Organisatie | Leudal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reclamebeleid gemeente Leudal |
Citeertitel | Reclamebeleid gemeente Leudal |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2009 | 02-05-2011 | Herplaatsing | 15-12-2009 Streekbode 30 december 2009 | Onbekend | |
31-12-2009 | 31-12-2009 | Wijziging sandwich-/driehoeksborden | 15-12-2009 Streekbode 30 december 2009 | Onbekend | |
20-08-2009 | 31-12-2009 | Nieuwe regeling | 04-08-2009 Streekbode 19 augustus 2009 | Onbekend |
Sinds jaar en dag wordt er reclame gemaakt, met als doel om bekendheid te geven aan economische activiteiten. In deze beleidsnota wordt aangegeven wanneer in principe meegewerkt wordt aan het plaatsen / aanbrengen van reclame, zowel voor de bebouwde kom, het buitengebied, sportterreinen als de industrieterreinen. Deze beleidsnota zal onderdeel uitmaken van de welstandsnota ‘Leudal’ en zal als toetsingskader fungeren voor het college van B en W, de ambtelijke organisatie en de welstandscommissie.
In deze nota wordt eerst in hoofdstuk 1 de wettelijke kaders toegelicht. In hoofdstuk 2 worden daarna de beleidskaders t.b.v. permanente reclames beschreven. In hoofdstuk 3 worden de voorschriften t.b.v. de tijdelijk reclames beschreven. Als laatste wordt in bijlage 1 de concrete voorschriften m.b.t. de permanente reclame beschreven.
Tegenwoordig is (buiten)reclame een onverbrekelijk onderdeel van het economisch systeem waaraan grote bedragen worden besteed. Reclame maken betekent opvallen. Er is bijna geen vorm van bedrijvigheid denkbaar zonder reclame. Goede reclame, welke goed is geïntegreerd in het ontwerp van een gebouw, wordt ervaren als een positieve bijdrage aan de samenleving, vooral in de centrumgebieden en industrieterreinen.
Het komt echter al te vaak voor dat door te grote, te veel, te lelijke en op verkeerde plaatsen aangebrachte reclame het ruimtelijke beeld evenals de positieve belevingswaarde van de omgeving er aanzienlijk op achteruit gaat. Om vooraf duidelijke kaders te scheppen is deze beleidsnota opgesteld, enerzijds om de juridische kaders duidelijk weer te geven en anderzijds om concreet aan te geven in welke mate, vormgeving en locatie reclame geplaatst mag worden. Hierdoor wordt wildgroei en overlast van reclames voorkomen. Deze kaders zullen niet uitputtend zijn. Er kan incidenteel, in overleg met de welstandscommissie, gemotiveerd afgeweken worden van dit beleid, echter de in deze nota gestelde kaders zijn in eerste instantie maatgevend.
Het doel van deze nota is om burgers c.q. ondernemers binnen redelijke grenzen een zekere mate van vrijheid te geven om reclame te voeren bij hun pand, zonder dat er onevenredige overlast ontstaat voor ruimtelijke en esthetische omgevingsbeeld. Door de reclamevoering mag de ruimtelijke en stedenbouwkundige karakteristiek van de directe omgeving niet worden aangetast. Tevens mogen reclame uitingen géén gevaar voor de verkeersveiligheid opleveren. Omdat reclame voeren in het ene gebied gevoeliger kan zijn dan in een ander gebied, zijn voor Leudal per gebied de kaders aangegeven voor het voeren van reclame. Voor de volgende gebieden zijn reclame criteria beschreven.
Zoals bovenstaand is aangegeven, wordt in hoofdstuk 1 eerst het wettelijke kader besproken. In hoofdstuk 2 en 3 worden de beleidskaders toegelicht, waarbij als eerste de permanente reclames worden besproken. Voor de permanente reclame wordt per deelgebied aangegeven waar, in welke hoeveelheid en in welke mate reclame gevoerd mag worden. Dit is tevens gebaseerd op de voorschriften van de welstandsnota ‘Leudal’. De te voeren reclame is afgestemd op de kwaliteit die in deze welstandsnota is aangegeven. Hierna worden de tijdelijke reclames besproken. De reclamenota is tevens voor advies voorgelegd aan de welstandscommissie zodat een breed gedragen nota is ontstaan.
