Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bloemendaal

Sportnota Sport op eigen benen 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBloemendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSportnota Sport op eigen benen 2011
CiteertitelSportnota Sport op eigen benen 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1.Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-201108-03-2018nieuwe regeling

23-06-2011

Weekblad Kennemerland Zuid d.d. 6 oktober 2011

2010033862

Tekst van de regeling

Intitulé

GEMEENTE BLOEMENDAAL Registratie: 2010033862 Overveen, 30 december 2010 Vastgesteld door de gemeenteraadop 23 juni 2011, agendapunt 11 (2011004337)Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland Zuid d.d. 6 oktober 2011.In werking (met terugwerkende kracht): 1 januari 2011

Sportnota Sport op eigen benen 2011

SAMENVATTING

Inhoudsopgave

1.Samenvatting 4

2. Aanleiding en bestuursopdracht 5

3. Inleiding: De sportcultuur in Bloemendaal 7

3.1 Uitdaging voor de gemeente 7

4 Relevante beleidskaders 9

4.1 Beleid rijksoverheid 9

4.2 Olympisch Plan 2028 9

4.3 Gemeenten in de regio 10

4.4 Relatie met andere beleidsvelden en modellen voor lokaal sportbeleid 10

4.5 Het kader voor Bloemendaal 11

5. Trends en ontwikkelingen 14

5.1 Demografische ontwikkelingen 14

5.2 Herkomst (jeugd)leden sportverenigingen 15

5.3 Trends op het gebied van sport en bewegen 15

6. Accommodatiebeleid, verenigingen en sportstimulering 17

6.1 Accommodatiebeleid 17

6.1.1 Stand van zaken 17

6.1.2 Uitgangspunten 18

6.1.3 Beleidsmaatregelen 19

6.2 Verenigingen 26

6.2.1 Stand van zaken 26

6.2.2 Uitgangspunten 26

6.2.3 Beleidsmaatregelen 27

6.3 Overige sport- en beweegaanbieders 30

6.3.1 Stand van zaken 30

6.3.2 Uitgangspunten 30

6.3.3 Beleidsmaatregelen 30

6.4 Sportstimulering 32

6.4.1 Stand van zaken 32

6.4.2 Uitgangspunten 33

6.4.3 Beleidsmaatregelen 33

6.5 School en sport 38

6.5.1 Stand van zaken 38

6.5.2 Uitgangspunten 38

6.5.3 Beleidsmaatregelen 38

7.Gezonde leefstijl en maatschappelijke thema’s 39

7.1 Sport, bewegen en gezondheid 40

7.1.1 Stand van zaken 40

7.1.2 Uitgangspunten 41

7.1.3 Beleidsmaatregelen 41

7.2 Maatschappelijke verbondenheid 43

7.2.1 Stand van zaken 43

7.2.2 Uitgangspunten 43

7.2.3 Beleidsmaatregelen 43

8. Topsport en evenementen 45

8.1 Evenementen 45

8.2 Topsport 46

9. Voorstellen 48

10.Besluitvorming 50

11. Bijlagen 50

Bijlage 1: Impuls Brede Scholen sport en Cultuur 52

Bijlage 2: Overzicht sportaccommodaties en sportverenigingen in de gemeente Bloemendaal 54

Bijlage 3: Overzicht huur(waarden) gem. sportaccommodaties en sportverenigingen 59

Bijlage 4: Financiële vertaling huidig sportbeleid 61

Bijlage 5: Knelpunten- en behoefteanalyse sportverenigingen 62

Bijlage 6: Uitgangspunten van het sportbeleid 67

 

Het maken van sportbeleid voor de gemeente Bloemendaal is – om in sporttermen te spreken – een echte uitdaging. Omdat het particulier initiatief zo krachtig is, is het moeilijk, binnen de financiële kaders, een zinvolle bijdrage te bepalen die dat initiatief versterkt zonder taken en zaken over te nemen. Ten tweede zijn problemen in Bloemendaal niet zichtbaar. Op het eerste gezicht lijkt alles perfect, maar onder de oppervlakte (‘achter de voordeur’) blijkt de situatie van verenigingen, jongeren en ouderen soms minder florissant.

 

De beleidsvoornemens van het Rijk op het gebied van sport en bewegen worden onderschreven. Met het Rijk zijn wij van mening dat de maatschappelijke functie van sport van zeer groot belang is voor onze leefgemeenschap. Sport is een middel om individu overstijgende doelen te realiseren. Er wordt onderzocht hoe de mogelijkheden van een van de Rijksinitiatieven op dit vlak – de invoering van combinatiefunctionarissen – kunnen bijdragen aan het versterken van de sport in Bloemendaal op de drie thema’s: bewegen, meedoen en presteren.

 

Verder is het gezamenlijk bundelen van krachten van belang. Teneinde zo efficiënt mogelijk om te gaan met middelen en ruimte, achten wij het ten aanzien van het ‘regionaal sportklimaat’ en het accommodatiebeleid van groot belang tot een goede afstemming te komen met buurgemeenten.

 

 

Een van de uitgangspunten van Bloemendaal is dat gestreefd wordt naar vergroting van de zelfstandigheid van verenigingen. Vergroting van zelfstandigheid betekent ook dat de sportvereniging minder afhankelijk wordt van haar omgeving. Daarnaast is het noodzakelijk, gezien de maatschappelijke taak die sportverenigingen hebben, dat verenigingen beschikken over voldoende én over gekwalificeerde vrijwilligers. Wij zien het als onze taak om de verenigingen hierin te helpen, te ondersteunen en te faciliteren.

Nieuw is dat de gemeente met de inzet van combinatiefunctionarissen het sportbeleid handen en voeten kan geven. Ook in praktische zin kan het partnerschap van de gemeente met burgers, verenigingen en andere organisaties uitgewerkt worden. In 2011 wordt nagegaan hoe deze functionarissen ingezet en gefinancierd kunnen worden.

Naast duidelijke en heldere regels ten aanzien van het te voeren accommodatiebeleid nemen wij maatregelen die het sporten moeten stimuleren bij diverse groepen inwoners. Daarbij gaat het niet alleen om de jeugd, maar ook om ouderen en mensen met een beperking. Zo sluiten wij ons aan bij het Jeugdsportfonds en zal worden gezocht naar de juiste methode minder actieve ouderen aan het sporten te krijgen.

De gezondheidsaspecten van het sportbeleid komen ook nadrukkelijk in beeld. Zo richten we ons op een gezonde leefstijl

Sport is tevens van belang als bindingsfactor in onze maatschappij. De maatschappij is gebaat bij een grote sociale samenhang. Dit onderwerp wordt voor een groot deel bestreken door de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Uitgangspunt van deze wet is dat wordt uitgegaan van zelfredzaamheid en eigen initiatief. Ook hier geldt dat de overheid stimuleert en faciliteert, maar van burgers verwacht dat ze zelf initiatieven nemen. De maatregelen die Bloemendaal neemt passen binnen dit uitgangspunt.

Tot slot richt Bloemendaal zich op de breedtesport, maar zet zich binnen de haar gegeven mogelijkheden in voor continuering van topsport in de regio. Dat doen we onder meer door een convenant te sluiten met de Stichting Topsport Kennemerland (STK).

AANLEIDING EN BESTUURSOPDRACHT

2.1 Aanleiding

Bij raadsbesluit van 29 september 2005 is de sportnota 2005 vastgesteld. De verzelfstandiging van de sport in Bloemendaal kreeg met die nota meer vorm.

Op 23 december 2008 is door het college besloten het rapport van bevindingen in het kader van artikel 213a onderzoek (met de werktitel “naar een nieuw evenwicht”; de sport naar een hoger niveau; onderzoek naar het sportbeleid van de gemeente Bloemendaal) voor kennisgeving aan te nemen en afdeling Publiekszaken opdracht te geven tot het opstellen van een integrale sportnota. Het rapport is ter kennisneming gezonden aan de raadsleden.

Bij besluit van 19 mei 2009 is door het college van burgemeester en wethouders het collegeprogramma 2009 – 2014 vastgesteld met de titel “Bloemendaal: duurzaam en vitaal; Samen voor kwaliteit”.

In zijn vergadering van 25 juni 2009 heeft de raad het collegeprogramma voor kennisgeving aangenomen en heeft die gelijktijdig de Kadernota 2010 vastgesteld. Voor het uitvoeren van de integrale sportnota is in de Kadernota structureel € 100.000 beschikbaar gesteld, ingaande 2010.

2.2 Achtergrond

Artikel 213a van de Gemeentewet verplicht het college van burgemeester en wethouders periodiek onderzoek te doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door haar gevoerde bestuur. In 2008 is door de raad gekozen voor het sportbeleid. Het onderzoek is in opdracht van het college verricht door Sportservice Noord-Holland.

Op basis van het onderzoek is de conclusie gerechtvaardigd dat het evenwicht is verstoord. Het betreft de volgende veranderde omstandigheden van de laatste jaren:

  • 1.

    De enorme en stijgende populariteit van de sport in Bloemendaal (hockey, tennis, voetbal maar ook duinrecreatie).

  • 2.

    De veel hogere kosten van kunstgras, zowel wat betreft onderhoud als (vervangings-) investeringen

  • 3.

    De veranderde verhouding tussen de aantallen jeugdspelers en senioren, top- en breedtesport, verenigingssport en recreatieve sportbeoefening.

  • 4.

    De hogere eisen die worden gesteld op alle niveaus van de sportbeoefening (jeugd, recreatie, wedstrijd- en topsport).

  • 5.

    De ruimtelijke beperkingen in Bloemendaal waardoor ten eerste de strook onder de duinrand de enige ruimte is waar de sport vaste grond onder de voeten heeft en ten tweede kunstgras (en kunstlicht) de enige oplossing is om de capaciteit te verhogen.

In het onderzoek komt Sportservice Noord-Holland tot een aantal aanbevelingen, gebaseerd op de specifieke situatie in Bloemendaal (partnership zoeken met verenigingen, accommodatiebeleid en sportbeleid herijken, opzetten integraal sportbeleid, zorgen voor bovenlokale afstemming, maatschappelijke betrokkenheid verenigingen, uitvoering sportbeleid).

2.3 Bestuursopdracht: doelstelling en uitgangspunten

In de raadsvergadering van 17 december 2009 is een bestuursopdracht vastgesteld die de kaders aangeeft van de te ontwerpen sportnota. In de opdracht is vastgelegd dat onder meer de mogelijkheden worden onderzocht hoe en in welke mate sportverenigingen (financieel) kunnen worden ondersteund. Bestaande notities als de notitie kunstgras uit 2002, raadsbesluiten in het kader van gemeentegaranties en het verlenen van privaatrechtelijke toestemming voor de uitbreiding van verlichting op kunstgrasvelden zullen opnieuw tegen het licht worden gehouden en integraal deel gaan uitmaken van de nieuwe sportnota.

De conclusie dat het huidige sportbeleid onvoldoende aansluit op de veranderde omstandigheden noopt tot een aanpassing van beleid. Daartoe is de doelstelling van het sportbeleid opnieuw geformuleerd. De hoofddoelstelling is het streven naar een actief, sportief en gezond Bloemendaal. Sport is een middel om Bloemendalers te laten bewegen, hetgeen een positief effect heeft op het leven en de gezondheid van mensen in Bloemendaal. Bij het hanteren van deze doelstelling wordt het accent gelegd op de jeugd, ouderen en gehandicapten.

Wij vinden dat alle Bloemendalers verantwoord moeten kunnen sporten en bewegen in hun eigen omgeving. Zij moeten kiezen voor een sport vanuit hun eigen interesse en mogelijkheden. Sport is belangrijk voor de gezondheid en het stimuleert en activeert de levendigheid en leefbaarheid.

Bij het nastreven van dit doel, hanteert de gemeente de volgende uitgangspunten.

  • 1.

    We streven naar het handhaven van de huidige sportcomplexen; het voorzieningenniveau moet minimaal gelijk blijven.

  • 2.

    Het gemeentelijk sportbeleid richt zich op de breedtesport, maar zal zich binnen de gegeven mogelijkheden inzetten voor continuering van topsport in de regio.

  • 3.

    We streven naar regionale afstemming op sportgebied.

  • 4.

    Bij het geven van medewerking aan de uitbreiding of wijziging van sportcomplexen al of niet als gevolg van groei van sportverenigingen vindt een afweging plaats van belangen van de sport en sporters, natuur, milieu, verkeer en omwonenden; medewerking wordt gegeven als de belangenafweging uitvalt in het voordeel van de sportvereniging.

  • 5.

    We streven naar vergroting van de zelfstandigheid van sportverenigingen.

  • 6.

    De wachtlijsten voor de jeugd moeten zoveel mogelijk worden weggewerkt.

  • 7.

    Sportverenigingen worden zoveel mogelijk gelijk behandeld.

  • 8.

    De sport moet betaalbaar blijven, met name voor de jeugd.

In een overleg op 13 oktober 2009 met bestuurders van sportverenigingen zijn bovengenoemde uitgangspunten besproken. De sportclubs kunnen zich hierin over het algemeen vinden.

Met de inhoud van het artikel 213a onderzoek, het collegeprogramma en de bestuursopdracht als basis is de voorliggende sportnota Bloemendaal 2011 tot stand gekomen.

INLEIDING: DE SPORTCULTUUR IN BLOEMENDAAL

Als de sportcultuur in de gemeente Bloemendaal tegen het licht wordt gehouden, moet geconcludeerd worden dat deze voor een groot deel is ontstaan dankzij de inspanningen van de burgers, het zogenoemde particulier initiatief. De Bloemendaalse samenleving is hier terecht trots op. Bij het maken van doelmatig en doeltreffend sportbeleid dient daarmee rekening te worden gehouden. Er zijn daarbij twee belangrijke vragen.

  • 1.

    Welke bijdrage kan de gemeente leveren die wordt gewaardeerd door betrokkenen zonder dat de taken of activiteiten worden overgenomen? Met andere woorden hoe kan het particulier initiatief worden versterkt?

  • 2.

    Onderzoek wijst uit dat sommige bewoners verkeren in een sociaal isolement en geconfronteerd worden met andere maatschappelijke problemen. Sport en bewegen kan daarbij een hulpmiddel zijn. Welke bijdrage kan de gemeente leveren die de kwaliteit van leven vergroot zonder dat de zelfredzaamheid negatief wordt beïnvloed?

Bloemendaal staat derhalve voor een uitdaging: hoe kan de gemeente bewoners helpen en tegelijkertijd het particulier initiatief versterken? Welke rol past daarbij?

3.1 Uitdaging voor de gemeente

De sport in Bloemendaal wordt gedragen door het particulier initiatief. Met de introductie van de Super-A contracten in 1980 is een proces van verzelfstandiging versterkt. Dat betreft zowel de kwaliteit van de voorzieningen als het niveau van de prestaties, zowel in de breedte als aan de top.

In 2005 leek het sportparadijs gerealiseerd. Er waren 14kunstgrasvelden gerealiseerd, een 15-tal verenigingen realiseren en beheren hun eigen clubhuis, er is een groot aantal kleinere verenigingen, die weliswaar zonder eigen accommodatie, een hecht sociaal netwerk realiseren, waarin bewoners elkaar ontmoeten en zich sportief ontplooien. Bewoners en verenigingen waren (en zijn) terecht trots op hetgeen zij hebben gerealiseerd.

Vanaf 2005 komen er barsten. Verenigingen benaderen de gemeente steeds vaker met het verzoek om ondersteuning, de lasten van de voorzieningen drukken zwaar, er blijken grenzen aan de groei en de draagkracht van het particulier initiatief. Bij de gemeente groeit de behoefte om meer ondersteuning te bieden. De grote vraag daarbij is echter op welke wijze de gemeente de sport in Bloemendaal kan helpen en tegelijk de eigen verantwoordelijkheid en daadkracht gestimuleerd wordt.

Gedurende dit proces van verzelfstandiging is ook gezocht naar een passende rol voor de gemeente. Het is lastig om binnen de financiële kaders een zinvolle bijdrage te bepalen die het particulier initiatief versterkt zonder taken en zaken over te nemen.

Het vergroten van de beschikbare middelen (door gebruik te maken van landelijke regelingen) is een deel van de oplossing. Centraal staat de vraag waar de behoefte van de burgers ligt en hoe de gemeente een concrete bijdrage kan leveren.

De conclusie dat het huidige sportbeleid onvoldoende aansluit op de veranderde omstandigheden noopt tot een aanpassing van beleid. Het inventariseren van het huidige beleid kan bijdragen aan het proces om te komen tot de nieuwe nota. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de behoefte van de raad aan een integraal overzicht op basis van de beleidsthema’s van de menuwijzer Sport en Bewegen van het NISB (Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen) en het betrekken van topsport.

Gegeven de situatie in Bloemendaal is het wenselijk om de 10 beleidsthema’s in een onderlinge samenhang te behandelen en daarbij een volgorde van relevantie te bepalen.

In hoofdstuk 4 worden daarvoor eerst de relevante landelijke ontwikkelingen beschreven en op basis waarvan het beleidskader voor de gemeente Bloemendaal kan worden geschetst.

Hoofdstuk 5 geeft inzicht in de trends en ontwikkelingen, waarbij tevens relevante demografische gegevens (landelijk en plaatselijk) zijn weergegeven.

In de hoofdstukken 6, 7 en 8 worden de beleidsthema’s behandeld.

De sportnota wordt afgesloten met hoofdstuk 9 met de voorstellen en hoofdstuk 10 met de besluitvorming.

In hoofdstuk 11 zijn de volgende bijlagen opgenomen.

  • 1.

    Impuls brede scholen, sport en cultuur

  • 2.

    Overzicht sportaccommodaties en verenigingen

  • 3.

    Overzicht huurwaarden sportaccommodaties

  • 4.

    Financiële vertaling huidig sportbeleid

  • 5.

    Knelpunten- en behoefteanalyse sportverenigingen

  • 6.

    Uitgangspunten van het sportbeleid

RELEVANTE BELEIDSKADERS

Het maken van een sportbeleid doe je niet alleen. De gemeente heeft op diverse niveaus partners die invloed uitoefenen op haar sportbeleid. Extern door partners als de Rijksoverheid, de provincie Noord-Holland en direct omliggende gemeenten. Intern door andere beleidsvelden, zoals jeugd, ruimtelijke ordening, onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijke ontwikkeling.

4.1 Beleid rijksoverheid

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de laatste twee decennia zijn beleidsinspanningen op het terrein van sport en bewegen geïntensiveerd. Met dat beleid wil VWS de lokale sportinfrastructuur versterken en sport een volwaardige plaats geven binnen het gemeentelijk beleid. VWS wil naar verbreding van het sportbeleid door een integrale aanpak met andere beleidsterreinen en een vroegtijdige betrokkenheid van ‘het veld’. Beleidsbepalers op verwante beleidsterreinen als onderwijs, welzijn en ruimte worden geacht sportinclusief te denken bij het ontwikkelen van beleid.

In de nota ‘Tijd voor Sport’ (2005) en het uitvoeringsprogramma “Samen voor sport” (2006) is de basis gelegd voor een landelijk sportbeleid met een nieuw elan. Het kabinet zet in op het benutten van de kracht van de sport en het optimaliseren van de maatschappelijke functie van de sportsector. Die kracht schuilt vooral in het vermogen van de sport om mensen te binden, een aantrekkelijke leef- en leeromgeving voor de jeugd te creëren en mensen te stimuleren tot een gezonde en actieve leefstijl. Er wordt ingezet op drie thema’s: bewegen, meedoen en presteren.

Het kabinet investeert vanaf 2009 structureel € 20 mln. extra in de sport en vraagt lokale overheden ook te investeren in versterking van de sportverenigingen en door het voeren van een actief sport- en beweegbeleid. Als “hard” doel formuleert het kabinet dat “10% van de sportverenigingen zodanig sterk zijn dat zij niet alleen in staat zijn de eigen leden te bedienen, maar zich ook richten op het onderwijs, de naschoolse opvang, de wijk en/of de vaak kwetsbare doelgroepen die minder vaak aan sport deelnemen.” Het kabinet wil dat doel mogelijk maken door de inzet van zogenoemde “combinatiefuncties”: functies waarbij professionals in sport, cultuur en onderwijs (brede scholen) werkzaam zijn. Verwezen wordt naar bijlage 1, waarin de doelstelling, de financiering en de werking van deze functies uitvoerig is beschreven.

Wij onderschrijven de beleidsvoornemens van het rijk. Met het rijk zijn wij van mening dat de maatschappelijke functie van sport van zeer groot belang is voor onze leefgemeenschap. Sport is een middel om individu overstijgende doelen te realiseren. Er wordt onderzocht hoe de mogelijkheden van een van de rijksinitiatieven op dit vlak – de invoering van combinatiefunctionarissen – kunnen bijdragen aan het versterken van de sport in Bloemendaal op de drie thema’s: bewegen, meedoen en presteren.

4.2 Olympisch Plan 2028

Het Olympisch Plan 2028 (OP2028) is op landelijk niveau de belangrijkste ontwikkeling in de sport. Het is uniek dat er van links tot rechts, bij werkgevers en werknemersorganisatie, in het onderwijs en bij het bedrijfsleven een bestuurlijke consensus bestaat over de inzet van sport als middel om heel Nederland naar een hoger niveau te brengen. Het is evenzeer bijzonder dat negen ministeries hebben meegeschreven aan het kabinetsbesluit Excelleren op alle niveaus waarbij de doelstellingen van het OP2028 ingezet worden om doelen te bereiken op alle beleidsterreinen van innovatie tot welzijn en van economie tot sociale cohesie. Dit alles moet Nederland in 2016 maken tot een sportland op Olympisch niveau. Alleen als dat lukt heeft het zin om een poging te wagen tot het organiseren van de Olympische Spelen van 2028.

Het realiseren van een sportklimaat op Olympisch niveau in 2016 betekent het dat gemeenten er naar moeten streven een sportgemeente te zijn. De Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) definieert een sportgemeente als volgt: een sportgemeente is een gemeente waar sport voor iedereen toegankelijk is en iedereen ervaring heeft met het plezier en de positieve energie die door sportbeoefening worden voortgebracht. Elke gemeente waar sport op deze wijze een vanzelfsprekend en gewaardeerd onderdeel is van het dagelijks leven, draagt daarmee bij aan de ambitie om van Nederland een sportland te maken.

Gelet op de sportcultuur is Bloemendaal in feite een sportgemeente volgens de omschrijving van de VSG. Binnen een aantal takken van sport is er een unieke combinatie van top- en breedtesport die leidt tot een hoge sportparticipatie en aansprekende prestaties waarmee Bloemendaal tot ver buiten de gemeentegrenzen indruk maakt. Het niveau van de voorzieningen is ook zeer hoog.

Gegeven dit uitgangspunt wil de gemeente een bijdrage leveren aan de ambitie van het Olympisch Plan om heel Nederland naar Olympisch niveau te brengen in 2016, voor zover dit past in onze eigen missie en visie en (beleids-)doelen.

4.3 Gemeenten in de regio

Omdat belangen van gemeenten ten aanzien van de sport over het algemeen in de pas lopen met elkaar, ligt samenwerking en afstemming voor de hand. Sport door inwoners en gebruikmaking door inwoners van sportaccommodaties beperkt zich niet tot de gemeentegrenzen. Het is een gegeven dat veel niet-Bloemendalers sporten en lid zijn van Bloemendaalse verenigingen, maar ook omgekeerd. Op het gebied van accommodatiebeleid vullen buurgemeenten een aantal lacunes op. Zo vervult bijvoorbeeld de kunstijsbaan Kennemerland in Haarlem een belangrijke regionale rol en beschikken buurgemeenten Haarlem en Heemstede over meerdere zwembadaccommodaties. Aan de andere kant geeft Bloemendaal met het strand en de duinen aan de regio gelegenheid tot sport (zeilen) en recreatie (fietsen, wandelen, paardrijden).

Het gezamenlijk bundelen van krachten is van belang. Teneinde zo efficiënt mogelijk om te gaan met middelen en ruimte, achten wij het ten aanzien van het ‘regionaal sportklimaat’ en het accommodatiebeleid van groot belang tot een goede afstemming te komen met buurgemeenten.

4.4 Relatie met andere beleidsvelden en modellen voor lokaal sportbeleid

Vaststaat dat sport ook een middel is om andere doelen na te streven. Zo wordt sport ingezet door de gemeente Bloemendaal ter verbetering van gezondheid en leefmilieu, bijvoorbeeld:

  • §

    sport is een middel om sociale samenhang tot stand te brengen, integratie in de samenleving te bevorderen en mensen met een beperking vol op aan de samenleving deel te laten nemen (WMO plan, 2008);

  • §

    duurzaamheid is in het Bloemendaalse collegeprogramma een speerpunt;

  • §

    Bloemendaal is een gemeente die zich kenmerkt door veel groen en natuur. Bij uitbreiding van sportaccommodaties (kunstgras in plaats van natuurgras en verlichting) kunnen de belangen van natuur en sport op gespannen voet staan. Daarnaast zijn belangen van omwonenden in het geding;

  • §

    het voorkomen en bestrijden van alcoholmisbruik onder jongeren (actieprogramma gezondheidsbeleid).

Om het integrale karakter van het sportbeleid te kunnen uitwerken, heeft de VSG een visiedocument geschreven: Nederland Sportland, modellen voor lokaal sportbeleid. Dit document presenteert verschillende modellen voor sportbeleid die (kunnen) worden gehanteerd door gemeenten. De modellen zijn samenhangende delen van doelstellingen en beleidsinstrumenten die passen bij verschillen in grootte, locatie en ambities van gemeenten. Een gemeente die een bewuste keuze maakt voor een specifiek model en daarbij streeft naar een excellente uitvoering is een gemeente die bijdraagt aan een (sport)klimaat op Olympisch Niveau en daarmee aan de ambities in het Olympisch Plan 2028.

