Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit aanwijzing en mandatering ambtenaren gemeentelijke belastingen 2013 |
Citeertitel | Besluit aanwijzing en mandatering ambtenaren gemeentelijke belastingen 2013 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-03-2013 | 01-01-2013 | 01-01-2014 | Nieuwe regeling | 12-03-2013 | 2013-001088 |
07-09-2011 | 01-01-2011 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 23-08-2011 Winterswijkse Weekkrant 6-9-2011 | Geen |
Het college wijst aan als de gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen, bedoeld in artikel 231, tweede lid onderdeel b van de Gemeentewet:
De bevoegdheden als bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wet WOZ zijn hierin besloten.
Artikel 2 Invorderingsambtenaar
Het college wijst aan als de gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen, bedoeld in artikel 231, tweede lid onderdeel c van de Gemeentewet:
Artikel 3 Medewerkers belastingen en medewerkers WOZ
Het college wijst aan als gemeenteambtenaren belast met de heffing of invordering van gemeentelijke belastingen, bedoel in artikel 231, tweede lid, onderdeel d van de Gemeentewet, jegens wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet:
Het college wijst aan als gemeenteambtenaren jegens wie mede gelden de verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47, 49, 50, 51 en 53a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 31 van de Wet waardering onroerende zaken:
Artikel 4 Belastingdeurwaarder
Het college wijst aan als de belastingdeurwaarder, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel e, van de Gemeentewet:
Artikel 5 Mandaatverlening aan ambtenaren
Het college mandateert de financieel beleidsmedewerker, mevrouw G.A.J. Blekkink, van het team Financieel Beheer van de afdeling Control om namens haar toe te passen de bevoegdheid:
Artikel 6 Machtiging aan ambtenaren
Het college machtigt de financieel beleidsmedewerker, mevrouw G.A.J. Blekkink, van het team Financieel Beheer van de afdeling Control om namens haar de gemeente te vertegenwoordigen in beroep. Tevens geldt deze machtiging om beroep en beroep in cassatie in te stellen in belastingprocedures betreffende de gemeentelijke belastingen van de gemeente, alsmede procedures in het kader van de Wet waardering onroerende zaken, de in deze procedures nodige stukken te doen opmaken en te tekenen en verder al datgene te verrichten wat zij raadzaam zal oordelen.
Op grond van artikel 231, tweede lid van de Gemeentewet is de uitvoering van gemeentelijke belastingen rechtstreeks opgedragen (geattribueerd) aan een aantal gemeentelijke functionarissen, te weten de heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de medewerkers belastingen en de belastingdeurwaarder.
Het college heeft de bevoegdheid de betreffende gemeenteambtenaren aan te wijzen. Daarnaast zijn er nog een aantal bevoegdheden door de wet aan het college toegekend, zoals het toekennen van de hardheidsclausule en het beslissen op kwijtschelding. Deze bevoegdheden mogen door het college worden gemandateerd aan gemeenteambtenaren.
Het onderhavige besluit bevat al deze aanwijzingen en mandaten van gemeenteambtenaren met betrekking tot de gemeentelijke belastingen door het college. Als heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar wordt de financieel beleidsmedewerker van het Team Financieel Beheer van de afdeling Control aangewezen. Dit is mevrouw G.A.J. Blekkink. Deze wordt tevens gemachtigd om beroep in te stellen.
Dit artikel wijst de heffingsambtenaar aan; dit is de ambtenaar die wettelijk belast is met de heffing van gemeentelijke belastingen. Op grond van artikel 1 lid 2 van de Wet WOZ kan deze ambtenaar ook worden aangewezen om de Wet WOZ uit te voeren.
Artikel 2 Invorderingsambtenaar
De op grond van artikel 1 aangewezen heffingsambtenaar wordt tevens aangewezen als ambtenaar belast met de invordering van de gemeentelijke belastingen.
Artikel 3 Medewerkers belastingen en medewerkers WOZ
Voor de uitvoering van de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen en de Wet WOZ is het van belang dat niet alleen jegens de heffingsambtenaar, de WOZ-ambtenaar en de invorderingsambtenaar specifieke inlichtingenverplichtingen nagekomen moeten worden, maar ook jegens medewerkers. Artikel 231, tweede lid onderdeel d biedt daarom de mogelijkheid medewerkers aan te wijzen jegens wie deze inlichtingenverplichtingen gaan gelden. Vervolgens dient deze inlichtingenverplichting nader omschreven te worden. Beide besluiten zijn samengevoegd in dit artikel. Vervolgens is onderscheid gemaakt tussen de inlichtingenverplichtingen ten behoeve van de heffing en invordering van belastingen in het eerste lid en de inlichtingenverplichtingen ten behoeven van de uitvoering van de Wet WOZ in het tweede lid.
Artikel 4 Belastingdeurwaarder
De belastingdeurwaarder wordt in dit algemene besluit opnieuw aangewezen.
Artikel 5 Mandaatverlening aan ambtenaren
Enkele bevoegdheden ten aanzien van gemeentelijke belastingen zijn in de wet toegekend aan het college van burgemeester en wethouders. Deze bevoegdheden zijn vatbaar voor mandaat aan ambtenaren. Het gaat hier om de toepassing van de hardheidsclausule (a), kwijtschelding boete (b) en het oninbaar verklaren van belasting (c).
Artikel 6 Machtiging aan ambtenaren
De bevoegdheid om beroep in te stellen is toegekend aan het college van burgemeester en wethouders. Een ambtenaar kan worden gemachtigd deze bevoegdheid uit te oefenen. Dit wordt hierin geregeld.