De reclamenota krijgt door vaststelling door het college van burgemeester & wethouders en bekendmaking de status van "beleidsregel" als bedoeld in artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat de gemeente zich in eventuele latere juridische procedures zal kunnen beroepen op het op deze wijze algemeen bekend gemaakte en toegepaste beleid van het college en dat daarmee strijdige verzoeken kunnen worden afgewezen. Het blijft een beleidsafweging, dus in elk individueel geval is en blijft een belangenafweging noodzakelijk. Ingevolge artikel 4:84 Awb handelt het college in overeenstemming met de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Namens het college van burgemeester en wethouders van Leudal
Hoofdstuk 1: Wettelijks Kaders
Voor het aanbrengen van reclame-uitingen is meestal een vergunning van het college van Burgemeester en wethouders nodig. De vergunningsplicht is geregeld via een drietal wetgevingen, te weten de Woningwet, Monumentenwet en de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV).
Voor het bouwen is conform artikel 40 van de Woningwet een (lichte of reguliere) bouwvergunning vereist. Onder bouwen wordt verstaan het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk. Om deze definitie te verduidelijken is in de bouwverordening de omschrijving van een bouwwerk gegeven:
-elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirecte steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Uit deze definitie blijkt dat er al heel snel sprake is van een bouwwerk en dat het aanbrengen, plaatsen etc. van een reclame bijna altijd onder deze definitie valt waardoor een bouwvergunning is vereist. Dit blijkt ook uit de jurisprudentie (zo is voor het plaatsen van een reclamebord aan een lichtmast een reguliere bouwvergunning vereist).
Niet alle bouwwerken zijn bouwvergunningsplichtig. In artikel 43 van de Woningwet (vergunningvrije bouwwerken) en de amvb ‘bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken’ (blbb) zijn deze vergunningsvrije bouwwerken concreet aangegeven. Conform artikel 3 lid k van het ‘blbb’ is het aanbrengen van een bouwwerk, zover het ‘een verandering van niet ingrijpende aard betreft’, vergunningsvrij. Hoewel dit bij reclames al heel snel het geval is, wordt aangenomen dat als de oppervlakte kleiner is dan 0.5 m², het bouwwerk vergunningsvrij is. Het plaatsen van de reclame wordt dan aangemerkt als een verandering van niet ingrijpende aard. Vorenstaande geldt voor maximaal één reclame per perceel/gebouw. Opgemerkt wordt dat indien het pand waarop de reclame wordt aangebracht een monument betreft, de reclame altijd vergunningsplichtig is.
Indien de reclame op een beschermd rijksmonument wordt aangebracht is op grond van artikel 11 van de Monumentenwet een vergunning benodigd van Burgemeester en wethouders. Indien het een gemeentelijk monument betreft is conform artikel 10 van de monumentenverordening Leudal 2007 een vergunning benodigd van Burgemeester en wethouders. Indien de reclame daarnaast een bouwwerk betreft, is ook een bouwvergunning vereist. In deze beleidsnota zijn géén specifieke beleidskaders aangegeven voor het plaatsen c.q. aanbrengen van reclame bij Rijks –of gemeentelijke monumenten. Dit betreffen zo’n specifieke aanvragen dat deze op maat getoetst moeten worden door de monumentencommissie en de welstandscommissie.
Algemeen Plaatselijke Verordening
Indien de aan te brengen reclame niet bouwvergunningsplichtig is en ook niet wordt aangebracht bij een monument, moet de aanvraag worden getoetst aan de voorschriften van Algemeen Plaatselijke Verordening. De APV geldt dan ook pas als hogere regelingen (zoals de Woningwet en Monumentenwet) niet van toepassing zijn. In de APV worden enkel met betrekking tot het plaatsen van sandwich –en driehoeksborden voorschriften gesteld. Omdat artikel 4.15a is vervallen geldt er geen vergunningsplicht meer voor handelsreclame welke niet bouwvergunningsplichtig is of bij een monument wordt geplaatst. Enkel de eis dat door handelsreclame géén overlast voor het verkeer of ernstige overlast voor de omgeving mag ontstaan is van toepassing.