Het eerste model voor lokaal sportbeleid is het sportstimuleringsmodel. Dit is het sportbeleid dat in de meeste gemeenten minimaal aanwezig is. Dit is de basis onder de plusvarianten. Alleen als mensen daadwerkelijk sporten en bewegen, kunnen de positieve maatschappelijke effecten van de sportbeoefening die in de andere modellen worden nagestreefd, gerealiseerd worden.

In het sociale ontwikkelingsmodel wordt sport zowel gestimuleerd als instrumenteel ingezet om sociale doelstellingen te realiseren, in het bijzonder doelstellingen op het vlak van volksgezondheid en maatschappelijke verbondenheid en betrokkenheid. In dit model speelt topsport geen of een zeer bescheiden rol.

In het economische ontwikkelingsmodel wordt de sport gestimuleerd en instrumenteel ingezet voor de economische doelstellingen als verbetering van het toeristisch imago, de werkgelegenheid en/of het vestigingsklimaat. In dit model spelen evenementen, grootschalige accommodaties en topsport meestal een belangrijke rol.

Het integrale model is de optelsom van alle voorgaande modellen.

Sport staat niet op zichzelf. Sport in de gemeente Bloemendaal maakt onderdeel uit van beleid dat een betere samenleving nastreeft voor haar inwoners. Dat beleid is vastgelegd in diverse nota’s waarin een integrale aanpak centraal staat. Voor het uitwerken van de sportnota wordt ervoor gekozen om de thema’s uit het Rijksbeleid (bewegen, meedoen en presteren) te verbinden met de modellen voor lokaal sportbeleid. Er wordt verwezen naar andere nota’s indien op die terreinen aan sport en bewegen een rol wordt toegedicht om de beleidsdoelen te realiseren.

4.5 Het kader voor Bloemendaal

Veel aandacht wordt gevraagd door de in Bloemendaal aanwezige sportaccommodaties. Vanuit historisch perspectief was het beleid van de gemeente Bloemendaal voornamelijk accommodatiebeleid. Gegeven de hoofddoelstelling wordt het accommodatiebeleid in hoofdstuk 6 uitgebreid met de thema’s sportstimulering, sport en onderwijs.

Het bestaan van goede (ruimtelijke) voorwaarden is daarmee onlosmakelijk verbonden.

Dit valt binnen het thema bewegen.

Het accommodatiebeleid en de sportstimulering vormen de basis voor het sportbeleid. Alleen als mensen daadwerkelijk sporten, bewegen en spelen kunnen de afgeleide doelstellingen worden gehaald op het gebied van een gezonde leefstijl en de maatschappelijke waarde van sport. In hoofdstuk 7worden deze thema’s behandeld.

Dit valt binnen het thema ‘meedoen’.

Tot slot worden de thema’s topsport, evenementen en (commerciële) sport- en beweegaanbieders behandeld in hoofdstuk 8 onder de noemer van het economisch ontwikkelingsmodel.

Dit valt binnen het thema ‘presteren’.

De opbouw van de nota kan dan als volgt worden weergegeven waarbij de modellen voor lokaal sportbeleid als leidraad worden gebruikt.

Varianten in het lokale sportbeleid

Menukaart Sport en Bewegen (beleidsthema’s)

Hoofdstuk 6. Sportstimulering

-Accommodatiebeleid

-Stimuleringsbeleid

Bewegen

-Sportaccommodaties

-Verenigingen

-Sport & Beweegaanbieders

-Sportstimulering

-School en sport

Hoofdstuk 7. Sociale ontwikkeling

-Sport, Bewegen en Gezondheid

-Maatschappelijke verbondenheid

Meedoen

-Actieve gezonde leefstijl

-Recreatie

-Maatschappelijke waarde van de sport

-Sport en speelruimte in de wijk

Hoofdstuk 8. Economische ontwikkeling

-City marketing

-Innovatie

-Werkgelegenheid

Presteren

-Evenementen

-Topsport

 

In hoofdstuk 6. worden de traditionele elementen behandeld van het sportbeleid, aangevuld met beleidsdoelen die erop gericht zijn om het beweeggedrag te veranderen en de sportparticipatie te vergroten. Uitgangspunt daarbij is dat sportverenigingen, scholen en sport & beweegaanbieders over het algemeen prima in staat zijn om hun kerntaken zelf uit te voeren.

Waar problemen optreden, kan de gemeenten helpen bij het zoeken naar een oplossing (zonder daarbij de verantwoordelijkheid over te nemen). In het moderne sportbeleid (hoofdstuk 7.) wordt met name ingezet op het verbinden van verschillende terreinen. Het is bij het verbinden van deze beleidsterreinen dat de gemeente een ondersteunende en helpende rol voor zich ziet weggelegd.

Het bieden van een helpende hand beperkt zich niet tot financiële prikkels. Integendeel, dat is maar een klein onderdeel van het arsenaal. Het bestrijkt een zestal terreinen waarbij directe financiële steun de laatste is:

  • 1.

    Versterken van partnership tussen gemeente en verenigingen vanuit de gedachte dat beide gemeenschappelijke voorzieningen bieden. Het accent bij de vereniging ligt vooral op de (voorwaarden) tot sportbeoefening. De gemeente kan zich richten op het verbinden van verschillende terreinen (bijv. meer doelgroepen op accommodaties, scholen en sport in de wijk) en de continuïteit (behouden van de kwaliteit van leven in de gemeente). Zie ook punt 5.).

  • 2.

    Administratieve lastenverlichting en ondersteuning bij initiatieven. De gemeente kan waar mogelijk burgerinitiatieven ondersteunen en belemmeringen wegnemen.

  • 3.

    Gemeentelijke garantstelling (als zekerheid bij – onverwachte of noodzakelijke – leningen). Een beroep op het Waarborgfonds Sport kan mogelijk de continuïteit waarborgen.

  • 4.

    Deskundigheidsbevordering bij beleidsthema’s, maar vooral ook financiële zaken.

  • 5.

    Combinatiefunctionarissen (letterlijk handen en voeten van het beleid). Zij kunnen verenigingen, scholen, sport- en beweegaanbieders en ander maatschappelijke organisaties helpen hun maatschappelijke doel te bereiken, met name waar een rol verwacht wordt op verschillende domeinen.

  • 6.

    Beperkte financiële prikkels om gewenste ontwikkelingen te initiëren en te stimuleren.

Bij de beleidsmaatregelen per onderdeel zullen deze instrumenten ingezet worden.

Looptijd sportnota

De sportnota geldt voor de periode tot en met 2015. Na dat jaar zal op basis van evaluatie worden bepaald of het noodzakelijk is om het sportbeleid te herijken.

TRENDS EN ONTWIKKELINGEN

5.1 Demografische ontwikkelingen

De samenstelling en de omvang van de bevolking verandert. Met name de ouder wordende bevolking en de kleiner wordende groep werkenden zorgen ervoor dat op landelijk niveau wordt gediscussieerd over maatregelen om deze ontwikkelingen het hoofd te bieden en betaalbaar te houden voor de maatschappij. Het ligt eveneens voor de hand dat ontwikkelingen in de samenstelling van de bevolking op lokaal niveau gevolgen hebben voor het gemeentelijk sportbeleid. In onderstaande tabellen wordt inzicht gegeven in de samenstelling van de bevolking op landelijk niveau en in Bloemendaal.

Landelijk beeld

Leeftijdsgroepen

2010

2020

2030

2040

 

 

 

 

 

van 0 tot 20 jaar

23,7 %

22,1 %

21,4 %

21,7 %

van 20 tot 65 jaar

60,9 %

58,2 %

55,0 %

52,6 %

vanaf 65 jaar

15,3 %

19,7 %

23,6 %

25,6 %

(Bron: CBS.nl)

Samenvattend kan worden geconcludeerd dat op landelijk niveau het aantal ouderen (hier vertaald met ouder dan 65 jaar) in 30 jaar tijd toeneemt met 10%, de groep tussen 20 en 65 jaar afneemt met circa 8% en het aantal jongeren eveneens afneemt en wel met 2%.

De ontwikkelingen in de samenstelling van de Bloemendaalse bevolking zijn als volgt:

Leeftijdsgroepen

2010

2020

2030

2040

 

 

 

 

 

van 0 tot 20 jaar

24,1 %

20,0 %

20,8 %

22,0 %

van 20 tot 65 jaar

53,5 %

54,4 %

51,4 %

50,5 %

vanaf 65 jaar

22,4 %

25,5 %

27,7 %

27,4 %

(Bron: CBS.nl)

Volgens de prognoses van het CBS verandert de omvang van de Bloemendaalse bevolking niet veel, maar is in ieder geval stijgende tot aan 2040. De landelijke kentering in de omvang van de bevolking is in Bloemendaal niet zichtbaar. De bevolking neemt in 30 jaar tijd toe met circa 1.000 inwoners.

Een opvallend beeld toont de ontwikkeling van het aantal jongeren: tussen 2010 en 2020 is een sterke afname te zien, maar na 2020 is er weer sprake van een (lichte) stijging. Deze ontwikkeling wijkt af van de landelijke trend. Het aantal ouderen (65 jaar en ouder) is relatief groter dan het landelijke aantal, maar vanaf 2020 wordt het verschil kleiner. Tussen 2030 en 2040 is er zelfs sprake van een daling van het aantal ouderen in onze gemeente.

Het spreekt vanzelf dat niet alleen demografische ontwikkelingen van belang zijn. De trends en ontwikkeling op sportgebied (en bewegen) spelen evenzeer een grote rol.

Al met al moet worden geconcludeerd dat conform het landelijke beeld in Bloemendaal, weliswaar in mindere mate, sprake is van vergrijzing. Na 2020 is er geen sprake meer van ontgroening.

Bij de (her)formulering van het sportbeleid moet daar rekening mee worden gehouden. Meer en meer zal de nadruk gelegd moeten worden op activiteiten en voorzieningen voor ouderen.

 

 

5.2 Herkomst (jeugd)leden sportverenigingen

 

 

Ruim 32 % van de totale Nederlandse bevolking is lid van een sportvereniging. Van de jeugd (5 tot 18 jaar) is ruim 75% lid van ten minste een sportvereniging.

Voor Bloemendaal gelden de volgende cijfers (jaar 2010):

 

Jeugd totaal

Jeugd uit Bloemendaal

Leden totaal

Leden uit Bloemendaal

 

 

 

 

 

Hockey

3.160

1.397 (44%)

5.219

2.067 (40%)

Voetbal

808

475 (59%)

1.834

742 (40%)

Tennis

760

502 (66%)

2.641

1.298 (49%)

Overige buitensporten

156

90 (58%)

932

313 (34%)

Basketbal

60

28 (47%)

133

34 (26%)

Overige binnensporten

9

1 (11%)

671

215 (32%)

totaal

4.953

2.493 (50%)

11.430

4.669 (41%)

Het aantal jongeren in de leeftijd van 5 tot 18 jaar per 1 juli 2010 bedraagt 4.069 (info GBA). Uit bovenstaand overzicht blijkt dat 2.493 jeugdigen uit Bloemendaal lid zijn van een sportvereniging in Bloemendaal. Uitgedrukt in een percentage komt dat neer op 61%. Onze buurgemeente Heemstede zit iets hoger (67%).

Onze verenigingen hebben echter ook een grote aantrekkingskracht op bewoners van omliggende gemeenten. Dat geldt opvallend genoeg niet alleen voor hockey maar voor alle sporten die in Bloemendaal worden aangeboden. Mensen blijken bereid te reizen voor de kwaliteit die in Bloemendaal geboden ook als de contributies soms hoger mogen liggen.

Van de totale aantal inwoners van onze gemeente van 22.023 inwoners, zijn 4.669 inwoners lid van een Bloemendaalse sportvereniging. Uitgedrukt in een percentage komt dat neer op 21%. Heemstede zit lager (18%).

Hoewel cijfermateriaal exactheid suggereert, gaat een vergelijking met landelijke gemiddelden voor een deel mank. Het overzicht geeft slechts aan hoeveel Bloemendalers lid zijn van een Bloemendaalse vereniging. Wij beschikken niet over informatie hoeveel Bloemendalers lid zijn van niet-Bloemendaalse verenigingen. Op landelijk niveau speelt dat onderscheid niet.

Genoemde cijfers en percentage geven aan hoeveel personen lid zijn van een sportvereniging in onze gemeente. Hieruit kunnen geen conclusies worden getrokken ten aanzien van de mate waarin wordt bewogen en de stand van de gezondheid.

5.3 Trends op het gebied van sport en bewegen

Bij de sportconsument is een groeiende behoefte aan een sportaanbod dat aansluit bij diens behoeften en dagindeling. Landelijk gezien is het aandeel van beoefenaars van teamsporten de laatste jaren min of meer gelijk gebleven. De hockeysport en voetbal groeien nog steeds.

Door de hockeybond is eind januari 2011 een rapport uitgebracht met een update van een potentieelonderzoek. Het rapport constateert dat in de afgelopen 4 jaar 40.000 nieuwe leden landelijk de hockeysport zijn gaan bedrijven. Men verwacht dat deze sport zal blijven groeien. In onze regio (Haarlem-Beverwijk-Velsen) is becijferd dat er tot aan 2020 meer dan 5.000 potentiële leden zich zullen aanmelden. 44% van alle leden in deze regio is lid van hockeyverenigingen in onze gemeente en dat zou kunnen leiden tot de veronderstelling dat tot aan 2020 circa 2.000 leden zich zullen aanmelden bij de hockeyclubs in onze gemeente. Wel is het een feit, uitgedrukt in een percentage van de sportende bevolking, dat het aandeel sporters dat voor hun sport lid is van een vereniging, daalt. Het aandeel beoefenaren van solosporten neemt sterk toe, hetgeen wijst op een toenemende individualisering. Er wordt meer tijd besteed aan andere beweegactiviteiten, zoals fitness en (recreatief) hardlopen en toerfietsen.

Geconstateerd moet ook worden dat meer dan vroeger oudere inwoners sporten. Men kiest vooral voor solosporten als zwemmen, fietsen en wandelen.

Sporters willen flexibelere openingstijden, sneller zappen naar andere sporten en niet te veel gebonden zijn aan lidmaatschappen. Ze verwachten ook meer kwaliteit.

Een algemene tendens binnen de sportwereld is het gebrek aan vrijwilligers bij sportverenigingen. Gemiddeld 40% van de verenigingen kampt met een tekort.

Tot slot wordt vanuit de samenleving steeds vaker een beroep gedaan op sportverenigingen om hun maatschappelijke rol te vervullen. Hierdoor wordt de traditionele vereniging gedwongen haar rol te heroverwegen. Kwaliteit is daarbij het motto. Een vereniging die inspeelt op alle ontwikkelingen, heeft in de toekomst voldoende vitaliteit om te kunnen blijven bestaan. Vitaal in de zin van: bereidheid tot verandering, georiënteerd op de maatschappij, klant- en omgevingsgericht en beschikkend over een kwalitatief hoogwaardige organisatie. De vitale vereniging is dus niet alleen intern gericht maar met name ook extern. Deze noodzaak geldt vooral voor de grote verenigingen met een eigen accommodatie. Kleine verenigingen mogen daarnaast niet worden vergeten. Zij zijn misschien niet extern gericht, maar vervullen in zichzelf een zeer belangrijke maatschappelijke rol, niet alleen voor de sport maar vooral als sociaal netwerk.

Hoewel het aantal beoefenaren van teamsporten nog steeds (licht) toeneemt, stijgt het aantal deelnemers aan solosporten (al of niet georganiseerd) sterker. Het aantal vrijwilligers bij sportverenigingen schiet tekort om deze optimaal te laten functioneren als belangrijke speler in onze maatschappij.

ACCOMMODATIEBELEID, SPORTVERENIGINGEN EN SPORTSTIMULERING

In het eerste deel van dit hoofdstuk worden de traditionele onderdelen van het sportbeleid in Bloemendaal behandeld. Het sportaccommodatiebeleid kan worden beschouwd als de basis van het gemeentelijk sportbeleid, gericht op de stimulering van de amateur sportbeoefening (‘breedtesport’).

6.1 Accommodatiebeleid

Deze paragraaf gaat in op de sportaccommodaties, de plaats waar het verenigingsleven zich afspeelt. Hierbij komen alle karakteristieken van onze gemeente tot uiting, zowel de eigen kracht van de bewoners bij het realiseren van de sportvoorzieningen als het omgaan met de beperkte mogelijkheden. Het knelpunt is dat waar de sport steeds populairder wordt, er zeer smalle marges zijn als het gaat om het accommoderen van die groei. De gemeente zoekt hierbij naar een bemiddelende en ondersteunende rol.

6.1.1 Stand van zaken

 

Sportaccommodaties

Het maatschappelijke belang van sport is enorm groot. Sportverenigingen spelen daarin een voorname rol. Om deze belangrijke rol goed te kunnen invullen, dienen randvoorwaarden vervuld te zijn. Een van de uitgangspunten van Bloemendaal is dat gestreefd wordt naar vergroting van de zelfstandigheid van verenigingen. Vergroting van zelfstandigheid betekent ook dat de sportvereniging minder afhankelijk wordt van haar omgeving.

Vanuit het verleden is in het kader van de zelfstandigheid een belangrijke stap gezet door de sportverenigingen zelf volledig verantwoordelijk te maken voor het beheer en onderhoud van hun sportcomplex.

De hockeyverenigingen, als pioniers van de verzelfstandiging, hebben de kwaliteit van de sportvoorzieningen naar grote hoogte gestuwd. Alleen de 14 kunstgrasvelden van de hockeyverenigingen vertegenwoordigen een kapitaal van meer dan vijf miljoen euro met een jaarlijks kapitaal- onderhoudslast van tussen de € 40.000 en € 60.000 per veld. Ook in de clubhuizen is enorm geïnvesteerd. De verenigingen zijn de eerste geweest die geconfronteerd zijn met de verschuivingen in het evenwicht, door de stijgende populariteit onder de jeugd en de toegenomen financiële lasten. In eerste instantie hebben zij zelf naar oplossingen gezocht. Zij hebben hun (financieel) beleid zeer ingrijpend aangepast en de lasten opnieuw verdeeld, waarbij vooral de jeugd een hogere contributie (soms ruim € 100 euro per jaar extra) moet betalen.

Huurovereenkomsten

In Bloemendaal kennen we een aantal verschillende huurcontracten: het super-A-contract, het A-contract en het B-contract.

Door middel van het super-A-contract is het sportterrein verhuurd aan de vereniging, waarbij het beheer en onderhoud volledig voor rekening en verantwoording zijn van de sportvereniging. Sinds 2005 is de huurwaarde van de sportterreinen gerelateerd aan de WOZ waarde van de grond. Deze huurwaarde wordt sinds 2005 volledig gesubsidieerd. Hiermee is een totaal bedrag gemoeid van ruim € 154.000 per jaar (inclusief strandverenigingen).

Door middel van het A-contract worden velden verhuurd waarbij het dagelijks onderhoud onder beheer en verantwoordelijkheid geschiedt van de vereniging. Het groot onderhoud vindt plaats door de gemeente. De sportvereniging Vogelenzang heeft een dergelijk contract.

Via het B-contract tot slot worden velden aan sportverenigingen verhuurd, waarbij het dagelijks en groot onderhoud volledig voor rekening komen van de gemeente. Sportvereniging BSM (alle velden) en de Mixed Hockeyclub Bennebroek (1 natuurgrasveld) huren nog onder deze condities van de gemeente. Met de cricketclub Bloemendaal is eveneens een B-contract gesloten. Reden hiervoor is het feit, dat de velden tevens voor schoolsport worden gebruikt.

Grond onder club- en kleedaccommodaties

Om de door de gemeente gewenste zelfstandigheid van sportverenigingen te borgen, is in de sportnota 2005 besloten de clubs de gelegenheid te geven om de grond onder de club- en kleedaccommodaties voor een symbolisch bedrag in eigendom over te dragen. Hierdoor worden aan hen meer mogelijkheden geboden voor het aantrekken van geldleningen voor bijvoorbeeld renovatie of ver- of nieuwbouw van club- en kleedaccommodatie. Een aantal verenigingen heeft hiervan gebruik gemaakt en de grond in eigendom verkregen.

Kunstgras

Het beleid ten aanzien van kunstgras is vastgelegd in een notitie die is vastgesteld door de gemeenteraad op 12 december 2002. In de beschrijving van het kunstgrasbeleid is uitsluitend gekeken naar de hockeyclubs.

De notitie geeft aan dat in bestemmingsplannen is geregeld of natuurgras mag worden omgevormd tot kunstgras. In een aantal bestemmingsplannen geldt het regime van de aanlegvergunning. Aan de vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden.

Het onderwerp kunstlicht is slechts zijdelings aan bod gekomen in de notitie. In bestemmings-plannen is beschreven dat de hoogte van lichtmasten aan een bepaald maximum is gebonden.

Binnensportaccommodaties

Bloemendaal kent binnen de gemeentegrenzen 2 sporthallen en 14 gymlokalen. In de nabije omgeving zijn tal van andere binnensportaccommodaties.

Alle gymlokalen met uitzondering van 1 (Sparrenbosschool) zijn eigendom van de schoolbesturen (hetzij Stopoz, hetzij de bijzondere schoolbesturen). De sporthallen zijn eigendom van de gemeente.

Gemeentegarantie

De herinvoering van de gemeentegarantie in combinatie met een garantie van het Waarborgfonds Sport maakt het verenigingen mogelijk investeringen te doen in de accommodatiesfeer. De praktijk geeft aan dat dit instrument veelvuldig wordt toegepast, aangezien banken nauwelijks bereid zijn zonder borgstellingen leningen te verstrekken.

Het Waarborgfonds staat niet alleen garant voor geldleningen, maar staat de sportvereniging ook met raad en daad bij. Het Waarborgfonds doet dat overigens met een aantal partners, waaronder twee bankinstellingen en een groot accountantskantoor. Het Waarborgfonds biedt in samenwerking met deze banken bepaalde arrangementen aan. Vanzelfsprekend is de sportvereniging vrij in het kiezen van zijn financier.

Hoe kan de gemeente bijdragen aan een goed sportklimaat en het hoge niveau van de voorzieningen in stand houden? In de volgende paragrafen wordt daarop ingegaan.

6.1.2 Uitgangspunten

 

SportaccommodatiesDe gemeente hanteert daarbij de volgende uitgangspunten: partnership

  • §

    Sportvoorzieningen en de sportcultuur zijn gecreëerd door gezamenlijke inspanningen van burgers, bedrijfsleven en de gemeente.

  • §

    Betrokken partijen dragen bij op grond van eigen kracht.

  • §

    We streven naar het handhaven van de huidige sportcomplexen. Het voorzieningenniveau moet minimaal gelijk blijven.

  • §

    We streven naar regionale afstemming op sportgebied.

lastenverlichting

  • §

    Bij het geven van medewerking aan de uitbreiding of wijziging van sportcomplexen al of niet als gevolg van groei van sportverenigingen vindt een afweging plaats van belangen van de sport en sporters, natuur, milieu, verkeer en omwonenden. De gemeente kan hierbij een bemiddelende rol spelen.

  • §

    Medewerking wordt gegeven als de belangenafweging uitvalt in het voordeel van de sportvereniging.

  • §

    De huurovereenkomsten worden gesloten voor een periode van 40 jaar. Verder zijn de (oude) algemene reclamebepalingen in de overeenkomsten geschrapt. Dit onderwerp moet publiekrechtelijk geregeld worden. Bepalingen over het tijdstip van het aan- en uitzetten van de veldverlichting zijn eveneens geschrapt in de overeenkomsten. Deze materie is geregeld in het activiteitenbesluit van de Wet Milieubeheer. Bepalingen over lichtmasten en vlaggenmasten zijn niet en worden ook niet opgenomen in huurovereenkomsten. Deze onderwerpen worden geregeld door middel van publiekrechtelijke bepalingen.

  • §

    Het streven is er op gericht sportverenigingen zelf maximaal verantwoordelijk te laten zijn voor het beheer en onderhoud van de velden. Dat is nu het geval bij de verenigingen met een super-A-contract en min of meer bij de A-contracten. Verenigingen die een andere huurrelatie hebben met de gemeente en dit zo wensen te houden, zullen wij respecteren.

financiële- en beheersaspecten

  • §

    We streven niet naar het weer in beheer krijgen van het onderhoud van accommodaties.

  • §

    De opgestelde landschappelijke analyse geldt als basis bij de ontwikkeling van nieuwe bestemmingsplannen. Bouwaanvragen zullen hierop worden getoetst.

  • §

    Gebruik c.q. verhuur van sporthal De Kooi dient efficiënt plaats te vinden.

  • §

    Het is geen doel op zich sporthallen in eigendom te hebben. De aanwezigheid van de sportvoorziening is van belang.

  • §

    De gemeente is geen bankinstelling en wenst geen speler te zijn op de kapitaalmarkt.

  • §

    De gemeente is geen voorstander van algemene financiële ondersteuningsmaatregelen, omdat daarmee ook verenigingen geholpen worden die financieel gezond zijn. Dat voorkomt (verdere) scheefgroei.

6.1.3 Beleidsmaatregelen vanaf 2000

 

Sportaccommodaties

Huurovereenkomsten

Met de hockeyclubs zijn vanaf midden jaren ’80 naast de huurovereenkomsten, diverse kunstgrascontracten gesloten. Deze situatie heeft ertoe geleid dat een min of meer ondoorzichtige huursituatie ontstond, bijvoorbeeld als gevolg van het feit dat er verschillende huurtermijnen en ingangsdata zijn gaan gelden.

Omdat door de afloop van huurtermijnen de noodzaak bestond nieuwe contracten te sluiten, zijn alle huurcontracten herzien, waarbij zoveel mogelijk is aangestuurd op standaard contracten (gelijke bepalingen voor ieder).

De verschillende soorten contracten (Super-A, A en B contracten) blijven bestaan.

