Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lansingerland

Telecommunicatieverordening 2011 gemeente Lansingerland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLansingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTelecommunicatieverordening 2011 gemeente Lansingerland
CiteertitelTelecommunicatieverordening 2011 gemeente Lansingerland
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Verordening werkzaamheden kabels en leidingen Lansingerland 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Telecommunicatiewet, art. 5.4, lid 4
  2. Gemeentewet, art. 149
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-10-201114-01-2015Onbekend

30-09-2011

Heraut 19-10-2011/Internet

BR1100231/Voorstelnr. 2011/92 T11.06443

Tekst van de regeling

Intitulé

Telecommunicatieverordening 2011 gemeente Lansingerland

Verordening gemeente Lansingerland inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden (Telecommunicatieverordening 2011 gemeente Lansingerland)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Telecommunicatiewet;

  • b.

    openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk: communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1. onder h, van de wet:

  • c.

    omroepnetwerk: omroepnetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder o,van de wet;

  • d.

    kabels: kabels, genoemd in artikel 1.1, onder z, van de wet;

  • e.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren, als genoemd in artikel 1.1,onder aa, van de wet;

  • f.

    aanbieder:degene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk aanbiedt als bedoeld in artikel 1.1., onder i van de wet en degenen bedoeld in artikel 5.1 van de wet;

  • g.

    werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in en op openbare gronden;

  • h.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;

  • i.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;

  • k.

    instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder b, van de wet;

  • l.

    AVKL: Algemene voorwaarden Kabels en Leidingen; algemene voorwaarden voor het leggen, hebben en onderhouden van kabels en leidingen in de gemeente Lansingerland.

  • m.

    huisaansluitingen: het gedeelte van een kabel van minder dan 15 m in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1 onder k, van de wet;

  • n.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

    • -

      het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;

    • -

      reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan 15 m en niet vallend onder artikel 3 eerste lid;

    • -

      het maken van huisaansluitingen.

Artikel 2. Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen tenminste zes weken voor de aanvang van de werkzaamheden.

  • 2.

    Een aanbieder die werzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, zoals bedoeld in het eerste artikel, voor te bereiden.

  • 3.

    Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4.

    Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan de afdeling Beheer en Onderhoud minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden.

Artikel 3.

Hoofdroutes en Centrumgebied

 

Als werkzaamheden worden verricht op hoofdroutes en/of in het centrumgebied wordt de melding uiterlijk 16 weken voor de aanvang van de werkzaamheden gemeld bij het college.

Artikel 4. Belemmeringen en storingen

  • 1.

    Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmeringen of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden.

  • 2.

    Dit artikel kan op bepaalde delen van het grondgebied van de gemeente niet van toepassing zijn. In dat geval zijn deze delen zijn in de AVKL gespecificeerd.

Artikel 5. Gegevensverstrekking

  • 1.

    Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail) adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert;

    • b.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • c.

      welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen werkzaamheden, datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • d.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • 1.

        een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

      • 2.

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de situering daarvan;

      • 3.

        een opgave van het soort kabel m.b.t. het gebruik voor transport of distributie;

      • 4.

        een opgave van het aantal mantelbuizen dat direct in gebruik wordt genomen;

      • 5.

        een opgave van het aantal mantelbuizen dat niet direct in gebruik wordt genomen;

      • 6.

        de plaatsing van kasten e.d. op openbare gronden;

      • 7.

        een geldige KLIC-melding van het gewenste tracé;

      • 8.

        een omschrijving van eventuele (weg)opbrekingen;

      • 9.

        de doorsnede van de kabel en/of kabelgoot;

      • 10.

        de lengte en breedte van de kabelsleuf;

      • 11.

        de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

      • 12.

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

      • 13.

        naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van de aannemer(s) of onderaannemers(s) die belast is (zijn) met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden;

      • 14.

        de opgaven van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

      • 15.

        de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden, en

      • 16.

        alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 6. Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1.

    Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de

    • a.

      openbare orde;

    • b.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast;

    • c.

      de bruikbaarheid van de openbare gronden;

    • d.

      het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

    • e.

      het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • f.

      de belemmering van doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • g.

      de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • h.

      de bescherming van groenvoorzieningen.

  • 2.

    Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college in ieder geval aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, en een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

  • 3.

    De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de algemene voorwaarden voor het leggen, hebben en onderhouden van kabels en leidingen in de AVKL.

  • 4.