Wat niet valt onder deze reclamenota
De vrijheid voor het openbaren van gedachten en gevoelens door middel van de drukpers is verankerd in artikel 7 van de Grondwet (vrijheid van meningsuiting). Hierbij gaat het om reclame-uitingen met een ideëel karakter. Deze zijn niet gebonden aan voorafgaande toestemming van de overheid. De reclamenota beperkt zich tot verwijsreclame voor commerciële doeleinden (handelsreclame) en niet commerciële doeleinden zoals naamsaanduidingen, aankondigingen voor evenementen en festiviteiten etc.
Daarnaast zijn de bepalingen in deze nota niet van toepassing indien:
Zoals bovenstaand aangegeven dient eerst te worden bezien of voor het plaatsen c.q. aanbrengen van een reclame een bouwvergunning benodigd is. Indien dit het geval is zal in eerste instantie bekeken worden of het plaatsen van de reclame past binnen de voorschriften van het bestemmingsplan. Indien het plaatsen van reclame niet past binnen de voorschriften, kunnen de beleidskaders van deze nota gebruikt worden om te bezien of wel of niet aan een verzoek medewerking verleend kan worden.
Indien een reclameaanvraag wel past binnen het bestemmingsplan of het college van B en W besluit middels een ontheffing aan een verzoek mee te werken, wordt de aanvraag, indien dit concreet in deze nota is aangegeven, voor advies voorgelegd aan de welstandscommissie. Deze commissie adviseert het college van B en W of de aanvraag zowel voldoet aan de bepalingen van deze reclame nota evenals aan de bepalingen van de welstandsnota ‘Leudal’.
Indien de reclame aan een monument geplaatst wordt, dient de aanvraag tevens voor advies aan de monumentencommissie en de Rijksdienst van de Monumentenzorg te worden voorgelegd. Na goedkeuring van deze instanties kan de bouwaanvraag procedureel verder worden afgehandeld.
Als de aan te brengen reclame niet bouwvergunningsplichtig is moet, indien van toepassing, een vergunning of melding op basis van de APV worden aangevraagd.
In het kader van deregulering is bij sommige reclamanes aangegeven dat ze of welstandsvrij zijn en/of bouwvergunningvrij zijn. Bovenstaande wettelijke kaders zijn dan niet van toepassing.
In beginsel is tijdelijke reclame enkel toegestaan indien wordt voldaan aan de voorschriften zoals in hoofdstuk twee is aangegeven. Indien de reclame aanvraag een bouwwerk betreft waarvoor een tijdelijke bouwvergunning vereist is, is de welstandstoets conform artikel 12 lid 2d van de Woningwet niet van toepassing.
Bestaande reclame-uitingen die geplaatst zijn met de benodigde vergunningen en of melding en die afwijken van het nieuwe beleid, worden gerespecteerd. Bij reclame-uitingen die zonder toestemming zijn geplaatst en die niet in overeenstemming zijn met het reclamebeleid, zal handhavend opgetreden kunnen worden. Bij nieuwe aanvragen, ook op dezelfde locatie, is het nieuwe reclamebeleid van toepassing.
Voor een adequate bescherming van het landschap is het noodzakelijk dat aandacht wordt besteed aan de handhaving van deze reclamenota. De toezichthoudende taak wordt uitgevoerd door de gemeentelijke toezichthouders. Indien overgegaan wordt tot bestuursrechtelijke handhaving, is het gemeentelijk handhavingsbeleid en de uitvoering daarvan onverkort van toepassing.
Hoofdstuk 2: Permanente Reclame
Bij het aanbrengen van permanente reclame kan grote invloed hebben op de uitstraling van de bebouwde en onbebouwde omgeving, Om ongewenste permanente reclame uitingen te voorkomen is dit reclame beleid vastgesteld. Als eerste zullen de algemene criteria worden aangegeven. Daarna zullen, omdat niet alle gebieden in de gemeente Leudal hetzelfde zijn, de reclamecriteria per onderstaand gebieden worden beschreven.
Voor alle gebieden gelden in ieder geval onderstaande algemene criteria.
Reclames dienen functiegebonden te zijn. Verwijsreclames (bv. aan lantaarnpalen e.d.) zijn niet toegestaan. Deze reclames hebben géén directe binding met het bedrijf waarvoor de reclame wordt gemaakt. Door het toestaan van dergelijke verwijsreclames ontstaat een verstoring van het ruimtelijke en esthetische beeld. Enkel verwijzingen die voldoen aan het handboek bewegwijzering Limburg etc. worden toegestaan (de bruine toeristische borden ten behoeve van recreatieve doeleinden etc.).