Harmonisatie huurovereenkomsten

Met de fusie per 1 januari 2009 ontstond de noodzaak het huurbeleid van de voormalige gemeente Bennebroek en die van Bloemendaal op elkaar af te stemmen.

Zowel de hockeyvereniging Bennebroek (v.w.b. de kunstgrasvelden) als de tennisvereniging Bennebroek valt onder een met een super-A-contract vergelijkbaar systeem waarin zij volledig verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van het sportcomplex.

Hoewel er bij de hockey- en tennisvereniging feitelijk geen sprake was van huur maar van erfpacht en opstal, hebben wij gemeend naar de geest van de regeling te moeten handelen. Omdat wij niet de intentie hebben (gehad) de regeling op dit punt te wijzigen, is vooruitlopend op de vaststelling van het nieuwe sportbeleid de betreffende beleidsregel met ingang van 2010 van toepassing verklaard op de Bennebroekse sportverenigingen.

Dit heeft geleid tot een voordeel voor beide verenigingen, totaal groot € 14.600. De omni-vereniging BSM huurt onder andere condities van de gemeente, zodat deze harmoniserende regel op die niet van toepassing is.

Grond club- en kleedaccommodaties

Als alternatief voor het overdragen van de grond onder de club- en kleedaccommodatie aan de sportverenigingen kan met de betreffende club ook een langdurig huurcontract aangegaan worden voor de periode van 40 jaar. Voor de bankinstelling geeft een dergelijke huurrelatie voldoende zekerheid voor het verstrekken van een geldlening.

De mogelijkheid van overdracht van de ondergrond voor een symbolisch bedrag blijft bestaan.

Uitbreiding of wijziging sportcomplexen

Voor het functioneren van sportverenigingen kan uitbreiding of intensivering van het gebruik van het sportcomplex van belang zijn. Het is een gegeven dat deze ontwikkelingen van invloed zijn op de omgeving. Uitbreiding van het complex leidt tot meer sporters en bezoekers en dientengevolge tot meer verkeer en verkeersbewegingen.

Wij verwachten dat sportverenigingen er naar streven zoveel mogelijk in harmonie te functioneren met de omgeving. Wij verwachten dat sportverenigingen de effecten van de uitbreiding voor de omgeving in kaart brengen en zoeken naar mogelijke oplossingen om overlast voor de omgeving te beperken. Wij verwachten dat de sportverenigingen de dialoog aangaan met omwonenden en hen bij het nadenken over oplossingen betrekken.

Het bestaande beleid dat er bij uitbreidingsplannen een afweging moet plaatsvinden tussen de belangen van de sport en sporters, natuur en milieu, verkeer en omwonenden wordt gecontinueerd.

Er is beschreven dat bij uitbreiding en/of intensivering van het gebruik van de accommodatie een afweging moet worden gemaakt van alle relevante belangen. Het gaat dan om belangen van natuur, milieu, verkeer, sport en omwonenden. Het geven van privaatrechtelijke toestemming (de gemeente is immers eigenaar van vrijwel alle sportaccommodaties) wordt vervolgens afhankelijk gesteld van de uitslag van deze belangenafweging.

Naast deze privaatrechtelijke weg dienen in het kader van het publiekrecht de nodige vergunningen of ontheffingen te worden aangevraagd en verleend om de uitbreiding en/of intensivering van het gebruik mogelijk te maken. Te denken valt aan de omgevingsvergunning (bouwvergunning). Binnen deze procedures is normaal gesproken geen (wettelijke) ruimte aanwezig voor het maken van een uitvoerige en volledige belangenafweging.

Met de indieners van zienswijzen zijn wij van mening dat het bestaan van privaatrechtelijke en publiekrechtelijke procedures naast elkaar onduidelijkheden creëert. Voorts kan het volgen van beide procedures onder omstandigheden leiden tot tegengestelde resultaten. Dat wat publiekrechtelijk mogelijk is, zou op grond van het privaatrecht tegengegaan kunnen worden. Dit laatste vinden wij ongewenst.

Wij menen daarom dat er op één plaats en voor zover mogelijk binnen één procedure een afweging gemaakt moet worden van alle relevante belangen. Wij menen dat het publiekrecht daarvoor geschikt is. Het opnemen van een aanlegvergunningenstelsel binnen nieuwe bestemmingsplannen biedt daarvoor mogelijkheden. Bij het verlenen van privaatrechtelijke toestemming (als verhuurder) wordt er dan geen afweging meer gemaakt van relevante belangen.

De belangen van natuur en landschap – zoals verwoord in het landschappelijk advies - maken onderdeel uit van genoemde afweging.

Ruimtelijke ontwikkelingen

Sinds het verschijnen van de kunstgrasnota zijn omstandigheden veranderd en heeft besluitvorming gezorgd voor nieuw beleid.

De hockeyclubs Bloemendaal en Rood-Wit hebben bij de aanvraag tot uitbreiding van het aantal kunstgrasvelden in 2000 respectievelijk 2003 ingestemd met de gemeentelijke voorwaarde geen lichtmasten te plaatsen op de nieuw aan te leggen kunstgrasvelden. Bij hockeyclub Bloemendaal ging dat destijds om veld 3 en 4 en bij Rood-Wit om de velden 3 tot en met 5. Hockeyclub HBS heeft in 2005 daarmee ingestemd voor veld 3.

Nadien is bij raadsbesluit van 24 april 2008 naar aanleiding van verzoeken van de hockeyverenigingen en van de hockeybond de bereidheid uitgesproken privaatrechtelijke toestemming te verlenen voor de uitbreiding van kunstverlichting op de kunstgrasvelden.

Deze bereidheid is uitgesproken omdat het sportieve belang van groot belang werd geacht. De privaatrechtelijke toestemming werd enerzijds gekoppeld aan het voeren van publiekrechtelijke procedures in het kader van natuur en milieu en anderzijds aan een belangafweging op het terrein van verkeer, sport en omwonenden.

In 2010 is na een uitvoerige belangenafweging aan HBS toestemming verleend lichtmasten te plaatsen op het derde veld.

Geconcludeerd moet dus worden dat de sinds 2002 opgestelde beleidsregels t.a.v. kunstgras en verlichting zijn verruimd.

a.Structuurvisie

De gemeente beschikt op grond van de Wet ruimtelijke ordening over een structuurvisie voor het gehele grondgebied (planning vaststelling in voorjaar 2011). De structuurvisie biedt een ruimtelijk kader voor het opstellen van bestemmingsplannen en biedt beleidsuitgangspunten om ruimtelijke ontwikkelingen op te vangen.

In de structuurvisie zijn hiertoe waardevolle gebieden aangewezen binnen de gemeente uit oogpunt van landschappelijke waarde. Het beleid in de structuurvisie is gericht op het behoud en versterken van ruimtelijke kenmerken van Bloemendaal. In 2009 heeft de gemeenteraad kernkwaliteiten vastgesteld als kader voor ruimtelijke ontwikkelingen. Voor de sportnota zijn de volgende kernkwaliteiten relevant.

  • §

    Strandvlakten en –wallen horen bij elkaar, de massa van de wallen en openheid van de vlakten zorgen voor een waardevolle en herkenbare landschapsstructuur.

  • §

    De strandvlakte bij Vogelenzang is een groen open gebied met lange zichtlijnen.

  • §

    Oude laanbomen maken een belangrijk deel uit van de groenstructuur van deze zone in Bloemendaal.

  • §

    De noordelijke strandvlakten zijn waardevol vanwege het meertje van Caprera en het open karakter en geven uiting aan de sportcultuur van Bloemendaal.

  • §

    Het landschap wordt beleefd vanaf wegen, wandel-, fiets- en ruiterpaden. Doorkijkjes zijn hierbij belangrijk.

Samenvattend benadrukt het ruimtelijk beleid de openheid van strandvlakten met behoud van zichtlijnen en oude groenstructuur. Beleving van het landschap en tegengaan van verrommeling zijn belangrijke punten om de waarde van het landschap te versterken. Tegelijkertijd wordt sport beschouwd als integraal onderdeel van de noordelijke strandvlakte van Bloemendaal.

Deze beleiduitgangspunten kunnen het beste worden vertaald dat sport en open strandvlakten goed kunnen samengaan mits rekening wordt gehouden met de landschappelijke waarde. In de uitgangspunten van de structuurvisie wordt het toevoegen van ruimtelijke kwaliteit bij ontwikkelingen beschouwd als belangrijk gegeven. Het goed inpassen van intensivering van sportaccommodaties in Bloemendaal is dus van groot belang.

b.Landschapsadvies

Buro Adrichem, een landschapsarchitectenbureau uit Santpoort, heeft een landschappelijk advies geschreven waarin verschillende intensiveringsmogelijkheden voor de sportverenigingen zijn opgenomen. Het advies is in de conceptversie van de sportnota integraal als bijlage 5 afgedrukt. Uit de zienswijzen die zijn ingediend bleek er onduidelijkheid te bestaan over de status van het advies. Door opname van het advies is de indruk gewekt dat er sprake is van vaststaand beleid. Deze veronderstelling is begrijpelijk maar niet juist.

Het advies heeft geen officiële status. Het advies is niet onderworpen (geweest) aan politieke besluitvorming. Het advies maakt (nog) geen deel uit van bestemmingsplannen. Wel hebben wij het voornemen het advies te gebruiken bij het toekomstig ruimtelijk beleid. In de toekomst zullen alle bestemmingsplannen conform wettelijke richtlijnen worden herzien en in dat kader wordt onderzocht in hoeverre het advies verwerkt zal worden in de plannen.

c.Bestemmingsplannen

Voor iedere dorpskern wordt één bestemmingsplan ontwikkeld waarvoor geldt dat alle bestemmingsplannen vóór 1 juli 2013 vastgesteld zijn. Deze bestemmingsplannen zijn conserverend van aard en worden opgesteld binnen de kaders die de structuurvisie biedt. Dat betekent dat de kernwaarden worden vertaald naar het schaalniveau van het bestemmingsplan.

Golfbaan

In de vergadering van 28 januari 2010 is de gemeenteraad akkoord gegaan met ons voorstel tot stopzetting van het project Ecologische Golfbaan Woestduin. Het realiseren van een golfbaan bleek met name om financiële redenen niet haalbaar.

Met betrekking tot de bestemming van het gebied Woestduin wordt in de structuurvisie het open karakter benadrukt. Verder zal waterberging tot de mogelijkheden kunnen behoren.

In het thema recreatie in de structuurvisie wordt uitgegaan van kleinschaligheid bij het ondernemen van activiteiten. Geconcludeerd mag worden dat de vestiging van een golfbaan nog steeds tot de wenselijkheden behoort.

Wij zullen meewerken aan particuliere initiatieven als de plannen zich binnen de ons gegeven ruimtelijke en financiële mogelijkheden bevinden.

Aanleg (kunstgras-)velden

Verenigingen die op basis van het met hen gesloten Super-A-contract zelf verantwoordelijk zijn voor de instandhouding van het sportcomplex, bepalen de aanleg c.q. vervanging en financiering van (nieuwe) kunstgrasvelden. De rol van de gemeente beperkt zich tot een faciliterende. Als de nodige voorwaarden zijn vervuld op publiekrechtelijk gebied (onder meer natuurprocedures) zal privaatrechtelijke toestemming worden gegeven. De gemeente draagt niet bij in de kosten van de aanleg van kunstgrasvelden. Dit bestaand beleid zal door ons gecontinueerd worden. Reden hiervoor is enerzijds de door ons geambieerde zelfstandigheid van de verenigingen en anderzijds het gebrek aan financiële middelen in onze begroting.

Bij verenigingen die sportcomplexen huren onder het regime van A- en B-contracten, waarbij de kosten van groot onderhoud respectievelijk al het onderhoud voor rekening van de gemeente komen, bekijkt de gemeente per geval of (bedrijfseconomische) redenen aanwezig zijn kunstgras aan te leggen. Het uitgangspunt daarbij is dat in principe de kosten van de aanleg verdisconteerd worden in de huurkosten van het betreffende veld.

Het Bloemendaals beleid t.a.v. de aanleg van kunstgrasvelden is naast het beleid van de regiogemeenten gelegd. Dat heeft het volgende opgeleverd.

De gemeente Heemstede is eigenaar van sportpark Groenendaal. De gemeente legt kunstgras aan. De gevraagde huur is deels op historische gronden gebaseerd. Circa 80% van de kosten wordt gesubsidieerd. Het onderhoud van dit park is in handen van de gemeente. Het sportpark HBC is in particuliere handen. Vorig jaar is door de gemeente met het oog op het gelijkheidsbeginsel geld beschikbaar gesteld voor kunstgras aan HBC.

De sportcomplexen binnen Zandvoort zijn eigendom van de gemeente. De gemeente betaalt de aanleg van kunstgras. Binnen de begroting van deze gemeente is financiële ruimte gecreëerd. De huurprijzen van kunstgras zijn veelal historisch bepaald. Een hogere huur wordt in onderling overleg bepaald. De gemeente betrekt daarbij de draagkracht van de vereniging. Sportstimuleringsmotieven spelen in Zandvoort derhalve een voorname rol. Zandvoort heeft binnen haar grenzen 1 hockeyvereniging met 2 kunstgrasvelden (waarvan 1 in combinatie met de voetbal) en 1 voetbalvereniging. Volgend jaar wordt bij de voetbalvereniging een kunstgrasveld aangelegd.

Haarlemmerliede heeft 1 sportcomplex waarvan het eigenaar is. De gemeente onderhoudt het gehele complex. Er zijn geen kunstgrasvelden. Momenteel wordt bekeken of een natuurgrasveld moet worden vervangen door kunstgras vanwege de specifieke situatie m.b.t. de ondergrond. Het is nog niet bekend hoe de financiering plaatsvindt. Het is niet bekend welke gevolgen de aanleg heeft voor de hoogte van de huur.

De gemeente Haarlem stelt op basis van een meerjaren investeringsplan vast hoeveel kunstgrasvelden aangelegd c.q. vervangen worden. Het doel van de gemeente is minimaal 1 kunstgrasveld beschikbaar te hebben bij iedere vereniging. Haarlem kent totaal 70 sportvelden, waarvan 30 inmiddels kunstgras hebben. Vrijwel alle verenigingen hebben inmiddels minimaal 1 kunstgrasveld. Al het onderhoud en aanleg is in handen van SRO, de beheerder van de sportvelden. De huurprijs van natuurgras- en kunstgrasvelden is gelijk. Er is geen duidelijke relatie tussen kosten en huurprijs. De gemeente Haarlem heeft vanuit het investeringsplan jaarlijks € 1 mln. beschikbaar.

Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de omringende gemeenten op de meerjarenbegroting financiële middelen hebben gereserveerd voor de aanleg van kunstgrasvelden.

Bloemendaal pleegt ten laste van haar begroting geen investeringen in kunstgras.

Verder kan de conclusie worden getrokken dat er geen duidelijke relatie bestaat tussen kosten van de aanleg van kunstgrasvelden en de gevraagde huurprijs. De sportverenigingen worden op dat punt in de regio gesubsidieerd. Ook in Bloemendaal worden de sportverenigingen met name indirect (huur sportcomplex) gesubsidieerd, maar de indruk is gerechtvaardigd dat Bloemendaal op dit punt minder subsidieert. Immers het beheer en onderhoud ligt bij de clubs.

De regiogemeenten onderhouden (vrijwel) alle sportparken. Daarmee is een bepaalde minimum aan kwaliteit gegarandeerd. Tevens heeft het als voordeel dat het meer mogelijkheden biedt om sportcomplexen multifunctioneel te gebruiken.

Sportverenigingen zijn in de regiogemeenten minder zelfstandig door het feit dat zij in forse mate afhankelijk zijn van subsidies van de gemeente. In Bloemendaal zijn de sportverenigingen meer zelfstandig en self-supporting.

Binnensportaccommodaties

De schoolbesturen zijn vrij in het beschikbaar stellen van gymlokalen. Het onderwijs is op afstand gezet en daarin past geen gemeentelijke bemoeienis met verhuur van gymlokalen. Wij streven er naar het gymlokaal van de Sparrenbosschool eveneens over te dragen aan het schoolbestuur.

De gemeente heeft 2 sporthallen in eigendom: sporthal Tetterode en sporthal De Kooi.

Met ingang van 1 september 2010 exploiteert Bovelander & Bovelander (B&B) de Tetterode sporthal. B&B opereren zelfstandig en de gemeente staat op afstand. De gemeente vervult een faciliterende rol in het kader van het treffen van groot onderhoud (eigendom), vergunningverlening en het meewerken aan procedures.

Met B&B is een contract gesloten voor een periode van 10 jaar. B&B richten zich ook op het realiseren van een klimbos en een speelbos in het groen rond de sporthal. Men heeft voorts plannen om nieuwe sportactiviteiten in of bij de sporthal te brengen (mogelijk een klimwand).

De gemeente Bloemendaal is nauw betrokken bij deze ontwikkelingen. Niet alleen omdat de gemeente eigenaar is van het gebouw en de omliggende terreinen, maar ook als publiekrechtelijke lichaam de vergunningen verleent en bestemmingsplannen vaststelt. B&B ambiëren eigenaar te worden van de sporthal.

Al eerder is gewezen op de mogelijkheid van het inzetten van combinatiefunctionarissen (zie hoofdstuk 4.1) Onderzoek daartoe zal worden verricht in 2011. Voor een nadere uiteenzetting van de functies van en de mogelijkheden met combinatiefunctionarissen verwijzen wij naar bijlage 1. In de Tetterode hal met de nieuwe exploitant ligt een kans een dergelijke functionaris in te zetten, die sport en bijvoorbeeld school en of de wijk met elkaar in verbinding kan brengen. En passant zet hij zich in voor de sporthal om de bezettingsgraad te verhogen.

Sporthal De Kooi is eveneens gemeentelijk eigendom en wordt verhuurd aan diverse partijen. De bezettingsgraad van deze sporthal is dankzij een grote huurder (overheidsorganisatie) redelijk tot goed te noemen. De zaalvoetbal- en badmintontak van BSM heeft in deze sporthal zijn thuishaven. Ook de Mixed hockeyvereniging Bennebroek maakt gebruik van de zaal t.b.v. zaalhockey.

In 2011 zullen wij de exploitatie van deze sporthal tegen het licht houden. De verhuur en het voeren van administratie is in handen van de gemeente en dat is een tijdrovende klus. De exploitatie zal op doelmatigheid worden beoordeeld. Ook wordt nagegaan of uitbesteding van de exploitatie zinvol is.

Duurzaamheid

In de in 2011 te verschijnen beleidsnotitie Duurzaam bouwen is dit begrip omschreven als een bouwmethode waarbij vanaf het ontwerp tot en met het gebruik zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met het milieu, zowel nu als in de toekomst.

Duurzaam bouwen is niet wettelijk verplicht. Wettelijke verplichtingen op het beleidsveld bouwen liggen vast in het Bouwbesluit. Hierin is wel een trend waarneembaar die zorgt dat woningen steeds energiezuiniger worden.

De notitie schetst naast het mondiaal, europees, nationaal en provinciaal klimaatbeleid, het gemeentelijk beleid op het gebied van duurzaamheid. Duurzaamheid is beschreven in het collegeprogramma als één van de speerpunten.

Het beleid richt zich op verschillende doelgroepen. Per doelgroep is gekeken naar de mogelijkheden en kansen om te komen tot het duurzaam bouwen beleid.

Het duurzaam bouwen beleid heeft raakvlakken met het sportbeleid met name op het gebied van accommodaties.

Hiervoor is geschetst dat club- en kleedgebouwen op sportcomplexen vooral in handen zijn van verenigingen. Een enkel complex is in handen van de gemeente.

Bij bouw en verbouw zal de gemeente met name door voorlichting aanvragers moeten stimuleren na te denken over duurzaamheid en welke rol dit begrip in het betreffende bouwplan kan spelen.

Het wekken van interesse voor dit thema kan ook door het ontwerpen van een subsidieregeling. Sinds maart 2009 kent de gemeente een subsidieregeling voor duurzame energie bij non-prifit organisaties. De regeling is bedoeld voor scholen en non-profit organisaties (waaronder sportverenigingen). Verenigingen worden gestimuleerd om een groeimodel op te stellen met het pad naar een duurzame sportvereniging. Er kan subsidie verstrekt worden voor bepaalde energiebesparende maatregelen. Voor uitvoering van de regeling is maximaal € 50.000 beschikbaar. Dit is het subsidieplafond. Subsidieaanvragen die ingediend worden nadat het plafond is bereikt, moet het college dan weigeren. De raad kan de regeling dan intrekken, of opnieuw een budget ter beschikking stellen.

Anders ligt het bij sportaccommodaties die van de gemeente zijn. Het betreft hier de accommodatie van een deel van BSM in Bennebroek en de cricketclub. Bij het aanpassen van deze accommodaties zal duurzaamheid een van de aandachtspunten zijn.

De gemeente is ook eigenaar en verhuurder van de sporthallen Tetterode en De Kooi.

Omdat op korte termijn sporthal Tetterode op bepaalde vlakken gemoderniseerd moet worden, zal in overleg met de nieuwe exploitant van de sporthal bekeken worden in hoeverre duurzaamheid een rol kan spelen. Bekend is dat bijvoorbeeld de lichtopbrengst van de bestaande verlichting verbetering behoeft. Het aanbrengen van hoogfrequent licht zorgt voor een betere lichtopbrengst maar ook voor lagere energiekosten. Verder zullen in 2011 de heaters in de hallen vervangen worden. Deze zijn verouderd en niet energiezuinig.

Bij het plegen van groot onderhoud aan De Kooi zal aandacht aan het duurzaamheidaspect gegeven worden.

Garanderen van geldleningen en verstrekken van geldleningen

Een enkele maal is door sportverenigingen gevraagd of de gemeente zelf bereid was tot het verstrekken van geldleningen (al dan niet in combinatie met het doorlenen van een aangetrokken geldlening bij onze huisbankier). De sportvereniging gaat er van uit dat de gemeente door haar positie en haar contacten met de BNG in staat is goedkoper geld te lenen dan de sportvereniging. Dit voordeel zou dan doorgesluisd moeten worden naar de vereniging.

Het uitlenen van geld door de gemeente is geregeld in het Treasury statuut. Het is het college van burgemeester en wethouders alleen toegestaan leningen te verstrekken als het gaat om de vervulling van de publieke taak en aan door de gemeenteraad goedgekeurde derde partijen.

Aangezien aan deze voorwaarden niet is voldaan is het rechtstreeks lenen van geld aan sportverenigingen op dit moment niet mogelijk.

Het bankieren behoort niet tot de reguliere taak van de gemeente. Verder past het beschikbaar stellen van geldleningen aan sportverenigingen naar onze mening niet in het streven dat gericht is op vergroting van de zelfstandigheid van verenigingen. Immers door deze constructie ontstaat juist afhankelijkheid.

Verder past het zelf verstrekken van geld niet bij het instrument van het garanderen van een geldlening. De medegarant – het Waarborgfonds – zal dan niet beschikbaar zijn, hetgeen het gemeentelijke risico vergroot.

Tot slot leidt het uitlenen van geld aan sportvereniging tot een aanmerkelijke administratie voor de gemeente. Immers de aanvraag moet worden beoordeeld aan de hand van begrotingen en jaarrekeningen. Ook moet er een jaarlijkse beoordeling zijn. Op dit moment wordt deze taak tot ieders tevredenheid gedaan door het Waarborgfonds, die hun bevindingen aan de gemeente meedelen. Bij het Waarborgfonds worden deze werkzaamheden door financieel specialisten gedaan. De gemeente biedt deze specifieke kennis niet.

Het Waarborgfonds is juist ingesteld om sportverenigingen zelfstandig te laten functioneren in deze maatschappij. De gemeente functioneert op de achtergrond. In de afgelopen jaren zijn aan 3 sportverenigingen garanties verstrekt.

Wij continueren het beleid t.a.v. gemeentegaranties.

6.2 Verenigingen

Sportaccommodaties zijn belangrijk maar bieden feitelijk de randvoorwaarden waarbinnen mensen georganiseerd in verenigingen hun sport kunnen organiseren. De wensen van verenigingen ontwikkelen zich razendsnel. Dat geldt met name voor de hockeysport die de laatste 10 jaar geconfronteerd is met zowel ingrijpende technologische ontwikkelingen als met een enorme populariteitsstijging. Maar ook andere verenigingen ervaren problemen bij het vinden en binden van leden, bestuurlijk kader en vrijwilligers. De vraag rijst welke rol Bloemendaal hierbij kan en moet spelen om verenigingen op dit punt beter te faciliteren.

6.2.1 Stand van zaken

 

De maatschappelijke taak die sportverenigingen hebben, maken het noodzakelijk dat verenigingen beschikken over voldoende én over gekwalificeerde vrijwilligers.

Verenigingen draaien op leden die nauw betrokken zijn bij hun club. Het is de algemene praktijk dat zowel jeugd als oudere leden een taak hebben binnen de verenigingen. Dat varieert van scheidsrechter tot coach/trainer tot onderhoudsman.

Daarnaast is het praktijk dat ouders worden ingeschakeld bij het werk binnen de vereniging. Veelal wordt het als eis gesteld bij de aanvraag om lid te worden.

Toch is het een gegeven dat sportverenigingen zowel landelijk als in Bloemendaal aangeven dat er behoefte is aan nog meer vrijwilligers. Hoewel de “markt” van vrijwilligers theoretisch groot is (de bevolking vergrijst), weten verenigingen, vaak met moeite, vrijwilligers te interesseren.

Wachtlijsten

De sportnota uit 2005 bespreekt de wachtlijsten bij sportverenigingen in de gemeente Bloemendaal. Daaruit komt naar voren, dat de hockeyverenigingen en tennisverenigingen beperkte, vooral voor jeugdleden, wachtlijsten hebben. Door het ontstaan van wachtlijsten zijn verenigingen genoodzaakt een toelatingsbeleid te voeren. In de regel worden leden toegelaten als familie bij de club reeds lid is. Sowieso moeten ouders van (nieuwe) leden actief worden (zijn) bij de club.