    Bij het vermoeden en constateren van ernstige verontreiniging tijdens graaf- en aanlegwerkzaamheden dient men de afdeling Beheer en Onderhoud, gemeente Lansingerland, terstond in kennis te stellen van genoemde feiten.

  • 5.

    De aanbieder is leges verschuldigd conform de legesverordening van de gemeente Lansingerland.

  • 6.

    Het college neemt zijn instemmingsbesluit uiterlijk 8 weken, na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien. Indien de melding betrekking heeft op werkzaamheden als bedoeld in artikel 2, derde lid, van deze verordening, neemt het college zijn instemmingsbesluit uiterlijk 16 weken na ontvangst van de melding

  • 7.

    Indien na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel.

  • 8.

    Indien de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel.

Artikel 7. Zakelijk karakter instemmingsbesluit

Indien de kabel wordt overgedragen aan een nieuwe aanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel van de oude aanbieder over op de nieuwe aanbieder.

Artikel 8. (Mede)gebruik van voorzieningen en het vooroverleg

  • 1.

    Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede) gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2.

    Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen langs het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorziening gebruik te maken.

  • 4.

    Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12 van de wet.

Artikel 9. Melding wijziging

De aanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of het feit dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 10. Verhouding tot de AVKL

Voor zover deze verordening bepalingen bevat die afwijken van de bepalingen in de AVKL, gaat deze verordening voor de AVKL.

Artikel 11. Intrekking oude verordening

De verordening zoals vastgesteld op 2 januari 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 12. Overgangsbepaling

  • 1.

    De verordening van 2 januari 2007 blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de verordening van 2 januari 2007 maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van haar bekendmaking.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening 2011 gemeente Lansingerland.

 

Sluiting

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lansingerland in zijn openbare vergadering van 29 september 2011.

 

De griffier, De voorzitter,

C.J. van ’t Hart, E.H. van Vliet

 

 

Artikelgewijze toelichting Telecommunicatieverordening 2011 gemeente Lansingerland

Artikel 2: Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

De algemene melding voor de uitvoering van werkzaamheden dient, in samenhang met artikel 4 lid 1, te geschieden zes weken vóór de aanvang van de werkzaamheden. In het tweede lid is uitdrukkelijk de mogelijkheid opgenomen om voor de melding overleg te voeren. In dit overleg kan onder meer aan de orde komen het mogelijk medegebruik van voorzieningen en het splitsen van de werkzaamheden bij omvangrijke projecten. Op deze wijze wordt bevorderd dat de termijn van zes weken ook werkelijk kan worden gehaald.

Artikel 4: Ernstige belemmeringen en storingen

In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet voldaan. In dit geval kan worden volstaan met een melding aan de burgemeester of een door hem of haar aan te stellen ambtenaar. Een ernstige belemmering of storing is bijvoorbeeld de situatie van een kabelbreuk. Het gemeentebestuur beoordeelt of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor één individuele aansluiting voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt.

Artikel 5.6, lid 5 van de Telecommunicatiewet geeft de mogelijkheid in de verordening gebieden aan te wijzen waar om redenen van veiligheid dit artikel niet van toepassing is. Hierbij is gedacht aan bijvoorbeeld industriegebieden met daarin liggende buisleiding voor transport van gevaarlijke stoffen. In dergelijke gebieden is het niet aanvaardbaar dat daar zonder toezicht van de gemeente wordt gegraven. Wanneer sprake is van een dergelijk gebied dan is dit gespecificeerd in de Algemene voorwaarden Kabels en Leidingen Lansingerland.

Artikel 5: Gegevensverstrekking

Dit artikel is een invulling van artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet.

Artikel 6: Voorschriften en beperkingen bij instemming

De wetgever heeft in de Telecommunicatiewet de voorschriften op genomen, die het college in het instemmingsbesluit kan opnemen. Het gaat om artikel 5.4 leden 2 en 3 van de Telecommunicatiewet.

Burgemeester en wethouders kunnen om redenen van openbare orde, veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, dan wel ondergrondse ordening in het instemmingsbesluit voorschriften opnemen.

De voorschriften kunnen slechts betrekking hebben op

  • a.

    De plaats van de werkzaamheden;

  • b.

    het tijdstip van de werkzaamheden, met dien verstande dat het toegestane tijdstip van aanvang, behoudens zeer zwaarwichtige redenen van publiek belang als genoemd in het tweede lid, niet later mag plaatsvinden dan 12 maanden na de datum van afgifte van het instemmingsbesluit;

  • c.

    de wijze van uitvoering van de werkzaamheden;

  • d.

    het bevorderen van medegebruik van de voorzieningen;

  • e.

    het afstemmen van overig in de grond aanwezige werken.