Aan gebieden buiten de bebouwde kom is in de welstandsnota ‘Leudal’ het welstandsniveau 2 toegekend. De begrenzing van het buitengebied is aangegeven op de kaarten van de welstandsnota ‘Leudal’. In het buitengebied geldt een verzwaard welstandstoezicht. De reclamecriteria zijn hierop geënt. Onderstaand is per deelgebied aangegeven waar reclame wel of niet is toegestaan buiten de bebouwde kom.
2.2.1 Natuur en bosbestemmingen, agrarische bestemmingen ongebouwd, woonbestemming zonder bedrijf (particulier), langs wegen en andere bestemmingen niet zijnde onderstaande bestemmingen.
Geen enkele vorm van reclame wordt op deze bestemming toegestaan. Reclame tast de openheid van het onderhavige gebied en het agrarische c.q. natuurlijke karakter ernstig aan. Een uitzondering hierop vormt reclame aan abri’s en plattegronden van de gemeente. Deze mogen worden geplaatst op de geëigende plekken.
2.2.2.Agrarische of bedrijfsbestemmingen met bebouwingsmogelijkheid,
Reclame kan worden toegestaan, voor zover deze naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders een directe relatie heeft met het object en de bestemming. De reclame moet voldoen aan onderstaande criteria.
2.2.3. Woonbestemmingen met kleinschalig beroep aan huis
Kleinschalige reclame kan worden toegestaan. Voorkomen moet worden dat het agrarische en natuurlijke karakter van het gebied buiten de bebouwde kom wordt aangetast door te veel aan reclame. De reclame moet voldoen aan onderstaande criteria. De concrete voorschriften waaraan de reclame dient te voldoen is aangegeven in bijlage 1. Indien de reclame aan onderstaande criteria voldoet, wordt de reclame geacht vergunningsvrij te zijn.
Aan industrieterreinen is in de welstandsnota ‘Leudal’ het welstandsniveau 3 toegekend. Dit betekent dat een normaal welstandstoezicht van toepassing is. Op bedrijventerreinen is reclame minder storend. Handelsreclame en of naamsaanduiding is slechts mogelijk op het terrein van de onderneming zelf. Verwijsreclame is uitsluitend middels een bepaalde standaardvoorziening aan de ingang van het bedrijventerrein toegestaan. Het aan of op een bedrijfsgebouw maken van reclame, gericht naar een openbare weg die buiten het industrieterrein is gelegen, is (onder voorwaarden), toegestaan.
De reclamecriteria zijn hierop geënt. De reclame moet voldoen aan onderstaande criteria.
geen verwijsreclame. Op industrieterreinen wordt de mogelijkheid geboden om een uniforme verwijsreclame te realiseren (bewegwijzeringborden). Deze borden worden aan de toegang van een industrieterrein geplaatst en/of bij een kruising van wegen op het industrieterrein waar de situatie dit nodig acht. Hierdoor wordt verrommeling van het openbare gebied voorkomen door verschillende vormen van verwijsreclame;
Aan sportterreinen is in de welstandsnota ‘Leudal’ het welstandsniveau 3 toegekend. Dit betekent dat een normaal welstandstoezicht van toepassing is. Het realiseren van reclame zal hier minder storend zijn dan in gebieden buiten de bebouwde kom of binnen de bebouwde kom. Het voeren van naar binnen toe gerichte reclame is (onder voorwaarden) toegestaan. Het gaat hierbij vooral om borden rondom de sportvelden, op tribunes en reclame-uitingen aan het clubgebouw. De reclamecriteria zijn hierop geënt. De reclame moet voldoen aan onderstaande criteria.
Aan het centrum en woongebieden zijn in de welstandsnota de volgende welstandsniveaus toegekend. Voor de historische kernen van Grathem en Neeritter is een zwaar welstandtoezicht van toepassing (niveau 1). Hier dient grote aandacht te zijn voor het plaatsen van reclame, zodat het historische karakter niet wordt aangetast. Voor de kernen van Neer en Buggenum is een bijzonder welstandtoezicht van toepassing (niveau 2). Dit geldt tevens voor het centrum van Heythuysen, welke een centrumfunctie heeft in Leudal. Ook in deze gebieden moet reclame op een goede en zorgvuldige manier worden ingepast. Aan de rest van de centrum -en woongebieden is het reguliere welstandtoezicht van toepassing. Dit betekent dat een normaal welstandstoezicht van toepassing is. Het realiseren van reclame zal hier minder storend zijn dan in gebieden met een niveau 1 en 2.