In de sportnota 2005 wordt dit onderdeel besloten met de conclusie dat de notitie kunstgras uit 2002 het aantal kunstgrasvelden heeft gemaximeerd en daarmee de groei van de clubs heeft begrensd. De eindconclusie is toen getrokken dat het bestaan van wachtlijsten onvermijdelijk is, maar tegelijkertijd niet onoverkomelijk doordat een wachtlijst zich binnen beperkte tijd vanzelf oplost.

Financiële positie sportverenigingen

Uit publicaties in de media en uit contacten met Bloemendaalse sportverenigingen komen (af en toe) geluiden dat de exploitatie bij sommige verenigingen onder druk staat. Het evaluatierapport dat is opgemaakt over het sportbeleid geeft aan dat met name hockeyverenigingen door ontwikkelingen als kunstgras enorm op kosten zijn gejaagd. Noodgedwongen hebben deze verenigingen de contributie opgeschroefd en het maximum hierin lijkt bereikt.

6.2.2 Uitgangspunten

 

De volgende uitgangspunten gelden.

  • §

    We streven naar vergroting van de zelfstandigheid van sportverenigingen.

  • §

    De gemeente tracht zoveel mogelijk de verenigingen te faciliteren.

  • §

    Samen met de verenigingen (en omliggende gemeenten) wil de gemeente bepalen waar groei mogelijk is. Doel is om gezamenlijk te komen tot een optimale grootte vanuit maatschappelijke, sportieve en ecologisch gezichtspunt.

  • §

    Op basis van behoeften van verenigingen streeft de gemeente ernaar om incidenteel of structureel ondersteuning te bieden op het gebied van lastenverlichting, deskundigheidsbevordering en assistentie bij het invullen van de maatschappelijke rol.

  • §

    Sportverenigingen worden zoveel mogelijk gelijk behandeld.

  • §

    De gemeente treedt niet in het toelatingsbeleid en het tarievenbeleid voor leden van sportverenigingen.

6.2.3 Beleidsmaatregelen

 

Combinatiefuncties

In 2011 zal een plan van aanpak worden gemaakt door een kwartiermaker.

Sportservice Noord-Holland heeft zich bereid verklaard te onderzoeken hoe de combinatie-functionarissen het best ingezet en gefinancierd kunnen worden. Daarbij wordt aangegeven hoe zij kunnen bijdragen aan het verbinden van beleidsdoelen op verschillende beleidsterreinen.

Grenzen aan de groei (wachtlijsten)

Uit recente contacten met sportverenigingen in Bloemendaal blijkt dat nog steeds de hockeyverenigingen (met uitzondering van Bennebroek) te maken hebben met wachtlijsten. Verder heeft de tennisvereniging WOC te maken met een wachtlijst en de voetbalvereniging BVC Bloemendaal.

Verenigingen hebben slechts een beperkte groeidoelstelling. Men streeft vooral naar het verhogen van de kwaliteit van het trainingsproduct. Hockeyverenigingen willen af van het spelen van jeugdwedstrijden op zaterdagavond.

De voetbalverenigingen beschikken over natuurgras en met name in de winterperiode levert dat met regelmaat afgelastingen op. Dat betekent dan dat velden ongeschikt zijn om te spelen, maar ook om te trainen.

Verenigingen zoeken de oplossing voor de ontstane wachtlijsten vooral in de accommodatiesfeer: meer verlichting en uitbreiding van het aantal (kunstgras)velden en banen.

Het is een gegeven dat sommige verenigingen ruimtelijk gezien hun maximum hebben bereikt. Het aanleggen van meer kunstgras behoort dan niet meer tot de mogelijkheden. Intensivering behoort in theorie wel tot de mogelijkheden indien kunstlicht wordt aangelegd.

Aangezien nog immer sprake is van wachtlijsten bij sportverenigingen, maakt het verleden duidelijk dat de door de verenigingen gepropageerde oplossing (meer kunstgras en/of verlichting) het wachtlijstprobleem niet uit de wereld helpt.

De allesbepalende factor bij het ontstaan van wachtlijsten ligt in de groeidoelstelling en het toelatingsbeleid van de sportvereniging. Het is volstrekt legitiem naar nieuwe aanwas te streven bij (sport-)verenigingen teneinde de vereniging met regelmaat te voorzien van “vers” bloed. Groeien om alleen groter te worden is vanuit maatschappelijk oogpunt minder vanzelfsprekend.

In hoofdstuk 5.2. is gebleken dat meer dan de helft van de leden van hockey- en tennisverenigingen van buiten Bloemendaal komt. Om een verdere belasting van de schaarse en kwetsbare ruimte in Bloemendaal te voorkomen, is naar de mening van de gemeente regionale afstemming nodig om te komen tot een betere spreiding van de sportvoorzieningen in de regio.

Ondersteuning verenigingen

Een stevige en solide vereniging werkt met een vaste groep mensen die voor hun taak berekend zijn. Door middel van de subsidieregeling vrijwilligerswerk ondersteunt de gemeente (sport)verenigingen met een financiële bijdrage die bedoeld is voor het opleiden, trainen en het bevorderen van de deskundigheid van vrijwilligers.

Sportbonden brengen deze elementen onder de aandacht van de verenigingen en wijzen hen op het belang van goed opgeleide mensen.

Ondersteuning van verenigingen vindt ook plaats door het onderhouden van contacten. Dat geschiedt onder meer door het organiseren van periodiek overleg met de sportverenigingen. In dit overleg wordt dan aandacht besteed aan een specifiek onderwerp en wordt de mening gevraagd van de aanwezige bestuursleden.

Daarnaast wordt met regelmaat contact gezocht met de gemeente. De praktijk leert dat sportverenigingen de weg naar de gemeente in het algemeen goed weten te vinden. De aanwezigheid van een parttime sportambtenaar draagt daar aan bij.

Wij menen dat in het algemeen goede randvoorwaarden zijn geschapen voor het zelfstandig functioneren van sportverenigingen. Dat is vanzelfsprekend niet alleen te danken aan de rol van de (gemeentelijke) overheid, maar juist aan de rol van de vereniging zelf.

Deskundigheidsbevordering acht de gemeente een belangrijk thema waarop ondersteuning kan plaatsvinden. Het uitgangspunt is daarbij de geconstateerde discrepantie tussen de steeds toenemende verantwoordelijkheden voor verenigingen en de moeilijkheid om voldoende en gekwalificeerd kader te vinden.

Toch zou Bloemendaal haar rol als schepper van randvoorwaarden mogelijk beter vorm kunnen geven, als zij zoveel mogelijk op de hoogte is van de wensen van sportclubs op het vlak van het zelfstandig functioneren.

Wij menen dat het dan ook raadzaam is periodiek een tevredenheidonderzoek onder sportverenigingen te houden. Een knelpunten- en behoefteanalyse maakt duidelijk welke problemen sportclubs ervaren. Het onderzoek moet zich voornamelijk concentreren op het aan het licht brengen van hindernissen bij het functioneren van een sportvereniging als belangrijke schakel in deze maatschappij.

De gemeente kan op basis van deze behoefte de rol nader invullen op het gebied van lastenverlichting, deskundigheidsbevordering, uitvoering en de optimale inzet van beperkte financiële middelen. De gemeente richt zich hierbij niet alleen op de grote verenigingen die een maatschappelijke rol willen vervullen maar ook op de kleine(re) verenigingen in verschillende takken van sport om enerzijds de diversiteit aan sporten te vergroten en anderzijds de kracht van de vereniging als sociaal netwerk optimaal te benutten.

Inzicht in de financiële positie van verenigingen

Bloemendaal stelt zich op het standpunt dat sportverenigingen zo zelfstandig mogelijk moeten zijn en in principe zonder gemeenschapsgeld hun huishouding moeten kunnen runnen. Overheidssubsidies worden in principe alleen toegekend om een specifiek gemeentelijk doel te bereiken, waarbij de vereniging de uitvoerende partij is. Toch kunnen er ook andere redenen zijn om financiële ondersteuning te geven.

Uit de globale screening van de jaarstukken van de verenigingen blijkt dat over het algemeen de sportverengingen in Bloemendaal het redelijk tot goed doen. Verenigingen blijken in staat zonder al te veel overheidsbemoeienis hun zelfstandigheid te behouden. Er wordt over het algemeen goed en gedegen financieel beleid gevoerd.

Sommige verenigingen hebben door hun geringe omvang en hun beperkte mogelijkheden om inkomsten te genereren moeite om te overleven. Enkele verenigingen bestaan dankzij incidenteel verkregen voordelen.

Het vorenstaande maakt duidelijk dat naar onze mening voor een verhoging van subsidie c.q. lastenverlichting voor sportverenigingen in het algemeen niet direct de noodzaak bestaat. Wij zijn geen voorstander van algemene financiële ondersteuningsmaatregelen – zoals het subsidiëren van de zakelijke lasten als de OZB en het rioolrecht – omdat daarmee ook verenigingen worden geholpen die het in onze ogen financieel goed tot zeer goed doen.

Wel zijn wij voorstander van het treffen van maatwerk. Op grond van specifieke omstandigheden waarin enkele sportverenigingen verkeren, kennen wij gedurende de looptijd van de sportnota (tot en met 2015) aan de sportvereniging Vogelenzang, de rolstoelhockeyvereniging De Kennemer Keien en aan de Bloemendaalse Schaakvereniging jaarlijks een bijdrage toe groot respectievelijk € 5.000, € 1.000 en € 1.000. SV Vogelenzang ontvangt de bijdrage in verband met het onderhoud van het IJsbaanveld. De rolstoelhockeyvereniging en de schaakvereniging ontvangen een bijdrage in de kosten van huisvesting. Tijdens deze periode verwachten wij van deze verenigingen dat zij zelf maatregelen nemen teneinde te komen tot een beter financieel beleid en financieel evenwicht. De gemeente zou hierbij een ondersteunende rol kunnen vervullen. Het streven van de verenigingen moet er op gericht zijn zelfstandig te functioneren zonder overheidssteun.

Vrijwilligers

Sociale samenhang wordt bevorderd door de betrokkenheid van inwoners bij tal van activiteiten. (Sport)verenigingen draaien op vrijwilligers. De gemeente rekent het tot haar taak daarvoor voorwaarden te scheppen.

Jaarlijks wordt een dag van de vrijwilliger georganiseerd. Het doel is deze groep mensen te bedanken voor hun inzet in de maatschappij. Wij constateren met genoegen dat vrijwilligers in grote getale onze uitnodiging aannemen.

Sinds medio 2009 zijn vrijwilligers via de gemeente collectief verzekerd ten behoeve van gebeurtenissen waarbij vrijwilligers aansprakelijk worden gesteld.

Instellingen en verenigingen die werken met vrijwilligers en werkzaam zijn in de gemeente kunnen jaarlijks een beroep doen op de subsidie voor vrijwilligerswerk.

Tot slot wordt de Vrijwilligerscentrale gesubsidieerd, die een van de schakels vormt tussen vrijwilligers en organisaties.

Het betrekken van de jeugd bij het reilen en zeilen van een (sport-)vereniging is reeds jarenlang een onderdeel van beleid van (sport-)verenigingen.

Ook de Rijksoverheid houdt zich intensief bezig met dit beleidsthema door vanaf het schooljaar 2011-2012 de maatschappelijke stage verplicht te stellen voor alle middelbare scholieren. De maatschappelijke stage houdt in dat jongeren vrijwilligerswerk doen tijdens hun middelbare schoolperiode. Dat is goed voor anderen en voor hun persoonlijke ontwikkeling. Scholen hebben de maatschappelijke stage al opgenomen in het onderwijsprogramma.

De al eerder genoemde Vrijwilligerscentrale Haarlem treedt op als bemiddelaar tussen scholen, leerlingen en organisaties, niet alleen voor Haarlem, maar ook voor Bloemendaal. De eindverantwoordelijkheid ligt overigens bij de scholen.

Ook deze ontwikkeling heeft naar verwachting een positief effect op enerzijds de betrokkenheid van jeugd bij de vereniging en anderzijds op het wegwerken van het tekort aan vrijwilligers bij de verenigingen.

6.3 Overige sport- en beweegaanbieders

De georganiseerde sport gevormd door de bij NOC*NSF aangesloten en erkende sporten is het hart van de sport in Nederland. Tot de jaren tachtig van de vorige eeuw was zij nagenoeg de enige aanbieder van sport. De laatste twintig jaar zijn er vele verschillende varianten bijgekomen, variërend van het geformaliseerde fitness tot het vrij rennen in de duinen. Mensen organiseren hun eigen sportbeoefening maar ook een groot aantal commerciële sportaanbieders heeft de sportmarkt betreden. Dat biedt kansen, ook voor een gemeente. Hoe kan de gemeente ondernemend gedrag in de sport stimuleren en ook individuele sportbeoefening faciliteren?

6.3.1 Stand van zaken

 

Overige sport- en beweegaanbieders

Hier gaat het over het ondersteunen van sportaanbieders. Sportaanbieders zijn natuurlijk sportverenigingen maar ook commerciële aanbieders als fitnesscentra en maneges. Ook min of meer ongeorganiseerde sportaanbieders als trimclubjes en gymnastiekgroepen horen hiertoe. Met deze categorie richten we ons op de commerciële sportaanbieder: fitnesscentra, maneges, tennishallen, etc.

Commerciële aanbieders zijn voor de overheid een interessante partij, omdat zij goed inspelen op de behoeften en de gedragsverandering van mensen. Zoals hiervoor is gememoreerd, hebben mensen wel behoefte aan sport en ontspanning, maar steeds minder aan vastigheid. Lid worden van een sportvereniging is soms net een stap te ver. De behoefte aan vrijheid is groot.

Onderzoek wijst uit dat 20% van sportend Nederland gebruik maakt van het commerciële sportaanbod. Een nog groter deel van de bevolking beoefent een variant van de loopsport, bijvoorbeeld in ons duingebied. De Tetterodehal is daarbij een zeer populaire ontmoetingsplaats.

Het aantal commerciële sportaanbieders binnen de gemeentegrenzen is beperkt. Zo telt de gemeente 4 fitnesscentra, 1 manege en 1 tennishal. In de nabije omgeving is het aanbod een stuk groter.

6.3.2 Uitgangspunten

 

Van deze doelgroep geldt het uitgangspunt dat:

  • §

    de gemeente tracht zoveel mogelijk deze groep van beweegaanbieders te faciliteren door bijvoorbeeld medewerking te verlenen bij ruimtelijke procedures;

  • §

    waar mogelijk de gemeente bij het beheer van eigen accommodaties de kwaliteiten van commerciële aanbieders zal benutten, waarbij de beleidsdoelen van de gemeente het kader bieden waarbinnen zij kunnen ondernemen;

  • §

    de gemeente tracht ook voorzieningen te treffen voor de ongebonden sporters, enerzijds om hen te faciliteren met veilige wandel- en fietsroutes, anderzijds om eventuele overlast voor kwetsbare natuurgebieden te voorkomen (zie ook hoofdstuk 7.1.3 recreatie).

6.3.3 Beleidsmaatregelen

Naast het faciliteren in de vorm van het publiekrechtelijk verlenen van medewerking kan de gemeente commerciële sportaanbieders betrekken bij sportstimulerende activiteiten. In 2011 zal het verrijkingsprofiel in het kader van de Impuls Brede School opgestart worden en een van de mogelijkheden daarbij is het betrekken commerciële sportaanbieders ten behoeve van naschoolse sport. De eerste contacten op dit punt zijn reeds gelegd.

Ongebonden sporters zijn met sport en bewegen bezig op het moment dat zij dat willen en op de plaats waar zij willen.

Deze groep van sporters gebruikt met name de openbare buitenruimte, zoals voet- en wandelpaden, fietspaden en de openbare weg.

Het is vanzelfsprekend dat deze sporters een veilige infrastructuur mogen verwachten. De (gemeentelijke) overheid heeft op dit gebied een duidelijke taak.

6.4 Sportstimulering

 

Bij sportstimulering staat het vergroten van de sportdeelname onder alle lagen van de bevolking centraal. Sport wordt hierbij beschouwd als een verdienstelijk goed. Een verdienstelijk goed is iets waarvan het voordeel voor het individu (vaak het kind) en/of de maatschappij als geheel moeilijk te zien is, meestal omdat het voordeel pas op de lange termijn zichtbaar wordt. Spreekwoorden als ‘de kost gaat voor de baat uit’ en ‘oefening baart kunst’ gelden ook in de sport. Voor de beginnende sporter zijn er kosten als contributie en de aanschaf van sportmateriaal, en moeten er lessen worden gevolgd en/of worden getraind. Het duurt vaak even voordat deze kosten en inspanningen zich uitbetalen. Maar als men het tennissen of schaatsen eenmaal onder de knie heeft, kan men daar vervolgens een leven lang plezier aan beleven en blijken achteraf de inspanningen en kosten de moeite waard (VSG, 2010, blz. 3).

De gemeente Bloemendaal kiest ervoor om de activiteiten te richten op drie omschreven doelgroepen: de jeugd, ouderen en mensen met een beperking. Zelfredzaamheid van de burger blijft centraal staan, stimuleringsactiviteiten moeten aantoonbaar voorzien in een behoefte die niet door de mensen zelf kan worden vervuld. Bij de uitvoering van het sportstimuleringsbeleid is daarom afstemming nodig met het jeugdbeleid en het welzijnsbeleid. Beleidsmaatregelen op verschillende terreinen moeten elkaar versterken. De mogelijkheden van de Impuls Brede Scholen Sport en Cultuur kunnen daarbij worden ingezet.

6.4.1Stand van zaken

Thema sportstimulering betreft het sporten óm te sporten. Stimuleren staat voor aansporen en prikkelen. Sportstimulering is daarom het geheel aan maatregelen waarmee mensen worden aangespoord en / of geprikkeld te gaan sporten.

Sportstimulering richt zich op de bevordering van sport- en bewegingsactiviteiten voor alle inwoners en voor een aantal specifieke doelgroepen die vanuit een sportief en/of maatschappelijk perspectief, een achterstand hebben en waarbij het maatschappelijke wenselijk is dat de participatie van de doelgroepen in sport- en bewegingactiviteiten toeneemt.

De focus bij sportstimulering ligt bij de jongste jeugd en jongeren. Naar verwachting zijn de positieve effecten van meer sporten en bewegen bij deze doelgroepen het grootst en het meest blijvend van aard.

De jeugdsportpas is een landelijk toegepast instrument dat in Bloemendaal is ingevoerd in 2007.

De pas richt zich met name op de schoolgaande jeugd. Deze wordt in de gelegenheid gesteld kennis te maken met diverse sporten, zonder lid te worden van een vereniging.

De pas richt zich als eerste op de jeugd die nog niet aan het sporten is, maar ook op hen die al aan het sporten zijn. Het biedt de jeugd een kans om kennis te maken met andere dan de reguliere sporten (hockey, voetbal, tennis). Ook kan deelgenomen worden aan clinics, workshops en sportcursussen onder begeleiding van professionele trainers.

Bij de introductie van dit instrument is afgesproken dat de jeugdsportpas zou worden geëvalueerd.

Een van de doelstellingen van het verstrekken van een jeugdsubsidie is de vereniging te stimuleren een goed klimaat te scheppen voor de jeugd. Deze subsidie wordt als instrument tegen het licht gehouden. Daarnaast dient de regeling geharmoniseerd te worden, omdat de Bennebroekse en Bloemendaalse regeling van elkaar verschillen.

Voorts richten we ons op ouderen en op mensen met een beperking. In hoofdstuk 5 is in beeld gebracht dat het aantal ouderen (voor het gemak nu gedefinieerd als ouder dan 65 jaar) in de komende decennia toeneemt van ruim 22% op dit moment tot 27% in 2030. Verder is het een gegeven dat steeds meer mensen leiden aan een chronische aandoening. Sportief bewegen is belangrijk. Het bevordert de gezondheid, zelfredzaamheid en participatie en kan depressie en vereenzaming tegengaan.

Steeds meer ouderen weten de reguliere sportvereniging (weer) te vinden en ontstaan er nieuwe vormen van sport voor ouderen: binnen de hockeysport kent men fit- of trimhockey, ook wel knotshockey genoemd. Deze populaire bezigheid van ouderen is sinds 2006 omarmd door de hockeybond (KNHB).

Ook binnen de voetbalbond KNVB wordt veel aandacht besteed aan voetbal voor ouderen. De overgang van senioren naar veteranen is makkelijker gemaakt door de leeftijd te verlagen waarop men tot de veteranen behoort: 30 jaar. Daarnaast zijn allerlei leeftijdscategorieën aangebracht bij het veteranenvoetbal. De laatste ontwikkeling is een nieuwe spelstijl van 7 tegen 7, waarbij over de breedte van het veld wordt gespeeld: 45+ voetbal.

Met deze nieuwe spelstijl hoopt men de gestopte voetballer weer over te halen sportief bezig te zijn met leeftijdsgenoten en oudere leden langer vast te houden bij de club.

We constateren dat in de gemeente Bloemendaal behoorlijk veel “geestelijk” wordt gesport. Binnen de gemeentegrenzen zijn 10 bridgeverenigingen actief. Er bestaan tal van andere denksporten die vaak in min of meer ongeorganiseerde vorm worden beoefend. Het aantal denksporters is daardoor moeilijk in te schatten.

6.4.2Uitgangspunten
  • §

    De wachtlijsten voor de jeugd moeten zoveel mogelijk worden weggewerkt.

  • §

    Het aanbod moet worden afgestemd op de behoefte van de doelgroep. Waar nodig moet het beweeggedrag van de doelgroep worden geïnventariseerd.

  • §

    Zelfredzaamheid staat centraal.

  • §

    De sport moet betaalbaar blijven, met name voor de jeugd.

  • §

    Het aantal Bloemendaalse jeugdleden blijft basis voor de hoogte van de jeugdsubsidieregeling.

6.4.3Beleidsmaatregelen

Sportstimulering jeugd, ouderen en mensen met een beperking

Jeugd

a.Jeugdsportpas

Bij besluit van 25 januari 2007 is de gemeenteraad akkoord gegaan met de invoering van de Jeugdsportpas (JSP). De jeugdsportpas is met ingang van het schooljaar 2007/2008 in onze gemeente geïntroduceerd.

De doelstelling van de jeugdsportpas is de jeugd te laten kennismaken met (andere) sport(en). Zonder lid te worden van een vereniging kunnen kinderen gedurende een korte periode andere vormen van vrijetijdsbesteding beleven. Daarnaast wordt de pas ingezet als middel om kinderen meer te laten bewegen. Het is logisch dat in dat kader de focus ligt op kinderen die niet aan sport doen (of geen lid zijn van een sportvereniging).

De pas is bedoeld voor alle kinderen in het basisonderwijs in de groepen 4 tot en met 8. Het kennismakingsaspect staat bij de pas voor op. Kinderen zijn nieuwsgierig en maken graag kennis met andere vormen van sport dan de reguliere (hockey, voetbal en tennis).

Kinderen die al lid zijn van een sportvereniging maken eveneens gebruik van de pas. Onderzoek wijst namelijk uit dat veel kinderen aan meer dan één sportieve activiteit (willen) meedoen.

In het schooljaar 2007/2008 hebben totaal 237 kinderen op Bloemendaalse scholen gebruik gemaakt van de jeugdsportpas. In het huidige schooljaar 2010/2011 is dat aantal inmiddels opgelopen tot 462, een toename derhalve van bijna 100%. De stijging van het aantal deelnemers bewijst de populariteit van de pas.

In 2010 is de jeugdsportpas brochure uitgereikt op alle scholen onder bijna 2300 leerlingen. Uitgedrukt in een percentage van het totaal bedraagt het aantal deelnemers 20%.

In paragraaf 5.2 is aangegeven dat ongeveer 39% van de jeugd in Bloemendaal geen lid is van een Bloemendaalse sportvereniging. In 2005 lag dat percentage overigens op gelijk niveau. Dat percentage lijkt hoog, maar bedacht moet worden dat het niet alles zegt over de mate van sporten en bewegen. Het percentage zal overigens in werkelijkheid lager zijn, omdat het geen beeld geeft van het aantal Bloemendalers dat lid is van een niet-Bloemendaalse vereniging.

Uit de door de deelnemers aan de pas (digitaal) ingevulde vragenlijsten in de afgelopen jaren blijkt een divers en een ander beeld te bestaan van het aantal kinderen dat geen lid is van een sportvereniging, maar wel gebruik maakt van de pas. Het percentage schommelt hier tussen de 8% en de 20%. Dat is een bevredigend percentage.

De ingevulde vragenlijsten wijzen verder uit dat geen gebruik wordt gemaakt van de pas omdat kinderen vinden dat ze al genoeg sporten en/of al lid zijn van een sportvereniging. De uitkomsten in de afgelopen jaren zijn te divers om steekhoudende percentages te noemen. Slechts een klein gedeelte geeft aan geen interesse te hebben in sport.

Het aantal verenigingen uit Bloemendaal dat zijn medewerking verleent in de afgelopen jaren is meer dan verdubbeld: van 7 in 2007/2008 tot 15 in het huidige schooljaar. Ook het aantal sportcursussen en clinics is in de afgelopen jaren fors toegenomen: van 28 in 2007 tot 83 op dit moment. De keus wordt steeds groter en daarmee de kans dat kinderen gebruik zullen gaan maken van de pas.

Sportsupport brengt naast het beschikbaar stellen van brochures, de jeugdsportpas ook op andere manieren onder de aandacht. Zo is in september 2008 een presentatie gegeven aan de basisscholen in Bennebroek in sporthal De Kooi.

