Organisatie | Eemnes |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de Rekenkamercommissie gemeente Eemnes 2011 |
Citeertitel | Verordening Rekenkamercommissie gemeente Eemnes 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Bestuur en recht |
Deze verordening vervangt de Verordening Rekenkamercommissie gemeente Eemnes 2005, vastgesteld d.d. 27 juni 2005, inclusief de wijziging, vastgesteld d.d. 19 december 2005
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2011 | 01-05-2011 | nieuwe regeling | 26-09-2011 De Rotonde 07-10-2011 | Raadsbesluit 2011/51 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Rekenkamercommissie: de commissie die is ingesteld bij besluit van de gemeenteraad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige voorbereiding en uitvoering daarvan;
b. Stichting: de stichting die door de raden van Blaricum, Eemnes en Laren is opgericht om gezamenlijk praktische uitvoering te geven aan de taken van de drie rekenkamercommissies van de voornoemde gemeenten, genaamd Stichting Rekenkamercommissie BEL;
c. doelmatigheid of efficiëntie: het streven om met een zo beperkt mogelijk inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;
d. doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;
e. lid: een lid van de Rekenkamercommissie dat op basis van artikel 3, eerste lid door de raad van buiten de kring van zijn leden is aangewezen.
Paragraaf 2 De taak, samenstelling en lidmaatschap van de Rekenkamercommissie
Artikel 2 Taak van de commissie
De Rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.
Artikel 3 Samenstelling Rekenkamercommissie
De leden leggen, voordat zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de raad in de handen van de voorzitter van de raad de eed (verklaring en belofte) af:
“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de Rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de Rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”
De Rekenkamercommissie wijst uit de leden genoemd in lid 1 een voorzitter aan. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de Rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.
Artikel 5 Einde van het lidmaatschap
Het lidmaatschap van een lid eindigt:
b. bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Rekenkamercommissie;
c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.
Paragraaf 3 De werkwijze van de Rekenkamercommissie
Artikel 9 Uitvoering van het onderzoek en rapportage
De Rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De Rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan de medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de Rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.
De Rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de Rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de Rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de Rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid als lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.
De Rekenkamercommissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten hoogste drie weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de Rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
Indien het een korte toets betreft dan wordt het onderzoeksrapport met daarin de conclusies en aanbevelingen, na vaststelling door de Rekenkamercommissie, zo spoedig mogelijk gelijktijdig aan het college van B&W en de raad aangeboden. Hierbij wordt de ambtelijke reactie gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het onderzoeksrapport.
Indien het een onderzoek betreft dan wordt na vaststelling door de Rekenkamercommissie het onderzoeksrapport met daarin de conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het onderzoeksrapport.