening dat ondermandatering door het afdelingshoofd voor het dagelijkse werk wenselijk is. Dit brengt met zich mee dat een goede verantwoording van in mandaat genomen besluiten noodzakelijk is.
Een mandaatregeling is alleen zinvol als de daarin opgenomen informatie actueel is. De afdeling Bestuurszaken/juridische zaken houdt de verleende en ingetrokken ondermandaten bij in het register en publiceert deze. In de praktijk verstrekken de afdelingshoofden de besluiten tot het verlenen of intrekken van ondermandaten aan Bestuurzaken/juridische zaken. Ook ondermandaten zijn pas van kracht nadat deze bekendgemaakt zijn.
Degenen die bevoegd zijn opdrachten te verstrekken via het mandaatregister, mogen de gemandateerde begrotingsposten niet overschrijden. Onder het verlenen van een opdracht wordt verstaan het aangaan van een verplichting met financiële consequenties. De grensbedragen zijn genoemd in het register onder algemene mandaten.