Voorts is in 2009 op aanvraag van de Julianaschool een zogenaamde Jeugdsportpas-dag georganiseerd, waarbij 100 leerlingen zijn betrokken. Medio april 2011 zal in de Tetterode sporthal een dergelijke dag worden gehouden, eveneens voor basisscholen in onze gemeente. Het beoogde aantal deelnemers bedraagt 350.

Circa 10% van de deelnemers aan deze dagen schrijft zich alsnog in om gebruik te maken van de pas.

De jeugdsportpas is een in veel gemeenten toegepast instrument binnen het thema sportstimulering om de jeugd (meer) te laten bewegen. Alle ons omringende gemeenten doen mee met de jeugdsportpas. De brochure die jaarlijks wordt uitgebracht maakt handig gebruik van dit gegeven: er wordt één brochure gemaakt voor de hele regio. Dat werkt niet alleen kostenbesparend, maar het vergroot het aanbod van sportactiviteiten aanmerkelijk.

Lid worden van een sportvereniging is geen doelstelling van de jeugdsportpas. Het gaat tenslotte om het bewegen en dat kan ook op andere manieren.

Voorts is de jeugdsportpas geen geschikt instrument om wachtlijsten bij sportverenigingen weg te werken. De belangstelling van kinderen wordt met de pas gewekt voor andere sporten, maar zal in de regel niet leiden tot het kiezen van een andere hoofdsport.

Geconcludeerd moet worden dat de pas populair is bij de kinderen op de Bloemendaalse scholen. Wij zijn van mening dat de overeenkomst met Sportsupport m.b.t. de uitvoering van de jeugdsportpas moet worden voortgezet.

Door de toename van het aantal leerlingen is het budget dat op de begroting is ingeruimd voor uitvoering van de jeugdsportpas ad € 10.000 niet meer toereikend.

Wij stellen voor € 3.000 uit de beschikbaar gestelde sportmiddelen daarvoor te bestemmen. Overigens is de bijdrage die Bloemendaal betaalt voor de pas gebaseerd op het aantal kinderen dat uit onze gemeente afkomstig is.

b.Jeugdsportfonds

Soms is het gebrek aan financiële draagkracht van ouders een hindernis om sportieve activiteiten van hun kinderen in verenigingsverband te ondernemen. Kinderen tot 18 jaar die in gezinnen leven met weinig geld kunnen in aanmerking komen voor ondersteuning via het minimabeleid dat de gemeente (sociale dienst) voert.

Er geldt een declaratieregeling t.b.v. sociaal culturele activiteiten op grond waarvan een declaratie kan worden ingediend van maximaal € 175 per jaar. Een lidmaatschap van een sportvereniging valt bijvoorbeeld onder deze regeling, maar ook het volgen van zwemlessen en bibliotheekabonnementen.

In 2010 zijn 64 aanvragen toegewezen. Hoeveel kinderen het betreft wordt niet geregistreerd.

Een alternatief voor het minimabeleid is het Jeugdsportfonds (JSF). Het fonds kiest een iets andere benadering. Bij het minimabeleid gaat het met name om mensen die draagkracht ontberen en met behulp van een declaratieregeling hun kind (of zichzelf) kunnen laten sporten. Ook bij het JSF speelt de draagkracht een rol, maar komen tevens de opvoeding en andere sociale aspecten aan de orde.

Naast het JSF bestaat het Jeugdcultuurfonds. Dit fonds werkt met dezelfde systematiek. Beide fondsen opereren naast elkaar.

De maximale declaratie voor sport bedraagt € 250 per jaar per kind en voor cultuur € 500.

De vaste kosten voor deelname aan het fonds bedragen circa € 4.000 per jaar. Bovenop deze kosten betaalt de gemeente de declaratie. Voor de uitvoering van de jeugdsportfondsregeling (en ook voor cultuur) heeft de provincie geld beschikbaar. Gemeenten kunnen een beroep doen op de zogenoemde verdubbelingsregeling, waardoor het gemeentelijk deel van de declaratiekosten wordt gehalveerd. Het is moeilijk in te schatten hoeveel deelnemers van de regeling gebruik zullen maken, maar op basis van een aantal van 20 komen de kosten neer op circa € 12.000.

Mede gelet op de omvang van de doelgroep die op dit moment wordt bereikt door toepassing van het minimabeleid, zullen wij – voordat tot aansluiting bij het Jeugdsportfonds wordt overgegaan – eerst nagaan in hoeverre het minimabeleid op dit punt verbetering behoeft. Wij zullen het minimabeleid de komende 3 jaar op dit specifieke punt evalueren.

c.Jeugdsubsidieregeling (harmonisatie)

Een van de doelstellingen van het verstrekken van een jeugdsubsidie is de vereniging te stimuleren een goed klimaat te scheppen voor de jeugd. Uit de activiteitenverslagen van verenigingen blijkt, dat er al veel specifieke aandacht uit gaat naar de jeugd. Dat blijkt onder andere uit het feit, dat verenigingen een jeugdbestuur kennen. Dit bestuur is verantwoordelijk voor de jeugdafdeling. Jaarlijks worden activiteiten georganiseerd als zomerkampen en clinics. Binnen verenigingen zijn jeugdtrainers actief. Ouders treden op als begeleiders.

Steeds vaker worden subsidieregelingen ter discussie gesteld. Enerzijds omdat de overheid zich afvraagt waarom überhaupt wordt gesubsidieerd en anderzijds omdat meer en meer gekeken wordt naar de resultaten en de effecten van subsidies.

Verenigingen tonen aan welke specifieke activiteiten men verricht ten bate van de jeugd en welke kosten zij daarbij maken. Zij voldoen daarmee aan de voorwaarden. Indien de gemeente echter aan effectmeting wil doen, dan vereist dat een andere insteek, zowel van de kant van de gemeente als van de verenigingen.

In dat geval dienen bijvoorbeeld projectplannen en voorstellen te worden opgesteld, waarbij de effecten door middel van monitoring in beeld worden gebracht. De gemeente op haar beurt zal de plannen moeten toetsen op relevantie. Er moet worden beoordeeld in hoeverre de plannen passen binnen de gemeentelijke doelstellingen.

Het vorenstaande betekent dat voor relatief kleine bedragen een forse inspanning zou worden verwacht van de vereniging, maar ook van de gemeente.

Het is een gegeven dat deze subsidie een belangrijke inkomstenbron is voor verenigingen. Wij schatten in dat de “winst” voor de gemeente en de maatschappij als meer ingezet zou worden op resultaat- en effectmeting, beperkt zou zijn en zijn daarom van mening dat de systematiek van het toekennen van jeugdsubsidies geen verandering behoeft.

De systematiek van toekenning van deze subsidie is veranderd bij vaststelling van de sportnota 2005. Vanaf dat moment werd de subsidie toegekend slechts aan Bloemendaalse jeugdleden. Met een overgangsregeling van 5 jaar (tot en met 2011) werd toegegroeid naar het tarief van €13 per Bloemendaals jeugdlid (regiogemeenten kennen dezelfde systematiek).

De voormalige gemeente Bennebroek kende eenzelfde subsidie maar dan met € 25 per Bennebroeks jeugdlid, waarbij aanvullend € 505 per club beschikbaar werd gesteld t.b.v. kadervorming en sportstimulering.

Het harmoniseren van de jeugdsubsidieregeling betekent dat de bedragen in overeenstemming met elkaar moeten worden gebracht. Het verstrekken van een aparte subsidie voor kadervorming en sportstimulering is naar onze mening echter overbodig.

Voor jeugdsubsidies is in de begroting een structureel budget beschikbaar van € 40.601. Op dit moment staan circa 2.500 Bloemendaalse jeugdleden geregistreerd bij de verenigingen. Als beide grootheden op elkaar gedeeld worden ontstaat een bedrag van € 16,24 per Bloemendaals jeugdlid.

Hoewel in de afgelopen jaren sinds 2005 veel subsidies en materiële uitgaven verhoogd zijn met een trendpercentage, is een verhoging van de jeugdsubsidie achterwege gebleven.

Het valt te rechtvaardigen het subsidiebedrag per Bloemendaals jeugdlid eenmalig te corrigeren met een percentage wegens gestegen kosten. Immers ook de verenigingen zijn in de afgelopen jaren geconfronteerd met stijgende prijzen.

De lonen en prijzen (de zogenaamde CPI-index van het CBS) zijn sinds 2005 gestegen met 7,8 % (peil augustus 2010). Het bedrag per jeugdlid zou daarmee uitkomen op € 17,50.

Op basis van het totaal aantal jeugdleden betekent deze verhoging een extra benodigd budget van ruim € 3.100.

Aan BSM Bennebroek wordt een overgangsregeling geboden van 3 jaar, waarbij de bijdrage jaarlijks met € 2,50 per jeugdlid afneemt. De andere Bennebroekse verenigingen vinden compensatie van de lagere jeugdsubsidie in de verlaagde bijdrage in de huur van de sportcomplexen.

d.Jongerenwerkers inzetten voor sport- en beweegbeleid (mogelijk als combinatiefunctionaris)

Met ingang van het 1 september 2010 zijn de reeds enkele jaren werkzame jongerenwerkers ondergebracht bij Welzijn Bloemendaal. Deze jongerenwerkers zetten activiteiten op met de jeugd tot 18 jaar in onze gemeente. De activiteiten hebben betrekking op het geven van voorlichting, het geven van gelegenheid voor het volgen van cursussen en workshops, het organiseren van bijeenkomsten en sportieve evenementen.

Sinds enige jaren rijdt een jongerenbus langs diverse locaties in de gemeente waar de jeugd elkaar ontmoet.

Ouderen

Op het gebied van sport voor ouderen draagt de gemeente bijvoorbeeld bij met behulp van subsidies aan organisaties als Meer Bewegen Voor Ouderen, Tennis voor Ouderen en Welzijn Bloemendaal. De laatste organiseert allerlei activiteiten specifiek gericht op het bewegen voor ouderen zoals fietstochten, Nordic Walken, wandelen en yoga.

Om de inactieve oudere aan het bewegen te krijgen, is 12 jaar geleden in Nederland het project GALM gestart. GALM staat voor Groninger Actief Leven Model en richt zich op de oudere vanaf 55 jaar. Het project is een beweeginterventie en inmiddels is het model uitgebreid en richt zich ook op andere doelgroepen: eenzame ouderen, allochtone ouderen en 65-plussers. Vooraf aan de start van de beweeginterventie worden eerst de geselecteerde doelgroepen benaderd. Gevraagd wordt of en in welke mate zij actief zijn. Alleen de inactieve ouderen worden uitgenodigd voor deelname.

De Nederlandse Bridge Bond (NBB) doet mee aan het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen door middel van het project Denken en Doen. Dit project richt zich ook op inactieve ouderen om deze weer bij de samenleving te betrekken en een gezonde leefstijl aan te bieden. In twintig maanden zet de NBB volgens beproefd recept samen met een gemeente of een organisatie als een Stichting Welzijn Ouderen een sociaal netwerk op.

In nauw overleg worden ouderen hiervoor benaderd. 40 tot 60 procent van hen valt in de categorie 'te weinig actieven'. In groepjes leren zij bridgen (of een andere denksport) van een ervaren en enthousiaste docent.

Bekend is dat bridge en andere denksporten de hersenen scherp houden. Maar een wakker brein alleen is niet genoeg. Het project zorgt er vooral voor dat ouderen deel blijven uitmaken van de gemeenschap. Dat alleen al geeft veel gezondheidswinst. Daarnaast krijgen de deelnemers na verloop van tijd ook een beweegaanbod.

Mensen met een beperking

Een van de actiepunten uit het huidige WMO-plan is de verbetering van de toegankelijkheid van sportaccommodaties en (semi) overheidsinstellingen. Het voornemen bestaat in 2011 een onderzoek te laten verrichten naar de stand van zaken. In het vervolg hierop zal een regeling worden ontworpen op grond waarvan bijdragen kunnen worden verstrekt t.b.v. verbetering van de toegankelijkheid. In het onderzoek wordt tevens meegenomen hoe de sanitaire voorzieningen zijn in deze gebouwen specifiek voor mensen met een beperking. Ook hiervoor zal een bijdrage- regeling worden ontworpen. Vooruitlopend hierop is op incidentele basis een bijdrage verstrekt aan BVC Bloemendaal en aan SV Vogelenzang voor het aanbrengen van een minder-validen-toilet.

Tot slot is er onderzoek gedaan in 2009 naar de (specifieke) behoeften op sportgebied van mensen met een beperking. Het onderzoek werd ernstig bemoeilijkt doordat mensen met een beperking die niet sporten, moeilijk zichtbaar zijn. De privacywetgeving is daarbij een grote hindernis. De kleine doelgroep die wel werd bereikt met het onderzoek levert het beeld op dat maatwerk nodig is. Het onderzoek zal naar verwachting in 2011 een vervolg krijgen en het wordt daarbij niet alleen beperkt tot de sportieve behoeften. Bij de voorbereiding c.q. actualisering van het nieuwe WMO plan (2012 en volgende jaren) zal hier aandacht aan worden besteed.

6.5 School en sport

 

Sportstimulering voor de jeugd kan tegenwoordig niet zonder nadrukkelijk aandacht te besteden aan schoolsport. Omdat de mogelijkheden voor kinderen om buiten te spelen vaak beperkt zijn, worden de bewegingslessen op school steeds belangrijker. Niet alleen vanwege het bewegen zelf, maar ook om de sportieve competenties te leren die een levenlang sporten mogelijk maken. Daarnaast is het vergroten van de sport- en spelmogelijkheden een belangrijk aandachtspunt.

De vraag is welke rol de gemeente kan spelen bij het verbinden van school en sport.

6.5.1Stand van zaken

In Bloemendaal wordt sinds jaar en dag vakonderwijs (en dan praten we met name over het bewegingsonderwijs) bovenop de reguliere financiering gesubsidieerd. De schoolbesturen van het primaire onderwijs ontvangen jaarlijks gezamenlijk circa € 200.000 voor het in dienst nemen en houden van vakonderwijzers. Door deze subsidie wordt aan de schooljeugd meer bewegingsonderwijs gegeven dan de richtlijn van de inspectie.

Naschoolse opvang is maatschappelijk van groot belang maar tegelijk een commerciële activiteit. Kinderopvangorganisaties zijn verantwoordelijk voor het aanbod en de kwaliteit van de opvang en dragen de financiële verantwoordelijkheid. Kosten worden bij de ouders in rekening gebracht.

De gemeente heeft een toezichthoudende rol omdat opvangorganisaties moeten voldoen aan diverse regels en voorschriften. Kinderopvangorganisaties staan per locatie geregistreerd in een landelijk register. Toezicht en controle gaan in nauwe samenwerking met de GGD.

6.5.2Uitgangspunten
  • §

    De gemeente investeert in vakleerkrachten in het basisonderwijs. Belangrijk is dat deze middelen optimaal worden ingezet gegeven de beleidsdoelen van de gemeente.

  • §

    Omdat het realiseren van trapveldjes in de verschillende wijken niet altijd mogelijk is (zie ook hoofdstuk 7.2) wordt het benutten van de mogelijkheden op school en bij de sportverenigingen steeds belangrijker bij het realiseren van voldoende en geschikt aanbod tussen 15:30 en 18:00 uur.

6.5.3Beleidsmaatregelen

Verrijkingsprofiel

Bloemendaal streeft naar de vorming van Brede Scholen die een mix zijn van drie profielen: het verrijkingsprofiel, het zorgprofiel en het opvangprofiel. Dit streven is opgenomen in het huidige collegeprogramma en in het huidige WMO plan.

Het verrijkingsprofiel streeft naar een zo breed mogelijk aanbod van activiteiten op sociaal, cultureel en sportief gebied. In 2011 zal een aanvang gemaakt worden met het uitwerken en het toepassen van dit profiel op een of meer basisscholen. De eerder besproken combinatiefunctionaris kan een grote rol vervullen bij de verwezenlijking van bovengenoemde profielen.

Sportdagen

Scholen voor basisonderwijs en voor voortgezet onderwijs organiseren jaarlijks sportdagen voor de leerlingen. De gemeente waardeert deze activiteiten zeer omdat ze bijdragen aan de gezondheid van kinderen.

Sportdagen vinden plaats op initiatief van de scholen. De scholen die gebruik maken van het veld aan de Donkerelaan stellen een schema op en overleggen dat met de gemeente. Alle overige scholen maken zelf afspraken met sportverenigingen over het gebruik van hun sportcomplex t.b.v. sportdagen.

Scholen voor het voortgezet onderwijs ontvangen een vergoeding van de gemeente (afkomstig van de Rijksvergoeding voor huisvesting) voor het gebruik van sportvelden. Deze vergoeding wordt (door de school) deels doorbetaald aan een sportvereniging voor gebruik van het veld.

Basisscholen ontvangen geen (doorbetaalde) vergoeding van de gemeente.

Naschoolse opvang en naschoolse activiteiten

Naschoolse activiteiten vinden plaats buiten het regime van de Wet Kinderopvang, maar kunnen wel worden verzorgd onder de paraplu van een commerciële kinderopvangorganisatie.

In samenwerking met Studie@sport worden jongeren tussen 12 en 16 opgevangen bij sportverenigingen. Deskundige studiebegeleiders helpen scholieren met het maken, leren en plannen van hun huiswerk. Door omstandigheden is een dergelijke activiteit bij Rood-Wit niet van de grond gekomen.

Eenzelfde faciliteit wordt geboden bij de hockeyclub Bloemendaal.

Het project School’s Out functioneert al bij diverse sportverenigingen in het land.

In combinatie met verbouw van het clubhuis heeft de hockeyclub het gebouw geschikt gemaakt voor deze activiteiten. De gemeente is betrokken geweest bij de vergunningverlening en de noodzakelijke aanpassing van het bestemmingsplan.

Deze initiatieven juichen we toe. Het versterkt de maatschappelijke betekenis van de sportvereniging en geeft tevens een financiële impuls aan de exploitatie van de sportvereniging. De gemeente faciliteert door middel van vergunningverlening.

GEZONDE LEEFSTIJL EN MAATSCHAPPELIJKE THEMA’S

In dit hoofdstuk wordt het het sportstimuleringsmodel uitgebreid doordat de gemeente er expliciet voor kiest de sport instrumenteel in te zetten voor doelstellingen van welzijns- en volksgezondheidbeleid (VSG, 2010, 6). Daarbij zijn twee elementen van belang. De gezondheidswaarde van sport (hoofdstuk 7.1.) en de sociale betekenis van sport (7.2). Voor het realiseren van beide bij-effecten van sport is het nodig om zorgvuldig te kiezen aan welke eisen de beleidsmaatregelen en interventies voldoen. Het beleid richt zich er op dat mensen niet alleen meer gaan bewegen of sporten maar dat ook daadwerkelijk wordt bijgedragen aan bijvoorbeeld een gezonde leefstijl of de leefbaarheid in dorp of wijk.

7.1 Sport, bewegen en gezondheid

7.Waar het gaat om de bevordering van de gezondheid zal de nadruk liggen op bewegingsrijke vormen van sport, die relatief weinig gepaard gaan met blessures en ongelukken en duidelijk bijdragen aan kracht, lenigheid en uithoudingsvermogen. Een activiteit als zwemmen kan hier als voorbeeld dienen (VSG, 2010, 7). Ook de context waarin gesport wordt, krijgt aandacht met name waar het gaat om schadelijk alcoholgebruik. Tot slot krijgt de ontspannende en recreatieve waarde van sport aandacht waar het gaat om het verminderen van de algemeen gevoelde prestatiedruk in het dagelijks leven van de Bloemendalers.

7.7.1.1 Stand van zaken

7.Dit thema raakt het gezondheidsbeleid. In de in oktober 2009 door de gemeenteraad vastgestelde nota gezondheidsbeleid is als doelstelling voor het lokaal gezondheidsbeleid opgenomen “het bevorderen van de lichamelijke en psychische gezondheid van de Bloemendalers”.

7.Op basis van onderzoek is de gezondheidssituatie van Bloemendaal in beeld gebracht. Verder is naar aanleiding van een onderzoek door het Trimbos instituut aandacht besteed aan het (schadelijk) alcohol gebruik onder jongeren en ouderen.

7.Vertaald naar de Bloemendaalse situatie zijn de landelijke speerpunten roken, overgewicht en diabetes (hangt samen met overgewicht) niet overgenomen. Niet omdat ze niet belangrijk zijn, maar omdat op landelijk niveau deze onderwerpen ruime aandacht krijgen en de gevaren en risico’s inmiddels voldoende bekend mogen worden verondersteld.

7.De gemeente zal wel de landelijke of locale campagnes van scholen of instellingen ondersteunen.

7.De nota gezondheidsbeleid heeft voor de komende vier jaar schadelijk alcoholgebruik en depressie als speerpunt gekozen.

7.Het raakpunt met het sportbeleid zit ‘m vooral in het speerpunt schadelijk alcoholgebruik en dan met name gericht op de jeugd.

7.In het Emovo (Elektronische Monitor en Voorlichting) onderzoek van de GGD uit 2007 wordt aandacht besteed aan de beweegnorm. Het onderzoek wordt gehouden onder scholieren van het voortgezet onderwijs. De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) is in 1998 opgesteld door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Nederlandse Norm Gezond Bewegen geeft een algemeen advies omtrent bewegen en gezondheid. Opvolgen van deze adviezen zal vooral gezondheidswinst opleveren die in belangrijke mate hart- en vaataandoeningen helpt voorkomen.

7.Sport is gezond en dat is evident. Meestal wordt gesport op of in daarvoor aangelegde accommodaties. Vanzelfsprekend wordt ook gesport, of breder gezien bewogen, in de natuur. Het begrip recreatie wordt daarom ook in dit thema behandeld. In 2001 is de nota Toeristisch beleid vastgesteld. In deze nota wordt slechts het verband met recreatie gelegd en heeft niet tot doel het recreatiebeleid te veranderen.

7.Toerisme en recreatie gaan vaak hand in hand. In het algemeen is ingestoken op het reguleren en beheersbaar houden van de gevolgen van toerisme en recreatie, onder meer door het nemen van verkeersmaatregelen.

7.7.1.2 Uitgangspunten
  • §

    We streven naar een actief, sportief en gezond Bloemendaal.

  • §

    Sport is een middel om Bloemendalers te laten bewegen, hetgeen een positief effect heeft op het leven en de gezondheid van mensen in Bloemendaal.

  • §

    Wij vinden dat alle Bloemendalers verantwoord moeten kunnen sporten en bewegen in hun eigen omgeving.

7.7.1.3 Beleidsmaatregelen

Actieve gezonde leefstijl

a.Schadelijk alcoholgebruik

Een van de actiepunten in de nota gezondheidsbeleid 2009 beschrijft dat een lokale publiekscampagne t.b.v. de preventie van schadelijk alcoholgebruik wordt gevoerd. Het al eerder genoemde Trimbos instituut organiseert een landelijke campagne bij sportclubs.

Voorts is als uitvoering van een ander actiepunt op vrijdag 29 januari 2010 door basisscholen, voortgezet onderwijs scholen, jeugd- en sportverenigingen in Bloemendaal samen met de gemeente een convenant ondertekend ter preventie van schadelijk alcoholgebruik onder jongeren. Het convenant is de start van een integrale aanpak tegen schadelijk alcoholgebruik door kinderen.

Daarnaast is in een actiepunt beschreven dat de gemeente de instructie “verantwoord alcohol schenken” bij sportverenigingen kan faciliteren.

Tot slot is in een aan het sportbeleid gerelateerd actiepunt beschreven dat in de subsidievoorwaarden voor verkrijging van bijvoorbeeld de jeugdsubsidie moet worden opgenomen dat de club een actief beleid voert t.a.v. het tegengaan van (schadelijk) gebruik van alcohol.

 

b.Beweegnorm

Het Emovo onderzoek is geconcentreerd op scholieren in Bloemendaal. Het onderzoek geeft aan dat Bloemendaalse leerlingen meer op de fiets naar school gaan dan leerlingen in de regio. Ook besteden zij gemiddeld genomen meer tijd aan gymnastiek op school dan in de regio. Het onderzoek geeft ook aan dat de overgrote meerderheid van de Bloemendaalse jongeren sport bij een sportvereniging en ook dat is meer dan in de regio.

Het Emovo onderzoek wordt onder scholieren gehouden. Onderzoeksresultaten van andere categorie inwoners in Bloemendaal zijn niet bekend.

Er zijn diverse onderzoeksmethoden beschikbaar die inzicht geven in de mate van lichaamsbeweging en sportparticipatie. Een sportmonitor geeft relevante informatie en analyses over sport en bewegen (inclusief beweegnorm). Trends en ontwikkelingen worden eveneens in het onderzoek betrokken. Een dergelijk onderzoek kan dienen als ijkpunt en de resultaten van het onderzoek geven mogelijk aanleiding het sport- en beweegbeleid aan te passen. Het verdient aanbeveling een sportmonitor periodiek te houden (bijvoorbeeld om de 4 jaar).

Recreatie

De gemeente Bloemendaal wordt door haar geografische ligging als het ware ‘geconfronteerd’ met toerisme en recreatie, een logisch gevolg van de aantrekkingskracht van zowel het strand als het duinengebied.

Het Nationaal Park zet in op het vergroten van de belevingswaarde van natuur en landschap en rust en ruimte. De Zandwaaier vormt het startpunt van wandelingen, fietstochten en excursies in het gebied en diverse andere, vooral educatieve activiteiten. Bijna wekelijks worden individuele en groepsexcursies georganiseerd, die vertrekken vanaf de verschillende ingangen van het Nationaal Park.

In nauwe samenwerking met de gemeenten in Zuid-Kennemerland is in 2009 een zogenoemd knooppuntbewegwijzeringsyteem voor fietsers aangelegd. De gemeente Haarlem heeft in dit project een coördinerende rol gespeeld. De gemeente Bloemendaal heeft aan het netwerk een financiële bijdrage geleverd.

