Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Putten

Verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Putten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePutten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Putten
CiteertitelFinanciële Verordening gemeente Putten
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën en economie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 212

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-12-201201-01-2015artikel 7 lid 5a

08-11-2012

Puttens Weekblad 19-12-2012

282372
20-03-201227-12-2012toevoeging lid 7.8

05-07-2012

Puttens Weekblad 12-09-2012

262938
16-03-200613-09-2012nieuwe regeling

02-03-2006

De Puttenaer 15-03-2006

2006, IZ/2006/4073

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de inrichting van de financiele organisatie, het financiele beheer en de uitgangspunten van het financiele beleid van de gemeente Putten

De raad der gemeente Putten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2012, nr. 282341; gelet op het bepaalde in artikel 7, lid 5 van de Financiële verordening (Verordening op de inrichting van de financiële organisatie, het financiële beheer en de uitgangspunten van het financiële beleid van de gemeente Putten, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 maart 2006, nr. FIN/2006/2469);

 

besluit:

 

vast te stellen de 2* wijziging van de Financiële verordening.

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling:

    iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie, welke als zodanig door het college is aangewezen;

  • b.

    administratie:

    het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Putten en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • c.

    financiële administratie:

    de financiële administratie is een onderdeel van de administratie en omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Putten, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    - de financieel-economische positie;

    - het financiële beheer;

    - de uitvoering van de begroting;

    - het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    - alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover;

  • d.

    administratieve organisatie:

    het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding;

  • e.

    financieel beheer:

    het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Putten;

  • f.

    rechtmatigheid:

    voor een beschrijving van het begrip rechtmatigheid wordt verwezen naar de beschrijving zoals opgenomen in het Besluit Accountantscontrole Gemeenten (BAG)

  • g.

    doelmatigheid en doeltreffendheid:

    voor een beschijving van deze begrippen wordt verwezen naar de Verordening ex artikel 213a Gemeentewet.

 

HOOFDSTUK I BEGROTING EN VERANTWOORDING

Paragraaf Kaderstellen

Artikel 2 Programmabegroting

  • 1.

    Het college stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren goederen en diensten.

  • 2.

    De raad stelt de indicatoren, bedoeld in het derde lid, vast.

  • 3.

    Het college draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten (output) en de maatschappelijke effecten (outcome), zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3 Producten

  • 1.

    Bij iedere begroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven waaruit blijkt welke producten uit de productraming onder welke programma's horen.

  • 2.

    De onderverdeling van de programma's in de producten staat voor de raadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen; dit wordt dan bij de begroting expliciet gemeld.

Artikel 4 Kaders begroting

  • 1.

    Het college biedt uiterlijk 1 juni van het begrotingsjaar een nota aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken bedoeld in artikel 8.

  • 2.

    De raad stelt uiterlijk in de maand juli de nota zonodig inclusief wijzigingen vast.

Paragraaf Uitvoering

Artikel 5 Uitvoering begroting

  • 1.

    Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2.

    Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat:

    • a.

      de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming;

    • b.

      de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de uiteenzetting van de financiële positie.;

    • c.

      de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

  • 3.

    Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma's zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

Paragraaf Beheersing en Interne controle

Artikel 6 Interne controle

  • 1.

    Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de doorlopende interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2.

    De raad stelt de nota inzake de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeentelijke regelingen vast.

Paragraaf Rapportage en Verantwoording

Artikel 7 Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier maanden en de eerste acht maanden van het lopende boekjaar.

  • 2.

    Voor de opleverdata van de tussentijdse rapportages aan de raad geldt:

    • a.

      de viermaands rapportage wordt voor 1 juni van het lopende begrotingsjaar aan de raad aangeboden;

    • b.

      de achtmaands rapportage wordt voor 1 oktober van het lopende begrotingsjaar aan de raad aangeboden.

  • 3.

    De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 4.

    De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de lasten, de baten, de geleverde goederen en diensten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten. In de rapportages wordt in ieder geval aandacht besteed aan afwijkingen van:

    • a.

      inkomsten uit de algemene uitkering;

    • b.

      de renteontwikkeling op de kapitaalmarkt;

    • c.

      ontwikkelingen met betrekking tot de sociale zekerheid;

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders informeert in ieder geval vooraf de gemeenteraad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen, voor zover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

    • a.

      investeringen groter dan € 100.000,--, niet zijnde vervangingsinvesteringen, dan wel bij investeringen in de bouwgrondexploitatie bij het ontbreken van een door de raad vastgestelde exploitatieopzet;

    • b.

      aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 500.000,--;

    • c.

      het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 250.000,--.