 

Het instemmingsbesluit is een beschikking is in het kader van de Algemene wet bestuursrecht; indien de aanvrager het niet eens is met de gegeven voorschriften bij het instemmingsbesluit is bezwaar en beroep mogelijk bij resp. bij de rechtbank Rotterdam en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (Artikel 17.1 Telecommunicatiewet).

Het college kan de werkingsduur van het instemmingsbesluit beperken om te voorkomen dat de aanvrager nog gebruik maakt van een dergelijk besluit geruime tijd na afgifte. Immers het intussen gewijzigde gebruik van de openbare gronden kan het aanleggen van een telecomkabel onwenselijk maken.

Het eerste lid geeft als aanvulling dat het college naast voorschriften over tijdstip plaats en dergelijke met betrekking tot de uitvoering ook voorschriften opstelt over de uitstraling, vormgeving, kleur, situering en afmetingen van voorzieningen als kasten handholes en dergelijke behorende bij het netwerk.

Het tweede en derde lid heeft betrekking op de situatie dat er een instemmingsbesluit wordt gevraagd voor een tracé door een straat waarvan de verharding langer dan een door de gemeente nader vast te stellen aantal jaren is vernieuwd of aangelegd. In het vooroverleg tussen gemeente en aanbieder zal dan worden onderzocht of een alternatief tracé mogelijk is, waarover partijen het eens kunnen worden.

Indien geen alternatief tracé kan worden gevonden of indien de aanbieder het alternatieve tracé afwijst, zal de gemeente herstel over de gehele straat- of trottoirbreedte eisen. Zo’n eis tot schadevergoeding maakt geen deel uit van het instemmingsbesluit, maar vormt een nadere concretisering van art. 5.7 Telecomwet inzake schadevergoeding. Wel kan het instemmingsbesluit verwijzen naar gemaakte of te maken afspraken inzake vierkant herstraten. Een eventueel geschil inzake schadevergoeding zal, ongeacht de hoogte van de vordering, ingevolge art. 5.13 Telecomwet worden beslist door de kantonrechter.

Artikel 8: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

Zoals aangeven kunnen de voorschriften bij het instemmingsbesluit het medegebruik van voorzieningen bevorderen. Het medegebruik beperkt het graven in de openbare gronden en strekt daarmee tot voordeel van de gemeente. Het medegebruik kan aan de orde komen in het vooroverleg over het af te geven instemmingsbesluit. In lid 3 is de verplichting voor de aanbieder opgenomen van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is, kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder.

Het vierde lid behandelt de situatie indien de gemeentelijke leidingprofielen geen ruimte bieden voor de aanleg van kabels.

Artikel 9: Melding wijziging

Artikel 5.2, lid 8 van de Telecommunicatiewet bepaalt dat aan de gedoogplicht een einde komt als gedurende tien jaar een kabel geen onderdeel uitmaakt van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Om die reden is het van belang dat de gedoogplichtige gemeente in kennis wordt gesteld van het in- of uit gebruik stellen van kabels ten einde bij overschrijding van die termijn over te kunnen gaan tot het verzoeken van verwijdering van de kabel.

Artikel 5 lid 2b van het wetsontwerp Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) verstrekt de dienst (het Kadaster) op verzoek aan bestuursorganen gebiedsinformatie voorzover deze noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak. Op deze wijze voorziet deze wet in de informatiebehoefte van de gemeente over de in het openbaar gebied liggende telecomkabels. De WION registreert echter niet of de kabels al dan niet in gebruik zijn.

Artikel 11: Intrekking oude verordening

De oude verordening moet worden ingetrokken zodat de nieuwe verordening in werking kan treden. De laatste wijziging dateert van 2007.

Artikel 12: Overgangsrecht

Het moment van afgeven van het instemmingsbesluit bepaalt of de oude of nieuwe verordening van kracht is op de (voorgenomen) graafwerkzaamheden.

Artikel 13: Inwerkingtreding

Tenzij de gemeenteraad anders besluit treedt de verordening geheel overeenkomstig de Gemeentewet in werking met ingang van de achtste dag na publicatie. Op hetzelfde tijdstip wordt de oude telecommunicatieverordening ingetrokken. De nog lopende instemmingbesluiten voor kabel(s) die nog niet of niet volledig zijn gelegd blijven van kracht met dien verstande dat deze vallen onder de oude verordening.