Het knooppuntennetwerk voor fietsers is al veelvuldig toegepast in diverse regio’s in Nederland.

Naast dit fietsroutenetwerk lopen andere soorten routes ook door de gemeente: de Landelijke Fietsroutes (LF routes) en de Rondritten (Beeckestijnroute, Manpadroute).

Het collegeprogramma laat wat vervoer betreft de vrije keuze aan de inwoners, maar stimuleert het gebruik van de fiets door het aanleggen en verbeteren van fietspaden en fietsvoorzieningen. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met het wegwerken van achterstallig onderhoud aan onder andere fietspaden.

In overleg met de Fietsersbond worden de huidige knelpunten in de fietsverbindingen geïnventariseerd en zullen oplossingen en verbeteringen doorgevoerd worden. Aan de Fietsersbond wordt gevraagd de behoefte aan nieuwe en vervanging van huidige fietsenrekken in de verschillende dorpskernen te inventariseren.

Bloemendaal kent veel paardenliefhebbers en dus zijn er in Bloemendaal en omgeving veel ruiterpaden. Voor zover deze paden liggen op Bloemendaals grondgebied, gaat het bestaand beleid er van uit dat deze goed worden onderhouden. Jaarlijks wordt er geïnventariseerd welk specifiek onderhoud aan de route moet worden verricht.

In 2011 zal een nieuwe strandnota verschijnen. Deze nota evalueert het in 2006 vastgesteld beleid t.a.v. het strand en directe omgeving. De nieuwe strandnota geldt tot en met 2015.

De nieuwe nota refereert aan de structuurvisie die aangeeft dat Bloemendaal aan Zee een toeristisch recreatieve trekker is. De economische betekenis voor Bloemendaal is groot en kan worden vergroot door het stimuleren van jaarrond uitgaanstoerisme.

De nota houdt vast aan de opsplitsing van het strand in themastranden. Voor de sportnota is het sport- en spelactiviteitenstrand het meest van belang. Op dit strand zijn enkele watersportverenigingen actief: de surfclub, de catamaranclub en een zeilschool. Op dit strand bevindt zich tevens het officieel vliegergebied.

Op het ontspannings- en comfortstrand bevindt zich het trampolinepark.

De nota gaat uit van het voortbestaan van genoemde activiteiten. Nieuwe activiteiten op sportgebied wordt bezien in relatie tot de structuurvisie.

Voor het berijden op het strand is voor beoefenaren van de paardensport een ontheffing nodig. Over een gewenste locatie voor de af- en opgang voor paarden wordt met belanghebbenden overleg gevoerd.

Het Bloemendaalse strand is ook zeer in trek bij kitesurfers. Met het oog op de veiligheid van andere strandgebruikers is hen een apart gedeelte van het strand toegewezen.

7.2 Maatschappelijke verbondenheid

 

Dit thema heeft betrekking op de sociaal-maatschappelijke aspecten van sport en bewegen. Sport heeft een functie voor de maatschappij en wordt als middel ingezet om algemene doelstellingen te verwezenlijken.

Dit thema legt een duidelijke relatie met een ander beleidsgebied namelijk dat genoemd is in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Hier gaat het onder meer over sociale cohesie, vrijwilligers, participatie van mensen met een beperking en leefbaarheid in de maatschappij.

Bij dit beleidsthema staat het versterken van de civil society centraal. Burgers die samenwerken om hun leefomgeving in te richten en elkaar bij staan met woord en daad. In de gemeente Bloemendaal is de situatie ambivalent. Burgers vinden elkaar en realiseren samen excellente voorzieningen. De prestaties van de sportverenigingen zijn daar een voorbeeld van. Anderzijds wordt de eigen levenssfeer afgeschermd en beschermd. Zo bestaat er in het algemeen veel oppositie om in woonwijken speelvoorzieningen te realiseren.

7.2.1 Stand van zaken

 

In de raadsvergadering van 20 december 2007 is het beleidsplan voor de WMO voor de periode 2008 – 2011 vastgesteld. Momenteel zijn voorbereidingen gestart t.b.v. van de actualisering van het plan, dat gaat gelden voor de periode na 2011.

Het plan telt, verspreid over de diverse prestatievelden, tal van doelstellingen en enkele tientallen activiteiten. Een relatief groot deel heeft betrekking op de sociale samenhang in c.q. de leefbaarheid van de dorpskernen.

Centrale begrippen bij de WMO zijn zelfredzaamheid en eigen initiatief, participatie, integratie, vraaggericht werken en een leefomgeving die schoon, heel en veilig is. Alle burgers moeten gebruik kunnen maken van goede algemene voorzieningen. Hoe beter het algemene beleid is toegesneden op alle inwoners, hoe kleiner het risico dat iemand buiten de boot valt.

Een begrip dat veel wordt gebruikt in de context van de WMO is civil society. Daarmee wordt bedoeld: een systeem van verbanden waar mensen vrijwillig deel van uitmaken en die niet voortvloeien uit gezin, familie, vrienden, overheid of bedrijfsleven. De civil society bestaat idealiter uit allerlei initiatieven die door burgers zelf worden gestart, omdat ze die initiatieven belangrijk vinden of omdat ze vinden dat ze bijdragen aan de leefbaarheid van hun leefomgeving of van de samenleving als geheel.

De term civil society past in het denken in termen van een terugtredende overheid, waarbij burgers worden geacht meer verantwoordelijkheid te nemen en elkaar te ondersteunen, in plaats van alle hulp en steun van de overheid te verwachten.

7.2.2 Uitgangspunten

 

  • §

    Streven naar een grote sociale samenhang in dorpen, wijken en kernen.

  • §

    Het in standhouden en zo nodig vergroten van de leefbaarheid van dorpen, wijken en kernen.

  • §

    Streven naar deelname aan het maatschappelijk verkeer door zoveel mogelijk inwoners.

  • §

    De rol van de gemeente bij het nastreven van deze uitgangspunten is vooral een faciliterende (het initiatief van de burger staat voorop) en een bemiddelende, waar soms verschillende belangen lijnrecht tegenover elkaar staan.

7.2.3 Beleidsmaatregelen

Maatschappelijke waarde van sport

 

Sociale samenhang

Sport is een van de bindingsfactoren die van belang zijn bij het vergroten van de sociale samenhang in een maatschappij. Een van de instrumenten die de overheid ten dienste staan is het subsidiëren van (professionele) organisaties die in de sport werkzaam zijn. Daarnaast worden particuliere initiatieven zoveel mogelijk gefaciliteerd. Het verstrekken van jeugdsubsidies en het in standhouden van sportaccommodaties zijn daar voorbeelden van. In hoofdstuk 6 zijn deze onderwerpen beschreven en uitgewerkt.

a.Verenigingen

In de clubhuizen, de kleedkamers, op de sportvelden en in andere sportaccommodaties zien we plezier, beleving, teamspirit, betrokkenheid, binding. Allemaal factoren waardoor sportverenigingen gezien worden als één van de weinig overgebleven hechte sociale structuren in een sterk geïndividualiseerde samenleving. Daarom gaat het goed functioneren van de sportverenigingen ons na aan het hart. Hun bestaansrecht staat of valt met de kwaliteit van hun sportaanbod en daarbij behorende randvoorwaarden. De gemeente biedt aan hen de helpende hand door faciliteiten te bieden.

Het inzetten van combinatiefunctionarissen bij (een cluster van) sportverenigingen heeft tot doel de verbinding tussen vereniging en wijk te versterken. Verder zou het tot doel kunnen hebben het gebruik van de sportcomplexen te vergroten en te verruimen.

Zoals eerder is aangegeven zal in 2011 een onderzoek worden verricht naar de mogelijkheden van het inzetten van deze functionarissen.

b.Sportkampioenen

Als teken van waardering en ter onderstreping van het belang van de aanwezigheid van sportverenigingen en haar vrijwilligers wordt jaarlijks aandacht geschonken aan de prestaties van de lokale sportwereld. Bij raadsbesluit van 1 juli 2010 is de jaarlijkse huldiging van de sportkampioenen vastgelegd. In de maand juni wordt een avond georganiseerd waarbij een sportbokaal voor een drietal categorieën (de sportploeg c.q. -man c.q. –vrouw, het sporttalen en de sportvrijwilliger) wordt uitgereikt.

De vastlegging bij raadsbesluit volgde op de jarenlange praktijk. In het raadsvoorstel zijn criteria vastgelegd.

Mensen met een beperking

In hoofdstuk 6.4.3. is opgenomen welke maatregelen we nemen om mensen met een beperking in onze maatschappij zoveel mogelijk te betrekken.

Sport en speelruimte in de wijk

Een van de elementen die de leefbaarheid van dorpen, wijken en kernen beïnvloed, is de aanwezigheid van voldoende speelplaatsen voor de jeugd. Het is bestaande beleid dat de bestaande speelplaatsen in de kernen periodiek worden beoordeeld. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de onderhoudstoestand van de speelobjecten, maar ook of deze speelobjecten juist zijn afgestemd op de aanwezige kinderpopulatie.

Daarnaast is het van belang dat voorzieningen als jeugdhonken, dorpshuizen, peuterspeelzalen en kinderopvang, sportaccommodaties en sportverenigingen zoveel mogelijk aanwezig zijn in de kernen.

In de structuurvisie is beschreven dat recreatie binnen de dorpenzone vooral is gericht op de inwoners van de dorpskernen en een kleinschalig karakter kent. Plantsoenen, speeltuinen en horecagelegenheden binnen winkelgebieden zijn hier voorbeelden van en dat willen we zo houden.

Er wordt binnen de dorpskernen niet gestreefd naar een groot aantal recreatieve voorzieningen, maar juist naar een goede kwaliteit en verscheidenheid die gericht is op lokale behoefte.

TOPSPORT EN EVENEMENTEN

8.1 Evenementen

Binnen het economisch ontwikkelingsmodel (zie hoofdstuk 4.4) vindt stimulering van de sport plaats en worden bijvoorbeeld evenementen en topsport ingezet voor verbetering van het toeristisch imago, werkgelegenheid of vestigingsklimaat. Het is de vraag of Bloemendaal op dit punt een rol voor zichzelf ziet.

8.1.1 Stand van zaken

Zoals in hoofdstuk 7 aan de orde is geweest, gaat het toeristisch beleid uit van het reguleren en beheersbaar houden van de gevolgen van toerisme en recreatie, onder meer door het nemen van verkeersmaatregelen.

De bestaande situatie wordt geaccepteerd, maar verdere groei van toerisme en recreatie wordt niet gestimuleerd. City marketing past dan ook niet bij het Bloemendaalse. Evenementen en in het verlengde daarvan topsport worden geaccepteerd en zo nodig gefaciliteerd, maar worden niet gebruikt om Bloemendaal op de kaart te zetten.

Bloemendaal is groen en heeft een dorps karakter. Onze gemeente heeft geen bedrijventerrein en werkgelegenheid wordt voornamelijk geboden door de aanwezige detailhandel. Economische motieven spelen dan ook geen rol bij te organiseren (topsport)evenementen.

Bij de vaststelling van de WMO nota eind 2007 is vastgelegd dat gestreefd zal worden naar het houden van een periodiek sportevenement. Een dergelijk evenement zou kunnen worden omlijst met diverse culturele activiteiten.

8.1.2 Uitgangspunten
  • §

    Het gemeentelijk sportbeleid richt zich op de breedtesport, maar zal zich binnen de gegeven mogelijkheden inzetten voor continuering van topsport in de regio.

  • §

    De bestaande situatie t.a.v. toerisme en recreatie wordt geaccepteerd. Groei wordt niet gestimuleerd.

  • §

    City marketing en economische motieven spelen geen rol bij het organiseren van (topsport)evenementen.

  • §

    De gemeente zal binnen de aan evenementen gestelde grenzen, initiatieven van verenigingen, bewoners en bedrijfsleven in praktische zin ondersteunen (lastenverlichting).

8.1.3 Beleidsmaatregelen

Sinds 2008 subsidieert Bloemendaal de Letterenloop. Dat is een loop waarbij sport, cultuur en ontwikkelingssamenwerking bij elkaar komen. Het is een hardloopwedstrijd voor de hele familie, voor individuen en voor bedrijven. Veel prominente schrijvers doen met de loop mee. Het uiteindelijke doel van de loop is om fondsen te werven voor het organiseren van in- en naschoolse opvang in een township in Kaapstad, Zuid-Afrika.

De hardloopwedstrijd start in Haarlem op de ijsbaan en het parcours loopt geheel door Bloemendaal. De gemeente subsidieert deze loop structureel en faciliteert het met het verlenen van de nodige vergunningen, met de inzet van gemeentelijke toezichthouders en het plaatsen van hekken t.b.v. de verkeersveiligheid. De organisatie van de loop is in handen van Sport Support uit Haarlem.

Een ander evenement dat jaarlijks wordt gehouden in Bloemendaal is de Zilveren Kruis Achmea loop. Ook hier start de loop in Haarlem en het parcours loopt voor een belangrijk deel door de gemeente Bloemendaal. Bloemendaal faciliteert ook deze loop door middel van het leveren van hekken t.b.v. de verkeersveiligheid. Sport Support organiseert ook deze de loop.

8.2 Topsport

 

8.2.1 Stand van zaken

Met de vaststelling van de nota “bouwen aan een topsportklimaat” heeft de provincie Noord-Holland een beleid opgesteld dat vorm geeft aan topsport in Noord-Holland. De provincie trekt de komende jaren ruim 10 miljoen euro uit om een impuls te geven op topsport gebied. De provincie richt zich op de hoogwaardige sportvoorzieningen die ook toegankelijk zijn voor de breedtesport, op het verbeteren van de doorstroom van talent naar topsport en op het ondersteunen van topsportevenementen.

Daarnaast biedt het Olympisch Netwerk Noord-Holland begeleiding aan alle topsporters en talenten die erkend zijn door hun sportbond. Ondanks de bezuinigen krijgt het Olympisch Netwerk nog een belangrijke subsidie van de provincie, onder meer om een talentenboek te realiseren. Met het talentenboek kunnen ambitieuze, aankomende topsporters zich presenteren in de regio.

De provincie zoekt samenwerking met lokale overheden en (top)sportorganisaties.

De provincie heeft een aantal sporten tot kernsport benoemd. Met het benoemen van kernsporten zorgt de provincie ervoor dat haar beleid niet versnippert en dat gericht bepaalde sporten ondersteund worden.

Op basis van criteria en randvoorwaarden hebben in Noord-Holland de volgende sporten een kernsportstatus gekregen: honk- en softbal, judo, synchroonzwemmen en waterpolo, handbal en hockey. Voetbal heeft die status niet gekregen omdat naar de mening van de provincie er al een uitgebreid ondersteuningsnetwerk bestaat.

8.2.2 Uitgangspunten
  • §

    Het gemeentelijk sportbeleid richt zich op de breedtesport, maar zal zich binnen de gegeven mogelijkheden inzetten voor continuering van topsport in de regio.

  • §

    De bestaande situatie t.a.v. toerisme en recreatie wordt geaccepteerd. Groei wordt niet gestimuleerd.

  • §

    City marketing en economische motieven spelen geen rol bij het organiseren van (topsport)evenementen.

8.2.3 Beleidsmaatregelen

De provincie kent 3 speerpunten: (inter)nationale sportaccommodaties, talentontwikkeling en topsportevenementen.

Op het gebied van topsportaccommodaties ziet Bloemendaal geen bepalende rol voor zichzelf weggelegd. In hoofdstuk 6 ten aanzien van accommodaties is het uitgangspunt beschreven dat de gemeente streeft naar het handhaven van het voorzieningenniveau van sportaccommodaties. Accommodaties zijn in beheer en eigendom van de sportverenigingen en het is aan hen te bepalen of wijzigingen aan de accommodatie moeten worden aangebracht.

Het bouwen van een (nieuwe) topsportaccommodatie behoort niet tot de prioriteiten van de gemeente. Los van de ruimtelijke (on)mogelijkheden, heeft Bloemendaal geen financiële middelen daarvoor beschikbaar.

Wij zien het onderwerp talentontwikkeling als een taak van het NOC*NSF, het Olympisch Netwerk Noord-Holland, de sportbonden en uiteraard de sportvereniging. Indien nodig zal Bloemendaal wel een helpende hand toesteken. Dat geldt eveneens voor topsportevenementen.

Topsportevenementen

De provincie heeft de intentie om het aantal topsportevenementen te ondersteunen. De keuze welke topsportevenementen de provincie gaat ondersteunen, wordt uitgewerkt. De provincie geeft aan dat ondersteuning maatwerk vereist en per evenement wordt dan ook een afweging gemaakt.

Bij deze afweging wordt gekeken of het een WK of EK betreft of een NK van een van de 5 kernsporten. De provincie richt zich niet op jaarlijks terugkerende evenementen. Daar ligt vooral een rol voor gemeenten.

Op hockeygebied worden jaarlijks door de nationale respectievelijk internationale hockeybond de Play-offs en de European Hockey League (EHL) georganiseerd. De gemeente treedt niet op als medeorganisator. Dat is een taak van de bond en uitverkozen sportvereniging. Wel faciliteren wij een dergelijk evenement hoofdzakelijk door middel van het verlenen van de nodige vergunningen.

Indien voor het verkrijgen van een provinciale bijdrage t.b.v. een (topsport)evenement de medewerking van de gemeente is vereist, zal daar aan worden meegewerkt voor zover het gaat om het bieden van faciliteiten. Het verstrekken van een financiële bijdrage in de kosten van het evenement zal op incidentele basis worden overwogen.

Talentontwikkeling

In Kennemerland is de Stichting Topsport Kennemerland (STK) opgericht. STK heeft als doel verenigingen met topsport ambities verder te helpen. Dit doet zij door verenigingen in hun structuren te ondersteunen. Verenigingen en clubs die op het hoogste niveau acteren of de ambitie hebben om op dit niveau te acteren, kunnen in aanmerking komen om ondersteund te worden. Clubs/verenigingen worden partner van STK en ontvangen een bijdrage in het verder optimaliseren van hun topsportplan. STK tracht een klimaat voor talenten en topsporters te creëren waarin zoveel mogelijk randvoorwaarden op orde zijn.

STK richt zich op het gehele gebied van Kennemerland, inclusief Haarlemmermeer.

Op dit moment heeft Topsport Kennemerland faciliteiten binnen 13 thema’s gerealiseerd. De faciliteiten hebben onder meer betrekking op huisvesting, onderwijs, vervoer, loopbaanbegeleiding en sporttechnische en –medische begeleiding.

Teneinde een vuist te maken in Kennemerland wil STK met alle regiogemeenten een gezamenlijk convenant afspreken. In het convenant is bepaald dat de partners zich inzetten voor het verbeteren en professionaliseren van het topsportklimaat en de topsport- en talentenstructuren binnen de gemeenten. STK wordt de uitvoerende partner.

Met STK zullen maatwerkafspraken worden gemaakt voor de uitvoering of het leveren van diensten op het gebied van topsport- en talentontwikkelingsbeleid.

Uit het convenant vloeien niet direct financiële verplichtingen voort voor de gemeente. Deze verplichting zou kunnen ontstaan na het maken van maatwerkafspraken.

Hoewel ons tot op heden geen verzoeken van sporters of sportclubs hebben bereikt die vragen om ondersteuning in dit kader, staan wij positief tegenover het initiatief van STK. Wij zijn voornemens het convenant met STK en de regiogemeenten te tekenen. Waar gewenst, zullen wij talenten ook attenderen op de mogelijkheden die het Olympisch Netwerk Noord-Holland biedt.

Voor jongeren met talent op het gebied van sport in relatie tot de leerplichtwet zijn regionale afspraken gemaakt tussen gemeenten en schoolbesturen. Afhankelijk van de sportstatus, dat bepaald wordt door het NOC*NSF, worden afspraken gemaakt over de afwezigheid van het talent. Kern is dat de onderwijsverplichting blijft bestaan en dat onderwijsachterstand moet worden voorkomen.

VOORSTELLEN

Om het nieuwe sportbeleid handen en voeten te geven stellen we het volgende voor.

  • 1.

    Het verbeteren van de efficiency t.a.v. de administratie van sporthal De Kooi (hoofdstuk 6.1.3).

  • 2.

    Nagaan hoe inzet van combinatiefunctionarissen kan helpen bij de uitvoering van de sportnota, met name, bijvoorbeeld om verenigingen te versterken, de exploitatie van velden en accommodaties te verbeteren, sport in de wijk te versterken en de binding tussen school, buurt en sport te vergroten. De rijksbijdrage 2011 wordt voor dit doel ingezet. In samenspraak met de betrokken beleidsafdelingen wordt daarbij ook gekeken naar een mogelijke bijdrage van vakleerkrachten en jongerenwerkers voor zover die door de gemeente gefinancierd worden (6.2.3).

  • 3.

    Aan de sportvereniging Vogelenzang, de rolstoelhockeyvereniging De Kennemer Keien en aan de Bloemendaalse Schaakvereniging een bijdrage toe te kennen groot respectievelijk € 5.000, € 1.000 en € 1.000 tot en met 2015 (6.2.3).

  • 4.

    De bovenlokale vraag en aanbod van sportvoorzieningen in kaart brengen (6.2.3).

  • 5.

    Periodiek een tevredenheidsonderzoek te houden onder verenigingen met het doel in kaart te brengen van en het vinden van oplossingen voor problemen die zij ondervinden in het functioneren (6.2.3).

  • 6.

    De Jeugdsportpas voort te zetten (6.4.3).

  • 7.

    Het minimabeleid t.a.v. de declaratieregeling sport en cultuur gedurende 3 jaar te evalueren (6.4.3).

  • 8.

    T.b.v. de jeugdsubsidieregeling het bedrag per Bloemendaals jeugdlid vast te stellen op € 17,50 (6.4.3).

  • 9.

    Om inactieve ouderen aan het bewegen te krijgen zal een een keuze gemaakt worden uit een aantal methoden (GALM of project Denken en Doen). Eerst moet inzicht verkregen worden in het beweeggedrag van de ouderen in onze gemeenten (6.4.3).

  • 10.

    Het verbeteren van sportaccommodaties t.a.v. de toegankelijkheid voor minder-validen en daarvoor een regeling te ontwerpen (6.4.3).

  • 11.

    Het - onder meer met de sportverenigingen - gesloten convenant ter preventie van schadelijk alcoholgebruik onder jongeren uit te werken en voorwaarden aan de jeugdsubsidieregeling toe te voegen met het oog op het te voeren alcoholbeleid door sportverenigingen (7.1.3).

  • 12.

    Het houden van een periodieke sportmonitor naar de mate van lichaamsbeweging van alle inwoners (7.1.3).

  • 13.

    Een convenant te sluiten met de Stichting Topsport Kennemerland (STK) (8.2.3).

De financiële consequenties van deze voorstellen kunnen als volgt worden samengevat:

  • §

    Harmonisatie accommodatiebeleid: subsidie huur tennisvereniging en hockeyvereniging Bennebroek, totaal € 14.600

  • §

    Toekennen subsidie 3 sportverenigingen t/m 2015 € 7.000

  • §

    Periodiek tevredenheidsonderzoek (om de 4 jaar); gemiddeld per jaar € 5.000

  • §

    Voortzetten Jeugdsportpas € 3.000

  • §

    GALM of project Denken en Doen € 15.000

  • §

    Verbetering toegankelijkheid t.b.v. minder validen € 10.000

  • §

    Sportmonitor, periodiek (om de 4 jaar); gemiddeld per jaar € 3.000

  • §

    Huldiging sportkampioenen € pm

  • §

    Incidentele onderzoeken sportbeleid en ondersteuning verenigingen door inzet combinatiefunctionarissen 42.400

    100.000

Uw raad zal in 2011 besluiten nemen over ombuigingen. Met de voorgenomen ombuigingen is in deze sportnota geen rekening gehouden.

BESLUITVORMING

In de raadsvergadering van 23 juni 2011, agendapunt 11, is de sportnota vastgesteld. Daaraan voorafgaand zijn in aanvulling op en ten behoeve van de behandeling van de sportnota in de commissie Samenleving een aantal stukken opgemaakt.

Het betreft enerzijds een knelpunten- en behoefteanalyse van sportverenigingen en anderzijds de uitgangspunten van het sportbeleid. Beide stukken zijn als bijlagen (nummer 5 en 6) aan de sportnota toegevoegd.

Tijdens de behandeling in de gemeenteraad is een amendement van de VVD en het CDA aangenomen en alsmede een motie van beide partijen. De tekst van het amendement en de motie is hieronder weergegeven.

Amendement VVD / CDA sportnota

Overwegende/constaterende dat:

De sport in Bloemendaal betaalbaar moet blijven met name voor de jeugd

Besluit:

  • A.

    Tot subsidiering van OZB voor sportverenigingen per 1-1-2012

  • B.

    Tot subsidiering van rioolheffing voor sportverenigingen per 1-1-2012

  • C.

    Tot subsidiering van kosten van omgevingsvergunningen voor sportverenigingen per 1-1-2012

  • D.

    De jeugdsportsubsidie voor leden uit Bloemendaal, te verhogen van 17.50 Euro naar 25.00 Euro per 1-1-2012

De punten A, B, C en D - de kosten van de financiële ondersteuning - ten laste te brengen van de restant middelen van het sportbudget.

Financiële vertaling amendement

De sportverenigingen in Bloemendaal betaalden in 2010 een totaal bedrag aan OZB en rioolheffing van € 22.871.

De kosten van de verhoging van het bedrag per Bloemendaals jeugdlid naar € 25 komt op basis van het aantal Bloemendaalse jeugdleden (2.500 leden) uit op € 21.850.

De kosten van leges van omgevingsvergunning verschillen van jaar tot jaar en zijn afhankelijk van de omvang van het bouwplan.

De totale kosten van het amendement belopen derhalve (afgerond) € 45.000.