  • 6.

    Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen indien het college nieuwe meerjarige verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 25.000,--.

  • 7.

    In de leden 5 en 6 betreft het de niet met zoveel woorden in het programma aangeduide verplichtingen waarmee binnen het totale programmabudget wel rekening is gehouden en die niet leiden tot het overschrijden van dat budget.

  • 8.

    Het college informeert de vakcommissie op de eerstvolgende commissievergadering en vraagt middels een raadsvoorstel een aanvullend krediet op de eerstvolgende raadsvergadering bij een te verwachten budgetoverschrijding van een investeringskrediet groter of gelijk aan 5%, waarbij de overschrijding €25.000,-- of meer bedraagt.

Artikel 8 Jaarstukken

  • 1.

    Het college draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de afdelingen naar de productenrealisatie en naar de programmaverantwoording.

  • 2.

    De raad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma's of de beleidsdoelen van de programma's voor het lopende jaar bijstelling behoeven.

HOOFDSTUK 2 FINANCIËLE POSITIE

Paragraaf Kaderstellen

Artikel 9 Financiële positie

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor, dat al het beleid waartoe de raad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2.

    Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen worden bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.

  • 3.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de investeringskredieten.

Artikel 10 Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en het saldo van agio en disagio worden lineair in vier jaar afgeschreven.

  • 2.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 3.

    De materiele vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden lineair afgeschreven in:

    • a.

      40 jaar: nieuwbouw woonruimten en bedrijfsgebouwen;

    • b.

      maximaal 60 jaar: rioleringen;

    • c.

      20 jaar: renovatie, restauratie en aankoop woonruimten en bedrijfsgebouwen;

    • d.

      20 jaar: motorvaartuigen;

    • e.

      15 jaar: technische installaties;

    • f.

      10 jaar: veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; telefooninstallaties; kantoormeubilair; schoolmeubilair; aanleg tijdelijke terreinwerken; nieuwbouw tijdelijke woonruimten en bedrijfsgebouwen; groot onderhoud woonruimten en bedrijfsgebouwen;

    • g.

      8 jaar: zware transportmiddelen; aanhangwagens; schuiten; personenauto's; lichte motorvoertuigen;

    • h.

      5 jaar: automatiseringsapparatuur;

    • i.

      75 jaar: gronden en terreinen, voor zover deze niet in eigendom van de gemeente zijn. Gronden en terreinen in eigendom van gemeente moeten worden geactiveerd en er mag niet op worden afgeschreven.

    Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 5.000,-- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatstgenoemden worden altijd geactiveerd.

    Investeringen met economisch nut waar rechten tegenover staan kunnen worden afgeschreven op basis van annuïteiten.

  • 4.

    Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: waterwegen; waterbouwkundige werken; permanente terreinwerken; wegen; straten; fietspaden; voetpaden; bruggen; viaducten; tunnels; verkeerslichtinstallaties; openbare verlichting; straatmeubilair; reconstructie openbare ruimte; parken; overig openbaar groen.

  • 5.

    Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadbesluit wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 11 Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente Putten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2.

    Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa.

  • 3.

    De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt bepaald op basis van het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en voorzieningen.

Artikel 12 Financieringsfunctie

Voor de regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie, alsmede inzake de administratieve organisatie van de financieringsfunctie, daaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening wordt verwezen naar het treasurystatuut.

Artikel 13 Registratie bezittingen, activa en vermogen

  • 1.

    Het college draagt zorgt voor een actuele en volledige registratie van bezittingen. In de registratie worden ook opgenomen niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en de niet- of netto-geactiveerde investeringen in de openbare ruimte.

  • 2.

    Het college draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vier jaar.

HOOFDSTUK 3 FINANCIËLE ORGANISATIE EN ADMINISTRATIE

Artikel 14 Administratie

  • 1.

    De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

    • c.

      het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • e.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • f.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 15 Financiële administratie

Het college draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan gemeenten.

Artikel 16 Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de regels voor de opdrachtverlening;

  • e.

    de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de regels voor de verlening van decharge over het gevoerde beheer van de afdelingen.

Artikel 17 Aanbesteding en inkoop

Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels ter zake van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Inwerkingtreding en intrekking

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de bij raadsbesluit van 13 november 2003 vastgestelde financiële verordening en de bij raadsbesluit van 1 juli 2004 vastgestelde eerste wijziging van de financiële verordening.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Financiële verordening gemeente Putten".