Onderstaand is per deelgebied aangegeven waar reclame wel of niet is toegestaan in de centrum -en woongebieden.
2.5.1 Woonbestemming zonder bedrijf aan huis en langs wegen
Geen enkele vorm van reclame wordt op deze bestemming toegestaan. Reclame tast de ruimtelijke uitstraling van de woongebieden aan. Een uitzondering hierop vormt reclame aan abri’s en plattegronden bij de ingangen van de gemeente. Deze mogen worden geplaatst op de geëigende plekken.
2.5.2.Woonbestemming met kleinschalig bedrijf aan huis
Kleinschalige reclame kan worden toegestaan. Voorkomen moet worden dat het woonkarakter van het gebied van de bebouwde kom wordt aangetast door te veel aan reclame. De concrete voorschriften waaraan de reclame dient te voldoen is aangegeven in bijlage 1. Indien de reclame aan onderstaande criteria voldoet, wordt de reclame geacht vergunningsvrij te zijn.
2.5.3 Bedrijven gelegen in een woonbestemming
Reclame wordt toegestaan, voor zover deze naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders een directe relatie heeft met het object en de bestemming. Gezien de woonomgeving is te veel reclame niet gewenst. De reclamecriteria zijn hierop geënt. De reclame moet voldoen aan onderstaande criteria.
2.5.4.Bedrijven gelegen in centrumgebieden
Het voeren van reclame in centrumgebieden hoort bij deze bestemming. Bedrijven kunnen zich hierdoor profileren en de reclame-uitingen geven het centrum zijn specifieke uitstraling. Daarnaast weet de klant de winkel te vinden. Het gevaar schuilt echter dat er te veel reclame wordt aangebracht, in verkeerde verhoudingen en op verkeerde plaatsen, waardoor een onsamenhangend en rommelig beeld ontstaat, waardoor de ruimtelijke als esthetische uitstraling van het gebied ernstig aangetast kan worden. Daarnaast ontstaat het gevaar dat door de grote hoeveelheid aan reclame, door de bomen het bos niet meer wordt gezien. Om dit te voorkomen zijn onderstaande criteria opgesteld. De reclame moet hieraan voldoen.
Hoofdstuk 3: Tijdelijke reclame
Voor evenementen, activiteiten van bijzondere aard (jaarmarkten, carnavalsaankondigingen etc is het toegestaan om gedurende maximaal 4 weken voorafgaand aan de activiteit reclameborden te plaatsen. Tijdelijke reclame ten behoeve van de tijdelijke verkoop van streekproducten mag aanwezig zijn zolang de streekproducten worden verkocht. Daarnaast moet worden voldaan aan onderstaande voorschriften:
Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, is het aanbrengen/plaatsen van de tijdelijke reclames bouwvergunningvrij. Het plaatsen van tijdelijke reclame die niet aan bovenstaande voorschriften voldoet, is niet toegestaan.
De reclameborden die in strijd met deze voorschriften worden geplaatst, kunnen door de gemeente worden verwijderd zonder voorafgaand contact met degene door wie of in wiens opdracht de borden werden geplaatst.
Borden ten behoeve van carnaval
Het plaatsen van borden door carnavalsverenigingen ten behoeve van carnavalsactiviteiten is, in tegenstelling van bovengenoemde termijn van 4 weken, mogelijk vanaf 1 november tot Aswoensdag. Voor de rest dienen deze borden te voldoen aan bovenstaande voorschriften. De te plaatsen borden mogen géén groter oppervlakte hebben dan aangegeven in onderstaande richtlijnen. Het plaatsen van deze boden wordt als bouwvergunningvrij aangemerkt.
Het uitstallen van koopwaren is niet toegestaan. Een uitzondering vormt de verkoop van tijdelijke streekproducten gedurende een beperkte tijd (gedurende de feitelijk oogst van de gewassen). Ook bedrijven met een winkelbestemming mogen in beperkte mate hun producten uitstallen, mits ze toestemming van de gemeente hebben en de er geen belemmeringen optreden voor voetgangers en/of het verkeer.