Motie VVD / CDA

constaterende/overwegende, dat

  • §

    de gemeente Bloemendaal een dorpskemenbeleid kent

  • §

    blijkens de recente collegebrief over het dorpskemenbeleid sport als een middel ter verwezenlijking van dit specifieke beleid wordt beschouwd

  • §

    sport en sportverenigingen bij uitstek instrumenten zijn om de samenhang en verbondenheid binnen een dorpskern te behouden en te stimuleren

  • §

    bij in ieder geval een aantal sportverenigingen in een aantal kernen de financiële nood erg hoog is.

  • §

    het budget voor het verwezenlijken van het sportbeleid, op grond van de sportnota, beperkt is.

  • §

    er dit jaar gewerkt wordt aan een nieuw beleidsplan WMO, voor de periode 2011-2015, dat aan het eind van dit jaar moet worden vastgesteld, en daarvoor thans wensen en mogelijkheden bij cliënten en organisaties geïnventariseerd worden,

  • §

    één van de negen zg. prestatievelden van de WMO is: "het bevorderen van sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen, wijken, buurten", en dit bewust ruim breed geformuleerd is.

verzoekt het college

  • §

    te onderzoeken of en hoe - onder welke voorwaarden - het mogelijk is om geld uit andere budgetten - primair het budget WMO - ten gunste van de doelstellingen van sport en sportverenigingen te besteden.

  • §

    de raad zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vóór de behandeling van de Begroting 2012 te informeren of en hoe het mogelijk is geld uit andere budgetten ter beschikking te stellen voor sport en sportverenigingen.

BIJLAGE

Bijlage 1: Impuls Brede Scholen sport en Cultuur

Combinatiefuncties

De impuls brede scholen, sport en cultuur (VWS, 2007) beoogt in het hele land ten minste 2.250 combinatiefuncties (fte’s) mogelijk te maken. Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij één werkgever maar werkzaam is voor twee of meer sectoren: in dit geval onderwijs, sport en/of cultuur. Met combinatiefuncties wordt de verbinding en samenwerking tussen sectoren versterkt. Hierdoor wordt het binnen- en buitenschoolse onderwijs-, sport en cultuuraanbod verrijkt en beter op elkaar afgestemd. Met de impuls brede scholen, sport en cultuur wordt het volgende beoogd.

  • §

    Meer sport- en cultuuraanbod op en om de brede school in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs (dat kan dus ook zijn: bij de sportvereniging of de culturele instelling).

  • §

    De ontwikkeling van meer brede scholen met een sport- en cultuuraanbod.

  • §

    De versterking van ca. 10% van de sportverenigingen, zodanig dat deze niet alleen in staat zijn de leden te bedienen, maar ook iets kunnen betekenen voor het onderwijs, de naschoolse opvang, de wijk en/of specifieke (inactieve, kwetsbare) doelgroepen.

In de bijlage wordt meer informatie gegeven over de “Impuls brede scholen sport en cultuur”.

Financiële bijdrage van het Rijk

In de septembercirculaire gemeentefonds 2010 is een overzicht opgenomen van de decentralisatie-uitkering brede scholen sport en cultuur.

Hierin worden voor Bloemendaal de volgende bedragen genoemd:

2011: € 80.992,-

2012: € 67.400,-

Het is een structurele impuls. De gemeente kan elk jaar rekenen op deze bijdrage van € 67.400,-. Dit is bedoeld voor de loonkosten van de combinatiefuncties.

De 100% Rijksbijdrage voor het eerste jaar mag ook ingezet worden als voorbereidingskosten. Het is mogelijk om een plan van aanpak te laten maken door een kwartiermaker. Op deze manier ontstaat een goede invulling van de combinatiefuncties waardoor er lokaal maatwerk geleverd wordt.

Risico

Aan het tekenen van de intentieverklaring zit geen financieel risico. De gemeente hoeft de rijksbijdrage niet terug te betalen indien de na te streven doelen, het realiseren van resp. 1,6 fte in 2011 en 3,4 fte in de daarop volgende jaren, niet behaald worden. Indien het werkgeverschap goed is geregeld en er goede lokale overeenkomsten zijn opgesteld, loopt de gemeente ook geen juridisch risico.

Situatie in Bloemendaal

Wij zien verschillende aanknopingspunten om de combinatiefuncties in te zetten bij de uitvoering van het nieuwe beleid.

  • §

    Het versterken van het bewegingsonderwijs op en rond school.

  • §

    Het versterken van sportverenigingen zodat zij hun maatschappelijke rol kunnen spelen.

  • §

    Het vergroten van het speel, beweeg- en sportaanbod in de wijk.

  • §

    Het vergroten van het gebruik van sportaccommodaties door de jeugd buiten verenigingsverband.

Het is voor de gemeente duidelijk dat de inzet van combinatiefunctionarissen een grote toegevoegde waarde heeft maar ook een beslag legt op de beschikbare middelen.

Begin 2011 wil de gemeente een concept van de sportnota, inclusief de inzet en financiering van combinatiefunctionarissen, bespreken met de betrokken partijen.

Keuze van de gemeente

De gemeente Bloemendaal heeft de intentie om gebruik te maken van de impuls brede scholen, sport en cultuur. Hiertoe is voor 9 december 2010 de intentieverklaring ondertekend. Lokaal maatwerk is het sleutelwoord van deze impuls.

Gegeven de situatie in Bloemendaal, met onder andere het proces rond de nieuwe sportnota, is het reëel om tot de zomer van 2011 te onderzoeken hoe de combinatiefunctionarissen het best ingezet en gefinancierd kunnen worden. Het betrekken van betrokkenen in de gemeente is daarbij cruciaal.

De gemeente streeft er dan naar om per 1 september 2011 de eerste 1,6 fte aan te stellen.

Bijlage 2: Overzicht sportaccommodaties en sportverenigingen in de gemeente Bloemendaal

Naam sportclub

Eigendom club- en kleed-accommodatie

Eigendom (zakelijk gerechtigde) velden

Aantal velden en soort

Verlichting

 

BUITENSPORTVERENIGINGEN

BOWLS

Bal Haute Age

Albertsbergweg 3

Bloemendaal

Geen (gebruik accommodatie HC B’daal)

Gemeente

Veld wordt gehuurd van HC Bloemendaal

Geen

CRICKET

Cricketclub Bloemendaal

Donkerelaan 66

Bloemendaal

Gemeente

Gemeente, bijzonder contract (i.v.m. schoolsport)

1 cricketveld Donkerelaan en 1 cricketveld wordt gehuurd van HC B’daal

Geen

GOLF

Golfclub Mariënweide

Zwaluwenweg /

Boekenroodeweg

Aerdenhout

Club

(geen opstalrecht gevestigd)

Gemeente

9 holesbaan, wordt gehuurd van Rood-Wit

Geen

HOCKEY

Hockeyclub Bloemendaal

Aelbertsbergweg 3

Bloemendaal

Club

(eigendom)

Gemeente, Super A-contract

4 kunstgrasvelden en grasveld in driehoekvorm

2 kunstgrasvelden

Mixed Hockeyclub Bennebroek

Jacob van Heemskerklaan 1

Bennebroek

Club

(recht van opstal)

Club 2 velden (recht van opstal), gemeente 1 veld

2 kunstgrasvelden, 1 kunstgrasveld voor jeugd en 1 hockeygrasveld

2 kunstgrasvelden

Mixed Hockeyclub HBS

Bergweg 1a

Bloemendaal

Club

(recht van erfpacht en opstal)

Gemeente, Super A-contract

3 kunstgrasvelden en 1 hockey grasveld

3 kunstgrasvelden

Mixed Hockeyclub Rood-Wit

Zwaluwenweg 11

Aerdenhout

Club

(recht van erfpacht)

Gemeente, Super A-contract

5 kunstgrasvelden

2 kunstgrasvelden + aanvraag voor 1 veld

JEU DE BOULE

Petanqueclub d’Orion

Bergweg 5a

Bloemendaal

Club

(geen opstalrecht gevestigd)

Gemeente, Super A-contract

12 speelbanen

Geen

PAARDRIJDEN

Noord-Hollandse Ruiter Vereniging

Boekenroodeweg

Aerdenhout

Club

(geen opstalrecht gevestigd)

Gemeente, Super A-contract

6 dressuurbakken en 1 springbak

Geen

Manege Aerdenhout

Zandvoorterweg 79

Aerdenhout

Club

Particulier

Boxen, buitenbaan, paddocks, weilanden

Buitenbaan

SOFT- EN HONKBAL

Omnivereniging BSM

Isaac Sweerslaan 3

Bennebroek

Gemeente en club (recht van opstal)

Gemeente, B-contract

1 honkbalveld, 1 softbalveld

Geen

BVC Bloemendaal

Bergweg 1

Bloemendaal

Club

(eigendom)

Gemeente, Super A-contract

1 softbalveld

Geen

TENNIS

Tennisvereniging ABC

Jan Willem Frisolaan 1

Overveen

Particulier

Particulier

10 tennisbanen, hardcourt

Geen

Tennisvereniging Bennebroek

Binnenweg 63

Bennebroek

Club

(recht van erfpacht en opstal)

Club

(recht van erfpacht en opstal)

8 All-weather banen

6 tennisbanen

Tennisclub Elswout

Ruys de Perezlaan

Aerdenhout

Particulier

Particulier

2 tennisbanen, graval

Geen

Tennisvereniging LTC

Johan Verhulstweg 22

Bloemendaal

Club

(recht van erfpacht)

Gemeente, Super A-contract

6 tennisbanen, gravel

Geen

Tennisvereniging Vogelenzang

Henk Lensenlaan 4

Vogelenzang

Club

(recht van erfpacht)

Gemeente, Super A-contract

7 tennisbanen, graval

5 tennisbanen

Tennisvereniging WOC

Zeeweg 5

Overveen

Club

(recht van erfpacht)

Gemeente, Super A-contract

8 tennisbanen, gravel

8 tennisbanen

Tennis voor ouderen

Fablohal

Haarlem

Particulier

Particulier

Diverse tennisbanen

Binnenverlichting

VOETBAL

BVC Bloemendaal

Bergweg 1

Bloemendaal

Club

(eigendom)

Gemeente, Super A-contract

3 voetbalgrasvelden, 1 gras trainingsveld, 1 gras jeugdveld, 1 grasveld voor de mini’s en 2 softbalvelden

Hoofdveld en trainingsveld

Omnivereniging BSM

Isaac Sweerslaan 3

Bennebroek

Gemeente en club (recht van opstal)

Gemeente, B-contract

2 voetbalgrasvelden, 1 trainingsveld, 1 handbalveld verhard, 1 soft en honkbalveld

Veld 2, trainingsveld en handbalveld.

Sportvereniging Vogelenzang

Henk Lensenlaan 2

Vogelenzang

Club

(recht van erfpacht)

Gemeente, A contract

2 voetbalgrasvelden, 1 trainingsveld gras

Hoofdveld, trainingsveld en ijsbaanveld

Naam sportclub

Naam en locatie

binnenaccommodatie

Eigendom (zakelijk gerechtigde) accommodatie

Verhuurder

Aangesloten bij Bond

BINNENSPORTVERENIGINGEN

BASKETBALL

KTC

Tetterode sporthal, Tetterode weg 15

Overveen

Gemeente

Bovelander & Bovelander

KNBB

BADMINTON

Omnivereniging BSM

Isaac Sweerslaan 3

Bennebroek

Sporthal De Kooi

Isaac Sweerslaan 3

Bennebroek

Gemeente

Gemeente

Nee

BRIDGE

Bridgeclub Adriaan Pauw

Het Jagerhuis

Binnenweg 69

Bennebroek

Nederlands Hervormde Kerk

Idem als eigenaar

NBB

Bridgeclub Bennebroek

Het Jagerhuis

Binnenweg 69

Bennebroek

Nederlands Hervormde Kerk

Idem als eigenaar

NBB

Dames Bridge club Bennebroek

Het Jagerhuis

Binnenweg 69

Bennebroek

Nederlands Hervormde Kerk

Idem als eigenaar

Nee

Bridgeclub Bloemendaal

Dorpshuis Bloemendaal

Donkerelaan 20

Bloemendaal

Stichting dorpshuis

Idem als eigenaar

NBB

Bridgeclub Het Groene Hart

Dorpshuis Bloemendaal

Donkerelaan 20

Bloemendaal

Stichting dorpshuis

Idem als eigenaar

NBB

Bridge Haarlem NBB

Dorpshuis Bloemendaal

Donkerelaan 20

Bloemendaal

Stichting dorpshuis

Idem als eigenaar

NBB

Bridgeclub Linnaeus

Het Jagerhuis

Binnenweg 69

Bennebroek

Nederlands Hervormde Kerk

Idem als eigenaar

NBB

Bridge met Plezier

Het Jagerhuis

Binnenweg 69

Bennebroek

Nederlands Hervormde Kerk

Idem als eigenaar

NBB

Bridgeclub Sensation

Dorpshuis Bloemendaal

Donkerelaan 20

Bloemendaal

Stichting dorpshuis

Idem als eigenaar

NBB

FUTSAL

Omnivereniging BSM

Isaac Sweerslaan 3

Bennebroek

Sporthal De Kooi

Isaac Sweerslaan 3

Bennebroek

Gemeente

Gemeente

KNVB

GYMNASTIEK

Gymnastiekvereniging DOS

Gymzaal Vleugelschool

Stichting De La Salle

Stichting De La Salle

KNGU

ROLSTOELHOCKEY

Kennemer keien

rolstoelhockey

Tetterode sporthal, Tetterode weg 15

Overveen

Gemeente

Bovelander & Bovelander

KNHB

SCHAKEN

Bloemendaalse Schaakvereniging

Woonzorgcentrum De Rijp

Bloemendaal

Stichting SHDH

Idem als eigenaar

KNS

Naam sportvoorziening

Eigendom (zakelijk gerechtigde) accommodatie

Verhuurder

Mogelijkheden

 

FITNESS EN SPORTSCHOLEN

Dames Sport Studio

Bloemendaalseweg 234b

Overveen

Particulier

N.v.t.

Fitness, afslanken

 

Landgoed Duinlust

Duinlustweg 16

Overveen

Particulier

N.v.t.

Fitness

 

Sportacademie Nauwelaerts de Agé

Bloemendaalseweg 152

Overveen

Particulier

N.v.t.

Fitness, zwemschool

 

Fitness- en dansstudio Work It Out

Meerweg 1 d

Bennebroek

Particulier

N.v.t.

Fitness, dans

 

SPORTHALLEN

Sporthal Tetterode

Tetterodeweg 15

Overveen

Gemeente

Bovelander & Bovelander

Multihal, tennishal en 3 buitentennisbanen, gravel

 

Sporthal De Kooi

Isaac Sweerslaan 3

Bennebroek

Gemeente

Gemeente

Futsalveld

 

OVERIGE VERENIGINGEN

Naam scoutingclub

Eigendom club- en kleed-accommodatie

Eigendom (zakelijk gerechtigde) terrein

 

 

Scouting Elswout

Bergweg 5

Bloemendaal

Gemeente

Gemeente

 

 

Scouting Bos en Duin

Bergweg 66

Bloemendaal

Club

(recht van erfpacht)

Club

(recht van erfpacht)

 

 

Scouting Camerons

Duinlustweg 20

Overveen

Club

(recht van opstal)

Staatsbosbeheer

 

 

ZEILEN

Kustzeilvereniging Bloemendaal (catclub)

Naast Parnassia

Bloemendaal aan Zee

Club

(geen opstalrecht gevestigd)

Gemeente, A contract

 

 

Zeilschool Mifune

Naast Parnassia

Bloemendaal aan Zee

Club

(geen opstalrecht gevestigd)

Gemeente, A contract

 

 

Surfclub Bloemendaal WWSV

Naast Parnassia

Bloemendaal aan Zee

Club

(geen opstalrecht gevestigd)

Gemeente, A contract

 

 

Bijlage 3: Overzicht huur(waarden) gemeentelijke sportaccommodaties en sportverenigingen

Naam (sport)club

Huur accommodatie en veld

Subsidie

CRICKET

Cricketclub Bloemendaal

Donkerelaan 66

Bloemendaal

Grond: 7.200

Veld: 1.940

Kleedkamer: 1.344

Ballenvanger: 376

Opslag koepel: 0

10.860

Grond: 7.200

GOLF

Golfclub Mariënweide

Zwaluwenweg /

Boekenroodeweg

Aerdenhout

Clubhuis: 256

 

HOCKEY

Hockeyclub Bloemendaal

Aelbertsbergweg 3

Bloemendaal

Grond: 17.160

Grond: 17.160

Mixed Hockeyclub Bennebroek

Jacob van Heemskerklaan 1

Bennebroek

Grond: 2.912

Natuurgrasveld: 2.493

5.405

Grond: 2.912

Mixed Hockeyclub HBS

Bergweg 1a

Bloemendaal

Grond: 10.800

Grond: 10.800

Mixed Hockeyclub Rood-Wit

Zwaluwenweg 11

Aerdenhout

Grond: 21.880

Grond: 21.880

JEU DE BOULE

Petanqueclub d’Orion

Bergweg 5a

Bloemendaal

Grond: 1.520

Grond: 1.520

PAARDRIJDEN

Noord-Hollandse Ruiter Vereniging

Boekenroodeweg

Aerdenhout

Grond: 11.880

Grond: 11.880

TENNIS

Tennisvereniging Bennebroek

Binnenweg 63

Bennebroek

Grond: 11.780

Grond: 11.780

Tennisvereniging LTC

Johan Verhulstweg 22

Bloemendaal

Grond: 5.960

Grond: 5.960

Tennisvereniging Vogelenzang

Henk Lensenlaan 4

Vogelenzang

Grond: 5.000

Grond: 5.000

Tennisvereniging WOC

Zeeweg 5

Overveen

Grond: 8.800

Grond: 8.800

VOETBAL

BVC Bloemendaal

Bergweg 1

Bloemendaal

Grond: 13.840

Grond: 13.840

Omnivereniging BSM

Isaac Sweerslaan 3

Bennebroek

2 Voetbalvelden: 5.683

Trainingsveld: 2.493

Honk-/softbalveld: 2.022

Handbalveld: 1.697

Veldverlichting: 919

Bovenbouw clubhuis: 2.631

15.445

 

Sportvereniging Vogelenzang

Henk Lensenlaan 2

Vogelenzang

Grond: 14.680

2 Voetbalvelden: 1.101

15.781

Grond: 14.680

Totaal sport

156.367

133.412

OVERIGE ACOOMMODATIES

Kustzeilvereniging Bloemendaal (catclub)

Naast Parnassia

Bloemendaal aan Zee

Grond: 8.999

Grond: 8.999

Zeilschool Mifune

Naast Parnassia

Bloemendaal aan Zee

Grond: 8.399

Grond: 8.399

Surfclub Bloemendaal WWSV

Naast Parnassia

Bloemendaal aan Zee

Grond: 2.999

Grond: 2.999

Totaal strand

20.397

20.397

Totaal

176.764

153.809

Bijlage 4: Financiële vertaling sportbeleid

Ter uitvoering van het sportbeleid dat met name is gestoeld op de sportnota 2005 zijn de navolgende budgetten in de meerjarenbegroting 2010 beschikbaar.

 

UITGAVEN BUDGETTEN

 

1.

Kosten sporthal De Kooi

36.000

2.

Belastingen en zakelijke rechten sportvelden

19.000

3.

Energie en schoonhouden sportgebouwen Donkerelaan

10.000

4.

Onderhoud sportvelden Rottegat en overige velden

68.000

5.

Jeugdsportpas

11.000

6.

Sportnota

85.000

7.

Jeugdsubsidies

41.000

8.

Stimulering sport

5.000

9.

Subsidie gehandicaptensport(verenigingen)

6.000

10.

Huldiging sportkampioenen

5.000

11.

Subsidie huur sportverenigingen en strandsportver.

154.000

12.

Onderhoudsvoorziening sporthal De Kooi en Tetterode

37.000

13.

Kapitaallasten

54.000

14.

Overheadkosten

50.000

15.

Bewegingsonderwijs (product onderwijs)

221.000

 

Totaal structureel

802.000

Toelichting:

  • 1.

    : het betreft hier kosten van energie en schoonhouden alsmede onderhoud aan materialen

  • 2.

    : dit zijn eigenaarlasten (OZB, algemene omslag) van de sportvelden

  • 3.

    : het betreft hier kosten van energie en schoonhouden van de door de cricketclub en door scholen gebruikte kleedgebouwen aan de Donkerelaan

  • 4.

    : kosten van onderhoud sportvelden die voor rekening van de gemeente komen

  • 5.

    : kosten van uitvoering van de Jeugdsportpas

  • 6.

    : budget t.b.v. uitvoering nieuw sportbeleid (zie hoofdstuk 9 voor invulling)

  • 7.

    : budget t.b.v. uitvoering van jeugdsubsidieregeling

  • 8.

    : budget t.b.v. sportstimuleringsmaatregelen

  • 9.

    : subsidiebudget t.b.v. gehandicaptensportverenigingen

  • 10.

    : budget t.b.v. huldiging sportkampioenen.

  • 11.

    : subsidiebudget t.b.v. huur sportverenigingen

  • 12.

    : Reserveringen t.b.v. onderhoud aan twee sporthallen

  • 13.

    : Kosten van rente en afschrijving van twee sporthallen en herinrichting IJsbaanveld

  • 14.

    : Kosten ambtelijke ondersteuning, inzet materieel en verzekeringen

  • 15.

    : Budget wordt uitbetaald aan bijzonder onderwijs conform de overschrijdingsregeling

 

INKOMSTEN BUDGETTEN

 

16.

Huur sportterreinen

156.000

17.

Huuropbrengst sporthal De Kooi

78.000

18.

Huuropbrengst sporthal Tetterode

25.000

 

Totaal structureel

259.000

Toelichting:

  • 16.

    : betreft opbrengsten verhuurde sportterreinen (met name huur o.b.v. WOZ waarde)

  • 17.

    : betreft huuropbrengsten + verhuur reclameborden sporthal

  • 18.

    : huuropbrengst loopt op tot € 45.000 in 2012/2013 o.b.v. overeenkomst

De netto-uitgaven voor sport bedragen € 543.000 (€ 802.000 - € 259.000). Dat is uitgedrukt in een percentage ten opzichte van het begrotingstotaal 1,15%.

Bijlage 5: Knelpunten- en behoefteanalyse sportverenigingen

  • 1.

    Het bestaan van wachtlijsten bij enkele hockeyverenigingen, een voetbalvereniging en een tennisclub (HC Bloemendaal, Rood-Wit, HBS, BVC Bloemendaal en WOC).

    • §

      Korte toelichting: oplossing voor wachtlijsten wordt door de sportverenigingen gezocht in uitbreiding van de accommodatie of intensivering van het gebruik. De mogelijkheden hiertoe zijn ruimtelijk geregeld in bestemmingsplannen.

    • Ø

      Actie: sportbelangen worden op zichzelf en tegen andere belangen afgewogen. Deze belangenafweging dient publiekrechtelijk plaats te vinden. Vanuit het oogpunt van sport zal privaatrechtelijk worden meegewerkt aan de realisatie van kunstgras en verlichting.

  • 2.

    Door de afwezigheid van het kunstgras verliezen de voetbalverenigingen de concurrentiestrijd met de Haarlemse verenigingen (BVC Bloemendaal, BSM).

    • §

      Korte toelichting: sportverenigingen uit buurgemeenten beschikken alle over 1 of meer kunstgrasvelden. De sportverenigingen constateren hierin ongelijkheid. Dit wordt extra gevoed door afgelastingen, waardoor minder kwaliteit wordt geboden aan de leden en bovendien kantine-opbrengsten worden gemist.

    • Ø

      Actie: de (of enkele) velden van beide sportclubs worden meer dan gemiddeld afgekeurd. Er wordt verondersteld dat het probleem zit in de waterhuishouding onder de velden. Onderzoek is momenteel gaande en met beide verenigingen is reeds overleg gevoerd. Ten aanzien van de aanleg van kunstgrasvelden geldt dat momenteel voor gemeentelijke investeringen geen financiële middelen aanwezig zijn. Daarbij moet bedacht worden dat o.g.v. het gelijkheidsbeginsel ook hockey- en tennisverenigingen moeten worden bediend. Deze maatregel vereist overigens een fundamentele wijziging van het sportbeleid.

  • 3.

    Te weinig leden (Tennis voor Ouderen).

    • §

      Korte toelichting: het voortbestaan van de club wordt bedreigd door gebrek aan leden (minder dan 5). Zij wenst medewerking van de gemeente bij ledenwerving.

    • Ø

      Actie: in het kader van het WMO-beleid zou extra aandacht aan deze groep besteed kunnen worden, wellicht in de vorm van publicatie van een stuk in de WMO-krant. De vereniging wordt geadviseerd contact te zoeken met Welzijn Bloemendaal t.b.v. een vermelding op hun website en contact te zoeken met de plaatselijke media. Overigens hebben wij de indruk dat er veel ouderen de tennissport beoefenen, zowel in georganiseerd verband (tennisclubs) als niet-georganiseerd verband (vriendenclubs).

  • 4.

    Continuïteit. De club wenst zekerheid m.b.t. toekomst door middel van vastlegging van afspraken (Golfclub).

    • §

      Korte toelichting: onderhuur situatie via Rood-Wit biedt te weinig zekerheid m.b.t. de toekomst. Legalisering clubhuis en behoud golfterrein is van belang voor het doen van investeringen.

    • Ø

      Actie: alle partijen geven de voorkeur aan onderhuur. In huurovereenkomst met Rood-Wit zou positie van de golfclub vastgelegd moeten worden. Overleg hierover vindt reeds plaats. In herziening bestemmingsplan Aerdenhout wordt positie golfclub vastgelegd.

  • 5.

    Meer lichtfaciliteit voor Rood-Wit vermindert noodzaak tot aanleg extra kunstgrasveld. (Golfclub).

    • §

      Korte toelichting: extra kunstgrasveld voor Rood-Wit (op het meest zuidelijke gedeelte van het sportcomplex) betekent het einde van de golfclub.

    • Ø

      Actie: mogelijkheden van bouwwerken (verlichting) aldaar is meegenomen in de herziening van het bestemmingsplan Aerdenhout.

  • 6.

    In het kader van duurzaamheid zou gemeente mee moeten investeren in verlichting met inschuifbare masten (Rood-Wit).

    • §

      Korte toelichting: inschuifbare lichtmasten geven geen “zichtvervuiling”. De aanschaf van deze masten is duurder dan normale lichtmasten. De meerkosten van € 45.000 per verlicht veld zou door de gemeente moeten worden betaald.

    • Ø

      Actie: landschappelijk gezien is dit een goed alternatief, maar de meerwaarde van deze masten moet worden nagegaan. Ook de uitvoering van de masten in zwarte kleur levert minder “zichtvervuiling” op. Voor een gemeentelijke investering zijn echter momenteel geen middelen beschikbaar. Daarbij moet bedacht worden dat o.g.v. het gelijkheidsbeginsel ook voetbal- en tennisverenigingen moeten worden bediend. Deze maatregel vereist overigens een fundamentele wijziging van het sportbeleid.

  • 7.

    Het toestaan van afscheidingen met netten of hekken ter vergroting van de speelmogelijkheden voor zowel hockey als golf (Golfclub).

    • §

      Korte toelichting: golf en hockey kunnen op dit sportpark voornamelijk niet gelijktijdig beoefend worden. Momenteel worden afspraken tussen de clubs gemaakt over de speeltijd. Het plaatsen van hekken/netten leidt tot intensivering van het gebruik van het sportcomplex.

    • Ø

      Actie: mogelijkheden van bouwwerken (hekken/netten) aldaar is meegenomen in de herziening van het bestemmingsplan Aerdenhout.

  • 8.

    Na het eventuele vertrek van de paardrijvereniging NHRV wenst de golfclub de eerst rechthebbende te zijn om de gronden te huren t.b.v. een golfbaan (Golfclub).

    • §

      Korte toelichting: de gronden van de paardrijvereniging sluiten direct aan op de golfbaan. Met een eventuele uitbreiding kan de huidige C-status van de baan worden versterkt.

    • Ø

      Actie: hoewel van vertrek van de vereniging geen sprake is, zijn wij in principe bereid medewerking te verlenen aan het verzoek.

  • 9.

    Een langzaam dalend aantal seniorenleden dat bovendiend woonachtig is buiten de gemeente vergroot de druk op de aanwezige Vogelenzangse vrijwilligersleden. Het dalend aantal leden heeft tevens negatieve gevolgen voor de exploitatie. De sportclubs pleiten voor meer financiële steun (SV Vogelenzang en TV Vogelenzang).

    • §

      Korte toelichting: Vogelenzang is een kleine dorpskern, waarbij groei van de kern alleen mogelijk is door woningbouw. De clubs hebben weinig mogelijkheden om extra inkomsten te genereren en constateren dat onderhoudskosten steeds hoger worden. Deze kosten moeten door een steeds kleiner wordende vereniging worden opgebracht.

    • Ø

      Actie: clubs zijn als eerste zelf verantwoordelijk voor de exploitatie. Verenigingen zullen inventief moeten zijn en nagaan of besparingen zijn door te voeren en/of eigen inkomsten (waaronder contributies) kunnen worden verhoogd. Ook zal de vereniging moeten nadenken over de vraag of nieuwe leden geworven moeten worden en hoe. Het college is geen voorstander van algemene financiële ondersteuning maar kiest voor maatwerk per vereniging. Er zal getracht worden enige toetsingscriteria hiervoor op te stellen. Voorop staat dat de gemeente streeft naar handhaving van de bestaande sportaccommodaties en sportclubs.

  • 10.

    Meer gemeentelijke ondersteuning bij initiatieven tot uitbreiding of intensivering van het gebruik. Sportbelangen moeten prevaleren boven belang van natuur, milieu, verkeer en omwonenden (alle hockeyverenigingen).

    • §

      Korte toelichting: bedoeld wordt dat de gemeente zich achter de plannen van de sportclubs schaart, waarbij gemeente actief een rol speelt in het overleg met omwonenden.

    • Ø

      Actie: Bloemendaal vindt dat clubs moeten zorgen voor goede verstandhouding met de omgeving en zelf het overleg met de buurt moeten initiëren. De gemeente speelt hierin geen leidende rol. Hoewel vanuit het oogpunt van sport de plannen van de clubs worden gesteund, vloeit uit het recht voort dat de gemeente in de te maken belangenafweging (privaat- of publiekrechtelijk) op moet treden als onafhankelijke partij.

  • 11.

    Vrijstelling van OZB en leges omgevingsvergunningen voor sportclubs (alle hockeyverenigingen).

    • §

      Korte toelichting: lastenverlaging voor sportclubs stelt hen in de gelegenheid meer kwaliteit te bieden aan de leden. Het voortbestaan van de clubs wordt daardoor een stuk zekerder.

    • Ø

      Actie: het voorstel is begrijpelijk, maar het college is geen voorstander van algemene financiële ondersteuning. Hoewel sommige verenigingen er financieel minder rooskleurig voor staan, constateren we dat in de afgelopen 10 jaar vele verenigingen op basis van eigen beleid zelfstandig goed hebben gefunctioneerd en in staat zijn gebleken financiering voor hoge investeringen te regelen. De gemeente heeft hieraan zijn medewerking gegeven. Daarnaast is er sprake van groei van de meeste verenigingen, ondanks de meer dan gemiddelde hoogte van de contributie.

  • 12.

    Geen bepalingen in huurovereenkomsten over reclame en lichtmasten (alle hockeyverenigingen).

    • §

      Korte toelichting: in de voorgelegde (standaard) huurovereenkomsten komen deze bepalingen nog steeds voor. Is in strijd met beleidsuitgangspunt van de gemeente.

    • Ø

      Actie: genoemde bepalingen komen uit oude kunstgrascontracten en komen voort uit specifieke afspraken met sportclubs. Dit soort zaken zullen bij de herziening in bestemmingsplannen worden opgenomen. Onderzocht wordt of deze bepalingen moeten worden gehandhaafd. Overleg met de hockeyclubs is gaande.

  • 13.

    Geen huur- maar een erfpachtcontract voor 40 jaar (Rood-Wit).

    • §

      Korte toelichting: erfpachtcontracten bieden voor financiers meer zekerheid dan huurcontracten.

    • Ø

      Actie: uit de praktijk is gebleken dat financiers genoegen nemen met langdurige huurovereenkomsten. Erfpachtcontract in die zin niet noodzakelijk. Bovendien dient bij het afsluiten van erfpachtcontracten door de club overdrachtsbelasting betaald te worden die afhankelijk is van de waarde van de grond.

  • 14.

    Het verantwoord onderhouden van de velden aan de Zomerzorglaan (HC Bloemendaal, Cricketclub Bloemendaal).

    • §

      Korte toelichting: het onderhoud van deze grasvelden kost de hockeyclub (te)veel geld. De clubs wensen dat de gemeente het onderhoud overneemt en terugverhuurt voor een lager bedrag.

    • Ø

      Actie: het college is geen voorstander van het terugnemen van onderhoud van velden. Onderhoud geschiedt nu in eigen beheer. De club is gewezen op de mogelijkheden van uitbesteding van onderhoud in combinatie met het afstoten van maaimaterieel en voorts gewezen op samenwerking met buurverenigingen.

  • 15.

    Oplossing zoeken bij het openbreken van convenant met natuurorganisatie, waardoor verlichting en/of kunstgras op velden mogelijk wordt (HC Bloemendaal).

    • §

      Korte toelichting: in 2004 is een overeenkomst gesloten tussen de stichting Duinbehoud en de hockeyclub Bloemendaal waarin is afgesproken dat er geen verlichting komt op de velden 3 en 4 en geen kunstgras wordt aangelegd op de velden aan de Zomerzorglaan.

    • Ø

      Actie: in bestemmingsplannen wordt geregeld of verlichting en/of kunstgras ruimtelijk gezien mogelijk is. Wij verwachten dat partijen zich aan de gemaakte afspraken zullen houden, tenzij op basis van overeenstemming tussen beide partijen daarvan wordt afgeweken. De gemeente neemt hierin geen initiatief.

  • 16.

    Hockeystadion (HC Bloemendaal).

    • §

      Korte toelichting: hockeyclub Bloemendaal wil mee blijven draaien in de top van Nederland en Europa. Bij deze ambitie hoort een professionele accommodatie, waaronder een stadion.

    • Ø

      Actie: zowel de structuurvisie als het bestemmingsplan voorziet niet in mogelijkheden tot bouw van een stadion. In de ter plaatse geldende landgoederenzone is geen uitbreiding voorzien van bebouwing (woningen etc.). Een meningvorming over de wenselijkheid van deze ontwikkeling moet nog plaatsvinden.

  • 17.

    Realiseren 3e kunstgras hockeyveld (MHC Bennebroek).

    • §

      Korte toelichting: als gevolg van de groei van leden bij de hockeyvereniging bestaat behoefte aan een derde kunstgras hockeyveld. Het bestaande natuurgrasveld moet daarvoor worden omgevormd.

    • Ø

      Actie: met de hockeyclub zijn reeds meerdere gesprekken geweest over dit onderwerp. De gemeente staat er in beginsel positief tegenover. Het beheer en onderhoud van het veld wenst de club op zich te nemen. Momenteel worden gegevens verzameld die nodig zijn ten behoeve van een belangenafweging, die door de gemeente moet worden gemaakt.

  • 18.

    Behoeften onderzoek en realiseren Buiten Schoolse Opvang (MHC Bennebroek).

    • §

      Korte toelichting: het combineren van studie en sport benadrukt de maatschappelijk rol van de vereniging. Bovendien bindt het de leden aan de club en kunnen extra inkomsten worden gegenereerd. Wellicht wordt samengewerkt met BSM op dit punt.

    • Ø

      Actie: wij ondersteunen dergelijke initiatieven en zullen daar waar mogelijk meewerken. BSM heeft zich intussen ook gemeld met soortgelijke plannen.

  • 19.

    Aan de slag met combinatiefunctionarissen (BVC Bloemendaal).

    • §

      Korte toelichting: de club heeft grote behoefte aan deze functionarissen. Enerzijds om de noodzakelijke verbinding te maken tussen sport, school en cultuur en anderzijds om de huidige trainer (die geschikt is als combinatiefunctionaris) te kunnen behouden voor BVC.

    • Ø

      Actie: zoals aangekondigd in de sportnota wordt een onderzoek ingesteld door Sportservice Noord-Holland. Daarbij wordt gesproken met diverse instellingen op het gebied van sport, school en cultuur. Er zullen prestatie-afspraken met de instellingen gemaakt moeten worden. Daarnaast moet naar de financiën gekeken worden. Het Rijk financiert deze banen voor 40% en het restant moet betaald worden door de gemeente en de instellingen.

Bijlage 6: Uitgangspunten van het sportbeleid

Inleiding

De maatschappelijke functie van sport is van zeer groot belang. De sportnota richt zich op sport, maar ook op andere beleidsterreinen.

De sportnota geeft heldere regels op het gebied van het accommodatiebeleid. Deze regels helpen bij het stimuleren van mensen om te gaan sporten. Het gaat daarbij niet alleen om de jeugd, maar ook om ouderen en mensen met een beperking. Wij continueren bijvoorbeeld de Jeugdsportpas en in overleg met sportorganisaties wordt gezocht naar de juiste en meest effectieve methode om minder actieve ouderen aan het sporten te krijgen.

De sportnota richt zich ook op de gezondheidsaspecten. Zo worden maatregelen genomen die moeten leiden tot verbetering van de leefstijl.

Daarnaast is sport een bindingsmiddel. De maatschappij is gebaat bij een grote sociale samenhang. Sportverenigingen vervullen daarbij een belangrijke rol. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning bestrijkt voor een groot deel dit onderwerp. Een van de uitgangspunten van deze wet is zelfredzaamheid en eigen initiatief. De overheid stimuleert en faciliteert en van burgers wordt verwacht dat ze zelf initiatieven ontplooien. De maatregelen die Bloemendaal neemt passen binnen dit uitgangspunt.

Bestuursopdracht

Door middel van vaststelling van de bestuursopdracht sport in uw vergadering van 17 december 2009 (2009031653), zijn uitgangspunten voor het sportbeleid vastgesteld. Tijdens de behandeling van het voorstel zijn twee amendementen ingediend, waardoor één uitgangspunt tekstueel is aangevuld (breedtesport en topsport) en een ander uitgangspunt is toegevoegd (bovenlokale afstemming).

In dit document is teruggegrepen op de uitgangspunten van het sportbeleid. De sportnota heeft deze uitgangspunten vertaald in beleids- en uitvoeringsmaatregelen. Deze en een aantal stellingen zijn per uitgangspunt hieronder weergegeven.

Uitgangspunten

Wij vinden dat alle Bloemendalers verantwoord moeten kunnen sporten en bewegen in hun eigen omgeving. Zij moeten kiezen voor een sport vanuit hun eigen interesse en mogelijkheden. Sport is belangrijk voor de gezondheid en stimuleert en activeert de levendigheid en leefbaarheid.

Bij het nastreven van dit doel hanteert de gemeente de volgende uitgangspunten.

  • 1.

    We streven naar het handhaven van de huidige sportcomplexen; het voorzieningenniveau moet minimaal gelijk blijven.

    • §

      Aan sportverenigingen met een Super-A-contract wordt de huur van de ondergrond van sportvelden volledig gesubsidieerd. Sportverenigingen hebben op dit punt geen kosten. Jaarlijks is hiermee een bedrag gemoeid van € 154.000.

    • §

      De grond onder club- en kleedaccommodaties wordt op verzoek van de sportvereniging tegen een symbolisch bedrag overgedragen dan wel tegen een symbolisch bedrag voor 40 jaar verhuurd. De sportvereniging heeft op dit punt dus geen kosten. Overdracht van de grond onder club- en kleedaccommodaties door middel van de vestiging van het recht van erfpacht heeft niet onze voorkeur vanwege de zeer forse notariële kosten (overdrachtsbelasting) die voor rekening van de club zijn. Deze kosten zijn wettelijk gerelateerd aan de waarde van het onroerend goed.

    • §

      De gemeente werkt binnen de ruimtelijke mogelijkheden mee aan procedures die leiden tot aanpassing van de sportgebouwen (vergroting clubhuis, vestiging kinderopvang etc.).

    • §

      De gemeente garandeert samen met het Waarborgfonds Sport geldleningen van sportverenigingen. Met een garantie wordt de vereniging in staat gesteld sportvoorzieningen te financieren.

    • §

      Vanuit de sport bezien werken wij mee aan verzoeken van sportverenigingen tot de aanleg van kunstgrasvelden en het aanbrengen van verlichting.

    • §

      Voor het treffen van duurzame en energiezuinige voorzieningen aan sportaccommodaties is een gemeentelijke subsidieregeling beschikbaar.

    • §

      Het is van groot belang dat sportvoorzieningen in de gemeente aanwezig zijn. Het is geen voorwaarde dat deze in eigendom moeten zijn van de gemeente.

    • §

      Wij zijn geen voorstander van financiële ondersteuning op grote schaal, maar tegen beperkte incidentele en tijdelijke steun hebben wij geen bezwaar. Omdat specifieke omstandigheden daartoe aanleiding geven, wordt aan 3 verenigingen een tijdelijke subsidie toegekend.

  • 2.

    Het gemeentelijk sportbeleid richt zich op de breedtesport, maar zal zich binnen de gegeven mogelijkheden inzetten voor continuering van topsport in de regio.

    • §

      Bloemendaal werkt mee aan het sluiten van een convenant dat zich binnen de regio Kennemerland (inclusief Haarlemmermeer) inzet voor het verbeteren en professionaliseren van een topsportklimaat en dat zich inzet voor topsport- en talentontwikkeling.

    • §

      Wij continueren de Jeugdsportpas met als doel de jeugd te laten kennismaken met allerlei soorten sport- en beweegactiviteiten.

    • §

      Wij nemen initiatief door samenwerking te zoeken met diverse organisaties (bijvoorbeeld Sportsupport, Meer Bewegen voor Ouderen etc) om ouderen en mensen met een beperking te laten te bewegen.

  • 3.

    We streven naar regionale afstemming op sportgebied.

    • §

      Wij werken mee aan een onderzoek naar de huidige en toekomstige behoefte aan sportaccommodaties. Sportservice Noord-Holland heeft daartoe het initiatief genomen.

    • §

      Op basis van bilateraal overleg met buurgemeenten wordt gekeken hoe het sportbeleid van de gemeenten op elkaar kunnen worden afgestemd.

    • §

      Vanuit de sport bezien zijn wij voorstander van het maximeren van het gebruik van sportcomplexen en zullen wij onze medewerking daaraan verlenen.

    • §

      Wij vinden dat sportverenigingen ook een eigen verantwoordelijkheid hebben als het gaat om capaciteitsproblemen. Verenigingen beslissen zelf over het toelatingsbeleid van leden. Samenwerking met nabuurverenigingen zou een oplossing kunnen bieden.

  • 4.

    Bij het geven van medewerking aan de uitbreiding of wijziging van sportcomplexen al of niet als gevolg van groei van sportverenigingen vindt een afweging plaats van belangen van de sport en sporters, natuur, milieu, verkeer en omwonenden; medewerking wordt gegeven als de belangenafweging uitvalt in het voordeel van de sportvereniging.

    • §

      Vanuit de sport bezien werken wij mee aan verzoeken van sportverenigingen tot aanleg van kunstgrasvelden en het aanbrengen van verlichting.

    • §

      Wij wensen een afweging van alle relevante belangen te maken op één plaats en voor zover mogelijk binnen één procedure. Het publiekrecht (bestemmingsplan) is daarvoor het meest geschikt, omdat het de meeste rechtszekerheid biedt. Bij de herziening van bestemmingsplannen wordt dat geregeld. Tot aan dat moment vindt belangenafweging plaats zowel publiekrechtelijk (bouwverordening, natuurwetten) als privaatrechtelijk (verkeer, omwonenden) op basis van afspraken met de sportverenigingen.

    • §

      Als belangenafweging plaatsvindt op publiekrechtelijk niveau en deze uitvalt in het voordeel van de sportvereniging, wordt op basis van het privaatrecht (huurovereenkomst) toestemming verleend en verder geen afweging meer gemaakt.

    • §

      Het landschapsadvies vormt geen onderdeel meer van de sportnota. Het advies, voor zover het relevant wordt bevonden, wordt vertaald in algemeen beleid dat opgenomen kan worden in bestemmingsplannen.

  • 5.

    We streven naar vergroting van de zelfstandigheid van sportverenigingen.

    • §

      Zelfstandigheid ontstaat door onafhankelijkheid. Overdracht van de ondergrond onder clubaccommodaties, lange termijn huurovereenkomsten, garantstelling bij financiering, geen huurprijs sportvelden als de club het volledig beheer en onderhoud heeft, dragen alle bij aan onafhankelijkheid van de sportvereniging.

    • §

      Wij stimuleren het particuliere initiatief. Een groot aantal sportaccommodaties is kwalitatief hoogwaardig en is tot stand gekomen vooral door burgerlijke inspanningen. De gemeente treedt op als facilitator en werkt binnen de gegeven mogelijkheden mee in procedures en met vergunningen.

    • §

      Wij bemoeien ons niet met het tarievenbeleid van de club en evenmin met het toelatingsbeleid van leden.

    • §

      Het functioneren van clubs heeft invloed op de omgeving. Clubs moeten streven naar harmonie met de omgeving en dat betekent onder meer dat overleg met de buurt geïnitieerd moet worden door de club. De gemeente kan desgewenst de club daarbij behulpzaam zijn. De verantwoordelijkheid van de club blijft echter voorop staan.

    • §

      De inzet van combinatiefunctionarissen bij sportverenigingen helpt de vereniging direct, maar biedt ook mogelijkheden de maatschappelijke rol van de vereniging meer diepgang te geven. De functionaris speelt een rol binnen de vereniging en verbindt gelijktijdig de vereniging met de wijk (gebruik van de sportaccommodatie door jeugd buiten verenigingsverband). Het resultaat van het onderzoek naar de inzet van combifuncties en de financiering ervan wordt in het tweede halfjaar 2011 verwacht. De inzet van combinatiefunctionarissen vergroot de zelfstandigheid van de vereniging.

  • 6.

    De wachtlijsten voor de jeugd moeten zoveel mogelijk worden weggewerkt.

    • §

      Vanuit de sport bezien zijn wij voorstander van het maximeren van het gebruik van sportcomplexen en zullen wij onze medewerking daaraan verlenen. Als de uitbreidings- en intensiveringsmogelijkheden van het gebruik van een sportcomplex maximaal zijn benut, zullen wachtlijsten als feit moeten worden beschouwd. Bovenlokale afstemming, maar ook (regionale) samenwerking van clubs kunnen dan alleen nog soelaas bieden.

    • §

      De gemeente bemoeit zich niet met het toelatingsbeleid van de sportclubs. Clubs maken zelf de afweging of leden van binnen of buiten Bloemendaal komen en welke bijdrage van de ouders wordt verwacht.

    • §

      Slechts enkele verenigingen hebben wachtlijsten. Geconcludeerd moet worden dat dit te maken heeft met de populariteit van de sport, maar zeker ook met de aantrekkingskracht van de vereniging zelf. Op beide grootheden heeft de gemeente geen invloed en wenst dat ook niet.

  • 7.

    Sportverenigingen worden zoveel mogelijk gelijk behandeld.

    • §

      Er kan alleen sprake zijn van gelijke behandeling van sportverenigingen als omstandigheden eveneens gelijk zijn. Er bestaan drie typen huurovereenkomsten. Elk type kent zijn eigen rechten en verplichtingen.

    • §

      Huurovereenkomsten worden gestandaardiseerd, waarbij elk type overeenkomst dezelfde bepalingen kent.

    • §

      Alle verenigingen die eigenaar zijn van de club- en kleedaccommodatie kunnen de ondergrond, indien gewenst, tegen een symbolische prijs in eigendom verkrijgen. Als alternatief worden 40-jarige huurovereenkomsten geboden.

    • §

      Het toekennen van structurele subsidies aan sportverenigingen (jeugd-, huur- en vrijwilligerssubsidie) geschiedt volgens vaste criteria die gelijk zijn voor iedereen.

  • 8.

    De sport moet betaalbaar blijven, met name voor de jeugd.

    • §

      Wij hanteren in principe het profijtbeginsel (de gebruiker betaalt). Dat principe werkt direct en is zuiver. Tevens wordt daarmee met het feit dat meer dan 50% van de sporters van buiten Bloemendaal komt, rekening gehouden.

    • §

      De jeugdsubsidie voor leden uit Bloemendaal wordt verhoogd naar € 17,50 per lid. Daarmee kunnen verenigingen de contributie lager vaststellen. Het doel is specifiek de doelgroep jeugd te stimuleren te gaan sporten.

    • §

      “Betaalbaar” is een relatief begrip. Het lidmaatschap van hockeyverenigingen is over het algemeen duurder dan dat van andere sporten. Gelet op de populariteit van de sport en van sommige verenigingen concluderen we dat het kostenaspect geen bepalende rol speelt bij het lidmaatschap. Andere sporten in Bloemendaal zijn gemiddeld genomen niet duurder dan in andere gemeenten.

    • §

      Het minimabeleid (declaratieregeling Sociale Zaken) wordt de komende 3 jaar gemonitord en er wordt nagegaan of de regeling verbetering behoeft zodat meer cliënten gebruik maken van de regeling.

    • §

      Wij zijn geen voorstander van algemeen financiële ondersteuning en zeker niet op grote schaal, omdat daarmee elke stimulans voor de sportvereniging vervalt om onafhankelijk te opereren in onze samenleving. Wij zijn wel bereid op kleine(re) schaal de verenigingen tegemoet te komen. De begrotingen van sportclubs staan onder druk door gestegen onderhoudskosten en clubs geven aan steeds minder in staat te zijn kwalitatieve investeringen te plegen. De kosten van de financiële ondersteuning kunnen ten laste gebracht worden van de restant middelen van het sportbudget (zie bladzijde 48 sportnota, laatste bullit). Zo kan gedacht worden aan de volgende ondersteuningsmaatregelen:

      • o

        Subsidiëring zakelijke gemeentelijke belastingen (OZB en rioolrecht). Sportverenigingen in Bloemendaal betaalden in 2010 totaal € 22.900 aan OZB en rioolrecht (zie bijlage 1, 2011013335). Het subsidiëren van deze lasten ligt in het verlengde van de bestaande huursubsidie van de ondergrond van sportvelden.

      • o

        Verdere verhoging jeugdsubsidie. De sportnota stelt voor het bedrag per Bloemendaals jeugdlid te verhogen tot € 17,50. Omdat er groot belang gehecht wordt aan het sporten van de jeugd kan gedacht worden aan het verder verhogen van dit bedrag tot bijvoorbeeld € 25 (het niveau van de voormalige gemeente Bennebroek). De kosten van de totale verhoging bedragen € 22.000.

      • o

        Verhoging van de post incidentele subsidies specifiek voor sportverenigingen. Voor deze subsidie-aanvragen zijn de gebruikelijke beleidsregels van toepassing (activiteiten in Bloemendaal, algemeen toegankelijk, gemeentelijke verantwoordelijkheid aanwezig, onderzoek andere dekkingsmiddelen door club, Bloemendalers maken gebruik van activiteiten). We denken aan een verhoging van € 10.000. Met deze verhoging kunnen bijvoorbeeld projectsubsidies worden toegekend.