Afmetingen voor tijdelijke reclame
* Onder grootschalige evenementen wordt verstaan een evenement dat naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders van regionale betekenis is. Te denken hierbij valt aan het OLS, het zandsculpturenfestival, grote popfestivals enzovoorts.
Verrijdbare reclame betreft reclamevoertuigen en/of borden die geplaatst zijn op een aanhanger of een dusdanige constructie hebben dat de borden makkelijk verplaatsbaar zijn. Conform vaste jurisprudentie worden dergelijke verrijdbare of ‘gemakkelijk’ verplaatsbare objecten aangemerkt als een bouwwerk in de zin van de Woningwet, wanneer het naar aard en omvang, constructie en gebruik een plaatsgebonden karakter heeft. Ook verrijdbare reclame is dan ook bouwvergunningsplichtig.
Deze vorm van reclame maken vindt vaak plaats langs / op de openbare weg, de gemeentelijke groenvoorzieningen en overig onbebouwd terrein zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Omdat deze vorm van reclame zeer storend werkt in deze omgeving en gevaarlijke verkeerssituaties kan opleveren, is deze vorm van reclamevoering niet toegestaan.
Indien de verrijdbare reclame wordt gebruikt voor evenementen, activiteiten van bijzondere aard en tijdelijke streekproducten is dit wel toegestaan onder voorwaarde dat wordt voldaan aan bovenstaande voorschriften.
In tegenstelling tot bovenstaande (vergunningsvrije) tijdelijke reclame, kunnen Sandwich- en driehoeksborden enkel worden geplaatst wanneer een melding is ingediend en deze wordt geaccepteerd door de gemeente. Sandwich –en driehoeksborden moeten aan onderstaande voorwaarden voldoen.
De sandwich- en/of driehoeksborden mogen worden geplaatst gedurende een maximale periode van drie weken. Een uitzondering betreft het plaatsen van sandwich- en/of driehoeksborden ten behoeve van verkiezingen. Plaating van deze borden is toegestaan vanaf de dag ná de kandidaatstelling tot één week na de verkiezingsdag;
Uitgangspunt is dat de verenigingen, instellingen en bedrijven uit de gemeente Leudal sandwich- en/of driehoeksborden mogen plaatsen in de gemeente Leudal. Een uitzondering wordt gemaakt voor culturele evenementen met regionale betekenis (bijvoorbeeld OLS) en/of onderwijskundige activiteiten. Voor deze culturele evenementen en/of onderwijskundige activiteiten mogen ook sandwich- en/of driehoeksborden worden geplaatst;
In iedere kern van de gemeente Leudal mogen voor het betreffende evenement/activiteit maximaal vier sandwich- en/of driehoeksborden geplaatst worden door verenigingen, instellingen en bedrijven uit de gemeente Leudal, met uitzondering van de kern Heythuysen waar maximaal zes sandwich- en/of driehoeksborden geplaatst mogen worden (centrumfunctie);
Bouwborden op bouwterreinen zijn enkel toegestaan op het terrein zelf en mogen enkel gedurende de looptijd van het bouwproject aanwezig zijn. Concreet betekent dit dat het bord niet eerder dan twee maanden voor de start bouw geplaatst mag worden en binnen twee maanden na de oplevering van het project verwijderd moet worden. De oppervlakte mag maximaal 5 m² bedragen en het bouwbord mag niet hoger zijn dan 4 meter. Voor grote bouwprojecten (woonwijken en dergelijke) is een bord toegestaan van maximaal 15 m². Per bouwproject mag maximaal één bord worden geplaatst. Indien het bouwproject aan twee wegen is gelegen mag aan iedere weg één bord worden geplaatst. Indien aan deze voorwaarden wordt voldaan, is het aanbrengen van de tijdelijke bouwborden vergunningsvrij.
2.2.3 Voorschriften ten behoeve van een woonbestemming met een kleinschalig beroep aan huis in het buitengebied
2.3 Voorschriften ten behoeve van industrieterreinen
2.5.3 Voorschriften ten behoeve van bedrijven gelegen in een woonbestemming binnen de bebouwde kom